Door zich te verplaatsen van de ene naar de andere plek zijn mensen over de gehele aarde verspreid geraakt. Zoals bekend migreren mensen om verschillende redenen (oorlog, beroep, vervolging,...Show moreDoor zich te verplaatsen van de ene naar de andere plek zijn mensen over de gehele aarde verspreid geraakt. Zoals bekend migreren mensen om verschillende redenen (oorlog, beroep, vervolging, familiehereniging, enz.). Allerhande problemen die hiermee gepaard gaan, zoals bijvoorbeeld aanpassingsconflicten, integratiemoeilijkheden, (nationale) identiteitskwesties - maar eveneens de zoektocht naar een eigen identiteit -, worden door diverse migrantenauteurs behandeld in hun oeuvre. Deze vraagstukken worden soms in een fictief kader gegoten. Voor mijn onderzoek heb ik drie romans gekozen waarin het magisch realisme zich in de Nederlandse migrantenliteratuur manifesteert: "Paravion" door Hafid Bouazza, "Portretten en een oude droom" door Kader Abdolah en "De langverwachte" door Abdelkader Benali. Er bestaat immers binnen de wereld van het magisch realisme een oneindig aantal verklaringen. Achter deze waaier van mogelijkheden schuilen ook de problemen die migrantenauteurs behandelen, wat tot de hoofdvragen van mijn onderzoek leidt: welke migrantenproblemen worden in de teksten behandeld, op welke manier verwijzen auteurs daarnaar en waarom maken ze gebruik van het magisch realisme? Vijf primaire kenmerken van het magisch realisme, genoemd door Wendy B. Faris, worden in elk boek onderzocht. Vanuit de analyse dient zich de conclusie aan dat het magisch realisme zich inderdaad op verschillende manieren in de migrantenliteratuur manifesteert en diverse (migranten-)problemen behandelt. Magisch realisme kan de innerlijke processen tijdens en na het migreren adequaat weergeven. Uit het onderzoek blijkt ook dat de begrippen (post-)kolonialisme, magisch realisme en (post-)modernisme met elkaar verweven zijn. Dat wil zeggen dat door middel van magisch realisme andere facetten van de migrantenliteratuur belicht kunnen worden. Deze bestudering van de magisch realistische elementen vanuit verschillende perspectieven, vormt het basisonderzoek van dit verschijnsel in de migrantenliteratuur, met de bedoeling dat het ook bijdraagt tot een verdere verkenning van vergelijkbare thema's.Show less
Willem-Jan Otten refereert aan een samenleving die de secularisering (absolute scheiding van Kerk en Staat) nabij is en hij bemerkt een zekere heropleving van religieus bewustzijn. Ik zal...Show moreWillem-Jan Otten refereert aan een samenleving die de secularisering (absolute scheiding van Kerk en Staat) nabij is en hij bemerkt een zekere heropleving van religieus bewustzijn. Ik zal onderzoeken hoe het boek van Peter de Vries zich verhoudt tot deze hernieuwde interesse; in feite poog ik tastbaar te maken wat Otten te berde brengt en ik zoek uit welke originele boodschap er spreekt uit de roman, in een tijdperk dat ik postseculier noem. Vult de roman een leegte op in de ogenschijnlijk ijskoude consumptiemaatschappij of laat de Amerikaanse auteur zijn lezers net zo gedesillusioneerd achter als een gemiddelde postmodernistische vertelling? Zou de ‘revival’ vergezeld kunnen gaan van Oer-Hollandsch calvinisme? Dat het antwoord hierop ‘nee’ luidt, laat zich raden. Maar hoe komt deze ontkenning tot uiting? Is The Blood of the Lamb wel een typische seculariseringsroman?Show less
Deze scriptie bevat een onderzoek naar de relatie tussen de gebruikte redevormen van conversatie- en gedachterepresentatie en de mate van complexiteit van kinderliteratuur. Van drie recente...Show moreDeze scriptie bevat een onderzoek naar de relatie tussen de gebruikte redevormen van conversatie- en gedachterepresentatie en de mate van complexiteit van kinderliteratuur. Van drie recente kinderboeken zijn de indirecte rede, vrije indirecte rede, directe rede en vrije directe rede aangewezen en is vastgesteld bij welk personage de redevorm hoort. Naar aanleiding van de ontstane personagestructuren van de kinderboeken is gekeken of het belangrijk is voor de analyse van kinderliteratuur of er een onderscheid gemaakt moet worden tussen de redevormen van conversatierepresentatie en de redevormen van gedachterepresentatie.Show less
Deze masterscriptie bestaat uit inleidende hoofdstukken en een diplomatische en geannoteerde editie van ‘Journael Van mijne reijse door Duijtslant, ende Jtalien, naer Vranckrijck Ao. i666 en i667’....Show moreDeze masterscriptie bestaat uit inleidende hoofdstukken en een diplomatische en geannoteerde editie van ‘Journael Van mijne reijse door Duijtslant, ende Jtalien, naer Vranckrijck Ao. i666 en i667’. Een reisverslag waarvan de schrijver onbekend is. Als eerste is er gekeken of de beschreven reis een 'grand tour' is. Daarnaast zijn er aanknopingspunten gezocht om de auteur te achterhalen. Daarvoor is gebruik gemaakt van een onderzoek naar de provenance, aanwijzingen in de tekst en taalkundige kenmerken. Er zijn fonologische en morfologische kenmerken bekeken om de regio van herkomst aan te wijzen.Show less
Een onderzoek naar metafooradviezen, de Conceptual Metaphor Theory en framing in veelgelezen Nederlandstalige presentatieadviesboeken uit de periode 1980 tot 2013.
In de huidige maatschappij wordt steeds vaker van mensen gevraagd om een presentatie te geven. Sommige mensen worden onzeker als ze een presentatie moeten geven voor publiek en deze onzekerheid kan...Show moreIn de huidige maatschappij wordt steeds vaker van mensen gevraagd om een presentatie te geven. Sommige mensen worden onzeker als ze een presentatie moeten geven voor publiek en deze onzekerheid kan ze belemmeren in het dagelijks leven. Deze mensen hebben een lichte vorm van speechangst, dat is een soort spreekangst. Specifiek is het de angst die verbonden is aan gesproken communicatie in een specifieke situatie (Dwyer & Baartmans, 2003). Tijdens dit scriptieonderzoek is onderzocht hoe een methode eruitziet die mensen met lichte speechangst in groepssituaties met face-to-facecontact kan helpen om zelfverzekerder te spreken voor publiek en die zo veel mogelijk profiteert van inzichten uit de adviesliteratuur en van presentatieprofessionals en onderbouwd is door wetenschappelijk onderzoek. Om deze methode te kunnen construeren is nagegaan welke oorzaken er zijn voor speechangst, welke methoden er zijn om zelfverzekerder te leren spreken, aan welke kwaliteitscriteria de methode moet voldoen en wat presentatieprofessionals vonden van de eerste versie van de ontwikkelde zogenoemde zelfverzekerdheidsmethode. Het scriptieonderzoek heeft geleid tot de conclusie dat de basis van de zelfverzekerdheidsmethode bestaat uit drie deelmethoden: diepe buikademhaling, vaardigheidstraining en visualisatie. Diepe buikademhaling zorgt voor rust bij de spreker, vaardigheidstraining gaat ervan uit dat sprekers onzeker zijn voor het geven van een presentatie, omdat ze niet alle vaardigheden hebben die ervoor nodig zijn en dat deze onzekerheid vermindert als een spreker de benodigde vaardigheden leert. Tot deze vaardigheden behoren bijvoorbeeld het opbouwen, leren beheersen en uitvoeren van de presentatie. Visualisatie is het laatste onderdeel van de methode. Dit onderdeel laat de spreker zijn presentatie voor zich zien. Hij moet dan bedenken hoe hij naar de locatie van de presentatie toe gaat, hoe hij de presentatie uitvoert, tot een goed einde brengt en hiervoor applaus krijgt. Tijdens visualisatie maakt de spreker in zijn hoofd zijn eigen realistische succesfilm. De zelfverzekerdheidsmethode is geconstrueerd aan de hand van de drie deelmethoden. Een eerste kwaliteitscontrole van de zelfverzekerdheidsmethode heeft plaatsgevonden door deze te laten beoordelen door vier presentatieprofessionals. De commentaren van deze presentatieprofessionals hebben hoofdzakelijk gezorgd voor aanpassingen op drie algemene punten: de duur van alle oefeningen is aangepast, het taalgebruik is volwassener geworden en bij de uitleg van de oefeningen is er meer rekening gehouden met het onverwachte.Show less
In deze masterscriptie analyseer ik op welke manier de Poolse en Nederlandse vloekcultuur van elkaar verschillen en welke vertaalproblemen bij het vertalen van vloekwoorden kunnen voorkomen. In het...Show moreIn deze masterscriptie analyseer ik op welke manier de Poolse en Nederlandse vloekcultuur van elkaar verschillen en welke vertaalproblemen bij het vertalen van vloekwoorden kunnen voorkomen. In het corpusonderzoek dat ik ten behoeve van mijn scriptie uitvoerde, heb ik vloekwoorden ‘chuj’, ‘jebać’, ‘kurwa’, ‘pierdolić’ en hun afleidingen die niet letterlijk zijn gebruikt, onder de loep genomen om het brede spectrum aan vertaalstrategieën van krachttermen te laten zien.Show less