The bone material used for this BA thesis originated from a sand quarry near Woerden, the Netherlands. The Family of Bovidae is abundant within the animal remains of Woerden, which makes the...Show moreThe bone material used for this BA thesis originated from a sand quarry near Woerden, the Netherlands. The Family of Bovidae is abundant within the animal remains of Woerden, which makes the subject important for research. The main aim of this research is to determine the different genera in the Family Bovidae, the genera Bos and Bison. The appearance of certain species can be an indicator for a certain habitat or period. The species found during the analysis of the material are Bison priscus, Bison cf. schoetensacki, Bison cf. menneri, Bison sp., Bos primigenius and Bos sp.. The genus Bison is more abundant than the genus Bos. The appearance of Bison menneri within the material is an indicator for Early Pleistocene existence of a selection of the remains, because this species is the only one that lived during the Early Pleistocene in this region. Because of the lack of data of the depth of the remains, relative dating is not possible for the other bovid remains.Show less
De Vroeg-Pleistocene afzettingen in de omgeving van Tegelen (Limburg, Nederland) worden algemeen beschouwd als de type-secties voor het Tiglien en de zoodierfauna van Tegelen speelt een belangrijke...Show moreDe Vroeg-Pleistocene afzettingen in de omgeving van Tegelen (Limburg, Nederland) worden algemeen beschouwd als de type-secties voor het Tiglien en de zoodierfauna van Tegelen speelt een belangrijke rol in de datering van Vroeg Pleistocene fauna‟s en archeologische sites, zoals bijvoorbeeld Dmanisi (Georgië). Momenteel staat de ouderdom van de klassieke Tegelen fauna alsmede de duur van de periode waarin de verschillende lagen zijn afgezet ter discussie: de sedimenten in het gebied zouden niet gedurende een lange periode (>300 ka), maar relatief snel (>10 ka) zijn afgezet. Daarbij zouden de sedimentaire verschillen tussen de strata terug te voeren zijn tot faciele verschillen binnen een riviersysteem dat de afzettingen gevormd heeft. Dat zou betekenen dat de totale sequentie een veel kortere periode beslaat dan aanvankelijk werd gedacht en dat de fossiele zoogdierresten uit Tegelen en de nabije omgeving min of meer even oud zijn. Een eerste onderzoek heeft echter aangetoond dat de kleilagen mogelijk toch fauna‟s van verschillende ouderdom bevatten. De faunaresten uit Tegelen-Maalbeek zijn mogelijk toch ouder dan de zoogdierfauna van Russel-Tiglia-Egypte. In deze scriptie wordt een deel van het faunamateriaal van Tegelen-Maalbeek gepresenteerd; namelijk de woelmuizen (Arvicola, Rodentia). Uit de soortbepaling en vergelijking met de locatie Russel-Tiglia-Egypte blijkt inderdaad een verschil in ouderdom: de woelmuizen van Tegelen-Maalbeek zijn minder ver ontwikkeld dan die van Russel-Tiglia-Egypte.Show less
Deze scriptie was erop gericht om te onderzoeken of het mogelijk was om met behulp van tandmetingen de biologische sekse te bepalen van begraven individuen van de sites Anse Lavoutte, St. Lucia, en...Show moreDeze scriptie was erop gericht om te onderzoeken of het mogelijk was om met behulp van tandmetingen de biologische sekse te bepalen van begraven individuen van de sites Anse Lavoutte, St. Lucia, en Anse à la Gourde, Guadeloupe. Samples werden genomen van begravingen waarvan het geslacht bekend was en van begravingen waarvan dit nog onduidelijk was, met behulp van dit onderzoek zou worden geprobeerd om deze laatste categorie toe te bedelen tot een geslacht. Er zijn vier metingen genomen van bepaalde aspecten van alle beschikbare tanden, de mesiodistale diameter van de cervix van de tand, de mesiodistale diameter van de kroon van de tand, de buccolinguale diameter van de kroon van de tand, en tenslotte de kroonhoogte van de tand. Deze aspecten zijn gebaseerd op eerder onderzoek. Alleen de tanden van volwassenen zijn opgenomen in dit onderzoek, omdat de tanden van niet-volwassenen nog aan het ontwikkelen zijn en nog niet hun uiteindelijke vorm hebben. De permanente tanden zijn gemeten met behulp van een digitale schuifmaat en zijn gemeten door de auteur, die ze verder geanalyseerd heeft. De tanden zijn statistisch getest op significante verschillen tussen mannen en vrouwen, met behulp van het programma SPSS. T-testen zijn gebruikt om dit te onderzoeken. Een vereiste voor deze test was dat de gekozen sample normaal verdeeld zou zijn, of zou bestaan uit minstens 30 gegevens. Al snel in het onderzoek werd duidelijk dat dit niet noodzakelijk was, omdat ondanks het kleine aantal, de tanden toch verschil toonden tussen de gebitten van mannen en vrouwen.Show less
Tijdens archeologische opgravingen worden veel stenen gevonden. Van deze stenen zijn er velen verbrand. Ondanks dat er veel verbrandde stenen zijn gevonden tijdens opgravingen, is er in het...Show moreTijdens archeologische opgravingen worden veel stenen gevonden. Van deze stenen zijn er velen verbrand. Ondanks dat er veel verbrandde stenen zijn gevonden tijdens opgravingen, is er in het verleden maar weinig mee gedaan. Soms wordt simpelweg aangenomen dat deze verbrandde stenen gebruikt zijn om mee te koken. Mijn onderzoek tracht te ontdekken of aan de hand van macroscopische en microscopische sporen op de stenen herleidt kan worden of de desbetreffende stenen gebruikt zijn om mee te koken. Ik heb ervoor gekozen om zeer specifiek te kijken of de stenen gebruikt zijn om water te koken of om vlees te grillen. Om een antwoord te bewerkstelligen heb ik een experiment uitgevoerd waarin ik stenen heb gebruikt om water mee te koken en om vlees mee te grillen. Een derde groep stenen is niet gebruikt en alleen verbrand. Voor dit onderzoek heb ik drie steensoorten getest. Deze drie steensoorten zijn: zandsteen, kwartsitische zandsteen en gangkwarts. Mijn onderzoek heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om te bepalen of stenen gebruikt zijn om te grillen. Het is wel mogelijk om te zien of een steen gebruikt is om water aan de kook te brengen. Stenen kunnen breken door verhitting. De stenen die breken door alleen verhitting hebben breuken die vrij recht zijn. Als een hete steen in koud water ondergedompeld wordt kan de steen door het plotselinge temperatuursverschil ook breken. De breuken die op deze manier gevormd worden zijn echter onregelmatig van vorm. Men kan dus bepalen of een steen is gebruikt om water mee te koken door te kijken naar de manier waarop deze steen gebroken is. De resultaten van mijn experiment komen overeen met de resultaten van het experiment van Batchelor. Mijn resultaten spreken de resultaten van het experiment van Nakazawa echter weer tegen.Show less
The research focused on the question how attributes of Etruscan men and women differ from each other and how time and material are involved in this. Attributes are handheld objects and can give...Show moreThe research focused on the question how attributes of Etruscan men and women differ from each other and how time and material are involved in this. Attributes are handheld objects and can give information about the status of those who handle them. Using four categories of material (funerary tomb paintings, cippi reliefs, stone sarcophagi and Volterran urns), I have made an inventory, analyzed it and drawn conclusions. The research has shown that in the first two categories men more often have an attribute than women. The attributes of men and women differ in the sixth to fourth century B.C. only in numbers. There is no distinction in the type of attributes. From the fourth century B.C. onward, a differentiation develops as shown by lid figures of sarcophagi. Women handle attributes about as frequently as men. A difference occurs between the types of attributes: women no longer handle the same attributes as men. The urn lid figures display a clear difference between the attributes of men and women and certain attributes are related to one gender only. Time plays a major role in the difference in attributes between men and women. Material, on the contrary, does not.Show less
In this thesis, the polychromy of classical sculpture will be put out. Polychromy literally means ‘many colours’, but it is mainly seen as the painting of architecture, sculpture and other objects....Show moreIn this thesis, the polychromy of classical sculpture will be put out. Polychromy literally means ‘many colours’, but it is mainly seen as the painting of architecture, sculpture and other objects. Nowadays, the general public considers classical sculpture as unpainted. Especially the discoveries of important archaeological finds (without any colour) and the imitations of these sculptures in the Renaissance, have created this image. Nevertheless, from that moment, also studies on polychromy of classical sculptures were arranged. Recently acquired information has resulted in the increase of the number of polychromy-studies.The Dutch National Museum of Antiquities in Leiden has never conducted a research as such. Therefore, it is unknown if this museum owns sculptures that were once painted. For this reason, research was conducted to act as the main topic of this thesis. Results of this research were also compared to general theories of polychromy on classical sculpture. Will the classical sculptures of the Dutch Museum of Antiquities fit in these theories, or will they differ from it?Show less
The Dutch Limes is well-known and runs from Katwijk in the west, to Nijmegen in the south-east, where it runs across the Dutch border. Located along this Limes were castella, small Roman forts. It...Show moreThe Dutch Limes is well-known and runs from Katwijk in the west, to Nijmegen in the south-east, where it runs across the Dutch border. Located along this Limes were castella, small Roman forts. It has always been assumed that the Dutch castella were undecorated structures with no monumental appearance, but now new evidence might change this traditional view. During excavations in 1998 a large number of tuff stone blocks were found at the Roman castellum Albaniana at Alphen aan den Rijn, that were decorated with trims, and it included one stone that seemed to have been a half column, plus one stone with an alcove, indicating that these stones must have been part of a building with a monumental appearance. The question is now: which building did they belong to, and how where they incorporated in it? There were several options: the blocks could have been part of a gate, the porta principalis dextra, or of the bathhouse, or it could have been part of a monumental entrance to the principia, the Roman headquarters. When we look at the location where the stones were found, they were found closest to the entrance gate, the porta principalis dextra, which indicates that they did actually belong to this gate. However, two of the main blocks, the stone with the alcove and the half column were found in a different location. It is unclear however from the excavation reports, exactly where these were found. Thus it is possible that these two blocks belonged to a different building, for example the bathhouse. However it is presumed that these blocks did actually belong to the porta principalis dextra and using these blocks a simple reconstruction has been made to show that Dutch castella did actually have buildings with a monumental appearance.Show less
De vuurstenen artefacten van Molenaarsgraaf zijn klein van formaat en zijn vooral gemaakt met harde percussie. Sommige zijn gemaakt met een bipolaire afslagtechniek. Voor het vervaardigen van deze...Show moreDe vuurstenen artefacten van Molenaarsgraaf zijn klein van formaat en zijn vooral gemaakt met harde percussie. Sommige zijn gemaakt met een bipolaire afslagtechniek. Voor het vervaardigen van deze artefacten zijn kleine stukken vuursteen gebruikt die uit een fluviatiele context komen. Er zijn weinig formele werktuigtypen gevonden. Het meest voorkomende formele werktuig is de schrabber. Verder zijn er boortjes en een vuurslag. Een interessant gegeven dat ontdekt is tijdens de gebruikssporenanalyse is dat wat typologisch wordt gezien als een boor in feite niet als een boor is gebruikt. Het desbetreffende artefact is namelijk gebruikt voor het schrapen van huid. Er is in dit geval dus geen correlatie tussen vorm en functie. Bij de schrabbers is dit duidelijk wel het geval. Bijna alle schrabbers zijn gebruikt voor het bewerken van huid. Veel van de onderzochte artefacten zijn waarschijnlijk lang gebruikt. Bij de meeste schrabbers is de werkrand een aantal malen vernieuwd. Dit blijt uit het feit dat veel schrabbers steile en overhangende hoeken van de werkrand hebben. Ook zijn relatief veel artefacten geschacht geweest. Van de 29 onderzochte artefacten zijn zes artefacten zeker geschacht geweest. Mogelijk zijn meer artefacten geschacht geweest, maar dit kan niet met zekerheid worden gesteld. Het gebruikssporenonderzoek geeft duidelijk een ander beeld dan het bestaande beeld dat artefacten uit die periode voornamelijk ad hoc vervaardigd en gebruikt zijn, aangezien veel van de artefacten van Molenaarsgraaf geschacht en langdurig gebruikt zijn geweest. Opmerkelijk is dat juist de curated werktuigen veelal ad hoc vervaardigd waren. Er lijkt dus geen evenredig verband te bestaan tussen ad hoc vervaardiging en expedient gebruik. Het beeld dat door De Bogen, Boog C Noord, Eigenblok en Barendrecht Zuidpolder (gelijktijdige sites) wordt geschetst komt overeen met de resultaten van Molenaarsgraaf. Ook op die sites komen veel schrabbers voor die gebruikt zijn ten behoeve van huidbewerking. Ze zijn bovendien veelal onderhouden en geschacht geweest. Het enige opmerkelijke verschil is dat in de selectie van artefacten van Molenaarsgraaf geen ad hoc gebruik lijkt voor te komen, terwijl dat op andere gelijktijdige sites wel het geval is.Show less
Paleodemografie is een onderzoeksveld dat binnen de archeologie grootse toepassingen heeft. In deze scriptie zal paleodemografie worden gebruikt om twee sites op het eiland St. Lucia te onderzoeken...Show morePaleodemografie is een onderzoeksveld dat binnen de archeologie grootse toepassingen heeft. In deze scriptie zal paleodemografie worden gebruikt om twee sites op het eiland St. Lucia te onderzoeken. Hierbij zal een toelichting geven worden op de werkwijze van de onderzoekers en een commentaar op voorgaand onderzoek. De twee populaties zullen worden gereconstrueerd aan de hand van hun achtergelaten skeletten, waarna ze zullen worden vergeleken met zowel een theoretisch kader als elkaar. Ook zullen de resultaten een plaats worden gegeven in de Caraibische archeologie. Daarbij zal blijken dat beide sites afwijken van de modellen en dat een van deze afwijkingen gekoppeld kan worden aan fluctuaties terwijl voor de andere geen verklaring gegeven kan worden.Show less
De Maïsgod is een belangrijke god voor de Maya. Door de tijd heen zijn er afbeeldingen van deze god te vinden in de gehele Maya regio. De veelheid aan afbeeldingen van de Maïsgod toont een grote...Show moreDe Maïsgod is een belangrijke god voor de Maya. Door de tijd heen zijn er afbeeldingen van deze god te vinden in de gehele Maya regio. De veelheid aan afbeeldingen van de Maïsgod toont een grote variatie in de manier waarop de god is afgebeeld. Dit werpt de vraag op waarom de Maïsgod op zoveel verschillende manieren wordt afgebeeld. Deze scriptie heeft dan ook het doel een antwoord op de volgende vraag te geven: Wat betekenen de gelijkenissen en verschillen in de afbeeldingen van de Maya Maïsgod in de Dresden Codex? Beginnend met een beschrijving van de Dresden Codex en de Maïsgod in al zijn facetten zal deze scriptie een vergelijking maken tussen zes geselecteerde verschillende afbeeldingen uit de Dresden Codex, om een antwoord te geven op de geformuleerde vraag.Show less
This thesis attempts to give a view of the reliability of Caesar‟s De Bello Gallico. This is done by examining the parts of the text that can be compared with archaeological information. First, the...Show moreThis thesis attempts to give a view of the reliability of Caesar‟s De Bello Gallico. This is done by examining the parts of the text that can be compared with archaeological information. First, the text elements that I expected to be supported by archaeological evidence are discussed, divided into four aspects: economy, religion, technology, and funerary practises. In the second chapter, I describe to what extent this evidence agrees with Caesar‟s statements. I also pay attention to the fact that the research is hindered by Caesar‟s generalisation of „the Gallic society‟, as well as the presence of very little pre-conquest data (in this thesis archaeological finds between 100-60 BC are described), because the Romans highly influenced the Gallic tribes after the conquest and a lot of the archaeological material found in Gaul are Roman remains. Finally, a clear comparison between archaeological information and Caesar‟s text is provided, after which is stated how reliable the text actually is.Show less
The discovery of some reliefs in the Medinet Habu temple west of Thebes led to an ongoing debate of who the Sea Peoples and in particular the Philistines were and where they came from. Excavations...Show moreThe discovery of some reliefs in the Medinet Habu temple west of Thebes led to an ongoing debate of who the Sea Peoples and in particular the Philistines were and where they came from. Excavations in the supposed cities of the Philistine pentapolis in the Levantine coast area brought to light a distinctive material culture which was ascribed to the Philistines. Central to this thesis is the question how to recognize the Philistines in the archaeological remains, with a focus on the pottery. There are several aspects to this question. First that of describing the hallmarks in the archaeological material remains, second that of the identification of the ancient locations of the cities of the Philistines and third that of connecting the material culture to an identified people. In order to do so it was necessary to look for some theoretical backgrounds for the interpretation of identity. Identity is not static, as is mirrored in the recognized phases in the material culture, hallmarked respectively by the locally made Mycenean IIIC: 1b or shortly monochrome ware in the initial settlement phase (Iron Ia), the bichrome Philistine Ware (Iron I), Late Philistine Decorated Ware (Iron II) and the eventual process of either assimilation, acculturation or creolization by which the Philistine pottery eventually ceases to exist as a recognizable ware at the end of the Iron Age. Postprocessual archaeology and Braudel‟s model of three time scales seem to provide the theoretical background to describe these processes. New finds and research goals, like the well conserved destruction layer stratum 4 in Gath/Tell es-Safi and the archaeology of border communities as one of the leading research goals in the renewed excavation of Beth Shemesh, might shed new light on the identity of the Philistines and the ongoing debate about the Iron Age Chronology of the Levant.Show less
Verschillende onderzoeken hebben bijgedragen aan de discussie over de morfologische “adaptatie” van de Neanderthalers. Wat is de verklaring voor hun robuuste lichamen, grote neuzen en korte...Show moreVerschillende onderzoeken hebben bijgedragen aan de discussie over de morfologische “adaptatie” van de Neanderthalers. Wat is de verklaring voor hun robuuste lichamen, grote neuzen en korte ledematen? De afgelopen 130.000 tot 30.000 jaar bewoonden de Neanderthalers delen van West-Europa tot in de Levant. In deze periode van ongeveer 100.000 jaar is er klimatologisch veel veranderd, zo zijn er glacialen geweest die bepaalde streken bijna onbewoonbaar hebben gemaakt voor deze uitzonderlijke mensen. De morfologie van de Neanderthalers is zeer belangrijk geweest bij het trotseren van deze koude gebieden, maar ook in de wat warmere gebieden zoals de Levant moesten de Neanderthalers zich kunnen aanpassen. Aan de hand van dit onderzoek wordt er getracht te ontdekken of er uberhaupt morfologische verschillen zijn, wat deze verschillen dan inhouden en hoe deze verschillen samenhangen in relatie tot het vroege klimaat. Of zijn er ook andere verklaringen mogelijk?Show less
Het eerste hoofdstuk bestaat uit een beknopte bespreking van de Etruskische cultuur. Ten eerste worden factoren besproken zoals de kenmerken van de regio, de natuurlijke grenzen zoals gebergten en...Show moreHet eerste hoofdstuk bestaat uit een beknopte bespreking van de Etruskische cultuur. Ten eerste worden factoren besproken zoals de kenmerken van de regio, de natuurlijke grenzen zoals gebergten en waterwegen en het klimaat. Etrurië is een vruchtbare regio dat bestaat uit een gevarieerd landschap en is een regio die rijk is aan diverse mineralen. Ten tweede is een algemene ontwikkeling besproken van de structuur van de nederzettingen, deze zijn vanuit kleine nucleated villages bestaande uit simpele ovale hutten uitgegroeid tot steden met gebouwen van een Oosters type met een vierkante plattegrond en een binnenhof. Als laatste is binnen het eerste hoofdstuk een beschrijving gegeven van de Etruskische economie waarbij gelet is op processen binnen de productie van producten zoals aardewerk, metalen en landbouwproducten. Door een overzicht te geven van de handelscontacten die de Etrusken hadden binnen hun netwerk en de goederen die zij voornamelijk exporteerden is een patroon te zien van handel en de uitwisseling van goederen en technieken. Het tweede hoofdstuk is volledig gericht op de metaalindustrie waarbij een uitleg is gegeven van de technieken die gebruikt zijn bij het produceren van zowel koper als ijzer en het bewerken van deze twee metalen; daarnaast zijn de bekende plaatsen waar men ijzer produceerde en smeedde besproken en vergeleken en tenslotte zijn de producten die men van ijzer maakte, besproken.Show less