Deze scriptie behandelt de naoorlogse (1945-1962) strategie en inzet van de Koninklijke Marine op de Nederlandse Antillen. Deze twee zaken worden bezien in een breed kader, waarbij zij aan het...Show moreDeze scriptie behandelt de naoorlogse (1945-1962) strategie en inzet van de Koninklijke Marine op de Nederlandse Antillen. Deze twee zaken worden bezien in een breed kader, waarbij zij aan het Nederlandse buitenlands-, veiligheidsbeleid en marinebeleid worden gekoppeld. Enkele conclusies luiden dat de strategie en inzet werden vormgegeven door de wens om na de soevereiniteitsoverdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië in december 1949 wereldwijd actief te blijven en dat Nederland vanuit dit uitgangspunt langdurige en tamelijk succesvolle onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika voerde over Amerikaanse betrokkenheid bij de verdediging van de strategisch belangrijke eilanden Aruba en Curaçao in oorlogstijd. Tot slot wordt betoogd dat de Haagse vrees voor Venezolaanse annexatiepogingen van de Benedenwindse Eilanden en de opkomst van het communisme in de regio een andere reden vormde voor de gekozen strategische koers. De strategie en inzet kunnen daardoor worden gezien als een samenspel tussen enerzijds de intrinsieke motivatie om wereldwijd actief te blijven en anderzijds externe druk om de verdediging in de West te versterken.Show less
An investigation into the official, government-level reactions of neighbouring states to China's naval modernisation and the People's Liberation Army Navy's behaviour that this modernisation entails.
In 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Door Napoleon werd het Franse dienstplichtstelsel ingevoerd in Holland. Deze bestond uit de conscriptie en in het bijzonder de maritieme...Show moreIn 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Door Napoleon werd het Franse dienstplichtstelsel ingevoerd in Holland. Deze bestond uit de conscriptie en in het bijzonder de maritieme inscriptie voor de marine. Voor de maritieme inscriptie kwamen alle zeelui van 25 tot en met 49 jaar oud in aanmerking. Zij werden via een loting ingedeeld bij de Hollandse eskaders van de Franse keizerlijke marine. De vraag is wat de reactie op deze nieuwe vorm van dienstplicht was onder de Zuid-Hollandse zeelui. Gekeken wordt naar de opgeroepen zeelui en hun acties die direct in verband staan met de maritieme inscriptie.Show less
In de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat binnenvaartschippers met hun gezin permanent aan boord van hun schip gingen wonen. Onderzocht is wat de invloed hiervan was op materiële...Show moreIn de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat binnenvaartschippers met hun gezin permanent aan boord van hun schip gingen wonen. Onderzocht is wat de invloed hiervan was op materiële wooncultuur (voornamelijk huisraad) van Friese schippers ten opzichte van Friezen die niet in de scheepvaart actief waren.Show less
De inzet van de Nederlandse marine in de strijd tegen de illegale trans-Atlantische slavenhandel na de ondertekening van het Brits- Nederlands verdrag ter wering van de slavenhandel op 4 mei 1818.
De twee slagen bij de Guararapesbergen in 1648 en 1649 bleken een omslag in de geschiedenis van de WIC-kolonie in Nederlands-Brazilië. Het beleid omtrent die twee slagen van de Hoge Raad ofwel de...Show moreDe twee slagen bij de Guararapesbergen in 1648 en 1649 bleken een omslag in de geschiedenis van de WIC-kolonie in Nederlands-Brazilië. Het beleid omtrent die twee slagen van de Hoge Raad ofwel de Nederlandse regering in Nederlands-Brazilië is nog weinig onderzocht. Wel hield Van Hoboken er een negatieve mening op na met betrekking tot het beleid dat de Raad had gevoerd. L'Honore-Naber stelde al in 1925 dat hoe meer wij weten over het beleid van deze regering, hoe positiever ons oordeel - waarschijnlijk - zou zijn. Den Heijer herhaalde dat in 2005. Naar aanleiding daarvan is het beleid van de Raad in bredere zin bekeken door in de periode van de beide slagen het gehele beleid van de Raad in kaart te brengen aan de hand van de Dagelijkse en de Secrete Notulen. Doordat de hulp uit de Republiek te beperkt was en er een constant tekort was van middelen en troepen, kan er verklaard worden waarom de Hoge Raad er niet in kon slagen de kolonie van haar ondergang te behoeden. Zo beaamt deze scriptie de veronderstelling van L'Honoré-Naber en Den Heijer. Daarnaast blijkt de interpretatie van Van Hoboken over het beleid van de Raad te negatief en niet altijd in overeenstemming met de Notulen. Aangezien Boxer in zijn werk zich ook baseerde op Van Hoboken, voegt deze scriptie een nieuwe kijk op de Raad toe aan de geschiedschrijving over Nederlands-Brazilië.Show less