In deze scriptie worden de maatregelen tegen de verspreiding van cholera in de Nederlandse maatschappij vergeleken met de maatregelen die genomen werden door de Koninklijke Marine aan boord van...Show moreIn deze scriptie worden de maatregelen tegen de verspreiding van cholera in de Nederlandse maatschappij vergeleken met de maatregelen die genomen werden door de Koninklijke Marine aan boord van oorlogsschepen in Nederlands-Indië.Show less
In 1846, 1848, en 1849 ondernam het Nederlands-Indisch gouvernement drie omvangrijke expedities naar het eiland Bali. Daarbij werd voor het eerst op grote schaal gebruikgemaakt van stoomschepen....Show moreIn 1846, 1848, en 1849 ondernam het Nederlands-Indisch gouvernement drie omvangrijke expedities naar het eiland Bali. Daarbij werd voor het eerst op grote schaal gebruikgemaakt van stoomschepen. Dit onderzoek richt zich op het maritieme element van de expedities, het nut van de stoomschepen daarbij en hoe dat doorgewerkt heeft in beeld en besluitvorming bij de marine. Dat laatste wordt onder meer gedaan aan de hand van een rapport van een commissie, onder leiding van Prins Hendrik, uit 1852. Hiermee wordt aangetoond dat de Bali-expedities en het gebruik van stoomschepen daarbij tot op zekere hoogte een scharnierpunt vormden voor de definitieve overstap van de Nederlandse marine van zeil naar stoom.Show less
Wie denkt aan de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’ en de Rotterdamse Lloyd, ziet meestal de grote mailboten voor zich die voeren op de lijndienst tussen Nederland en Indië. Dat de tropenschepen...Show moreWie denkt aan de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’ en de Rotterdamse Lloyd, ziet meestal de grote mailboten voor zich die voeren op de lijndienst tussen Nederland en Indië. Dat de tropenschepen eveneens voor zeecruises werden ingezet, is een veel minder bekend gegeven. Dit werkstuk onderzoekt deze plezierreizen, die beide koloniale rederijen zowel binnen als buiten de lijndienst organiseerden. Het uitgangspunt van het onderzoek is de vraag waarom de SMN en de RL zeecruises aanboden in de periode van 1870-1940.Show less
Kijk op de Compagnie' belicht het scheepvaartverkeer van de VOC in Azië in de jaren 1680-1700 aan de hand van reisgegevens van fluitschepen. Deze data zijn ondergebracht in een aparte database.
Schipbreuk heeft door de eeuwen heen een transformatie ondergaan, die schip, goed en schipbreukeling ten goede moest komen. Dit valt in Nederland vooral te danken aan maatregelen genomen door de...Show moreSchipbreuk heeft door de eeuwen heen een transformatie ondergaan, die schip, goed en schipbreukeling ten goede moest komen. Dit valt in Nederland vooral te danken aan maatregelen genomen door de overheid en particuliere initiatieven. Maatregelen van de overheid beperkten zich in de vroegmoderne tijd tot eigendomsrechten over goederen en schip, terwijl de particulieren zich over de schipbreukelingen ontfermden. In dit onderzoek wordt gekeken naar de vraag waarom de overheid zich beperkte tot het maken van wetten en maatregelen voor schip en goed, en het redden van mensen overliet aan een particulier initiatief. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in initiatieven en regelgeving op lokaal en nationaal niveau.Show less
In een poging om de koloniale bezittingen in de Oost-Indische archipel na de Tweede Wereldoorlog te heroveren stuurde de Nederlandse regering een groot expeditieleger om de nationalistische...Show moreIn een poging om de koloniale bezittingen in de Oost-Indische archipel na de Tweede Wereldoorlog te heroveren stuurde de Nederlandse regering een groot expeditieleger om de nationalistische onafhankelijkheidsbeweging te bestrijden. In de historiografie wordt veel aandacht besteed aan politieke ontwikkelingen en de geweldsmisdrijven die tijdens deze koloniale oorlog plaats vonden, maar nauwelijks aan de logistieke problemen waarvoor de Nederlandse regering stond om deze grote troepenmacht naar de andere kant van de aarde te transporteren. Met betrekking tot het troepentransport naar en Indonesië zijn er drie verschillende perioden te onderscheiden. Tot aan maart 1946 was de regering afhankelijk van de Engels/Amerikaanse Combined Chiefs of Staff, die de operationele inzetbaarheid van de tijdens de oorlog gevorderde troepentransportschepen bepaalden. Tussen maart 1946 en de soevereiniteitsoverdracht (27 december 1949) maakte de regering weliswaar een eind aan bezitsvordering, maar legden aan de reders de verplichting op hun schepen aan de regering te verhuren. Na de soevereiniteitsoverdracht moesten de Nederlandse troepen Indonesië binnen een half jaar verlaten hebben. Om dit mogelijk te maken moesten er vele buitenlandse schepen gehuurd worden. Deze transporten werden mogelijk doordat er tenminste tweemaal sprake was van een window of opportunity: in maart 1946 waren bijna alle Nederlandse passagiersschepen ingericht voor massavervoer en in 1950-1951 kon de regering door de op gang gekomen emigratiestroom naar Australië gemakkelijk extra scheepsruimte huren. De aankoop van Amerikaanse troepentransportschepen in 1946 zorgde daarnaast voor een verlichting van de druk op de scheepvaartmaatschappijen.Show less
Onderzoek op basis van archiefonderzoek en literatuurstudie met gegevens die bijdragen aan het historiografisch debat over de economische ontwikkeling in de Nederlanden gedurende de jaren 1780-1813...Show moreOnderzoek op basis van archiefonderzoek en literatuurstudie met gegevens die bijdragen aan het historiografisch debat over de economische ontwikkeling in de Nederlanden gedurende de jaren 1780-1813 en de invloed van de Bataafs-Franse Tijd op lokaal niveau (Dordrecht). In de thesis staat de vraag centraal hoe en waarom het Dordtse maritieme bolwerk de Bataafs-Franse periode kon overleven. Onder andere worden de notulen van het in 1795 opgerichte Dordtse Comité van Koophandel en het bedrijfsarchief van het handelsgeslacht Vriesendorp gebruikt om antwoord te geven op deze vraag.Show less
Zowel België als Nederland hielden tijdens de crisis van de jaren 1930 vast aan de goudstandaard. Terwijl anderen devalueerden, verdedigden zij koppig de pariteit van de frank en de gulden. De twee...Show moreZowel België als Nederland hielden tijdens de crisis van de jaren 1930 vast aan de goudstandaard. Terwijl anderen devalueerden, verdedigden zij koppig de pariteit van de frank en de gulden. De twee landen, beide koloniale grootmachten, zadelden hun nationale koopvaardij hierdoor op met een onoverkomelijke kostenhandicap. Zelfs de bevoorrechte koloniale scheepvaartmaatschappijen werden in de diepste crisisjaren op de knieën gedwongen. Daarenboven beperkten beide regeringen, om te besparen, zoveel mogelijk het regeringsingrijpen in noodlijdende bedrijfstakken. Desondanks verleende België tijdens de crisisjaren tot twaalf keer meer geldelijke steun aan haar koloniale scheepvaartmaatschappij, de CMB, dan Nederland deed voor de SMN en de RL. De Belgische overheid hielp de CMB in de periode 1934-1939 zowel om schepen in de vaart te houden, als dat ze voorzag in bouwfondsen om zeven nieuwe koopvaarders op stapel te zetten. Gelijkaardige steunaanvragen in Nederland werden geweigerd. Deze scriptie onderzoekt waarom, in weerwil van het gelijkaardige beleid, België zoveel meer deed dan Nederland voor haar koloniale vaart. Paradoxaal genoeg lijkt de noodzaak om te besparen daarbij een grote rol gespeeld te hebben. Om dezelfde reden werd in Nederland juist zoveel mogelijk bezuinigd op de steunuitkeringen. Door haar politiek-economische analyse van het koloniaal scheepvaartbeleid in beide landen, vormt deze scriptie een aanvulling op de Belgische en Nederlandse maritieme, economische en koloniale literatuur.Show less
In deze studie is de ontwikkeling van de containersector in de periode 1995 tot 2006 onderzocht. Aan de hand van de laatste grote Nederlandse containerrederij Nedlloyd, is een overzicht gegeven van...Show moreIn deze studie is de ontwikkeling van de containersector in de periode 1995 tot 2006 onderzocht. Aan de hand van de laatste grote Nederlandse containerrederij Nedlloyd, is een overzicht gegeven van de ontwikkelingen, zoals de grootte van schepen, netwerk ontwikkelingen, allianties, fusies en acquisities. Daarna is er gekeken naar de invloed van de sector op de haven van Rotterdam, en met name de invloed op het uitbreidingsproject Maasvlakte 2.Show less