De manier waarop journalisten zich profileren is sinds de komst van sociale media sterk veranderd. Waar zij voorheen geacht werden om afstand tot onderwerpen en verhalen te behouden, is het...Show moreDe manier waarop journalisten zich profileren is sinds de komst van sociale media sterk veranderd. Waar zij voorheen geacht werden om afstand tot onderwerpen en verhalen te behouden, is het tegenwoordig vanzelfsprekend dat journalisten zich geopinieerd uitspreken en persoonlijke informatie delen op sociale platformen als Twitter en Instagram. Dit duidt op een verandering in de traditionele journalistieke waarden. Een verklaring hiervoor is, volgens de literatuur, de normalisatie van een nieuwe medialogica binnen de journalistiek, waaruit de wens ontstaat om een personal brand op te bouwen. Dit zou journalisten namelijk talloze economische, activistische en egocentrische voordelen opleveren, die zij in een tijd van toenemende concurrentie en economische crisis hard nodig hebben. Vooral freelance journalisten zouden hierbij gebaat zijn, omdat zij aan de hand van een succesvol online brand gemakkelijker opdrachten kunnen verkrijgen. Deze scriptie onderzoekt middels kwalitatieve interviews met tien freelance journalisten en een inhoudsanalyse van hun sociale profielen op welke manier zij zich profileren, hoe zij hun keuzes in hun online activiteiten motiveren en hoe zich dit relateert tot traditionele journalistieke waarden als ‘objectiviteit’, ‘transparantie’ en ‘autonomie’. De resultaten van dit onderzoek vormen een uitgebreide typering van het online gedrag van freelance journalisten en hun opvattingen over sociale media. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de respondenten de traditionele journalistieke waarden niet zo zeer herdefiniëren, maar dat er onder hen wel duidelijke verschuivingen te zien zijn in de prioritering van de journalistieke waarden. Dit betekent dat waarden als ‘autonomie’ en ‘transparantie’ tegenwoordig belangrijker worden geacht dan waarden als ‘objectiviteit’ of ‘onpartijdigheid’. Met een nieuw paradigma als ‘constructieve journalistiek’ wordt de verschuiving van deze waarden verklaard en gerechtvaardigd. Daarnaast wijzen de respondenten op het vervagen van de conceptuele grenzen van de journalistiek en benadrukken zij het belang van subcategorieën binnen het werkveld. Zo heeft de specifieke journalistieke functie waar een journalist zich mee identificeert belangrijke implicaties voor de hantering van journalistieke normen en waarden. Toch blijkt personal branding voor alle respondenten niet het belangrijkste doel van hun sociaalmediagebruik, waardoor de invloed op de journalistieke waarden beperkt blijft.Show less
De onthullingen van Edward Snowden over grootschalige spionage door Amerikaanse inlichtingendiensten hebben vanaf 2013 geleid tot een enorme hoeveelheid nieuwe literatuur over dit onderwerp. Een...Show moreDe onthullingen van Edward Snowden over grootschalige spionage door Amerikaanse inlichtingendiensten hebben vanaf 2013 geleid tot een enorme hoeveelheid nieuwe literatuur over dit onderwerp. Een aanzienlijk deel daarvan gaat over de impact van (digitale) overheidssurveillance op het werk van journalisten en hun omgang met vertrouwelijke bronnen. Dit onderzoek is een aanvulling op de overwegend Amerikaanse literatuur die al beschikbaar is. Aan de hand van semigestructureerde diepte-interviews met tien Nederlandse onderzoeksjournalisten is onderzocht hoe zij de dreiging van overheidssurveillance ervaren en op welke manier dit de omgang met vertrouwelijke bronnen beïnvloedt. Waar in theorie bij journalisten en bronnen een chilling effect kan optreden, is daar in dit onderzoek geen bewijs voor gevonden. Wel blijkt uit de gesprekken dat bewustzijn over de mogelijke gevaren, invloed heeft op de manier van communiceren en het gebruik van informatiebeveiligingstechnologie. De conclusies uit dit onderzoek zijn toepasbaar op onderzoeksjournalisten die ervaring hebben met thema’s als nationale veiligheid, politie, justitie, inlichtingendiensten en (georganiseerde) criminaliteit. In hoeverre de bevindingen ook opgaan voor de Nederlandse journalistiek in het algemeen, zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.Show less
Wie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel...Show moreWie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel landelijke als regionale media maken gebruik van een liveblog om wedstrijden te verslaan. Van wedstrijdverslagen van nationale ploegen is bekend dat er een bepaalde vorm van chauvinisme in de berichtgeving zit. Dit exploratieve onderzoek richt zich op chauvinisme in regionale liveblogs en hoe deze regionale liveblogs verschillen tot een landelijk liveblog. Met een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn drie liveblogs onderzocht en met elkaar vergeleken: twee regionale liveblogs (RTV Rijnmond en RTV Utrecht) en één landelijk liveblog (NU.nl). De liveblogs zijn onderzocht op subjectief taalgebruik, sociale identiteit, nabijheid en brongebruik. Resultaten van dit exploratieve onderzoek tonen aan dat in regionale liveblogs sprake is van chauvinistische berichtgeving rond de ‘eigen’ ploeg. Dit komt tot uiting in het gebruik van evaluaties, meningen, aansporingen en resultaten/prestaties uit het verleden.Show less
In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers?...Show moreIn dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers? Daarbij zijn drie deelvragen opgesteld die zich richten tot verschillende thema’s, coldcaseslachtoffers en de lengte van krantenartikelen. Aan de hand van een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn 59 krantenartikelen over zes cold cases geanalyseerd. De resultaten hiervan tonen aan dat drie verschillende informatiethema’s kunnen worden onderscheiden: Autoritaire en onderzoeksgerichte informatie, Persoonlijke achtergronden en informatie & Maatschappelijke betrokkenheid. Deze thema’s concurreren niet met elkaar, maar vullen elkaar aan. Aan de hand van deze thema’s is geconcludeerd dat de mate waarin een coldcaseslachtoffer de volledige en legitieme status van slachtoffer krijgt geen beslissende rol hoeft te spelen bij de wijze waarop over een zaak wordt geschreven. Het is niet zozeer het slachtoffer dat bepalend is: het zijn voornamelijk kenmerken van de zaak zoals de modus operandi. In hoeverre een coldcaseslachtoffer een status als ‘ideaal’ slachtoffer toegewezen krijgt, bepaalt dan ook niet zozeer hoe over hen wordt geschreven, maar eerder hoeveel. In termen van hoeveelheden geldt daarnaast: hoe meer woorden een publicatie bevat, hoe meer persoonlijke informatie wordt uitgediept, ongeacht of een coldcaseslachtoffer wel of niet een legitieme slachtofferstatus heeft.Show less
In deze scriptie is onderzoek gedaan naar hoe jonge Nederlandse journalisten van kleur diversiteit en inclusiviteit ervaren op de redacties waar ze werken. Beide thema’s krijgen in het...Show moreIn deze scriptie is onderzoek gedaan naar hoe jonge Nederlandse journalisten van kleur diversiteit en inclusiviteit ervaren op de redacties waar ze werken. Beide thema’s krijgen in het medialandschap de afgelopen jaren geregeld aandacht, maar toch slagen veel redacties er niet in om hun berichtgeving en personeelsbestand representatief in te richten in overeenstemming met hun doelgroep. In deze context is het nog niet eerder voorgekomen dat specifiek jonge journalisten, van 35 jaar of jonger, aan het woord komen bij dit onderwerp. Deze groep journalisten van kleur heeft een kwetsbare positie, aangezien ze over het algemeen nog weinig werkervaring hebben opgedaan in het medialandschap. Dat neemt niet weg dat juist deze groep over een unieke vorm van kennis beschikt die een wezenlijke toevoeging kan zijn aan de oplossing om het Nederlandse medialandschap succesvol te diversifiëren en inclusief te maken. Door juist met de mensen in gesprek te gaan die vaker worden uitgesloten en overgeslagen of zich vaker moeten aanpassen, kan in beeld worden gebracht op welke manier redacties terreinwinst kunnen boeken. Door twaalf semigestructureerde diepte-interviews met jonge Nederlandse journalisten van kleur af te leggen, is laten zien hoe deze journalisten kijken naar de diversiteit en inclusiviteit op hun redacties. Deze ervaringen lopen sterk uiteen en zijn in vijf categorieën ondergebracht. Elke categorie wordt besproken aan de hand van verschillende ervaringen. Door te laten zien waar het bij de negatieve ervaringen tekortschiet, kan worden blootgelegd hoe machtsverhoudingen bij deze tekortkomingen een cruciale rol spelen. Dominante redactieculturen kunnen er op deze manier voor zorgen dat een deel van de geïnterviewden zich uitgesloten voelt en zich genoodzaakt ziet om zich continu aan te passen. Dat is op zijn minst zorgwekkend te noemen en daarom is er actie nodig.Show less