Right-wing populist parties have been known for their illiberal positions on gender issues, and their recent critique of the rising “gender ideology”. What is puzzling, however, is an unexpected...Show moreRight-wing populist parties have been known for their illiberal positions on gender issues, and their recent critique of the rising “gender ideology”. What is puzzling, however, is an unexpected emphasis on issues related to gender typically ignored by these right-wing populist parties in their discourses and agendas. To explore the reasons behind these contradicting trends, this thesis aims to examine how right-wing populist parties are integrating gender into their discourse. The typical right-wing populist Dutch Freedom Party (PVV) will be the main research objective and a content analysis has been used to analyse their Tweets. The main finding in this thesis is that the adoption of liberal stances by the PVV demonstrated through a positive commitment to gender equality, looks like a strategic tool for promoting an anti-Islam and anti-migration agenda. Moreover, the conservative stances of the PVV towards the broader concept of gender, including diverse gender identities, the integration of gender in institutions and gender studies, can be explained by the “gender ideology”. The anti-elite element of the right-wing populist ideology is evident in the data, as the PVV consistently attributes the perceived problems with diversity and multicultural policies to elitist actors.Show less
In deze thesis staat de vraag centraal wat het relatieve belang is van de factoren geslacht, leeftijd, ervaring, partijervaring, het lokale karakter van de partij en de noodzakelijkheid van de...Show moreIn deze thesis staat de vraag centraal wat het relatieve belang is van de factoren geslacht, leeftijd, ervaring, partijervaring, het lokale karakter van de partij en de noodzakelijkheid van de partij voor een coalitiemeerderheid op de kans op voortijdig aftreden van wethouders om politieke redenen. Door middel van een logistische regressieanalyse is per variabele berekend wat de kans is dat wethouders wegens politieke redenen voortijdig besluiten af te treden. Uit de resultaten van deze analyse is gebleken dat de factor leeftijd als enige een significant effect had, waarbij een hogere leeftijd een hoger risico geeft op het voortijdig stoppen van wethouders. De overig geanalyseerde factoren hadden geen significant effect. Uit deze thesis kan geconcludeerd worden dat leeftijd een relevante factor is voor het voortijdig stoppen van wethouders. Ten tweede blijkt uit deze thesis dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar verklaringen voor het voortijdig stoppen van wethouders wegens politieke redenen. Een voorstel is om deze verklaringen te zoeken in de ideologische verschillen tussen coalitiepartners.Show less
Er is in de (inter)nationale literatuur al veel onderzoek gedaan naar coalitievorming. Deze spitst zich voornamelijk toe op nationale overheden. Dit onderzoek richt zich op een schaars onderzocht...Show moreEr is in de (inter)nationale literatuur al veel onderzoek gedaan naar coalitievorming. Deze spitst zich voornamelijk toe op nationale overheden. Dit onderzoek richt zich op een schaars onderzocht fenomeen: de formatieperiode in gemeenten. Iedere vier jaar wordt een nieuwe gemeenteraad gekozen in de ruim 340 gemeenten in Nederland. Tegenwoordig kiest bijna de helft van de gemeenten voor een externe formateur ter begeleiding van de coalitievorming. Daarom is in dit onderzoek aan de hand van acht semigestructureerde interviews onderzocht welke factoren formateurs overwegen wanneer zij partijen uitnodigen voor coalitiegesprekken. Hierbij is gekeken naar verschillende door de literatuur aangedragen factoren, zoals hoe de onderhandelende partijen zich politiek verhouden, hoe de partijen willen samenwerken, welke rol het verleden en ervaring speelt en welke rol persoonlijke verhoudingen spelen. Uit het onderzoek is een aantal interessante bevindingen gekomen. Zo blijkt dat naast inhoudelijke verschillen persoonlijke verhoudingen en ervaringen een cruciale rol spelen in de formatiestrategie van formateurs. Daarnaast blijkt dat de theorie met betrekking tot nationale coalitievorming goed toepasbaar is op gemeenten.Show less
Dit onderzoek gaat over de rechtstreekse invloed van de ideologische positie van oppositiepartijen op de manier van oppositie voeren in Nederland tussen 2002 en 2012. In de literatuur is er...Show moreDit onderzoek gaat over de rechtstreekse invloed van de ideologische positie van oppositiepartijen op de manier van oppositie voeren in Nederland tussen 2002 en 2012. In de literatuur is er aandacht voor de getrapte invloed van ideologische positie, maar de rechtstreekse invloed van de ideologische positie op oppositiegedrag blijft onderbelicht. Bij een rechtstreekse invloed van de ideologische positie is er sprake van een direct verband tussen de ideologische positie en het oppositiegedrag. Bij getrapte invloed wordt daarentegen gekeken naar andere factoren die een rol spelen binnen de relatie tussen ideologische positie en oppositiegedrag. De ideologische afstand tussen de oppositiepartijen en de regering of de regeringservaring van een partij is hiervan een voorbeeld. Met andere woorden: bij rechtstreekse invloed is er een duidelijke en directe relatie tussen de ideologie van een oppositiepartij en de manier waarop deze oppositie voert, terwijl bij getrapte invloed andere factoren van invloed zijn op de manier van oppositie voeren. Vanwege het gebrek aan onderzoek naar de rechtstreekse invloed van de ideologische positie, is dit een verkennend onderzoek. In dit onderzoek wordt de GAL/TAN schaal gebruikt voor de ideologische positionering van de oppositiepartijen. Deze schaal kan worden gezien als de progressieve/conservatieve of sociaal-culturele dimensie van het politieke spectrum. Verwacht wordt dat oppositiepartijen die rechts (TAN) zijn op de GAL/TAN schaal voor een actievere manier van oppositie voeren kiezen dan partijen die links (GAL) zijn op de GAL/TAN schaal. TAN-partijen zijn immers voor een grotere overheid die een morele autoriteit is op het gebied van sociaal-culturele vraagstukken; een actievere manier van oppositie voeren kan daarom worden gezien als een uiting van de ideologie van TAN-partijen. Ook wordt verwacht dat partijen met een extreme ideologische positie kritischer oppositie voeren dan partijen met een ideologie in of rond het centrum. Uit het onderzoek blijkt dat TAN-oppositiepartijen inderdaad constructiever oppositie voeren dan GAL-partijen. Daarbij is er geen significant verschil gevonden in het oppositiegedrag tussen partijen met een extreme ideologische positie en partijen met een gematigde ideologische positie.Show less
De Kamervoorzitter is een onderbelichte schakel in het onderzoek naar de strijd om aandacht in het parlement. Het is onduidelijk welke drijfveren ten grondslag liggen aan het handelen van de...Show moreDe Kamervoorzitter is een onderbelichte schakel in het onderzoek naar de strijd om aandacht in het parlement. Het is onduidelijk welke drijfveren ten grondslag liggen aan het handelen van de Kamervoorzitter in de praktijk. De onderzoeksvraag is daarom of het gedrag van de Kamervoorzitter het best kan worden verklaard door de logic of appriopiateness of de logic of consequences. Een nieuwe dataset van ingediende mondelinge vragen maakt het mogelijk om een analyse te doen van de keuzes die de Kamervoorzitter maakt voorafgaand aan het wekelijkse Vragenuurtje. Door middel van spreidingsgrafieken en een binomiale regressieanalyse van 1422 mondelinge vragen probeert het model te voorspellen wat de doorslaggevende factoren zijn tijdens deze selectie. De regressieanalyse geeft geen doorslaggevende resultaten losse vragen, maar de spreidingsgrafieken laten zien dat de geselecteerde vragen sterk overeenkomen met de ingediende vragen. Hieruit kan je opmaken dat Voorzitter een neutrale rol inneemt en zich zo boven de partijen plaatst, zoals wordt verwacht vanuit de profielschets. De logic of appriopiateness lijkt daarom de voornaamste drijfveer in de keuzes van de Nederlandse Kamervoorzitter. Wel staat door veranderende omstandigheden in het parlement, zoals versplintering en toenemend gebruik van parlementaire instrumenten, de neutraliteit van de Kamervoorzitter in toenemende mate onder druk.Show less
Onderzoek naar de temporele patronen achter de wetgevende functie zoals uitgeoefend door het Nederlandse kabinet. Speciale aandacht voor de theoretische effecten van (voortijdige)...Show moreOnderzoek naar de temporele patronen achter de wetgevende functie zoals uitgeoefend door het Nederlandse kabinet. Speciale aandacht voor de theoretische effecten van (voortijdige) kabinetsontslagneming hierop. Kwantitatieve analyse van de indiening van wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer gedurende de parlementaire jaren 1998-2022.Show less
PA’s hebben een unieke positie in het Nederlandse staatsbestel: ze worden persoonlijk door hun bewindspersoon benoemd, zijn actief in de ambtelijke top van hun ministerie en hebben veel contact met...Show morePA’s hebben een unieke positie in het Nederlandse staatsbestel: ze worden persoonlijk door hun bewindspersoon benoemd, zijn actief in de ambtelijke top van hun ministerie en hebben veel contact met politici, partijgenoten, media en belangenbehartigers. Tegelijkertijd is er weinig inzicht in hoeverre hun werk eerder ondersteunend of strategisch is en of dit de afgelopen twintig jaar veranderd is. Op basis van dertien interviews met PA’s kan gesteld worden dat de rol sterk afhankelijk is van de positie van de bewindspersoon in het kabinet en de taken die een PA van de bewindspersoon mag uitvoeren. Binnen kabinetten zitten hierdoor grote verschillen in de mate waarin PA’s strategisch opereren. Er zijn ook overeenkomsten: vrijwel alle PA’s besteden de meeste tijd op het ministerie, gevolgd door het parlement, het contact met de minister en contact met journalisten en belangenbehartigers. Het werk van de PA lijkt de afgelopen twee decennia, door toegenomen versplintering en minderheden voor kabinetten in de Eerste en Tweede Kamer, strategischer geworden. Ook zijn PA’s meer tijd aan het parlement gaan besteden. De instelling van een parlementair contactpersoon zorgt er daarnaast voor dat een gedeelte van de ondersteunende werkzaamheden uit handen wordt genomen. De maatschappelijke discussie over dualisme raakt direct aan het werk van de PA, die als verbinder en vertaler voor menselijk contact tussen twee werelden kan zorgen. Door de beperkte functieomschrijving kan het takenpakket erg verschillen: van het halen van koffie tot aan meedenken bij vacatures voor topambtenaren aan toe. Inzichten uit dit onderzoek zijn relevant voor de discussie over kabinetisering in Nederland, maar kunnen ook gebruikt worden in het aangekondigde onderzoek naar regelgeving voor PA’s door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.Show less
De onderzoeksvraag luidt als volgt: tot welke partijfamilie behoort de BoerBurgerBeweging (BBB)? De verwachting van dit onderzoek is dat de partij tot de rechts-populistische partijfamilie behoort,...Show moreDe onderzoeksvraag luidt als volgt: tot welke partijfamilie behoort de BoerBurgerBeweging (BBB)? De verwachting van dit onderzoek is dat de partij tot de rechts-populistische partijfamilie behoort, of tot de agraristische partijfamilie. Aan de hand van bestaande literatuur zijn er per partijfamilie drie indicatoren ontwikkeld die de ideologische kernkenmerken van de partijfamilie meten. Bij radicaal rechts-populisme zijn dit nativisme, autoritarisme en populisme (Mudde, 2007). Bij agrarisme zijn dit het contrast tussen stad en platteland, decentralisatie en de relatie tussen mens en natuur. Aan de hand van de genoemde aspecten, en in vergelijking met een bestaande rechts-populistische partij (PVV), is de BBB gescoord op zowel radicaal rechts-populisme als agrarisme. Ik maak hiervoor gebruik van content analysis. Het materiaal dat gebruikt is, zijn parlementaire instrumenten, speeches en het verkiezingsprogramma. De onderzochte instrumenten splitsen zich toe op de periode van maart 2021 tot september 2022. Dit onderzoek wijst uit dat BBB op één aspect van recht- populisme een hogere score haalt dan de PVV, zijnde populisme. Bij agrarisme behaalt de BBB op alle drie de aspecten een hogere score dan de rechts-populistische PVV en de hoogste scores bij het aspect contrast stad-platteland. Er wordt daarom geconcludeerd dat de BBB tot de agraristische partijfamilie behoort, ondanks het wel (agrarisch) populistische karakteristieken bevat.Show less
In deze scriptie is onderzocht welke strategieën public affairs-kantoren hanteren om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming op nationaal niveau in Nederland. Dat is gebeurd aan de...Show moreIn deze scriptie is onderzocht welke strategieën public affairs-kantoren hanteren om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming op nationaal niveau in Nederland. Dat is gebeurd aan de hand van semigestructureerde interviews met acht public affairs-kantoren. Uit de resultaten blijken de participerende kantoren hetzelfde doel te hebben - politieke beïnvloeding -, daartoe een soortgelijke aanpak te hanteren en daarbij dezelfde lobbytargets voor ogen te hebben. Hierbij geven zij echter wel allemaal aan dat dit sterk kan variëren per casus en blijkt dat er ook tussen kantoren verschillende voorkeuren zijn wat betreft aanpak. Duidelijk is wel dat er één kader bestaat waarbinnen gewerkt wordt. In alle interviews kwam aan bod dat public affairs-kantoren de politiek proberen te beïnvloeden met een integrale aanpak die voorbij zogenaamd ‘ouderwets’ lobbyen kijkt, waarbinnen een keuzepakket aan te nemen stappen bestaat, die hoofdzakelijk gericht zijn op het beleidsproces en waarin het zwaartepunt ligt in de ambtelijke voorbereiding. Dit werpt een nieuw licht op activiteiten van lobbyisten omdat de focus in het kader van hun lobbyactiviteiten ten onrechte vaak gericht is op beïnvloeding van politieke en bestuurlijke kopstukken, in plaats van op de ambtelijke voorbereiding.Show less
De staatscommissie parlementair stelsel signaleert dat de gemiddelde zittingsduur van Tweede Kamerleden is afgenomen. De staatscommissie stelt dat de Tweede Kamer hierdoor minder goed in staat om...Show moreDe staatscommissie parlementair stelsel signaleert dat de gemiddelde zittingsduur van Tweede Kamerleden is afgenomen. De staatscommissie stelt dat de Tweede Kamer hierdoor minder goed in staat om zijn functie als tegenmacht uit te oefenen. De wetenschappelijke onderbouwing van deze stelling ontbreekt. In deze masterscriptie wordt daarom het verband tussen zittingsduur en tegenmacht kwantitatief onderzocht. De tegenmacht van de Tweede Kamer wordt bepaald aan de hand van de mate waarin de Tweede Kamer schriftelijke vragen, amendementen en moties inzet. Tegen de theoretisch onderbouwde verwachtingen in, blijkt tegenmacht negatief verband te houden met zittingsduur, zo wijzen de analyses uit. Hoe langer de termijn van een Tweede Kamerlid, hoe minder deze gemiddeld bijdraagt aan de tegenmacht van het parlement. Deze onvoorziene conclusie biedt voldoende aanknopingspunten voor verder onderzoek.Show less
Tijdens de coronacrisis is de toegang van de politieke journalistiek tot politici sterk afgenomen. Deze scriptie onderzoekt hoe de pers heeft kunnen functioneren tijdens de coronacrisis. Om...Show moreTijdens de coronacrisis is de toegang van de politieke journalistiek tot politici sterk afgenomen. Deze scriptie onderzoekt hoe de pers heeft kunnen functioneren tijdens de coronacrisis. Om erachter te komen dit functioneren heeft gewerkt tijdens de coronacrisis zijn zeven politiek journalisten geïnterviewd op semigestructureerde wijze. Uit de wetenschappelijke literatuur over het functioneren van de politieke pers blijken drie kernpraktijken: de politiek observeren, documenten analyseren en interviews afnemen. Dit onderzoek wijst erop dat het observeren van de politiek door journalisten niet goed heeft kunnen plaatsvinden omdat fysiek contact tussen politici en journalisten afgenomen is door de coronamaatregelen. Ook zijn drie kerntaken van de journalistiek vastgesteld: het informeren van het publiek, het uitdragen van de boodschappen van politici en het controleren van de overheid. Het informeren van het publiek is bemoeilijkt door de informatieachterstand en inhoudelijke eenzijdigheid die de coronacrisis meebrachten. Het controleren van de overheid is verstoord door diezelfde informatieachterstand en door het verschuiven van de macht van coalitie naar kabinet, waar journalisten moeilijker ingangen lijken te vinden. Dit onderzoek concludeert dat er aanwijzingen zijn dat het functioneren van de politieke journalistiek in Nederland in bijna al haar facetten is aangetast. In de toekomst dient aandacht te worden besteed aan de informatiepositie van de journalistiek als de macht verschuift van coalitie naar kabinet.Show less
Studies over parlementaire agenda setting analyseren veelal welke factoren ervoor zorgen dat partijen succesvol hun onderwerpen op de parlementaire agenda krijgen. Het feit dat deze onderwerpen...Show moreStudies over parlementaire agenda setting analyseren veelal welke factoren ervoor zorgen dat partijen succesvol hun onderwerpen op de parlementaire agenda krijgen. Het feit dat deze onderwerpen soms door dezelfde partijen weer van de parlementaire agenda worden geschrapt, wordt daarbij vaak genegeerd. Deze studie analyseert 319 succesvol aangevraagde dertigledendebatten uit de Tweede Kamer om te achterhalen welke factoren een rol spelen het schrappen van zaken van de parlementaire agenda. Uit een nested analysis opgebouwd uit logistische regressies en een content analysis blijkt dat probleemeigenaarschap geen belangrijke factor is bij het intrekken van dertigledendebatten. De mate waarin een partij een populistische oppositiestijl hanteert, hangt daarentegen sterk samen met het intrekken van dertigledendebatten. Populistische partijen trekken minder dertigledendebatten in, omdat dertigledendebatten met name geschikt zijn om democratische controle uit te voeren. Omdat populistische partijen vooral gericht zijn op democratische controle, zijn zij daarom minder geneigd om een dertigledendebat in te trekken.Show less
In maart 2017 kwam zowel de Partij voor de Vrijheid (PVV) als het Forum voor Democratie (FvD) in het Nederlandse parlement. Beide partijen zijn rechts-populistisch, iets wat niet vaak voorkomt in...Show moreIn maart 2017 kwam zowel de Partij voor de Vrijheid (PVV) als het Forum voor Democratie (FvD) in het Nederlandse parlement. Beide partijen zijn rechts-populistisch, iets wat niet vaak voorkomt in Europese parlementen. Bijna al deze partijen zijn gecategoriseerd als radicaal rechts-populistisch of neoliberaal populistisch. De PVV van Wilders is gecategoriseerd als radicaal rechts-populistisch, maar voor het FvD ontbreekt een categorisatie. Dit onderzoek heeft daarom als doel om het FvD te categoriseren binnen het rechts-populisme. Het onderzoek richt zich op de theorie van het radicaal rechts-populisme en het neoliberaal populisme. Aan de hand daarvan worden vijf criteria geformuleerd om het FvD te categoriseren. Hiervoor worden parlementaire documenten (amendementen, moties, vragen en wetsvoorstellen) en parlementaire stemmingen in de periode maart 2017 tot en met 2019 gebruikt. Daaruit blijkt dat het FvD voor vier van de vijf criteria binnen het radicaal rechts-populisme valt. Op één criteria is de partij meer neoliberaal populistisch. Daarom wordt er geconcludeerd dat het FvD een radicaal rechts-populistische partij is.Show less
De parlementaire arena wordt door volksvertegenwoordigers gebruikt om zich te electoraal te profileren. Aan de hand van de Ierse Health Act 2018 wordt in deze studie onderzocht in hoeverre...Show moreDe parlementaire arena wordt door volksvertegenwoordigers gebruikt om zich te electoraal te profileren. Aan de hand van de Ierse Health Act 2018 wordt in deze studie onderzocht in hoeverre electorale stabiliteit een voorspeller is van individuele standpuntbepaling bij abortuskwesties. Met behulp van een innovatieve rubriekmethode worden de speeches van 45 Ierse parlementariërs geanalyseerd, op basis waarvan vastgesteld wordt dat er slechts een beperkt verband waarneembaar is tussen electorale kwetsbaarheid en de mate waarin TD’s uitgesproken standpunten verwoorden. Geconstateerd wordt dat kiezersopvattingen niet noodzakelijkerwijs leidend zijn voor de standpuntbepaling van electoraal kwetsbare parlementariërs. Naarmate hun districten minder eenduidig gestemd hebben bij het abortusreferendum in 2018, kiezen zij er vaker voor om überhaupt geen eigen standpunt in te nemen over de abortuskwestie.Show less