In Leiden heeft de nieuwe coalitie die ontstond na de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 een kort coalitieakkoord in het leven geroepen, wat breekt met de geschiedenis van lange coalitieakkoorden...Show moreIn Leiden heeft de nieuwe coalitie die ontstond na de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 een kort coalitieakkoord in het leven geroepen, wat breekt met de geschiedenis van lange coalitieakkoorden die de gemeenteraad van leiden heeft. Dit korte akkoord had als doel om de scheidslijn coalitie/oppositie te doen verminderen. Na het maken van een grote dataset met alle raadsbesluiten, moties en amendementen vanaf 2006, is het mogelijk om een wetenschappelijk oordeel te geven over deze poging. Dit onderzoek laat door kwantitatieve methoden, die meerdere aspecten van de coalitie-oppositiescheidslijn belichten, zien dat er inderdaad een correlatie bestaat tussen een kort coalitieakkoord en een vermindering van de scheidslijn van de coalitie. Op het spoor gezet door andere literatuur blijkt dat waarschijnlijk een andere factor ook veel effect heeft op de scheidslijn coalitie-oppositie: de ideologische diversiteit van de partijen in de coalitie.Show less
De vorming van het minderheidskabinet Rutte I, zorgde voor een unieke situatie in de Eerste Kamer. Voor het eerst in zeer lange tijd trad er een kabinet aan zonder meerderheid in die Kamer....Show moreDe vorming van het minderheidskabinet Rutte I, zorgde voor een unieke situatie in de Eerste Kamer. Voor het eerst in zeer lange tijd trad er een kabinet aan zonder meerderheid in die Kamer. Hierdoor kreeg de Eerste Kamer snel het verwijt te politiek te handelen ten opzichte van kabinetsbeleid. Of deze bewering klopt is hier onderzocht met behulp van de stemverhoudingen, de novelles en de ingediende moties.Show less
Populisme is iets van alle tijden, maar is sinds de komst van de Partij voor de Vrijheid, is populisme nadrukkelijker aanwezig in de Nederlandse politiek.Er is dan ook erg veel over te zeggen, maar...Show morePopulisme is iets van alle tijden, maar is sinds de komst van de Partij voor de Vrijheid, is populisme nadrukkelijker aanwezig in de Nederlandse politiek.Er is dan ook erg veel over te zeggen, maar het doel van deze scriptie is niet om te herhalen wat andere hebben geschreven, maar om iets te onderzoeken wat nog niet gedaan is. Dit is het doen van onderzoek naar de kwaliteit van het debat dat de populistische partij van Geert Wilders voert.Het doel van deze scriptie is om te onderbouwen waarom de manier van debat voeren van de PVV niet goed is, en of die manier van debatteren eigenlijk wel echt niet goed is. Dit zal gebeuren aan de hand van een instrument genaamd: DQI (Discourse Quality Index). De onderzoeksvraag die bij deze scriptie centraal staat is: is de deliberatieve kwaliteit van Tweede Kamer debatten uit de kabinetsperiode Kok ll (waar de PVV nog niet aan meedeed) beter volgens de DQI van Steiner et al., dan Tweede Kamer debatten uit de periode Balkenende IV(waar de PVV wel meedeed)(2004)? En de tweede vraag die in deze scriptie wordt behandelt is: Is de deliberatieve kwaliteit van PVV Kamerleden slechter dan die van andere Kamerleden volgens de DQI van Steiner et al.(2004)?Show less
Een onderzoek naar de afstandsopvattingen en de afstandspercepties van gemeenteraadsleden over de afstand tussen burger en lokale politici en de wijze waarop deze opvattingen en percepties tot...Show moreEen onderzoek naar de afstandsopvattingen en de afstandspercepties van gemeenteraadsleden over de afstand tussen burger en lokale politici en de wijze waarop deze opvattingen en percepties tot stand komen.Show less
Een lang coalitie akkoord is in de Gemeente Leiden in 2010 veranderd in een akkoord op hoofdlijnen. In hoeverre deze verandering effect heeft op de mate van congruent stemgedrag staat in dit...Show moreEen lang coalitie akkoord is in de Gemeente Leiden in 2010 veranderd in een akkoord op hoofdlijnen. In hoeverre deze verandering effect heeft op de mate van congruent stemgedrag staat in dit onderzoek centraal. In de gemeente Leiden heeft het hebben van een coalitieakkoord op hoofdlijnen geen effect op de mate van congruent stemgedrag. Het deelnemen aan de coalite daarentergen zorgt voor een hogere mate van congruent stemgedrag. Oppositiepartijen slagen er bij een lang akkoord beter in om de beloftes te vervullen. Aan de hand van het koppelen van stellingen uit voor 2006 de StemWijzer en voor 2010 het Kieskompas met de bij die periode horende stemmingen in de gemeenteraad is de mate van congruent stemgedrag in deze periodes onderzocht. Er is gekeken in hoeverre de invoering van een beleidsakkoord op hoofdlijnen in 2010 een effect heeft op de mate van overeenstemming tussen verkiezingsstandpunten en het stemgedrag van de gemeenteraad. Er wordt verwacht dat partijen vrijer kunnen stemmen bij een akkoord op hoofdlijnen waardoor de belofte vervulling verbeterd zou moeten zijn. De analyse blijkt een onverwacht resultaat te hebben en opvallendheden te omvatten. De VVD blijkt zowel voor als na de invoering van het akkoord op hoofdlijnen een opvallend hoge mate van congruent stemgedrag te vertonen.Show less
In this thesis a research of political ideology in local governing is described. Eight municipalities are reviewed, and through a case-study the weight of political ideology in the decision making...Show moreIn this thesis a research of political ideology in local governing is described. Eight municipalities are reviewed, and through a case-study the weight of political ideology in the decision making process is evaluated.Show less
In dit onderzoek is de argumentatie onderzocht die wordt gebruikt in de Senaat tijdens de behandelingen van de wetsvoorstellen in de Eerste Kamer. Er is gekeken welke variaties in de samenstelling...Show moreIn dit onderzoek is de argumentatie onderzocht die wordt gebruikt in de Senaat tijdens de behandelingen van de wetsvoorstellen in de Eerste Kamer. Er is gekeken welke variaties in de samenstelling van de Eerste Kamer invloed hebben op het gebruik van de verschillende categorieën argumentatie.Show less
De Leidse gemeenteraad heeft zich in 2010 gecommitteerd aan een nieuwe werkwijze. Deze werkwijze moest een einde maken aan de heftige bestuurscultuur en de sterke scheidslijn tussen de coalitie en...Show moreDe Leidse gemeenteraad heeft zich in 2010 gecommitteerd aan een nieuwe werkwijze. Deze werkwijze moest een einde maken aan de heftige bestuurscultuur en de sterke scheidslijn tussen de coalitie en de oppositie. Er wordt niet langer sturing aan het college gegeven aan de hand van gedetailleerde coalitieakkoorden, maar er is een globaal inhoudelijk beleidsakkoord opgesteld. Dit beleidsakkoord moet resulteren in wisselende meerderheden, waardoor de tweedeling tussen coalitie en oppositie komt te vervallen en de hardnekkige lijn tussen wethouder en fractie wordt losgelaten. Dit onderzoek bekijkt aan de hand van interviews met betrokken actoren tot welke verandering de nieuwe werkwijze heeft geleid in de verhoudingen tussen zowel de raad en het college als tussen de oppositie- en de coalitiepartijen. De verhoudingen worden geconceptualiseerd aan de hand van models of legislative politics. De resultaten bevestigen de theoretische verwachting dat de nieuwe werkwijze heeft geleid tot een verschuiving in de verhoudingen maar bieden bovenal inzicht in hoe de betrokken actoren de nieuwe werkwijze evalueren.Show less
Tweede Kamerleden zijn grondwettelijk gezien vrij naar eigen voorkeuren te stemmen. De letterlijke tekst stelt dat “de leden stemmen zonder last”. 1 Voor politieke partijen is het echter van groot...Show moreTweede Kamerleden zijn grondwettelijk gezien vrij naar eigen voorkeuren te stemmen. De letterlijke tekst stelt dat “de leden stemmen zonder last”. 1 Voor politieke partijen is het echter van groot belang dat haar leden de partijlijn volgen. Partijeenheid is een belangrijke voorwaarde voor politiek succes (Andeweg en Thomassen, 2011: 656). Deze spanning tussen het individuele mandaat en lidmaatschap van de partij is dan ook regelmatig onderzocht. Tot nu toe hebben onderzoekers zich voornamelijk gericht op de nationale politiek. Dit onderzoeksveld is in twee onderwerpen te verdelen; de mate van partijeenheid en de verklaringen hiervoor. Hieruit blijkt dat er sprake is van een zeer hoge mate van partijeenheid (bijvoorbeeld Sieberer, 2011; Carey, 2002, 2007; Andeweg en Thomassen, 2011). Welke factoren dit verklaren is minder duidelijk. Zo zijn er aanwijzingen dat onder meer het politieke systeem (Carey 2002, 2007) en kiesstelsel (Sieberer, 2011; Carey, 2000) een rol spelen. Ook verschillen tussen politieke partijen zoals regeringsdeelname en grootte van de partij zijn van belang (Sieberer 2006; Carey 2007). Andere auteurs verklaren partijeenheid vanuit het perspectief van individuele Kamerleden (Andeweg & Thomassen, 2011).Naar partijeenheid binnen lokale partijen is beduidend minder onderzoek gedaan. Uitzondering hierop vormt het werk van Copus (1997, 1999). In een onderzoek naar partijeenheid onder Britse raadsleden komt naar voren dat deze aanzienlijk lager is dan die op nationaal niveau. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een andere meetmethode.Show less
In dit onderzoek is de vermeende transitie onderzocht van traditionele sociaaldemocratische argumentatie in het parlementaire debat over sociale zekerheid naar third way- of zelfs neoliberale...Show moreIn dit onderzoek is de vermeende transitie onderzocht van traditionele sociaaldemocratische argumentatie in het parlementaire debat over sociale zekerheid naar third way- of zelfs neoliberale argumentatie. Aan de hand van drie kernargumenten per politieke ideologie is onderzocht welke vorm van argumentatie het parlementaire debat overheerste. Gekozen is voor de parlementaire debatten over de regeringsverklaringen van de kabinetten Den Uyl (1973-1977), Lubbers III (1989-1994) en Kok I (1994-1998) om te onderzoeken of de argumentatie in de loop der tijd veranderde. Er is gekozen voor het debat over de regeringsverklaring en niet de regeringsverklaring zelf, omdat juist uit het parlementaire debat blijkt of de PvdA een beleidspunt van harte onderschrijft of dat zij toegeeft dat het een resultaat is van de onderhandelingen en het bewuste punt aan de coalitiepartner(s) heeft gegund.Show less
Geïnspireerd door eerder onderzoek van Simon Otjes en Tom Louwerse (forthcoming) over de mate van overeenkomst in stemgedrag van de twee populistische partijen die Nederland rijk is (PVV en SP),...Show moreGeïnspireerd door eerder onderzoek van Simon Otjes en Tom Louwerse (forthcoming) over de mate van overeenkomst in stemgedrag van de twee populistische partijen die Nederland rijk is (PVV en SP), gaat dit artikel verder in op de overeenkomst in stemgedrag van alle populistische partijen die zitting hebben in het Europees Parlement. Populisme wordt geconceptualiseerd met nadruk op het antagonisme tussen het ‘volk’ en de corrupte ‘elite’ en de hang naar een grote mate van ‘volkssoevereiniteit’. Ik behandel zowel populistische partijen van de rechtervleugel als populistische partijen van de linkervleugel van het politieke spectrum. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen beleidsterreinen die te maken hebben met Europese integratie en beleidsterreinen die een meer traditionele of technische aard hebben. Op de eerst genoemde beleidsterreinen wordt ‘populistische invloed’ verwacht, terwijl bij de laatstgenoemde beleidsterreinen eerder een traditionele links-rechts verdeling wordt verwacht. Ik toon aan dat deze verwachtingen juist zijn. De overeenkomst in stemgedrag van populistische partijen blijkt in veel gevallen hoger te liggen op onderwerpen die de kern van het populisme vormen, dan op andere onderwerpen.Show less
Zowel in de politiek, als in de politieke wetenschap, is er veelal sprake van de aanname van complete partijeenheid. In de partijk blijken partijen echter dikwijls niet als eenheid te opereren. De...Show moreZowel in de politiek, als in de politieke wetenschap, is er veelal sprake van de aanname van complete partijeenheid. In de partijk blijken partijen echter dikwijls niet als eenheid te opereren. De vele veroorzakers van partijeenheid liggen hieraan ten grondslag. Een van deze veroorzakers is de scherpe scheidslijn tussen coalitie en oppositie. Sommige auteurs claimen dat een strikte scheiding tussen coalitie en oppositie leidt tot hoge mate van partijeenheid in de partijpolitieke arena, anderen stellen het tegenovergestelde. Nu heeft zich in Leiden een unieke gelegenheid voortgedaan om dit te onderzoeken, doordat in Leiden in 2010 de oppositie/coalitie-scheidslijn sterk verminderd is. Uit analyse van de Leidse casus blijkt dat een strikte scheiding zorgt voor lagere partijeenheid onder partijen dan een minder strikte scheiding.Show less