Dit onderzoek is een antwoord op de aanbevelingen van Norris in haar boek Driving Democracy. De test van haar aanbevelingen is niet eenzijdig of definitief. Bepaalde onderdelen van haar aanbeveling...Show moreDit onderzoek is een antwoord op de aanbevelingen van Norris in haar boek Driving Democracy. De test van haar aanbevelingen is niet eenzijdig of definitief. Bepaalde onderdelen van haar aanbeveling, namelijk het principe dat jonge democratieën gebaat zijn bij een bepaalde mate van proportionaliteit in hun kiesstelsel (met een specifieke voorkeur voor List PR), worden door dit onderzoek statistisch ondersteund. De voorkeur die Norris heeft voor List PR is echter niet te staven en lijkt eerder de slechtere keuze te zijn. Dit omdat de mengvormen significant betere resultaten laten zien dan FPTP. Maar het belangrijkste punt van de aanbeveling blijft dus staan; proportionaliteit is, voor jonge democratieën, significant beter dan FPTP. Wanneer er echter gekeken wordt naar verscheidende landen die hoog scoren op de fragmentatieindex, verandert dit beeld. De resultaten zijn daarbij juist omgekeerd en de samengenomen proportionele kiesstelsels presteren significant slechter bij hogere waarden van fragmentatie. Omgekeerd kan niet hetzelfde gezegd worden voor FPTP; deze positieve waarden blijken niet significant. Toch, zelfs zonder deze significantie blijft het opvallend dat er proportionele stelsels zijn die zo slecht presteren onder vooral linguïstische fragmentatie.Show less
In this thesis the question of how the social factors of language, education and territorial concentration influence the seeking of voice at the center and/or at the periphery. This question was...Show moreIn this thesis the question of how the social factors of language, education and territorial concentration influence the seeking of voice at the center and/or at the periphery. This question was asked in the context of Ethiopia with a specific focus on one of its multi-ethnic regions, Benishangul-Gumuz by qualitatively assessing the documented evidence of the respective groups’ voice seeking behaviors. The analysis of the Ethiopian Constitution as well as the country’s distinct history implied that the selected social variables -interacting with the constitutional provisions of Amarigna as a central language, partially weak guarantees for group representation and the constitutional promise of self-rule- might influence the voice-seeking behavior of groups differently. Firstly, groups not speaking the official language as their mother tongue tend to concentrate their voice-seeking efforts in the periphery. Secondly, groups with lower educational levels appear to be more likely to demand proportionality in institutions not subject to guaranteed group representation, whereas higher educated groups tend to at least not support such demands. Finally, territorially concentrated groups potentially controlling their own territory seem to be more likely to seek a greater group voice whilst more dispersed groups sharing their territory tend to refrain from doing so.Show less
In Niemand is groter dan de partij wekken Van Holsteyn en Andeweg de suggestie dat er sprake zou zijn van een verband tussen personalisering en populisme. Er zijn in dat perspectief meerdere...Show moreIn Niemand is groter dan de partij wekken Van Holsteyn en Andeweg de suggestie dat er sprake zou zijn van een verband tussen personalisering en populisme. Er zijn in dat perspectief meerdere studies verschenen. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht in welke mate populistische leiders meer afhankelijk zouden zijn van de media, in hoeverre het succes van populistische partijen afhangt van de leider en of populistische partijen en de commerciële media de gemeenschappelijke neiging hebben om de politiek te personaliseren (Bos, Van der Brug en De Vreese 2011; Van Kessel 2011; Akkerman 2011). Op empirisch niveau wordt een relatie verondersteld tussen de verschijnselen populisme en personalisering. Het is echter onduidelijk in welke richting het verband wijst. De politicoloog Krouwel beweert dat “het populisme de trend naar personalisering van de politiek versterkt” (Ten Hooven 2010). Volgens Rob Wijnberg (2010) moet de groei van het populisme juist verklaard worden vanuit “een verregaande personalisering van de politiek.”Show less
Wanneer is een democratie nu precies geconsolideerd en hoe is het begrip democratische consolidatie het beste te operationaliseren? Zowel Diamond als Schedler heeft geprobeerd deze vraag te...Show moreWanneer is een democratie nu precies geconsolideerd en hoe is het begrip democratische consolidatie het beste te operationaliseren? Zowel Diamond als Schedler heeft geprobeerd deze vraag te beantwoorden, maar trokken verschillende conclusies. Waar Diamond stelt dat van een geconsolideerde democratie pas gesproken kan worden als er een verschuiving heeft plaatsgevonden in de politieke cultuur, meent Schedler dat de consolidatie van een democratie afhankelijk is van de mate waarin er binnen een staat democratisch gedrag wordt getoond (Diamond 1999, 65; Schedler 2001, 70). Het verschil tussen Diamond en Schedler richt zich op een accent: bij het ‘meten’ van democratische consolidatie acht Diamond vooral de factor politieke cultuur noodzakelijk, terwijl Schelder zich voornamelijk richt op de factor politiek gedrag. Hoewel de ‘visies’ van Diamond en Schedler niet geheel tegenstrijdig zijn, roept het accentverschil wel een interessante discussie op. Bestaat er inderdaad een hiërarchie, zoals Schelder expliciet stelt, tussen de factoren die het democratische consolidatieproces verklaren?Show less
Personalisering is een proces waarbij individuele politieke actoren belangrijker worden ten koste van partijen en collectieve instituties. In dit onderzoek is de personaliseringshypothese getoetst...Show morePersonalisering is een proces waarbij individuele politieke actoren belangrijker worden ten koste van partijen en collectieve instituties. In dit onderzoek is de personaliseringshypothese getoetst door middel van kwalitatieve en kwantitatieve analyses van televisieprogramma’s in de Zendtijd voor Politieke Partijen uit de periode van 1963 tot en met 2012. Uit de kwalitatieve analyse van een selectie van programma’s van D66, de PvdA en de VVD die kort voor Tweede Kamerverkiezingen in deze periode zijn uitgezonden blijkt er van personalisering geen sprake te zijn geweest. De resultaten van de kwantitatieve analyses aan de hand van een codeerschema dat gebaseerd is onderzoek van Langer (2009) lijken hetzelfde te suggereren, maar zijn niet significant.Show less
Het onderzoek verkende de case study en critical case de American Israeli Public Affairs Committee (AIPAC), een van de meest invloedrijke organisaties van de pro-Israël lobby. Uit de literatuur...Show moreHet onderzoek verkende de case study en critical case de American Israeli Public Affairs Committee (AIPAC), een van de meest invloedrijke organisaties van de pro-Israël lobby. Uit de literatuur bleek dat de organisatie in termen van hard power een grote invloed heeft op het buitenlandbeleid van de VS ten aanzien van het Midden-Oosten en Israel. In dergelijke onderzoeken werd de actor voornamelijk benaderd met de theorie van het realisme en het liberalisme. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de theorie van het sociaalconstructivisme. AIPAC werd beschouwd als een actor binnen de pro-Israel transnational advocacy network (TAN). Het gebruik van soft power door de actor op het belangrijkste jaarlijkse congres (AIPAC’s Annual Policy Conference) in de periode 2012 en 2013 werd onderzocht aan de hand van een discourse analysis van de belangrijkste toespraken van AIPAC prominenten. De data-analyse lijkt het gebruik van soft power door hoge AIPAC medewerkers op de congressen aan te tonen. Er kan voorzichtig geconcludeerd worden dat AIPAC naast hard power ook gebruik maakt van soft power om haar doelen te volbrengen. Als AIPAC gebruik maakt van soft power, dan is het zeer waarschijnlijk dat andere politieke actoren, welke beschikken over minder hard power dan AIPAC, gebruik zullen maken van soft power.Show less
The last decade marked a significant change in the European Union‟s approach towards terrorism. As a result of terrorist attacks (9/11, Madrid and London) the EU terrorism policy turned from a...Show moreThe last decade marked a significant change in the European Union‟s approach towards terrorism. As a result of terrorist attacks (9/11, Madrid and London) the EU terrorism policy turned from a counter-terrorism approach, stressing repressive efforts targeting an outside threat, towards a counter-radicalization approach, targeting domestic radicalization processes. Led by the Netherlands and the United Kingdom, the latter approach based itself on a homegrown dimension of terrorism in which identification and resolving underlying causes of radicalization took center stage (Coolsaet 2012, 868). This shift was quite a significant one, since it influenced the traditional sovereignty of member states to deal with these issues themselves (Coolsaet 2012, 689).Show less
De Europese Unie (EU) kenmerkt zich de laatste decennia door aantal voortdurende problemen. De EU spoort aan op uitbreiding van het aantal lidstaten en meer besluitvorming van bovenaf. Onder de...Show moreDe Europese Unie (EU) kenmerkt zich de laatste decennia door aantal voortdurende problemen. De EU spoort aan op uitbreiding van het aantal lidstaten en meer besluitvorming van bovenaf. Onder de Europese bevolking groeit echter steeds meer onvrede over de toenemende macht van de EU. Deze problematiek laat zich omschrijven door het zogenaamde ‘democratische tekort’ binnen de EU (Cini en Pérez-Solórzano Borragán 2010: 10). Het ‘democratische tekort’ ontstaat doordat de Europese bevolking van mening is dat er (te)veel macht aan de EU wordt overgedragen. Deze Europese integratie zou ten koste gaan van de inbreng van nationale parlementen en instituten bij de totstandkoming van het uiteindelijke beleid. Tevens zou de EU te weinig verantwoording, representatie en vertegenwoordiging afleggen over dit beleid naar de Europese bevolking toe (Chryssochoou 2010: 378-379).Show less
De aanklager van het International Criminal Court lobbyt bij de lidstaten van het ICC. Hij lobbyt voor de bevordering van de arrestatie en uitlevering van verdachten van het ICC. Op welke manier de...Show moreDe aanklager van het International Criminal Court lobbyt bij de lidstaten van het ICC. Hij lobbyt voor de bevordering van de arrestatie en uitlevering van verdachten van het ICC. Op welke manier de aanklager dit doet en waarom hij bepaalde lobbytactieken gebruikt wordt geanalyseerd in dit onderzoek. Door middel van een inhoudsanalyse van diplomatic briefings, die ongeveer twee keer per jaar worden gegeven door de president, hoofdaanklager en secretaris van het Hof, wordt onderzocht welke lobbytactieken op welke momenten door de aanklager worden gebruikt. Geconcludeerd wordt dat er twee dingen van invloed zijn op het gebruik van lobbytactieken door de aanklager. Specifieke gebeurtenissen hebben invloed op de hoeveelheid lobbytactieken die gebruikt worden. Deze geven de aanklager een aanleiding om te benadrukken dat de verdachten van het ICC gearresteerd en uitgeleverd dienen te worden. Ten tweede heeft de aard van het ICC invloed op de tactieken die de aanklager gebruikt. Het ligt in de aard van het ICC om meer waarde te hechten aan feiten en verdragen. Er wordt meer gebruik gemaakt van lobbytactieken die gebaseerd zijn op feiten en verdragen dan lobbytactieken die hier minder gebruik van maken.Show less
Een lang coalitie akkoord is in de Gemeente Leiden in 2010 veranderd in een akkoord op hoofdlijnen. In hoeverre deze verandering effect heeft op de mate van congruent stemgedrag staat in dit...Show moreEen lang coalitie akkoord is in de Gemeente Leiden in 2010 veranderd in een akkoord op hoofdlijnen. In hoeverre deze verandering effect heeft op de mate van congruent stemgedrag staat in dit onderzoek centraal. In de gemeente Leiden heeft het hebben van een coalitieakkoord op hoofdlijnen geen effect op de mate van congruent stemgedrag. Het deelnemen aan de coalite daarentergen zorgt voor een hogere mate van congruent stemgedrag. Oppositiepartijen slagen er bij een lang akkoord beter in om de beloftes te vervullen. Aan de hand van het koppelen van stellingen uit voor 2006 de StemWijzer en voor 2010 het Kieskompas met de bij die periode horende stemmingen in de gemeenteraad is de mate van congruent stemgedrag in deze periodes onderzocht. Er is gekeken in hoeverre de invoering van een beleidsakkoord op hoofdlijnen in 2010 een effect heeft op de mate van overeenstemming tussen verkiezingsstandpunten en het stemgedrag van de gemeenteraad. Er wordt verwacht dat partijen vrijer kunnen stemmen bij een akkoord op hoofdlijnen waardoor de belofte vervulling verbeterd zou moeten zijn. De analyse blijkt een onverwacht resultaat te hebben en opvallendheden te omvatten. De VVD blijkt zowel voor als na de invoering van het akkoord op hoofdlijnen een opvallend hoge mate van congruent stemgedrag te vertonen.Show less
Animal ethics and sustainability are usually treated as two separate concepts. It has been suggested that these two concepts should be dealt with simultaneously. The current thesis aims to find out...Show moreAnimal ethics and sustainability are usually treated as two separate concepts. It has been suggested that these two concepts should be dealt with simultaneously. The current thesis aims to find out whether animal ethics are, in general, sustainable. After formulating a general contemporary perspective on animal ethics, that includes both utilitarian and deontological elements, and giving a general definition of the concept of sustainability, the paper concludes that animal ethics are, overall, very sustainable.Show less
Het gebrek aan controle over de economie in Georgië en de vrijwel volledige controle over de binnenlandse economie in Azerbeidzjan is aangedragen als verklarende factor voor het grote verschil in...Show moreHet gebrek aan controle over de economie in Georgië en de vrijwel volledige controle over de binnenlandse economie in Azerbeidzjan is aangedragen als verklarende factor voor het grote verschil in organisatorische macht van de presidenten Shevardnadze (Georgië, 1993-2003) en Aliyev (Azerbeidzjan, 1992-2003). Organisatorische macht is cruciaal voor het bijeenhouden van een politiek regime ten tijde van crisis. Als antwoord op de onderzoeksvraag in dit paper, namelijk hoe het verschil in regimetype in Georgië en Azerbeidzjan door pluralisme in de economie verklaard wordt, wordt het volgende beargumenteerd; een pluralistische economie leidt tot een heterogene elite die ten tijde van regimecrisis eenvoudiger opsplitst dan een homogene elite die kenmerkend is voor een renteniereconomie. Azerbeidzjan heeft een homogene elite waarin organisatorische macht aan de top geconcentreerd is, terwijl de heterogeniteit in de elite in Georgië leidt tot concurrentie op elite-niveau zonder dat er sprake is van democratie.Show less
In this thesis a research of political ideology in local governing is described. Eight municipalities are reviewed, and through a case-study the weight of political ideology in the decision making...Show moreIn this thesis a research of political ideology in local governing is described. Eight municipalities are reviewed, and through a case-study the weight of political ideology in the decision making process is evaluated.Show less
In het volgende stuk zal worden geanalyseerd in welke mate intergenerationele rechtvaardigheid toepasbaar is in onze huidige maatschappij. Gedurende de laatste jaren is klimaatproblematiek en...Show moreIn het volgende stuk zal worden geanalyseerd in welke mate intergenerationele rechtvaardigheid toepasbaar is in onze huidige maatschappij. Gedurende de laatste jaren is klimaatproblematiek en schaarste een steeds grotere rol gaan spelen in de internationale politiek en er zijn enkele sombere voorspellingen gedaan over de toekomst. De manier waarop wij voor de toekomst zorgen is echter niet een volledig deel van ons politiek systeem: vraagstukken over de verdeling van goederen en mogelijkheden spelen zich vooral af als een sociale discussie binnen de huidige wereld. Met toekomstige generaties is echter niet altijd rekening te houden.Show less
Sinds 2002 is de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling onafgebroken aan de macht geweest in Turkije. De AK-partij ofwel AKP, is in 2001 opgericht. De partij komt voort uit een splitsing van...Show moreSinds 2002 is de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling onafgebroken aan de macht geweest in Turkije. De AK-partij ofwel AKP, is in 2001 opgericht. De partij komt voort uit een splitsing van de islamitische Deugdpartij (FP), die weer een opvolger is van de islamitische Welvaartspartij (RP). De FP splitste zich op in een traditionele partij, de SP, en een partij van innovatieven, die de AKP vormden onder leiding van Recep Tayyip Erdoğan, de voormalige burgemeester van Istanbul. De AKP wordt vaak gezien als een gematigde conservatieve democratische partij (Özbudun 2006, 543). De verkiezingen van het Turkse parlement in 2002 markeerde het begin van een nieuw tijdperk. Zowel de partijen die deel uitmaakte van de coalitieregering, als de grootste oppositiepartij haalden de kiesdrempel van 10% niet en verdwenen alle vier uit het parlement. Twee partijen wisten terug te keren; de seculier georiënteerde Republikeinse Volkspartij (CHP) met 19,4% van de stemmen en de religieus georiënteerde partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling, de AK-partij (AKP) met 34,3% van de stemmen (Heper 2010, 127). Doordat ze tweederde van de zetels bemachtigden in deze verkiezing werd het de eerste eenpartijregering sinds 1991. Onderzoek naar de kiezers van de AKP heeft uitgewezen dat het merendeel hiervan niet direct afkomstig waren van hun voorganger FP. Kiezers kwamen ook van de ultranationalistische partij MHP en een aantal andere rechtse partijen (Özbudun 2006, 546). AKP stemmers worden vaak omschreven als de nieuwe middenklasse.Show less
De bevolkingsgrootte is een belangrijk onderdeel van het complexe, multidimensionale klimaatprobleem. Kern van dit probleem is het feit dat een bepaalde hoeveelheid mensen op aarde een zekere...Show moreDe bevolkingsgrootte is een belangrijk onderdeel van het complexe, multidimensionale klimaatprobleem. Kern van dit probleem is het feit dat een bepaalde hoeveelheid mensen op aarde een zekere hoeveelheid fossiele brandstoffen in een rap tempo gebruikt. De totale milieu-impact staat gelijk aan het bevolkingsaantal maal een indicator van de ecologische voetafdruk van de mens (Jones en Jacobs 2006, 428). Om de menselijke bijdrage aan klimaatverandering tegen te gaan is zowel een consumptiereductie als het terugbrengen van de bevolkingsgroei een noodzaak. In dit verband worden er voorspellingen gedaan over de te verwachten grootte van de wereldpopulatie. Hoewel deze voorspellingen uitwijzen dat het groeicijfer dalende is, wordt er verwacht dat er de komende decennia sprake zal blijven van bevolkingsgroei (VN 2010a; Jones en Jacobs 2006, 429).Show less
Sociale bewegingen ontwikkelen zich op verschillende manieren. Externe en interne impulsen zorgen er voor dat gedurende de levensloop alle sociale bewegingen veranderen en zich ontwikkelen. In deze...Show moreSociale bewegingen ontwikkelen zich op verschillende manieren. Externe en interne impulsen zorgen er voor dat gedurende de levensloop alle sociale bewegingen veranderen en zich ontwikkelen. In deze scriptie ligt de focus op de interne organisationele ontwikkeling van de Nederlandse milieubeweging en de invloed die deze ontwikkeling heeft gehad op de doelstellingen van de beweging. Het is door velen onderschreven dat sociale bewegingen, naarmate ze ouder worden, gebureaucratiseerde trekken gaan vertonen. Ik stel dat deze trekken van invloed zijn op de doelstellingen, en probeer dit door middel van het analyseren van de milieubeweging te bewijzen. Door middel van het creëren van een tweedeling in de levensloop, organisatie structuur en doelstellingen kunnen deze tweedelingen aan elkaar gekoppeld worde. Op deze wijze kan er geconcludeerd worden dat de veranderingen binnen de organisationele structuur van de bewegingsorganisaties, van invloed zijn op de doelstellingen. Dit neemt niet weg dat deze invloed onderhevig is aan andere externe invloeden, en dat er indien men daadwerkelijke conclusies wil trekken specifieker vervolgonderzoek nodig is.Show less
Jarenlang is de invloed van menselijke activiteit op het milieu en het klimaat omstreden geweest. Inmiddels is klimaatverandering een erkend probleem in zowel de wetenschap als de politiek....Show moreJarenlang is de invloed van menselijke activiteit op het milieu en het klimaat omstreden geweest. Inmiddels is klimaatverandering een erkend probleem in zowel de wetenschap als de politiek. Tegelijkertijd bestaat er grote onzekerheid over de uitkomsten van internationale klimaatonderhandelingen om de globale CO₂-uitstoot terug te brengen. Er is weinig aanleiding om aan te nemen dat de kritische drempel van 2 graden temperatuurstijging deze eeuw niet overschreden zal worden, tenzij er een broeikasgassen-emissiereductie van 50% ten opzichte van 1990 wordt behaald (Royal Society 2009, ix). Hoewel er een zekere vooruitgang is geboekt, lijkt deze niet voldoende om mogelijke drastische klimaatveranderingen te voorkomen. Wetenschappers zijn inmiddels bekend met het bestaan van bepaalde feedbackeffecten, gebeurtenissen als gevolg van klimaatverandering die de opwarming van de aarde kunnen versnellen. Voorbeelden hiervan zijn het smelten van de poolkappen waardoor minder zonlicht weerkaatst zal worden en het ontdooien van de koolstofrijke permafrost in Siberië (Hamilton 2013, 11).Show less