Verschillende eerdere onderzoeken tonen aan dat er sprake is van genderstereotypen bij sportverslaggeving, maar voor het Nederlands zijn dit soort onderzoeken nog schaars. Het doel van dit...Show moreVerschillende eerdere onderzoeken tonen aan dat er sprake is van genderstereotypen bij sportverslaggeving, maar voor het Nederlands zijn dit soort onderzoeken nog schaars. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de mate waarin er bij sportverslaggeving sprake is van stereotyperend taalgebruik. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een corpusonderzoek waarbij een inhoudsanalyse en een transitiviteitsanalyse zijn gebruikt. Er is gekeken naar 334 clauses uit sportverslaggeving uit het AD en de Telegraaf over mannelijke en vrouwelijke voetballers en mannelijke en vrouwelijke hockeyers. De inhoudsanalyse richtte zich op de benamingen die werden gebruikt voor vrouwelijke en mannelijke sporters en de transitiviteitsanalyse werd gebruikt om te onderzoeken welke soort processen er bij beide geslachten het meest frequent voorkwamen en of dit significant van elkaar verschilde. Uit de resultaten van de inhoudsanalyse kunnen vanwege de kleine aantallen geen duidelijke kwantitatieve conclusies getrokken worden. Bij de transitiviteitsanalyse is gekeken naar hoe vaak mannelijke en vrouwelijke sporters werden gekoppeld aan een bepaald soort proces, zoals een materieel of mentaal proces. De resultaten van de transitiviteitsanalyse waren niet significant en de resultaten voldoen dus niet aan de verwachting dat er bij vrouwelijke sporters meer mentale processen worden gebruikt en bij mannelijke sporters meer materiële processen. Er is dus, tegen de verwachting in, geen sprake van stereotyperend taalgebruik bij sportverslaggeving. In toekomstig onderzoek is het belangrijk dat er wordt gekeken naar een grotere verscheidenheid aan dagbladen en naar het geslacht van de auteur van het artikel. Daarnaast zou het interessant zijn om te kijken naar het verschil in hoe vaak mannelijke en vrouwelijke sporters zelf aan het woord komen in artikelen van sportverslaggeving. Ten slotte zou het interessant kunnen zijn om naar meer verschillende sporten te kijken en bijvoorbeeld eveneens naar een typische ‘vrouwensport’ zoals turnen.Show less
In dit literatuuronderzoek werden de rol van ritmische en melodische aspecten in de relatie tussen taal en muziek vergeleken. De onderzoeksvraag was of de relatie tussen taal en muziek zich beperkt...Show moreIn dit literatuuronderzoek werden de rol van ritmische en melodische aspecten in de relatie tussen taal en muziek vergeleken. De onderzoeksvraag was of de relatie tussen taal en muziek zich beperkt tot taal en ritme of dat er ook duidelijke verbanden tussen taal en melodische aspecten te vinden zijn. Hierbij werd er ingegaan op: (1) overeenkomsten en verschillen tussen taal en muziek, (2) de invloed van muzikale training op taalontwikkeling, (3) de invloed van moedertaal op muziek en (4) muzikale aanleg bij dieren en mensen. Uit de besproken verschillen en overeenkomsten kon niet geconcludeerd worden dat de relatie tussen taal en muziek zich beperkt tot taal en ritme.Show less
Palaic shows consistent geminate spelling in certain words. Although the phonetic realization of geminate spelling is commonly reconstructed as a long consonant, little consensus is found...Show morePalaic shows consistent geminate spelling in certain words. Although the phonetic realization of geminate spelling is commonly reconstructed as a long consonant, little consensus is found concerning the other Anatolian languages. This thesis analyzes the evidence found in Palaic texts and concludes that a difference in length is more probable than a difference in voice, as is often suggested.Show less
Abstract In dit BA eindwerkstuk heb ik onderzocht welke soorten conversationele humor voorkomen in sitcoms. Ik heb dit gedaan door middel van het beantwoorden van mijn hoofdvraag "In welke...Show moreAbstract In dit BA eindwerkstuk heb ik onderzocht welke soorten conversationele humor voorkomen in sitcoms. Ik heb dit gedaan door middel van het beantwoorden van mijn hoofdvraag "In welke categorieën binnen conversationele humor van Dynel (2009) vallen de talige grappen die worden gemaakt in sitcoms?”. Voor dit onderzoek heb ik in eerste instantie een kwalitatieve analyse uitgevoerd en daarna een kwantitatieve analyse. Ten eerste heb ik twee afleveringen van sitcoms voor volwassenen en twee afleveringen van sitcoms voor preadolecenten bekeken en van iedere talige uiting waarna een lachband volgde besloten van wat voor soort humor hier sprake was en die, wanneer mogelijk, ingedeeld in de categorieën van conversationele humor die Dynel (2009) heeft opgesteld. Daarna heb ik een kwantitatieve analyse uitgevoerd om te bekijken hoe vaak iedere vorm van conversationele humor voorkomt. Aan de hand van deze analyses heb ik een conclusie kunnen trekken. Door de categorieën van Dynel aan te houden en zelf nog twee extra categorieën - “andere soort humor” en “geen humor” - op te stellen, heb ik de talige uitingen in de sitcoms die door de makers zelf als grappig worden beschouwd, gecategoriseerd. Alle categorieën van Dynel worden in de sitcoms gebruikt, maar wel in verschillende mate. Naast de bestaande categorieën van conversationele humor werden er ook veel potentiële grappen in de categorie “andere soort humor” ingedeeld. Na de analyse kwamen er uit deze categorie drie nieuwe categorieën naar voren: 1) Personage-specifiek, 2) Context-specifiek, en 3) Zelf-referentie. Deze categorieën kunnen ingedeeld worden in conversationele humor, doordat ze gebaseerd zijn op interactie.Show less
Dit BA-eindwerkstuk gaat over de framing van zwarte en witte vrouwelijke atleten in verschillende Nederlandse kranten. De hoofdvraag die centraal staat is: In hoeverre worden zwarte en witte...Show moreDit BA-eindwerkstuk gaat over de framing van zwarte en witte vrouwelijke atleten in verschillende Nederlandse kranten. De hoofdvraag die centraal staat is: In hoeverre worden zwarte en witte vrouwelijke atleten verschillend geframed in Nederlandse kranten?. De kranten waarvoor de framing bekeken wordt, zijn de Volkskrant, het Algemeen Dagblad (AD) en De Telegraaf. Er is voor deze kranten gekozen omdat ze van oudsher verschillen op ideologisch gebied; de Volkskrant kan links op het politieke spectrum geplaats worden; het AD midden; en De Telegraaf rechts. In totaal zijn er 10 artikelen van elke krant meegenomen. Het corpus heeft dus in totaal een grootte van 30 artikelen waarvan de artikelen verspreid waren over de jaren van 2013 tot en met 2019. De framing voor de twee atleetgroepen is onderzocht aan de hand van een aangepaste versie van de (kwalitatieve en kwantitatieve) methode van Van Gorp (2007). Voor het analyseren is er een inductieve en deductieve fase doorlopen waarbij de frames gereconstrueerd en gecontroleerd werden. Uit de framingsanalyse bleek dat er in totaal 13 frames gereconstrueerd konden worden. Daarvan werden twee frames voor beide atleetgroepen gebruikt: het metamorfose- en het doorzettersframe. Er konden echter ook frames gereconstrueerd worden die exclusief voor een van de twee atleetgroepen gebruikt werden. Voor de zwarte vrouwelijke atleten waren dit het wonder-, diva- en krachtpasterframe en voor de witte vrouwelijke atleten het underdog-, zwoeger-, en work-in-progressframe. De drie kranten verschilden niet sterk in het gebruik van de verschillende frames. Bij het reconstrueren van de frames zijn ook nog een aantal sport- en atleet-specifieke beschrijvingen naar boven gekomen. Voor atletiek betrof het beschrijvingen met snelheid, voor boksen ging het om stoten; voor turnen het benoemen van de lengte. Simone Biles werd consequent kort genoemd; Kiki Bertens als iemand die niet mentaal sterk is en Shelly-Ann Fraser-Pryce als iemand die in de schaduw van anderen staat.Show less
Mensen die met een buitenlands accent spreken krijgen vaak te maken met discriminatie op basis van hun accent als gevolg van stigmatisering. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat moedertaalsprekers...Show moreMensen die met een buitenlands accent spreken krijgen vaak te maken met discriminatie op basis van hun accent als gevolg van stigmatisering. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat moedertaalsprekers in veel opzichten een voorsprong hebben op sprekers met een buitenlands accent, en dat gestigmatiseerde accenten ook negatiever worden beoordeeld dan minder gestigmatiseerde accenten. In deze scriptie worden de oordelen vergeleken van tachtig Nederlandse moedertaalsprekers over NT2ers met een Brits of Koerdisch accent. In een online enquête gaven zij scores aan de spreker, die zij hoorden in een opname, op verschillende aspecten die te maken hadden met ‘status’ en ‘solidariteit. Uit de resultaten kwam naar voren dat de spreker met Brits als moedertaal significant beter beoordeeld werd op zowel de status als de solidariteitsaspecten. In een exploratieve analyse waarin de inschatting van het land van herkomst werd meegenomen werd er geen significant effect gevonden van deze verwachting op de gegeven scores.Show less
In de loop der jaren is er een groot aantal muziekgenres ontstaan, bestaande uit liedjes die vaak gepaard gaan met songteksten. Mensen die naar muziek luisteren, krijgen hierdoor ook veel van deze...Show moreIn de loop der jaren is er een groot aantal muziekgenres ontstaan, bestaande uit liedjes die vaak gepaard gaan met songteksten. Mensen die naar muziek luisteren, krijgen hierdoor ook veel van deze songteksten te horen. Vooral in het popgenre bestaan veel liedjes die dagelijks te horen zijn op de radio, in winkels en op festivals, waardoor een grote hoeveelheid mensen wordt blootgesteld aan de ‘communicatieve’ impact van de songteksten. Er bestaan echter ook andere muziekgenres waar veel naar geluisterd wordt en waar mensen de teksten van te horen krijgen. Dit BA-eindwerkstuk kijkt in hoeverre de invloed van de muziekgenres pop, metal, hip-hop en country gereflecteerd is in de stijl van de songteksten van deze muziekgenres. Om de stijlen van de songteksten te analyseren en met elkaar te vergelijken, wordt er gebruik gemaakt van de registeranalyse van Biber en Conrad (2019). In de registeranalyse wordt er gekeken naar de (kenmerkende) register- en genrekenmerken van de songteksten van de verschillende genres, om te zien of er bij de songteksten van de verschillende muziekgenres ook sprake is van een eigen register. Er wordt gekeken naar de woordenschat door middel van lexicale diversiteit (Type-Token-Ratio, MLTD, en Yule’s K) en een keyword analysis. Ook wordt er gekeken naar andere lexicale kenmerken zoals scheldwoorden en verwijzingen naar de eerste persoon enkelvoud en naar overige aspecten zoals non-lexicale woorden en songtekststructuren (bijvoorbeeld: verse-chorus of verse-chorus-bridge). De analyse wordt uitgevoerd op een corpus van 46.777 woorden bestaande uit songteksten van de volgens Spotify 30 bekendste artiesten en bands van de vier muziekgenres pop, metal, hip-hop en country. De resultaten tonen aan dat er interessante verschillen optreden tussen de songteksten van de verschillende muziekgenres. Alle muziekgenres hebben eigen keywords, die aansluiten op de algemene thema’s van de muziekgenres, de lexicale diversiteit is het hoogst voor het hip-hopgenre en het laagst voor het popgenre. Ook is het aantal scheldwoorden en non-lexicale woorden het meest typerend voor het hip-hopgenre, het popgenre heeft de meeste verwijzingen naar de eerste persoon enkelvoud en het pop-, metal- en hip-hopgenre hebben ook elk een eigen voorkeur voor songtekststructuren. Deze verschillen tonen aan dat er reden is om te geloven dat er voor elk van deze muziekgenres sprake is van een eigen songtekstregister.Show less