Genderongelijkheid in de politiek is een actualiteit. Vrouwen zijn in de Tweede Kamer tot nog toe altijd in de minderheid geweest (Sariaslan 2017; Parlement.com z.d.). Uit interviews met...Show moreGenderongelijkheid in de politiek is een actualiteit. Vrouwen zijn in de Tweede Kamer tot nog toe altijd in de minderheid geweest (Sariaslan 2017; Parlement.com z.d.). Uit interviews met vrouwelijke ministers kwam voort dat vrouwen korter en concreter van stof zouden zijn en dat zij meer emoties zouden tonen dan mannen (Leyenaar 2016, 239-41). Dit onderzoek laat zien dat bepaalde visies op een maatschappelijke kwestie geoperationaliseerd kunnen worden, waarmee deze visies middels een corpusonderzoek kwantitatief-taalkundig getoetst kunnen worden. Een analyse van een corpus bestaande uit ruim 10000 beurten uitgesproken door 154 verschillende Tweede Kamerleden in 25 plenaire vergaderingen wees uit dat er in deze data geen bewijsmateriaal te vinden is voor de stelling dat vrouwelijke politici korter van stof zijn dan mannelijke politici. Het gemiddelde aantal woorden per beurt verschilde niet significant tussen de twee gendercategorieën. Het meten van emotie in taalgebruik van Tweede Kamerleden is verricht via een lijst talige kenmerken opgesteld op basis van onder meer de bevindingen van Pennebaker (2011) en Wierzbicka (1992; 1995). In navolging van het werk van Biber (1988) zijn talige kenmerken die dezelfde functie dragen tot een dimensie gerekend. Langs drie opgestelde dimensies en een los talig kenmerk is vervolgens getoetst of vrouwelijke Tweede Kamerleden meer emotie tonen dan mannelijke Tweede Kamerleden. Uit de gemiddelde factorscores die ieder het taalgebruik ten aanzien van de verschillende dimensies karakteriseren is gebleken dat vrouwelijke Tweede Kamerleden over het algemeen meer emotie tonen dan mannelijke Tweede Kamerleden. Genuanceerder blijkt uit de resultaten dat vrouwelijke Tweede Kamerleden frequenter de emotie verdriet tonen, maar minder frequent de emotie boosheid tonen dan mannelijke Tweede Kamerleden. In het tonen van positieve emoties bestaat op basis van de meting in dit onderzoek geen genderonderscheid. De resultaten van de data-analyses in dit onderzoek laten echter ook zien dat de in de literatuur geclaimde overeenkomende functies die gedragen zou worden door een reeks talige kenmerken tegengesproken worden. Implicaties van (onder meer) dit discussiepunt zou uitgewezen moeten worden door vervolgonderzoek.Show less