De opgaven die op de overheid afkomen worden steeds complexer. Deze vragen om meer samenwerking tussen overheden. Netwerkmanagement managing outwards wordt hierdoor in toenemende mate belangrijker....Show moreDe opgaven die op de overheid afkomen worden steeds complexer. Deze vragen om meer samenwerking tussen overheden. Netwerkmanagement managing outwards wordt hierdoor in toenemende mate belangrijker. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat er bij topambtenaren juist steeds minder tijd en prioriteit voor managing outwards is. In deze scriptie onderzoek ik welke factoren invloed hebben op de mate waarin gemeentesecretarissen aan managing outwards kunnen doen.Show less
De invloed van experts op het coronabeleid staat in dit onderzoek centraal. In Nederland is de invloed van het OMT op het beleid van de regering uitgebreid gediscussieerd. Dit adviesorgaan bestond...Show moreDe invloed van experts op het coronabeleid staat in dit onderzoek centraal. In Nederland is de invloed van het OMT op het beleid van de regering uitgebreid gediscussieerd. Dit adviesorgaan bestond gedurende de pandemie uit medische analisten. Het doel van het onderzoek is om de invloed van de personele samenstelling van een adviesorgaan te achterhalen. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen een monodisciplinair adviesorgaan en een multidisciplinair adviesorgaan. Aan de hand van een documentstudie naar de staten Nederland, België, Frankrijk en Spanje blijken dergelijke verschillen van invloed te zijn op politiek beleid. De personele samenstelling van een adviesorgaan heeft zowel politieke als maatschappelijke implicaties.Show less
The European microstates Andorra, Liechtenstein and the Holy See have only been partially integrated into the multi-level framework of the European Union (EU). What is puzzling to academics...Show moreThe European microstates Andorra, Liechtenstein and the Holy See have only been partially integrated into the multi-level framework of the European Union (EU). What is puzzling to academics specialized in European Integration is the stark contrast to the degree of integration into the European Union experienced by Malta and Luxembourg which have both fully integrated into the European community in comparison to these microstates. The resultant regulatory and political discrepancies between each of these microstates is investigated in this paper with an investigation into the possibility of further integration for the unincorporated microstates. The different routes to integration of economic, political, and diplomatic arrangements follow in line with the 2013 Association Framework agreement established by Brussels which this paper will use to conceptualize an analysis into wider microstate integration. This paper assumes that intergovernmental agreements between microstates and their EU member state neighbors reduce the incentives for integration into the European Union. Other assumptions rely on an investigation into the value that European microstates have in maintaining their sovereignty at the expense of gains through European integration. It also investigates economic development of these microstates to their degree of integration as a control variable, of which there is less of an impact than intergovernmental agreements. The findings of this paper highlight the importance that microstates show towards intergovernmental agreements over supranational integration.Show less
This study examines the applicability of the e-Government cloud adoption model by Liang et al. (2017) in the context of Logius, a central government organization in the Netherlands. By conducting a...Show moreThis study examines the applicability of the e-Government cloud adoption model by Liang et al. (2017) in the context of Logius, a central government organization in the Netherlands. By conducting a mixed-methods approach encompassing qualitative interviews and a quantitative survey, the study investigates the factors and mechanisms influencing public cloud adoption at Logius. The findings validate the model's relevance, despite its examination in a different context than the one it is developed in. The study identifies 17 factors, categorized into five determinants: cloud trust, technological drivers, cloud provider support, organization readiness, and environmental stimuli. It confirms that technological drivers and cloud provider support indirectly impact public cloud adoption through cloud trust, while environmental stimuli moderate the relationship between cloud trust and adoption. However, no such interrelation is found for organizational readiness. Additionally, the study extends the model by incorporating factors like trialability, internal expertise, and economic conditions.Show less
De Nederlandse overheid gaat steeds vaker in overleg met de samenleving over de invulling van beleidsvorming. Deze vorm van publieke participatie wordt vormgegeven door middel van de inzet van...Show moreDe Nederlandse overheid gaat steeds vaker in overleg met de samenleving over de invulling van beleidsvorming. Deze vorm van publieke participatie wordt vormgegeven door middel van de inzet van verschillende raadgevingsinstrumenten. Een literatuurgevestigde vraag is waarom en met welke variatie deze instrumenten worden ingezet. Wat bepaalt deze keuze? Wordt de keuze bevorderd door bepaalde padafhankelijkheden of door een heersende overheidsstrategie? De motieven voor de inzet van participatie betekent immers niet per definitie dat diens wensen worden vertaald in een type raadgevingsinstrument. Ter illustratie kan het motief om de betrokkenheid van burgers in te schakelen, leiden tot diverse soorten instrumenten zoals een burgerberaad, enquête of een focusgroep. Tussen de inzet van publieke participatie en een instrumentenkeuze bestaat dan ook geen duidelijke stap, deze leemte heeft daarom de centrale focus in dit onderzoek en leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe geven politiek-strategische motieven vormgeving aan de inzet van raadgevingsinstrumenten op lokaal niveau? Deze vraag wordt beantwoord met behulp van de volgende deelvragen: (1) welke soorten raadgevingsinstrumenten bestaan er binnen gemeentelijke besluitvormingsprocessen en (2) welke gemeentelijke motieven bestaan er om de raadgevingsinstrumenten in te zetten. Het doel van dit onderzoek is om door middel van een gevalsstudie in zes middelgrote tot grote gemeenten een bijdrage te leveren aan de vorming van theorie in een nog relatief onbekend onderzoeksveld van raadgevingsinstrumenten binnen lokale context.Show less
De regulering rondom reclames voor kansspelen heeft een turbulente politieke periode achter de rug, waarbij zowel maatschappelijke als commerciële actoren actief de politiek pogen te beïnvloeden...Show moreDe regulering rondom reclames voor kansspelen heeft een turbulente politieke periode achter de rug, waarbij zowel maatschappelijke als commerciële actoren actief de politiek pogen te beïnvloeden door middel van framing. Op basis van een frameperspectief op lobbyboodschappen en de preference attainment method, analyseert dit onderzoek welke stakeholders hun lobbydoelen hebben bereikt en welke frames zij hanteren in hun argumentatie. Het onderzoek wijst uit dat het interpreteren van de beleidskwestie over kansspelreclames vanuit een gevarenframe bijdraagt aan het lobbysucces van actoren met publieke belangen. De gecombineerde inzet van het gevaren- en consumentenframe draagt niet bij aan het behalen van de preferenties van stakeholders met private belangen. De uitkomsten van dit onderzoek dragen bij aan transparantie rond het maatschappelijke debat rondom gokreguleringen, maar dienen vooral het toenemende wetenschappelijke debat binnen de public affairs discipline over de relaties tussen framing, pleitbezorging (door lobbyisten) en politieke verandering.Show less
De subjectieve levensverwachting (SLV) — de leeftijd die mensen verwachten te bereiken — blijkt empirisch een goede voorspeller van de werkelijke levensverwachting van individuen. Op basis van het...Show moreDe subjectieve levensverwachting (SLV) — de leeftijd die mensen verwachten te bereiken — blijkt empirisch een goede voorspeller van de werkelijke levensverwachting van individuen. Op basis van het levenscyclusmodel (ook wel: levensloopmodel) is te voorspellen dat mensen met een lagere SLV eerder met pensioen willen gaan. Voor de houdbaarheid van het pensioenstelsel is het belangrijk om inzicht te hebben in de verwachte uittreeddatum van werkenden. Daarnaast is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de invloed van de subjectieve levensverwachting op de vraag wanneer mensen denken te pensioneren. Met Nederlandse longitudinale data uit het DNB Household Survey is onderzocht of de SLV een verklaring kan geven voor de verwachte pensioenleeftijd van individuen. Er blijkt geen effect te zijn van de subjectieve levensverwachting op de verwachte pensioenleeftijd, terwijl leeftijd, surveyjaar en geslacht sterkere effecten laten zien. Gezondheidsperceptie is wel een significante verklaring voor de SLV.Show less
This study uses the Technology Enactment Framework (TEF) to explore how the Customs administrations of Türkiye and the Netherlands design and implement AI technology in their automated detection...Show moreThis study uses the Technology Enactment Framework (TEF) to explore how the Customs administrations of Türkiye and the Netherlands design and implement AI technology in their automated detection pilot projects to facilitate legal trade and detect illicit trade at border crossing points. It also displays what organizational elements can be learnt from the two cases to add to the limited literature in AI applications in the public sector. At the end of the research, AI Technology Enactment Flowcharts for the two administrations, a Comparison Table and a Proposed Extended AI TEF for Customs were developed. Validating the TEF, the research also identified AI-technology specific organizational forms, institutional arrangements and project processes facilitating or impeding the pilot projects in the two customs administrations.Show less
This research examines the impact of COVID-19 on gender differences in employee perceptions of job satisfaction in the Netherlands. Using a fixed effects regression approach with longitudinal data...Show moreThis research examines the impact of COVID-19 on gender differences in employee perceptions of job satisfaction in the Netherlands. Using a fixed effects regression approach with longitudinal data from the LISS data archive from the years 2018 to 2022, this study examines the effects of COVID-19 on job satisfaction and investigates gender-specific differences. Contrary to initial expectations, the analysis finds no significant difference in job satisfaction between men and women when considering year-specific gender differences. Furthermore, the impact of COVID-19 on job satisfaction appears to be limited, with relatively stable levels observed across the examined years (2020, 2021, and 2022) compared to the base year of 2019. Thereby this research contributes to the understanding of job satisfaction dynamics in the Dutch labour market.Show less
Since the rise of artificial intelligence (AI) and its increased use in the public sector, there has been a two-fold debate in practice and academia about the relationship between transparency and...Show moreSince the rise of artificial intelligence (AI) and its increased use in the public sector, there has been a two-fold debate in practice and academia about the relationship between transparency and trust. On the one hand, transparency can create an open government culture and improve trust; on the other hand, transparency confuses citizens and leads to delegitimization of government. This research contributes to the debate by examining the effect of algorithmic decision-making transparency on institutional trust and procedural fairness's role in this relationship through a quantitative vignette study focusing on enforcing parking fines. The study distinguishes itself from others by measuring institutional trust by three dimensions (competence, benevolence, and honesty) and transparency by two dimensions (accessibility and explainability). The results reveal that: (1) accessibility increases institutional trust and trust in the competence and benevolence of the institution; (2) explainability increases institutional trust and trust in the competence of the institution; (3) procedural fairness negatively affects the relationship between accessibility and institutional trust and between accessibility and trust in the competence of the institution; (3) procedural fairness positively affects the relationship between explainability and trust in the benevolence of the institution. These results imply that institutional trust is multidimensional and can be influenced differently but that access and explainability of decision-making increase trust. Furthermore, local governments can make greater use of the Dutch algorithm registry to provide citizens with access and explanations of decision-making to enhance trust in the institution.Show less
