Na een crisis evalueren externe onderzoeksinstituten publieke organisaties, vaak met als doel het bevorderen van organisatieleren. In de praktijk blijkt dat publieke organisaties verschillend...Show moreNa een crisis evalueren externe onderzoeksinstituten publieke organisaties, vaak met als doel het bevorderen van organisatieleren. In de praktijk blijkt dat publieke organisaties verschillend reageren op deze crisisevaluaties. Soms bevorderen deze het crisis-gedreven leren, maar vaker lijkt de evaluatie een belemmerend te effect te hebben. Deze kwalitatieve en casusgerichte studie onderzoekt welke organisatiekenmerken invloed hebben op crisis-gedreven leren bij publieke organisatie na een externe crisisevaluatie. Deze studie richt zich op de crisisevaluatie van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar het vliegvuur op Scheveningen tijdens de jaarwisseling 2018-2019. Data is verzameld door middel van semigestructureerde interviews met medewerkers van de betrokken organisaties. De organisaties in deze casus hebben geleerd van de crisis. Dit crisis-gedreven organisatieleren is zowel positief als negatief beïnvloedt door de extern crisisevaluatie. Enerzijds is de evaluatie bevorderend geweest door te fungeren als een instrument om veranderingen door te voeren en door de bewustwording van reeds bestaande inzichten te vergroten. Anderzijds heeft de evaluatie de focus op de schuldvraag versterkt (vooral in organisaties met een hoge mate van politieke controle) en organisaties het gevoel gegeven dat ze aangevallen werden (vooral in organisaties met een hechte en trotse cultuur). Organisatiekenmerken hebben invloed op het organisatieleren na een externe crisisevaluatie. Een hiërarchische structuur, horizontale samenwerking, de aanwezigheid van shared mental models hadden een positieve invloed. Een hechte en trotse organisatiecultuur en een hoge mate van politieke controle hadden een negatieve invloed. Naast deze vooraf geïdentificeerde organisatiekenmerken is naar voren gekomen dat daadkrachtig leiderschap, goed contact met onderzoekers en het doen van eigen reflectie ook een positieve invloed hebben op het organisatieleren na een extern evaluatierapport. Dit kwalitatieve onderzoek is een eerste stap in het in het creëren van een solide theorie over welke organisatiekenmerken welke invloed hebben op crisis-gedreven organisatieleren na een extern onderzoek. Verder onderzoek is nodig om de resultaten uit dit onderzoek kracht bij te zetten. Daarnaast toont dit onderzoek het belang van nuance en context aan in externe crisisevaluaties. Dit leidt tot een betere landing van het rapport in de organisaties en daarmee verbetert het crisis-gedreven organisatieleren na een extern rapport.Show less
Samenvatting In dit onderzoek is gekeken naar de drijfveren van zorgprofessionals om te werken volgens de principes van Value Based Healthcare (VBHC). Zowel nationaal als internationaal stijgen de...Show moreSamenvatting In dit onderzoek is gekeken naar de drijfveren van zorgprofessionals om te werken volgens de principes van Value Based Healthcare (VBHC). Zowel nationaal als internationaal stijgen de zorgkosten jaarlijks enorm. Het is essentieel om na te denken over het inrichten van de zorg om de kwaliteit te waarborgen. Porter introduceerde daarom in 2006 VBHC, waarbij de zorg rondom de aandoening van de patiënt wordt ingericht in plaats van rondom een specialisme en de juiste dingen op het juiste moment tegen de juiste kosten worden gedaan. De gezondheidszorg is bezig om een transitie te maken naar deze manier van werken. Hierdoor wordt de zorg op een andere manier ingericht en zal de manier van werken voor de zorgprofessionals veranderen. De zorgprofessionals zijn nodig om de belofte van VBHC waar te maken. Het is daarom belangrijk om erachter te komen wat de zorgprofessionals drijft om te werken met VBHC, terwijl blijkt dat de effecten van VBHC voor de zorgprofessionals nog onderbelicht zijn. Om deze reden luidt de onderzoeksvraag: ‘Wat zijn de drijfveren van de zorgprofessionals in Nederlandse Ziekenhuizen om te werken volgens de principes van Value Based Healthcare?’. Het onderzoek is een kwalitatief onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van diepte-interviews. Via purpose sampling en snowballing zijn uiteindelijk 10 zorgprofessionals geïnterviewd. De respondentgroep bestond uit zorgprofessionals die wel of (nog) niet werken volgens de principes van VHBC. De resultaten van het onderzoek zijn geordend aan de hand van het Theory of Planned Behavior model om de drijfveren van de zorgprofessionals te achterhalen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de belangrijkste drijfveren gaan over waarde toevoegen voor de patiënt, meer aandacht is voor de mentale gezondheid, samenwerking zorgt voor het bundelen van kennis, het veranderen van de hiërarchie waardoor de drempel tussen artsen en verpleegkundigen maar ook met de patiënt wordt verlaagd en het ontwikkelen van kennis zorgt voor het enthousiasme over VBHC, hierbij helpt ondersteuning vanuit de organisatie. Het onderzoek toont de eerste drijfveren van zorgprofessionals, waarbij het toevoegen van waarde voor de patiënt een belangrijke drijfveer is. Daarom is deze waarde toegevoegd aan het TPB- model. Het is van belang om verder onderzoek te doen om verbanden te leggen en organisaties te helpen bij het identificeren van de drijfveren zodat uiteindelijk de implementatiestrategie hierop afgestemd kan worden.Show less
The emergence of Covid-19 has drawn attention to female leadership. Existing literature suggests that, in times of crisis and uncertainty, a transformational leadership style is expected to be more...Show moreThe emergence of Covid-19 has drawn attention to female leadership. Existing literature suggests that, in times of crisis and uncertainty, a transformational leadership style is expected to be more effective than a transactional leadership style. Transformational leadership style is generally considered to be more feminine, while transactional leadership style is generally considered more masculine. The aim of this research is to explore whether the use of a certain leadership style can explain the difference in success achieved by male and female country leaders. To assay my expectations, I analysed 41 speeches held by three male and three femalecountry’s leaders who achieved varying levels of success during the initial period of Covid-19. I coded these speeches in order to find out to what extend transactional, transformational and charismatic leadership style were used and whether they showed communal and/or agentic behaviour. The results suggest that using intellectual stimulation, which is a dimension of a transformational leadership style, to a certain degree explains the success of a leader’s Covid-19 approach. However, there appears to be no difference between male and female leaders with regards to the leadership style employed. My findings call existing literature into question. I conclude this thesis with the limitations of my design and suggestions for future research.Show less