Wat kan de overheid bieden om samen met quadruple helix actoren verder te bouwen aan vertrouwen van burgers in de (mogelijke) komst en adaptatie van Self-Sovereign Identity (SSI)?
Decennia aan onderzoek wijst uit dat de verhouding tussen de politieke en de ambtelijke sfeer een van de meest bediscussieerde onderwerpen binnen de bestuurskunde is. Dit komt doordat er regelmatig...Show moreDecennia aan onderzoek wijst uit dat de verhouding tussen de politieke en de ambtelijke sfeer een van de meest bediscussieerde onderwerpen binnen de bestuurskunde is. Dit komt doordat er regelmatig frictie bestaat tussen de politiek en de uitvoering, wat een soepele beleidsopzet en beleidsimplementatie in de weg staat. In tijden van de wereldwijde coronapandemie is de Nederlandse overheid er echter in geslaagd om de Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) bijzonder snel te ontwikkelen en door te voeren in de praktijk. Dit roept vragen op over of de coronacrisis wijzigingen heeft aangebracht in de politiek- ambtelijke verhoudingen ten voordele van beleidsontwikkelingen en implementaties. In dit kwalitatieve onderzoek wordt aan de hand van het bekende principaal-agent model en het relatief nieuwe principaal-steward model een samenwerkingsvisie bestudeerd die de nieuwe politiek-ambtelijke verhoudingen tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering omschrijft. Een continuüm-benadering van de modellen laat zien dat mede als gevolg van de NOW-regeling elementen van het principaal- steward model hun intreden doen in een overheersend principaal-agent relatie tussen het ministerie en de uitvoeringsorganisatie. Het onderzoek concludeert dat de NOW-regeling onderdeel uitmaakt van een bredere tendens die ervoor zorgt dat politiek-ambtelijke verhoudingen aan verandering onderhevig zijn en dat de context hier bovendien een primaire rol in speelt.Show less
Steeds meer stadsbesturen implementeren bewakingstechnologieën om de stedelijke veiligheid te bevorderen. Wetenschappers en burgerrechtenorganisaties zijn echter kritisch op de inzet van deze...Show moreSteeds meer stadsbesturen implementeren bewakingstechnologieën om de stedelijke veiligheid te bevorderen. Wetenschappers en burgerrechtenorganisaties zijn echter kritisch op de inzet van deze bewakingstechnologieën omdat deze op gespannen voet staan met publieke waarden zoals privacy en autonomie. Er is echter nog weinig bekend over hoe burgers aankijken tegen het toenemende aantal bewakingstechnologieën in steden. De bewakingstechnologieën worden vaak top-down geïmplementeerd zonder dat het perspectief van de burger hierin wordt meegenomen. Het doel van dit onderzoek is om stadsbesturen inzicht te geven wanneer burgers bewakingstechnologieën die worden ingezet ten aanzien van de stedelijke veiligheid in mindere of meerdere mate aanvaarden. Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag: ‘Wanneer vinden burgers bewakingstechnologieën ten aanzien van de stedelijke veiligheid meer of minder aanvaardbaar?’ zijn er 12 interviews afgenomen met Nederlandse burgers. Uit deze interviews komt naar voren dat de aanvaardbaarheid van de respondenten ten aanzien van bewakingstechnologieën afhankelijk is van verschillende factoren. Een deel van deze factoren komt overeen met de onderzoeken van Van Heek et al. (2016a, 2016b, 2017) en Pavone et al. (2015). Ook komen uit dit onderzoek nieuwe factoren naar voren die bij respondenten een rol spelen in wanneer zij de inzet van bewakingstechnologieën meer en minder aanvaardbaar vinden. De nieuwgevonden factoren die van invloed zijn op de aanvaardbaarheid van bewakingstechnologieën zijn: gewenning, gevoel van veiligheid, efficiëntie, opslag, beeldenanalyse, alternatief middel en kostenefficiëntie. Daarnaast komt uit dit onderzoek een nieuwe voorwaarde naar voren die het grootste deel van de respondenten stelt aan de inzet van bewakingstechnologieën. De respondenten stellen dat zij de inzet van bewakingstechnologieën meer aanvaardbaar vinden wanneer er aanleiding is om die op een bepaalde plek in te zetten in plaats van op allerlei plekken. Door het geringe aantal respondenten dat heeft deelgenomen aan het onderzoek zijn de onderzoeksresultaten niet te generaliseren over de Nederlandse bevolkingsgroep. Hierom is het advies om een onderzoek uit te voeren onder Nederlandse burgers dat zowel kwantitatief als kwalitatief van aard is. Hierbij zullen zowel de acceptatiefactoren uit het onderzoek van Pavone et al. (2015), de onderzoeken van Van Heek et al. (2016a, 2016b, 2017) en de nieuwgevonden factoren in dit onderzoek empirisch moeten worden getoetst. Daarnaast is het advies om een tafeldiscussie te organiseren om erachter te komen welke voorwaarde(n) de deelnemers stellen aan de inzet van bewakingstechnologieën. De resultaten van het onderzoek zorgen ervoor dat stadsbesturen inzicht krijgen in wanneer de inzet van bewakingstechnologieën door burgers als legitiem worden beschouwd.Show less
Aan de hand van verschillende Human Resource Theorieën wordt gekeken naar oorzaken, die het hoge verloop van werknemers met specialistische functies bij de rijksoverheid kunnen verklaren, om zo...Show moreAan de hand van verschillende Human Resource Theorieën wordt gekeken naar oorzaken, die het hoge verloop van werknemers met specialistische functies bij de rijksoverheid kunnen verklaren, om zo aanbevelingen te kunnen doen hoe een betere “match” tussen specialistische werknemers en de rijksoverheid te creëren. Het doel hiervan is om te onderzoeken hoe aangetrokken werknemers ook te behouden zijn.Show less
Micro-targeting is a tool to create personalized advertisements for individuals, especially for those who use social media. Even though the current debate indicates that micro-targeting is a...Show moreMicro-targeting is a tool to create personalized advertisements for individuals, especially for those who use social media. Even though the current debate indicates that micro-targeting is a privacy-invasive exercise, social media users equally make use of this tool for their own preferences. This produces a paradox, being, the micro-targeting paradox. While individuals seek privacy, they also willingly provide their valuable information in order to make use of the services that digital platforms offer. An eminent example of this is Facebook where advertisements are densely visible to the user. Therefore, this thesis explores the micro-targeting paradox through the Facebook- Cambridge Analytica scandal. The paper finds evidence that the reason for ongoing user engagement despite and even after the scandal is due to the micro-targeting paradox.Show less