Civil Society Organizations (CSOs) are a salient characteristic observed across democratic systems. Perceived to strengthen citizen representation and improve policy outcomes, as such member...Show moreCivil Society Organizations (CSOs) are a salient characteristic observed across democratic systems. Perceived to strengthen citizen representation and improve policy outcomes, as such member involvement and organisational capacity are key attributes. In order to achieve this role, CSOs must possess the capability to influence decision-making processes. This thesis investigates the realisation of these attributes at the national level of European Union member states through quantitative analysis. The outcomes highlight noteworthy variations across EU member states. In Eastern countries, member involvement emerges as a catalyst for achieving heightened access to decision-making. Conversely, for CSOs in Western and Scandinavian nations, neither member involvement nor organisational capacity significantly corresponds to access within the decision-making realm.Show less
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de omvang van het draaideurfenomeen in de Nederlandse landelijke politiek. Hierbij wordt gekeken naar personeelsverloop, mobiliteit en state-business...Show moreIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de omvang van het draaideurfenomeen in de Nederlandse landelijke politiek. Hierbij wordt gekeken naar personeelsverloop, mobiliteit en state-business netwerken van ministers, staatssecretarissen, Eerste en Tweede Kamerleden en bestuurders van de 20 belangenorganisaties met de meeste toegang tot de Nederlandse politieke besluitvorming.Show less
The increased use of scientific knowledge in the policy-process has led to the politicization of scientific evidence. This is the core of this study. The combination of the potential uses of...Show moreThe increased use of scientific knowledge in the policy-process has led to the politicization of scientific evidence. This is the core of this study. The combination of the potential uses of evidence, combined with the heightened involvement of different actors, forms the basis of this study. Because of the potential of evidence in such an insecure situation, using argumentation referring to evidence is a promising strategy to gain influence. This expectation leads to the main research question ofthis study; Does the use of evidence by interest-groups impact the degree of success these groups have in pursuing their policy-goals for Corona-related policy in the Dutch context? Through analysis of 71 newspaper articles, published in Dutch newspapers during different moments of the pandemic, this study aims to test this proposed relationship. This resulted in an initially significant association between the use of evidence and the degree of success of a group. Upon closer inspection, the effect seems to be small and insignificant. There was however, a positive relationship between the use of evidence and the height of success. Groups using evidence were more frequently highly succesful than groups that did not. It might be the case that the use of evidence does not lead to more cases of success in general, but that it does lead to more cases of high degree of successShow less
Uit de #ophef over lobbyschandalen blijkt dat we als samenleving vinden dat verantwoordelijke lobby nodig is. Als het in de literatuur over verantwoorde lobby gaat, ligt de focus op lobbyregulering...Show moreUit de #ophef over lobbyschandalen blijkt dat we als samenleving vinden dat verantwoordelijke lobby nodig is. Als het in de literatuur over verantwoorde lobby gaat, ligt de focus op lobbyregulering en ontbreekt aandacht voor het analyseniveau van belangenorganisaties zelf. Daarbij krijgt de rol van lobbyisten als individuele professionals weinig tot geen aandacht. Maar zolang er weinig tot geen inzicht is in hoe lobbyisten zelf vorm (kunnen) geven aan integere lobby, kan regulering de plank misslaan. Meer inzicht hierin is daarom relevant voor passende regelgeving en aanvullend op bestaand onderzoek. De onderzoeksvraag die dit onderzoek probeerde te beantwoorden is: Hoe geven Nederlandse lobbyisten vorm aan verantwoorde lobby? Vanwege het gebrek aan onderzoek naar de individuele rol van lobbyisten, was er onvoldoende duidelijk effect voor het opstellen van een hypothese. Wel kwamen er een aantal dimensies voor in de literatuur, die allemaal van belang zijn als het gaat over verantwoorde lobby. Dit is daarom een verkennend inductief onderzoek, waarbij er een synthesematrix is opgesteld op basis van de gevonden dimensies. De data bestond uit 27 al uitgevoerde interviews met lobbyisten die systematisch werden gecodeerd. De dimensies professionalisme en extern gericht domineerden. Lobbyisten geven voornamelijk vorm aan verantwoorde lobby middels professioneel gedrag naar buiten toe. Voornamelijk door eerlijke berichtgeving en openheid over voor wie lobbyisten werken en met welk doel. Daarnaast is er een transparantiediscussie. Sommige lobbyisten stellen dat alles altijd geheel openbaar gemaakt moet worden, anderen vinden dat discretie soms vereist is. Ook vond ik een derde dimensie waarvoor de literatuur een blinde vlek heeft: het morele kompas van de lobbyist. Bij sommige respondenten was er meer data beschikbaar en de frequentie van verschillende organisatietypen was ongelijk verdeeld, dit maakte vergelijkingen enigszins ongelijkwaardig. Codes werden daarnaast vaak impliciet genoemd wat voor subjectiviteit zorgde in de analyse. Suggesties voor vervolgonderzoek zijn om van elk organisatietype evenveel respondenten te interviewen en om in plaats van lobbyisten de ontvangende kant te benaderen.Show less
Hoezeer het afleggen van verantwoording ook van belang is voor de geloofwaardigheid, legitimiteit en betrouwbaarheid van belangenbehartigers, het proces van belangenvertegenwoordiging is doorgaans...Show moreHoezeer het afleggen van verantwoording ook van belang is voor de geloofwaardigheid, legitimiteit en betrouwbaarheid van belangenbehartigers, het proces van belangenvertegenwoordiging is doorgaans niet transparant. Terwijl daarentegen het informeren van en overleggen met belanghebbenden juist de legitimiteit van het beleidsvormingsproces ten goede kan komen. Dit onderzoek poogt de wijze waarop lobbyisten verantwoording afleggen over hun lobbyinspanningen inzichtelijker te maken en te onderzoeken of het afleggen van verantwoording gevolgen heeft voor het bereiken van lobbysucces. Onderzocht wordt hoe frequent 28 Nederlandse belangenorganisaties nieuws/persberichten publiceren, en/of deze organisaties nieuwsbrieven sturen naar diens achterban, of het voor leden van de belangengroepen mogelijk is om mee te beslissen over de organisatiestandpunten en de lobbystrategieën/tactieken te bepalen. Uit de kwantitatieve analyse van onderzoeksresultaten zal echter blijken dat de beleidsfase waarin de belangenbehartiger de uitkomsten van de lobby als succesvol beschouwt niet afhankelijk is van de al dan niet aanwezige informatie- en discussiedimensies bij de onderzochte belangengroepen.Show less
Lobbyen is een proces welke nauw met de politiek is verweven. Echter is er in de bestaande literatuur weinig bekend over lobbyen en lobbysucces in crisistijd. In dit kwalitatieve onderzoek wordt,...Show moreLobbyen is een proces welke nauw met de politiek is verweven. Echter is er in de bestaande literatuur weinig bekend over lobbyen en lobbysucces in crisistijd. In dit kwalitatieve onderzoek wordt, met behulp van literatuur en vijf semigestructureerde interviews, een bijdrage geleverd aan theorievorming over dit onderwerp. De onderzoeksvraag In hoeverre hebben crises invloed op het lobbysucces in Nederland? wordt hiermee beantwoord. Vooraf zijn er twee succesfactoren voor lobbysucces in crisistijd opgesteld: communicatie met de politiek en het algemene belang van een lobby. Uit de interviews blijkt dat hier nog drie succesfactoren bijkomen: het kiezen van een goed moment om de lobby uit te voeren, het stappen naar de media en het gebruiken van officiële middelen. Na de vergelijking van deze factoren met de tevredenheid van de respondenten over de lobby, wordt geconcludeerd dat alleen de communicatie met de politiek invloed heeft op het lobbysucces. Gezien het weinige aantal respondenten van dit onderzoek, is er vervolgonderzoek nodig om te kijken of de overige factoren ook invloed hebben op lobbysucces tijdens crises.Show less
In dit onderzoek is met een inductieve aanpak onderzocht welke factoren bijdragen aan de keuze voor stakeholders om wel of niet deel te willen nemen of betrokken te willen worden bij een lobbyproces.
This thesis will investigate some explanatory factors that illustrate why the victimized parents of the child benefits scandal in the Netherlands were acknowledged this late. By means of the...Show moreThis thesis will investigate some explanatory factors that illustrate why the victimized parents of the child benefits scandal in the Netherlands were acknowledged this late. By means of the concept of citizen lobbyists, the position of parents in their striving to put their issues on the political agenda and fight for justice will be explained. This thesis will examine the three obstacles that the victimized parents faced in their pursuit of justice, namely; the organizational- and policy capacity of the victimized parents was lacking, the dominant frame of the policy monopoly on the justification of the harsh anti-fraud policies hindered the victimized parents in putting their issue on the political agenda, and NPM reforms have led to decentralization and a focus on efficiency. Employing a qualitative research approach, a series of semi-structured interviews will be held against the backdrop of the content of existing reports on the scandal, such as the reports of the Dutch Ombudsman (2017) and the Committee-Van Dam (2020). This thesis investigates the child benefits scandal from an individual point of view, therefore adding to the existing research into this scandal.Show less