Er is onderzoek gedaan naar de rol die bestaande beelden over deepfakes in de Nederlandse media speelden in berichtgeving over een specifieke casus die zich afspeelde in april 2021. Hierbij deed...Show moreEr is onderzoek gedaan naar de rol die bestaande beelden over deepfakes in de Nederlandse media speelden in berichtgeving over een specifieke casus die zich afspeelde in april 2021. Hierbij deed een lid van een Russisch bedriegersduo zich voor als de Russische oppositiepoliticus Leonid Volkov en sprak met de Vaste Kamercommissie voor buitenlandse zaken. Eerst rapporteerde de berichtgeving over deze casus dat de bedrieger gebruik maakte van deepfaketechnologie, maar dit bleek later niet zo te zijn. Deze scriptie onderzoekt hoe deze fout tot stand gekomen is en welke factoren daa r een rol bij hebben gespeeld aan de hand van drie stappen. In de eerste stap is er een frameanalyse uitgevoerd over de Nederlandse berichtgeving over deepfakes in de periode 23 november 2020 tot 23 april 2021, waaruit bleek dat de framing van deepfakes in deze periode grotendeels negatief was. In de tweede en derde stap is een reconstructie van de berichtgeving over de casus uitgevoerd, respectievelijk door middel van een analyse van de berichtgeving zelf en door interviews met twee journalisten die over d e casus schreven. Hieruit bleek dat meerdere factoren een rol speelden in het ontstaan van de fout, inclusief de bestaande hype over deepfaketechnologie, maar ook gebrek aan beeldmateriaal van de bedrieger en de tijdsdruk die in het algemeen binnen het journalistieke vak bestaat.Show less
Op 12 februari 2022 verschijnt op de website van The Guardian niet voor het eerst een liveblog over de spanningen in Oekraïne. Dit liveblog zou het eerste blijken in een reeks dagelijkse liveblogs...Show moreOp 12 februari 2022 verschijnt op de website van The Guardian niet voor het eerst een liveblog over de spanningen in Oekraïne. Dit liveblog zou het eerste blijken in een reeks dagelijkse liveblogs die tot op heden onafgebroken is. Net als The Guardian maken talloze nieuwsmedia in de berichtgeving over de Russische invasie gebruik van het langlopende liveblog, ook wel slowblog genoemd. Een slowblog heeft alle kenmerken van een liveblog, maar er zijn ook verschillen. In de wetenschappelijke literatuur wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen live- en slowblogs; er wordt enkel gesproken over liveblogs. In dit exploratieve onderzoek worden door middel van een kwalitatieve inhoudsanalyse volgens de methode van Biber & Conrad (2019) antwoord gegeven op de vraag: wat zijn verschillen tussen liveblogs en slowblogs in register, genre en stijl? Twee samengestelde slowblogs worden vergeleken met een samengesteld liveblog, waarbij verschillen worden aangetroffen op het gebied van fragmentatie, bronverwijzing, en het gebruik van werkwoordstijden, die worden verklaard aan de hand van de communicatieve doelen die de twee soorten liveblogs dienen. Dit onderzoek kan worden gebruikt als leidraad voor meer vergelijkend onderzoek, en kan door middel van interviews worden getoetst aan de journalistieke praktijk.Show less
Sinds de moord op filmmaker Theo van Gogh wordt de representatie van Marokkaanse Nederlanders in nieuwsmedia gekenmerkt door negatieve stereotyperingen. Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond...Show moreSinds de moord op filmmaker Theo van Gogh wordt de representatie van Marokkaanse Nederlanders in nieuwsmedia gekenmerkt door negatieve stereotyperingen. Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond worden neergezet als de onbekende ander en worden met regelmaat in een verdachtenrol geschoven. Onderzoek bevestigt dat deze bevolkingsgroep bovendien niet wordt onderscheiden van de islam. Migranten uit landen met een moslimmeerderheid worden geracialiseerd door de toekenning van statische en karakteristieke eigenschappen waaronder gewelddadigheid en vrouwonvriendelijkheid. Sinds de moord op Van Gogh worden deze discoursen ook in misdaadverslaggeving geïdentificeerd. Het podcastsmedium is belangrijk nieuw terrein voor misdaadverslaggeving. Vooral producties over waargebeurde misdaad zijn razend populair. Gezien de prominentie van Marokkaanse Nederlanders in debatten over criminaliteit is het niet verrassend dat deze groep centraal staat in veel Nederlandstalige podcasts. Onderzoek naar dit medium wijst uit dat de affordances ruimte bieden voor kritische reflectie. Onder andere de representatie van stemmen en de laagdrempeligheid van het medium worden in de literatuur als veelbelovend beschreven. Op basis van de historische representatie van Marokkaanse Nederlanders in nieuwsmedia en de kritische potentie van het podcastmedium is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe worden Nederlandse verdachten met een Marokkaanse achtergrond gerepresenteerd in misdaadpodcasts in vergelijking met andere verdachten? Om deze vraag te beantwoorden zijn zes podcastafleveringen geanalyseerd aan de hand van een kritische discoursanalyse volgens een aangepast stappenplan van Carvalho (2008). De centrale actoren in deze afleveringen zijn verdachten met en zonder migratieachtergrond. In de resultaten wordt de representatie van deze actoren met elkaar vergeleken. De resultaten wijzen de ruimte die verdachten krijgen om hun verhaal te doen en de manier waarop ze als ‘ander’ worden gerepresenteerd, eerder gerelateerd lijkt aan de aanwezigheid van de journalist in het verhaal dan aan hun afkomst. Hoewel de verdachten ongeacht hun afkomst als onbekende ‘ander’ worden gerepresenteerd, stuit dit onderzoek wel op verschillen in verklaringen voor crimineel gedrag. De relatie tussen afkomst en criminaliteit van verdachten met een Marokkaanse achtergrond wordt gepresenteerd als een oorzaak-gevolg-relatie, terwijl de criminaliteit van een verdachte zonder migratieachtergrond juist als onverwacht wordt gepresenteerd. In tegenstelling tot de literatuur blijft de islamitische achtergrond van Marokkaanse verdachten in dit onderzoek buiten beeld. Op basis van deze resultaten kan worden geconcludeerd dat de kritische potentie van podcasts nog niet overal wordt vervuld.Show less
Door toenemende economische druk is het gebruik van audience metrics op online redacties het afgelopen decennium sterk toegenomen (Zamith, 2018). Hiermee zijn de clicks van een gekwantificeerd...Show moreDoor toenemende economische druk is het gebruik van audience metrics op online redacties het afgelopen decennium sterk toegenomen (Zamith, 2018). Hiermee zijn de clicks van een gekwantificeerd publiek een steeds grotere rol gaan spelen als poortwachter in het nieuwsselectie- en productieproces (Shoemaker & Vos, 2009). Dit is problematisch omdat metrics alleen het gedrag van de massa kunnen meten. De clicks worden onterecht op één lijn gelegd met de interesse van het publiek en zorgen ervoor dat de wensen van de loyale nieuwsconsument worden ondergesneeuwd (Fürst, 2020). Een traditionele focus op clicks is daarnaast onwenselijk wegens het veranderende verdienmodel van veel redacties. Door tegenvallende advertentie-inkomsten focussen zij zich steeds meer op het verwerven van abonnees of leden (Newman, 2023). Daarom doet deze studie onderzoek naar hoe metrics tegenwoordig worden ingezet door redacties om de loyale nieuwsconsument aan zich te binden. Bij vier Nederlandse kranten, de Telegraaf, het AD, de NRC en de Volkskrant, is onderzocht of en hoe loyaliteit onderdeel vormt van de doelen bij het meten van data en hoe het meten van loyaliteit in de praktijk wordt gebracht. Op de redactievloer zijn op vier lagen semigestructureerde interviews afgenomen om op te onderzoeken hoe tegen loyaliteit wordt aangekeken en wat de daadwerkelijke impact is van metrics (ook veelvuldig ‘data’ genoemd in deze studie) die om loyaliteit draaien. Bij elke krant is een online eindverantwoordelijke, een data-analist, een samensteller van de homepagina en een schrijvende redacteur geïnterviewd. Uit de interviews blijkt dat de rol van loyaliteit zeer groot is in zowel de doelstellingen als de uitvoering. Bij veel redacties ligt een grote focus op het verwerven en actief houden van abonnees. Hierdoor wordt in data-analyse het gedrag van loyale nieuwsconsumenten in bepaalde gevallen geprioriteerd boven eenmalige nieuwsconsumenten. Daarnaast wordt door redacties onderzocht hoe die nieuwsgebruiker loyaal wordt. Zo wordt het pad naar conversie (abonnementsverkoop) geanalyseerd en wordt op artikelniveau geanalyseerd waar en waarom nieuwsconsumenten afhaken. Deze kennis uit data wordt ingezet om beter aan te sluiten op publieksbehoeften. De kanttekening die moet worden geplaatst is dat, ook al verliezen de clicks terrein, beslissingen op real-time basis nog veel op die clicks gebaseerd zijn. Uit het empirische onderzoek worden twee belangrijke lessen getrokken. Ten eerste bepalen metrics allang niet meer slechts de onderwerpkeuzes, maar kunnen metrics tegenwoordig eerder de vorm van een artikel bepalen dan het onderwerp. Ten tweede hoeft de loyale nieuwsconsument niet ondergesneeuwd te raken door metrics, maar vormen metrics juist de mogelijkheid om de behoeften van die loyale nieuwsconsument te vervullen. Het onderzoek sluit af met een discussie waarin de vraag wordt gesteld hoe deze nieuwe vormen van metrics invloed hebben op de democratische functie van media.Show less
The research will carry out a multidisciplinary socio-economic approach to the phenomenon of 'State Capitalism' in Brazil. The term is an expression that designates the mechanism of a political...Show moreThe research will carry out a multidisciplinary socio-economic approach to the phenomenon of 'State Capitalism' in Brazil. The term is an expression that designates the mechanism of a political-economic nature that manifests itself in the relations established between the State, through its public agents and high-level politicians, and large private economic actors (or business groups). It is about Brazilian-style capitalism, with the term crony capitalism as a correspondent, a phenomenon that has been the object of interdisciplinary studies, notably in the areas of Political Sciences, Economics and Law. In this context, the main gaps and bottlenecks that favor or stimulate the use of state- owned companies and banks as institutional channels for shady negotiations, which involve the exchange of favors and distribution of privileges, engendered between the ruling political class and, preponderantly, large private capital, will be object of deep analysis. Such insidious relations may culminate in reverse income transfer, loss of economic efficiency due to misallocation of scarce economic resources, constitution of oligopolies and market reserves, misalignment with the State's social policy projects, and increase in opportunity costs. The patrimonialist and personalist culture underlying the economic and social relations in Brazil has as a probable historical element the model of colonization and extractive exploitation imposed by the Portuguese colonizers, through the formation of the first government structures and the bureaucratic institutional design conceived by the colonizers in their exploratory enterprise. In addition to the historical and cultural value of understanding the phenomenon of 'capitalism of ties' existing in Brazil, as a legacy of the model of exploitation established in this country, its relevant economic and social impacts on public management and Brazilian politics are highlighted. With greater importance, the issues related to governance in state-owned companies and their effects on the political and economic spheres, which constantly lead to the destabilization and weakening of the republican state system, with impacts on representative democracy itself and on the implementation of state policies in the medium and long term. Direct effects can thus be observed in the level of trust of citizens in their public managers and political representatives, undermined by the personalistic and patrimonialist management of large companies and state-owned banks, by the opacity in the process of accountability to society in relation to the investment policies of these companies and by the promiscuous relationships that often permeate the negotiations between these companies, the ruling political class and its support base.Show less
Dit onderzoek focust op de vergelijkingen die werden gemaakt tussen de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. In het bijzonder staan vergelijkingen in de media en...Show moreDit onderzoek focust op de vergelijkingen die werden gemaakt tussen de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. In het bijzonder staan vergelijkingen in de media en egodocumenten van Nederlandse soldaten centraal.Show less
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging de Tweede Kamer in Nederland een periode in dat later de 'godsvrede' genoemd zou worden. Het beleid van de regering werd in die periode unaniem...Show moreBij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging de Tweede Kamer in Nederland een periode in dat later de 'godsvrede' genoemd zou worden. Het beleid van de regering werd in die periode unaniem door het parlement goedgekeurd. De gedachte hierbij was dat de Nederlandse regering in dat geval zo goed als mogelijk ervoor kon zorgen dat de Nederlandse neutraliteit gewaarborgd zou blijven. Toch waren er wel parlementaire debatten, waarbij lange toespraken van parlementariërs niet zeldzaam bleven. Wat werd er tijdens de debatten besproken, terwijl het beleid unaniem goedgekeurd werd? Hoe keken de parlementariërs naar hun eigen rol en naar de rol van het parlement als instituut? Wat voor retoriek gebruikten de parlementariërs bij hun toespraken? Hoe keek de Nederlandse pers naar de toespraken van de Kamerleden?Show less
Code switching can be defined as the use of more than one language, or ‘code’, by someone engaged in speech or text. It is a practise employed by multilinguals in both oral and written...Show moreCode switching can be defined as the use of more than one language, or ‘code’, by someone engaged in speech or text. It is a practise employed by multilinguals in both oral and written conversations. Different multilinguals will have different switching patterns. These patterns can vary depending on the speaker’s language proficiency, community norms, the typology of their languages, and the cultural or political relations these languages might have with one another, among many other reasons. Code switching between Spanish and English and Spanish and French has been the subject of various studies. Although trilingual research is rare (e.g. Parafita Couto et al., 2023; Valdés Kroff et al., 2023), there has also been some research on the connection between Spanish, French and English, but most of this work is based in the French-speaking provinces of Canada (e.g. COLEM, 2023; Pato, 2019, 2022). This paper aims to study the code-switching patterns among a set of trilingual siblings living in Geneva who have Colombian heritage and attend a British school in the city. The participants recorded themselves for up to 30 minutes having casual conversations following a prompt in three separate occasions. The switches were identified alongside general information about the corpus, such as how many languages were present in each clause, the clauses’ matrix language, the general use of each language in the corpus, among others. This paper focuses on intraclausal switching. We followed Deuchar et al. (2007)’s methodology which categorises each intraclausal switch into insertion, alteration, or congruent lexicalisation according to the code switching pattern it most aligned with following Muysken’s typology of bilingual speech patterns (2000).Because English, Spanish and French are typologically similar, combined with the fact our participants are fluent in all three languages, and due to the culturally open context of Geneva, we expected alternation to be the dominant switch pattern in the recorded conversations. Having said this, since the participants go to a British school where their education is mainly in English, and because the Colombian community in Geneva is not as big as other bilingual communities around the world, a dominant insertional pattern was also a possibility. The corpus was composed of mainly unilingual clauses with 7.8% of the first recording being bilingual clauses, 19.6% of the second recording, and 8.95% of the third. Only three clauses in the entire corpus were trilingual out of 1215. Once we had analysed the entirety of the conversations, the dominant pattern was indeed overwhelmingly insertion with 77.55% of the switches in the corpus presenting this pattern. Congruent lexicalisation was present in 11.56% of the switches and alternation in the other 10.88%. Although these results do not necessarily align with our expectations of codeswitching in Switzerland, we believe our participants’ specific background, namely the fact that language separation is encouraged in the different spheres of their lives, could explain the prevalence of insertion over alternation in our case study. We hope our research will contribute to bigger corpus studies of trilingual codeswitching patterns in different communities.Show less