Door middel van een sociaalwetenschappelijk interpretatiekader wordt er gekeken naar de beeldvorming over de 'ander' in de Historiën (430-413 v.Chr) van Herodotus en in de Persika en de Indika (398...Show moreDoor middel van een sociaalwetenschappelijk interpretatiekader wordt er gekeken naar de beeldvorming over de 'ander' in de Historiën (430-413 v.Chr) van Herodotus en in de Persika en de Indika (398/397 v.Chr.) van Ktesias van Knidus. Centraal staat de vraag hoe deze beeldvorming over de 'ander' de Griekse identiteitsvorming in de vierde en vijfde eeuw v.Chr. kon beïnvloeden en tonen. Waarom wordt de 'ander' op een bepaalde manier gepresenteerd en wat betekent dit voor de Griekse identiteitsvorming? De 'ander' die onderzocht zal worden omvat de Perzen, de Egyptenaren en de Indiërs. Herodotus en Ktesias schrijven beiden over de Perzen en zij zijn duidelijk de belangrijkste ‘ander’. Onderzoek naar de beeldvorming over de Egyptenaren (waar alleen Herodotus uitgebreid over schreef) en over de Indiërs (waar alleen Ktesias uitgebreid over schreef) dient als vergelijkingsmateriaal: verschilt de beeldvorming over de laatste twee volkeren erg van die over de Perzen, met wie de Grieken lange tijd in oorlog waren? Het middels grondig literatuuronderzoek verkregen sociaalwetenschappelijk interpretatiekader, dat veel informatie verschaft over culturele identiteitsvorming, levert een categorisering op waarbinnen de antieke bronnen worden geanalyseerd.Show less
De mirakelboeken van St. William of Norwich zijn in het derde kwart van de twaalfde eeuw samengesteld door de Benedictijner monnik Thomas of Monmouth. De mirakelverhalen die hierin zijn opgenomen...Show moreDe mirakelboeken van St. William of Norwich zijn in het derde kwart van de twaalfde eeuw samengesteld door de Benedictijner monnik Thomas of Monmouth. De mirakelverhalen die hierin zijn opgenomen kunnen iets vertellen over het dagelijks leven van de middeleeuwse mens. Met behulp van een analyse van de mirakelverhalen, staan in dit onderzoek ziekte en genezing centraal.Show less
In deze scriptie staat de toelating van zending en missie in Nederlands-Indië centraal. Een belangrijk thema in dit onderzoek is de plaats van godsdienst in de koloniale politiek. Zendelingen en...Show moreIn deze scriptie staat de toelating van zending en missie in Nederlands-Indië centraal. Een belangrijk thema in dit onderzoek is de plaats van godsdienst in de koloniale politiek. Zendelingen en missionarissen hadden een bijzondere toelating van de Gouverneur-Generaal nodig om hun dienstwerk te kunnen doen. De Nederlandse regering wilde namelijk voorkomen dat er onrust onder de Indonesische bevolking zou ontstaan door zending en missie toe te laten. In het parlement bestonden allerlei ideeën over het toelaten van zending en missie in het toenmalig Nederlands-Indië, maar de beeldvorming over dit onderwerp wordt completer als ook wordt onderzocht hoe leden van de Volksraad in Indië hierover dachten. In dit onderzoek worden daarom opvattingen over de toelating van zending en missie in Indië uit de handelingen van de Staten-Generaal en de Volksraad over de periode van 1911 tot 1935 met elkaar vergeleken. Dit onderzoek laat zien hoe en waarom discussies over de toelating van zending en missie in het parlement en de Volksraad inhoudelijk van elkaar verschilden.Show less
In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de relatie tussen Joodse onderduikers en hun gastgezinnen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In tegenstelling tot de geringe literatuur die over...Show moreIn deze scriptie is onderzoek gedaan naar de relatie tussen Joodse onderduikers en hun gastgezinnen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In tegenstelling tot de geringe literatuur die over dit onderwerp bestaat, zijn hier dagboeken van Joodse onderduikers genomen als voornaamste bron, om zo een toevoeging te kunnen doen aan de bestaande literatuur. Dagboeken zijn voorheen vrijwel niet onderzocht.Show less
Vorstelijke gerechtshoven als de Grote Raad te Mechelen en de Admiraliteit te Veere waren deel van de machtscentralisatie van de Habsburgers in de 16e eeuwse Nederlanden, en hebben de verspreiding...Show moreVorstelijke gerechtshoven als de Grote Raad te Mechelen en de Admiraliteit te Veere waren deel van de machtscentralisatie van de Habsburgers in de 16e eeuwse Nederlanden, en hebben de verspreiding van het Romeins-canonieke procesrecht in de Nederlanden verzekerd. De procesgang aan deze gerechtshoven wordt nog steeds onderzocht; met name de praktijk aan de Admiraliteit is vrij onbekend. Deze casestudy van een tweetal processen voor de Admiraliteit en Grote Raad presenteert observaties over de rechtsgang aldaar. Dit onderzoek beoogt tevens vanuit de inhoud van de rechtszaken bijdragen te leveren aan het onderzoek naar de haringvisserij.Show less