Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In dit eindwerkstuk heb ik geprobeerd het gedicht De reditu suo van Rutilius Namatianus te koppelen aan theorieën over landschap, aan de hand van de vraag, hoe Rutilius omgaat met het landschap...Show moreIn dit eindwerkstuk heb ik geprobeerd het gedicht De reditu suo van Rutilius Namatianus te koppelen aan theorieën over landschap, aan de hand van de vraag, hoe Rutilius omgaat met het landschap waar hij doorheen reist. Op twee verschillende niveaus heb ik geprobeerd te beschrijven hoe deze omgang in De reditu suo plaatsvindt. Op macroniveau zien we een aantal contrasten, die als een soort thema’s door het gehele gedicht lopen. Analyse op microniveau biedt de mogelijkheid om de afzonderlijke plaatsen die Rutilius bezoekt los te halen uit de langere lijn van het reisnarratief, en zo te bekijken hoe de plaatsen als mnemotopen functioneren.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In mijn scriptie vergelijk ik het concept van 'theoretisch kijken' in Xenophons Socratische oeuvre met de Platoonse theoria. In mijn drie hoofdstukken behandel ik passages uit Xenophons Oeconomicus...Show moreIn mijn scriptie vergelijk ik het concept van 'theoretisch kijken' in Xenophons Socratische oeuvre met de Platoonse theoria. In mijn drie hoofdstukken behandel ik passages uit Xenophons Oeconomicus (III.6-9), Memorabilia (IV.3.14) en Symposium (IV.21-22), die ik in verband breng met verschillende passages uit het oeuvre van Plato. Hieruit blijkt een interactie gaande tussen Xenophon en Plato, waarbij Xenophon weet heeft van Plato's theoria en hiermee op eigen en ironische wijze omspringt. Daarnaast biedt mijn analyse een voorzet voor de conceptualisering van 'kijken' in Xenophons oeuvre.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In boek 22 van de Ab urbe condita beschrijft Livius de besluitvorming door de Romeinse legeraanvoerders in de aanloop naar de slag bij Cannae in 216 vC. Livius besluit boek 22 met de besluitvorming...Show moreIn boek 22 van de Ab urbe condita beschrijft Livius de besluitvorming door de Romeinse legeraanvoerders in de aanloop naar de slag bij Cannae in 216 vC. Livius besluit boek 22 met de besluitvorming in de senaat over het losgeld voor de Romeinse krijgsgevangenen die in handen van Hannibal zijn gevallen. Het besluit wordt genomen tegen de achtergrond van een militaire en civiele noodsituatie. Livius illustreert diverse aspecten die traditioneel met virtus werden geassocieerd in scènes voorafgaand, tijdens en na een slag. Zonder deze aspecten of virtus te benoemen, herkent de lezer deze aspecten in zijn weergave van het senaatsbesluit. Op subtiele wijze neemt de lezer kennis van een senaatsbesluit dat getuigt van een vorm van virtus in een historische setting waarin traditionele en meer contemporaine aspecten van virtus zijn verwerkt. Kenmerkend voor de wijze waarop de senaat tot zijn besluit komt is de beslissing om de tijd te nemen voor het horen van verschillende standpunten, de relatie met de omstandigheden en tegelijkertijd de eerbied voor de kern van de traditionele virtus-cultuur.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In het vierde boek van de Romeinse elegieën dichter Propertius wordt in het eerste gedicht een nieuwe onderwerp aangekondigd, aitiologie over Rome. In hetzelfde gedicht wordt Propertius hierop...Show moreIn het vierde boek van de Romeinse elegieën dichter Propertius wordt in het eerste gedicht een nieuwe onderwerp aangekondigd, aitiologie over Rome. In hetzelfde gedicht wordt Propertius hierop aangesproken en hem verteld dat hij beter bij liefdeselegie kan blijven. Dit werpt vragen op over Propertius' literaire identiteit. In de eerste drie boeken is Propertius duidelijk een poeta-amator. In drie gedichten (4.5, 4.7 en 4.8) onthult Propertius nieuwe informatie waardoor de lezer door refiguratie tot een nieuwe interpretatie van het hele werk van Propertius komt en daarmee tot een nieuwe identiteit van Propertius: hij heeft zich in de eerste drie boeken voorgedaan als een poeta-amator, maar is nooit een echte poeta-amator geweest.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
Over de metapoëtische lading van het aanvliegen van Bacchus in Catullus LXIV. Hij vliegt wel richting Ariadne, maar komt niet bij haar aan. In deze scriptie betoog ik dat Catullus hierin doet aan...Show moreOver de metapoëtische lading van het aanvliegen van Bacchus in Catullus LXIV. Hij vliegt wel richting Ariadne, maar komt niet bij haar aan. In deze scriptie betoog ik dat Catullus hierin doet aan genreonderhandeling.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
This thesis examines the first stasimon of Sophocles' Oedipus Rex and focuses on how the opening of the first choir song responds to the first epeisodion. In the first epeisodion Tiresias accuses...Show moreThis thesis examines the first stasimon of Sophocles' Oedipus Rex and focuses on how the opening of the first choir song responds to the first epeisodion. In the first epeisodion Tiresias accuses Oedipus of murdering Laius. Nevertheless, the choir opens the first stasimon by asking who the murderer of Laius is. Why don't they respond to Tiresias' accusation? My analysis suggests that the choir suffers of cognitive dissonance since the accusation of Tiresias, as this accusation forces the choir to choose between either Oedipus or Tiresias. I have tried to explain that the fact that the choir opens by asking who the murderer is can be seen as a form of cognitive dissonance reduction, more specifically by changing a environmental cognitive element, namely time.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In zijn Dialogus de Anima et Resurrectione houdt Gregorius van Nyssa een vurig pleidooi voor het voortbestaan van de ziel na de dood à la Plato's Phaedo, én voor de christelijke doctrine van de...Show moreIn zijn Dialogus de Anima et Resurrectione houdt Gregorius van Nyssa een vurig pleidooi voor het voortbestaan van de ziel na de dood à la Plato's Phaedo, én voor de christelijke doctrine van de wederopstanding in het lichaam. In deze scriptie heb ik onderzocht hoe Gregorius zijn standpunten uitlegt en verdedigt door een soort filosofische 'pick and mix'-methode te hanteren. Zijn behandeling van emoties vormt de focus van een close reading van deze dialoog, omdat die zijn positie als denker op het snijvlak van antieke en vroeg-christelijke filosofie goed illustreert.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In this thesis I have argued for the presence of ambiguity in Horace's Ode 1.37. Instead of a transition from criticism to praise for Cleopatra, I believe that through the placement of words and...Show moreIn this thesis I have argued for the presence of ambiguity in Horace's Ode 1.37. Instead of a transition from criticism to praise for Cleopatra, I believe that through the placement of words and choice of words in v. 21 the ancient reader and listener were invited to misread the poem, which resulted in an ironic reading of the poem from fatale monstrum onwards (vv. 21-32).Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie staan twee soorten bronnen centraal: een set munten uit het Kushaanse rijk uit de tweede eeuw n. Chr. en een set passages van antieke auteurs Strabo en Arrianus. Deze scriptie...Show moreIn deze scriptie staan twee soorten bronnen centraal: een set munten uit het Kushaanse rijk uit de tweede eeuw n. Chr. en een set passages van antieke auteurs Strabo en Arrianus. Deze scriptie onderzoekt manieren waarop een empirische analyse van archeologische bronnen en een literaire analyse van tekstbronnen elkaar kunnen aanvullen.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
open access
In de ideale staat van Cicero vormt het volk een van de drie staatselementen die de staat tot een gemengde constitutie maken. De positie van het volk heeft echter een bijzonder karakter ten...Show moreIn de ideale staat van Cicero vormt het volk een van de drie staatselementen die de staat tot een gemengde constitutie maken. De positie van het volk heeft echter een bijzonder karakter ten opzichte van de andere staatselementen. Het volk krijgt in de door Scipio gegeven definitie van de staat een cruciale status die de nodige vragen oproept, in het bijzonder wanneer we daarbij de aan het volk verbonden waarde betrekken: de libertas (vrijheid). De algemene vraag welke positie het volk binnen de (ideale) staat van Cicero heeft, staat in verband met tal van andere vragen, zoals: Wanneer is een volk vrij en waarom is dat belangrijk? Wat is de positie van het volk binnen een monarchie of een aristocratie? Hoe verhoudt het volk zich tot de andere elementen in de staat? Is er sprake van ‘volkssoevereiniteit’?Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie behandel ik de manier waarop Propertius en Ovidius de wetten van Augustus omtrent het huwelijk naar voren doen komen in hun gedichten. Propertius en Ovidius zijn de enige twee...Show moreIn deze scriptie behandel ik de manier waarop Propertius en Ovidius de wetten van Augustus omtrent het huwelijk naar voren doen komen in hun gedichten. Propertius en Ovidius zijn de enige twee dichters die na de invoering van de huwelijkswetgeving nog elegieën hebben geschreven. Voor beide dichters heeft de wetgeving gevolgen voor het creëren van hun poëzie.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In een tijd dat teksten van enige literaire kwaliteit nog veelal mondeling in poëzievorm werden voorgedragen, stelde Herodotus als één van de eersten een prozatekst samen over de geschiedenis van...Show moreIn een tijd dat teksten van enige literaire kwaliteit nog veelal mondeling in poëzievorm werden voorgedragen, stelde Herodotus als één van de eersten een prozatekst samen over de geschiedenis van mensen. Het verschil tussen deze 'Historiën' en contemporaine poëzie is echter niet zwart-wit: veel elementen uit Herodotus' werk zijn terug te voeren op de contemporaine Griekse tragedie. Waar in de wetenschappelijke literatuur veelal slechts wordt geconstateerd dat deze overeenkomsten er zijn of lijkt te worden aangenomen dat Herodotus eenvoudigweg is beïnvloed door zijn omgeving, meen ik dat deze parallellen kunnen worden begrepen als een vorm van verankering. In mijn scriptie ga ik hiervoor na hoe Herodotus door middel van tragische motieven en een tragische vertelstructuur in de Lydische logos een tragisch referentiekader opzet. Vervolgens onderzoek ik in hoeverre dit tragische referentiekader terugkomt in Herodotus' verhaal over Polycrates en over Periander, om tot slot stil te staan bij de relevantie van een tragisch referentiekader voor Herodotus' werk. Mijn conclusie is dat Herodotus tragische motieven en een tragische vertelstructuur gebruikt als 'ankers'. Door deze op verschillende plaatsen in zijn 'Historiën' te verwerken, probeert hij binnen het intellectuele, competitieve milieu van zijn tijd zijn nieuwe vorm van historiografie op een redelijke of zinnige manier te koppelen aan de belevingswereld van zijn publiek.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
Herodes de Grote was van 37 v. Chr. tot 4 n. Chr. koning van Judea. Hij is niet afkomstig van een koninklijke lijn en hij wordt aangesteld door buitenlanders. Hierdoor heerst onder zijn volk de...Show moreHerodes de Grote was van 37 v. Chr. tot 4 n. Chr. koning van Judea. Hij is niet afkomstig van een koninklijke lijn en hij wordt aangesteld door buitenlanders. Hierdoor heerst onder zijn volk de opvatting dat hij legitimiteit mist. Herodes beoogt deze twijfel aan zijn rechtmatigheid weg te nemen. Hij vestigt zijn heerschappij daarom in de traditie van twee koningsmodellen. Als Jood in een gehelleniseerd gebied positioneert hij zich als erfgenaam van de hellenistische koningen en de Joodse koningen. Wat we weten over Herodes en zijn heerschappij, weten we door Flavius Josephus (37 n. Chr. – 100 n. Chr.). Josephus heeft twee werken geschreven waarin hij Herodes beschrijft: Bellum Judaicum (75 n. Chr.) en Antiquitates Judaicae (94 n. Chr). De portrettering van Herodes in Bellum I wordt beschouwd overeen te komen met het beeld van een hellenistische koning, terwijl het beeld van Herodes in Antiquitates algemeen wordt herkend als de beeldvorming van een tiran, die ver weg staat van het model van een hellenistische koning. Naast het beeld van een tiran, plaatst Josephus elders in Antiquitates Herodes in de traditie van de Joodse koningen. Josephus heeft in zijn oeuvre Herodes verbonden met het model van een hellenistische koning, met het model van een antieke tiran en met het model van een Joodse koning. In dit onderzoek wordt nader beschouwd of in Bellum Judaicum I het model van een hellenistische koning wordt vertegenwoordigd, of dat Josephus in dit vroegste werk al voorbereidingen treft voor zijn latere karakterisering van Herodes als tiran en van Herodes in verbinding met de Joodse koningschap.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
Op basis van een systematische analyse van een sleutelpassage in Apollonius' Argonautica (1.1280-1362) betoog ik in mijn eindwerkstuk dat Iason in het epos gekarakteriseerd wordt als een nieuwe,...Show moreOp basis van een systematische analyse van een sleutelpassage in Apollonius' Argonautica (1.1280-1362) betoog ik in mijn eindwerkstuk dat Iason in het epos gekarakteriseerd wordt als een nieuwe, hellenistische held. Mijn eindwerkstuk bouwt daarmee voort op de inzichten van andere geleerden, maar is tevens vernieuwend in de focus op de genoemde passage en in de systematische behandeling ervan. Apollonius’ karakterisering van zijn hoofdpersonage Iason interpreteer ik door middel van een close reading vanuit drie op elkaar aansluitende invalshoeken: literair, intertekstueel en metapoëtisch. Apollonius blijkt binnen de passage Iason te contrasteren met archaïsche en ‘Homerisch’ getinte helden en plaatst zijn hoofdpersonage zo op de voorgrond. Daarnaast bewijst Iason in de conflictscène (Arg. 1.1280-1362) de ‘beste expeditieleider’ (ἄριστος ὄρχαμος) te zijn door de ruzie met de ‘Homerisch getinte’ Telamon te beslechten. De nieuwe hellenistische held Iason neemt daarmee niet alleen een dominante positie in onder de Argonauten maar het personage weet zijn Homerische voorgangers zelfs te overtreffen. In mijn metapoëtische analyse betoog ik vervolgens dat Apollonius’ karakterisering van Iason de dichters houding tegenover de Homerische epische traditie reflecteert. De sleutelpassage, waarbinnen de ruziënde ‘Homerisch’ getinte Argonauten onder het leiderschap van een nieuwe ogenschijnlijk zwakke held zich met elkaar verzoenen, bewijst dat Apollonius zowel voortborduurt als afwijkt van de Homerische epen. De dichter blijkt een spel te spelen met de Homerische epische traditie en past tegelijkertijd vernieuwing toe in het epische genre. Mijn analyse van de conflictscène (Arg. 1.1280-1362) laat daarmee zien dat zowel het hoofdpersonage Iason binnen de Argonautica als het genre epiek onder Apollonius een ontwikkeling doormaakt.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In zijn epos De partu Virginis uit 1526 beschrijft Jacopo Sannazaro de geboorte van Christus, maar in de vorm van een klassiek epos, inclusief verwijzingen naar klassieke goden en mythologie. In...Show moreIn zijn epos De partu Virginis uit 1526 beschrijft Jacopo Sannazaro de geboorte van Christus, maar in de vorm van een klassiek epos, inclusief verwijzingen naar klassieke goden en mythologie. In mijn scriptie onderzoek ik hoe hij in zijn werk christelijke en klassieke elementen heeft gecombineerd en zo probeer ik te achterhalen welk doel hij met deze combinatie beoogde. Hiertoe bestudeer ik de intertekstualiteit in De partu Virginis aan de hand van twee casestudy's, namelijk Sannazaro's zelfpresentatie als dichter en zijn beschrijving van Jezus. Daarnaast beschouw ik het werk kort in zijn historische en literaire context. Het blijkt dat Sannazaro de klassieke elementen in zijn werk inzet om zijn christelijke boodschap te ondersteunen: gebruik van de klassieken is toelaatbaar, mits die ondergeschikt blijven aan Christus. Hij zet klassieke teksten zodanig in dat de lezer ze allegorisch gaat begrijpen. Deze manier van schrijven en interpreteren past goed bij de Romeinse humanistische traditie van Sannazaro's tijd, in het bijzonder de ideeën van de humanist Egidio da Viterbo.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie wordt onderzocht op welke manier Horatius Augustus weergeeft in Oden IV en het Carmen Saeculare. Horatius schildert Augustus af als brenger van herstel op gebied van politiek,...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht op welke manier Horatius Augustus weergeeft in Oden IV en het Carmen Saeculare. Horatius schildert Augustus af als brenger van herstel op gebied van politiek, morele waarden en vrede. Dit doet Horatius zodat zijn eigen naam aan die van Augustus verbonden blijft, waardoor zijn eigen roem vergroot zal worden.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie staat de vraag centraal op welke manieren Andocides in De Pace door middel van de beeldvorming van de Spartanen probeert zijn toehoorders ervan te overtuigen dat zij een...Show moreIn deze scriptie staat de vraag centraal op welke manieren Andocides in De Pace door middel van de beeldvorming van de Spartanen probeert zijn toehoorders ervan te overtuigen dat zij een vredesverdrag met hen moeten sluiten. Deze beeldvorming zal aan de hand van drie verschillende methodes bekeken worden: hoofdstuk 1 zal gebruik maken van memory studies, hoofdstuk 2 van analyse van waardeterminologie en hoofdstuk 3, tot slot, van cognitieve taalkunde.Show less