In deze bijdrage ligt het accent op de argumentatie in de beeldende kunst met als casus het oeuvre van de Duitse kunstenaar-superstar van de jaren ’60 en een van de meest invloedrijke kunstenaars...Show moreIn deze bijdrage ligt het accent op de argumentatie in de beeldende kunst met als casus het oeuvre van de Duitse kunstenaar-superstar van de jaren ’60 en een van de meest invloedrijke kunstenaars van de 20e eeuw Joseph Beuys (1921-1986). Beuys claimt dat kijken naar kunst geen rationele bezigheid is (‘Understanding art cannot be restricted to a rational analysis’). De vraag die in deze scriptie centraal staat is of er een strategie kan worden opgesteld die ten grondslag ligt aan de overredingskracht van zijn werk. Met andere woorden, welke argumenten gebruikt Beuys om zowel redelijk als retorisch effectief te zijn.Show less
Verschillende eerdere onderzoeken tonen aan dat er sprake is van genderstereotypen bij sportverslaggeving, maar voor het Nederlands zijn dit soort onderzoeken nog schaars. Het doel van dit...Show moreVerschillende eerdere onderzoeken tonen aan dat er sprake is van genderstereotypen bij sportverslaggeving, maar voor het Nederlands zijn dit soort onderzoeken nog schaars. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de mate waarin er bij sportverslaggeving sprake is van stereotyperend taalgebruik. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een corpusonderzoek waarbij een inhoudsanalyse en een transitiviteitsanalyse zijn gebruikt. Er is gekeken naar 334 clauses uit sportverslaggeving uit het AD en de Telegraaf over mannelijke en vrouwelijke voetballers en mannelijke en vrouwelijke hockeyers. De inhoudsanalyse richtte zich op de benamingen die werden gebruikt voor vrouwelijke en mannelijke sporters en de transitiviteitsanalyse werd gebruikt om te onderzoeken welke soort processen er bij beide geslachten het meest frequent voorkwamen en of dit significant van elkaar verschilde. Uit de resultaten van de inhoudsanalyse kunnen vanwege de kleine aantallen geen duidelijke kwantitatieve conclusies getrokken worden. Bij de transitiviteitsanalyse is gekeken naar hoe vaak mannelijke en vrouwelijke sporters werden gekoppeld aan een bepaald soort proces, zoals een materieel of mentaal proces. De resultaten van de transitiviteitsanalyse waren niet significant en de resultaten voldoen dus niet aan de verwachting dat er bij vrouwelijke sporters meer mentale processen worden gebruikt en bij mannelijke sporters meer materiële processen. Er is dus, tegen de verwachting in, geen sprake van stereotyperend taalgebruik bij sportverslaggeving. In toekomstig onderzoek is het belangrijk dat er wordt gekeken naar een grotere verscheidenheid aan dagbladen en naar het geslacht van de auteur van het artikel. Daarnaast zou het interessant zijn om te kijken naar het verschil in hoe vaak mannelijke en vrouwelijke sporters zelf aan het woord komen in artikelen van sportverslaggeving. Ten slotte zou het interessant kunnen zijn om naar meer verschillende sporten te kijken en bijvoorbeeld eveneens naar een typische ‘vrouwensport’ zoals turnen.Show less