Deze scriptie gaat over de campagne van Nederlandse communisten voor de vrijlaten van de Scottsboro-jongens: acht jonge negers die in 1931 ten onrechte wegens verkrachting tot de doodstraf...Show moreDeze scriptie gaat over de campagne van Nederlandse communisten voor de vrijlaten van de Scottsboro-jongens: acht jonge negers die in 1931 ten onrechte wegens verkrachting tot de doodstraf veroordeeld werden. Het begint met een historisch overzicht van de rechtszaken die er vanaf april 1931 in Amerika tegen de jongens waren. Vervolgens wordt duidelijk gemaakt wie de internationale campagne initieerde en hoe de Nederlandse campagne tot stand kwam: dat Moskou er de opdracht toe gaf en bepaalde welke vorm het moest krijgen. Centraal staat de vraag hoe Nederlandse communisten de campagne verbeeldden. Met welke termen, beelden en verhalen spoorden ze aan tot actie voor negen zwarte jongens aan de andere kant van de Atlantische oceaan? Door de bril van Nederlandse communisten wordt er gekeken naar destijds nieuwe kwesties als ras, seksualiteit en het Amerikaanse kapitalisme.Show less
Onderzocht is waardoor het neonazisme in het tijdsbestek 2000 tot 2013 aantrekkingskracht uitoefende op een relatief groot aantal Duitsers. Vervolgens werd gekeken wat er bij onze oosterburen...Show moreOnderzocht is waardoor het neonazisme in het tijdsbestek 2000 tot 2013 aantrekkingskracht uitoefende op een relatief groot aantal Duitsers. Vervolgens werd gekeken wat er bij onze oosterburen ondernomen werd om de ontwikkeling van deze stroming af te remmen/te doen stoppen. De terreinen wetgeving, politiek, maatschappij en media kwamen daarbij aan bod. Aan hand van de analyse werd in het laatste hoofdstuk vastgesteld wat er ondernomen werd tegen deze extreemrechtse stroming en in hoeverre dit succesvol bleek te zijn. Met succesvol wordt in deze context het terugdringen van het aantal neonazi's en diens misdaden bedoeld.Show less
Tijdens de crisis van de jaren dertig werden veel werklozen moedeloos. De CPH probeerde er alles aan te doen om de werklozen in beweging te krijgen, maar veel van de oproepen die zij deed waren...Show moreTijdens de crisis van de jaren dertig werden veel werklozen moedeloos. De CPH probeerde er alles aan te doen om de werklozen in beweging te krijgen, maar veel van de oproepen die zij deed waren tevergeefs.Show less
Bestond er een veranderende publieke opinie in Nederland in de twintigste eeuw op de Britse concentratiekampen en het mogelijk gevoelde slachtofferschap van Afrikaner Boeren?
In this thesis, I demonstrate the influence of the events of the Paris Commune on the ideological and personal conflict between Karl Marx and Mikhail Bakunin within the First International. In...Show moreIn this thesis, I demonstrate the influence of the events of the Paris Commune on the ideological and personal conflict between Karl Marx and Mikhail Bakunin within the First International. In their writings, both Marx and Bakunin depicted the Commune as a historical phenomenon that confirmed their own ideas about socialist revolution. To Marx, the Commune figured as an example of a strong, central workers’ government. To Bakunin, the Parisians’ insurrection was initially an anarchist revolution, until Jacobins took over control and tried to organize Paris politically, thereby denying its anarchist origins. These conflicting interpretations of the Commune intensified the ideological and personal rivalry between the Marxist and Bakuninist factions inside the First International. Marx and the General Council increasingly acted authoritarian while the Bakuninists openly defied their legitimacy. In this strife, both factions claimed the Paris Commune on their side. Finally, at the congress in The Hague in September 1872, the Marxists enforced their doctrines of political action and enhanced powers of the General Council, and overcame the Bakuninist minority by expelling its spiritual leaders, including Bakunin.Show less
De slag bij de Somme, die werd uitgevochten tussen 1 juli en 18 november 1916, wordt tegenwoordig herinnerd als een zinloze slachting en een gruwelijk mislukking. Dit is niet onlogisch, de...Show moreDe slag bij de Somme, die werd uitgevochten tussen 1 juli en 18 november 1916, wordt tegenwoordig herinnerd als een zinloze slachting en een gruwelijk mislukking. Dit is niet onlogisch, de verliezen die aan beide kanten waren enorm en de strategische resultaten voor de aanvallers, Groot-Brittannië en Frankrijk, waren beperkt. Toch is het opvallend dat er tegenwoordig aan geallieerde zijde een uitgesproken negatief beeld van de Eerste Wereldoorlog bestaat, want uiteindelijk waren de geallieerden toch de overwinnaars. In deze studie wordt er gezocht naar de oorsprong van het uitzonderlijk negatieve en duistere beeld van de slag bij de Somme. Hiervoor wordt deze negatieve beeldvorming vergeleken met persbeschrijvingen van de slag in Nederlandse dagbladen en tijdschriften. Deze studie laat dus ook zien wat het publiek in het neutrale Nederlands van 1916 te weten kon komen over de strijd in de loopgraven die op slechts enkele honderden kilometers van de Nederlandse grens werd uitgevochten.Show less
‘The Great Forgetting’ is about the process of consolidation of French republicanism in the early, formative years of the French Third Republic and the regime’s accordant search for the republic’s...Show more‘The Great Forgetting’ is about the process of consolidation of French republicanism in the early, formative years of the French Third Republic and the regime’s accordant search for the republic’s legitimacy in the aftermath of l’année terrible - the year of 1871, during which France had to deal with the loss of the Franco-Prussian war, the fall of the Second Empire, the creation of the Third Republic, the siege of Paris by the Prussians, the defeat and humiliating peace terms, the Paris Commune, and new ideas about the nation. This process can otherwise be described as the creation of a history and accordant commemorative tradition of a Republic by its government that had to account for its legitimacy in the aftermath of a violent past. The whole will be analysed by considering the Père-Lachaise cemetery in Paris as a locus for national symbolism of the French Third Republic. This thesis argues that the cemetery can be considered as a stage for performing politics used by the governments of the Third Republic and its abovementioned opponents as a place to create their definition of France from 26 March 1871 onward. While describing this mnemonic battle on Père-Lachaise about the place of l’année terrible in the history of the Third Republic, this thesis analyses why it was that a ‘Communard memory’ of this period prevailed over any other constructed collective memory in relation to issues of legitimacy of and in the early Third Republic.Show less
In deze scriptie wordt de relatie tussen de vroege socialistische beweging en de joodse bevolking in Amsterdam tussen 1886 en 1894 onderzocht. Daarbij wordt gekeken naar de pogingen van socialisten...Show moreIn deze scriptie wordt de relatie tussen de vroege socialistische beweging en de joodse bevolking in Amsterdam tussen 1886 en 1894 onderzocht. Daarbij wordt gekeken naar de pogingen van socialisten om de joodse arbeiders voor het socialisme te winnen en naar de ontvankelijkheid van de joodse arbeiders voor deze propaganda. Tevens wordt onderzocht hoe de vroege socialistische beweging van Amsterdam aankeek tegen joden en in hoeverre er sprake was van antisemitisme binnen deze beweging.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
Eind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan...Show moreEind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan als haar eigen partijprogramma en spiegelde zich bewust aan de succesvolle Duitse partijorganisatie. In de jaren die volgden werden zowel de ideologische basis als het repertoire van de SDV en de SDB (1881) uitgebreid onder invloed van het uit Duitsland afkomstige sociaaldemocratische drukwerk, de door de SAPD-Rijksdagfractie ondernomen propagandatochten en de persoonlijke contacten tussen Duitsers en Nederlanders. Daarbij wonnen de Duitse ideologie en praktijk aan autoriteit door de grote praktische successen die de SAPD behaalde bij de verkiezingen en door de manier waarop zij zich in haar activiteiten wist te onttrekken aan de controle van de reactionaire Bismarckstaat. In 1883 was het Nederlandse socialisme voldoende ontwikkeld om een rol van betekenis te spelen in de Nederlandse context. De in het buitenland verworven theoretische en praktische kennis werd binnen de Nederlandse politieke cultuur toe- en aangepast. Het groeiende zelfbewustzijn van de SDB-leden en de noodzaak de buitenlandse voorbeelden aan de eigen politieke cultuur aan te passen, maakten tegelijkertijd dat de SDB een kritischer houding aannam tegenover zijn zusterorganisaties in het buitenland. De Nederlandse socialistenleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis ontwikkelde zich daarbij tot de grootste criticus van de parlementaire tactiek van de Duitse sociaaldemocraten. Hij ging de SDB voor op weg naar het anarchisme. Voor de partijleden die het parlementarisme en het verkiezingswapen niet geheel wensten op te geven, was er geen plaats meer binnen de partij. Hen restte geen andere mogelijkheid dan zich van de SDB af te keren en een eigen sociaaldemocratische partij op te richten: de SDAP. De SDAP vertoonde zowel in haar structuur als in haar ideologische beginselen grote gelijkenis met de SPD. Deze overeenkomsten waren een gevolg van de zwakke positie die de nieuwe partij innam in het ‘vijandige’ Nederlands-socialistische klimaat: de SDAP had een sterke bondgenoot nodig die haar ideologisch en financieel kon steunen. De Nederlandse sociaal-democraten onderschreven weliswaar het Erfurter Programm, maar in de praktijk bood de Nederlandse versie van dit programma de jonge partij vooral een rechtvaardiging naar de buitenwereld. Door de financiële steun van Bahlmann en de SPD kon deze rechtvaardiging bovendien via de sociaaldemocratische pers worden uitgedragen. Uit deze ontwikkeling van het Nederlandse socialisme blijkt dat de Duitse sociaaldemocratie via zowel positieve als negatieve transferprocessen heeft bijgedragen aan de oprichting van de SDAP en dat zij de Nederlandse partij door de eerste moeilijke periode heen heeft geholpen. De Duitse sociaaldemocratie heeft de oprichting van de SDAP echter niet veroorzaakt. De Nederlandse ontwikkelingen werden begin jaren 1890 te sterk gestuurd door de nationale omstandigheden en door de sterke karaktereigenschappen van in Nederland opererende persoonlijkheden als Domela. De oprichting van de SDAP op 26 augustus 1894 was evenzeer het gevolg van een keuze tegen Domela, als van een keuze voor het parlementarisme.Show less
Het Rotterdams punkcollectief de Rondos waren actief tussen 1978 en 1983. Deze scriptie behandeld alle activiteiten zoals: de band (songteksten, muziek, artwork) het eigen opgerichte tijdschrift ...Show moreHet Rotterdams punkcollectief de Rondos waren actief tussen 1978 en 1983. Deze scriptie behandeld alle activiteiten zoals: de band (songteksten, muziek, artwork) het eigen opgerichte tijdschrift 'Raket' en de boeken die ze schreven. 'Raket' functioneerde als platform in een tijd waarin 'Oor' en andere muziekkranten nauwelijks of geen aandacht besteedde aan punk. Ter introductie van het onderwerp bevat deze scriptie een hoofdstuk dat uigebreid ingaat op het ontstaan van punk in zowel Amerika, Engeland en Nederland. De Rotterdammers hadden geen eenduidige politieke ideologie aanhingen werden ze wel degelijk beïnvloedt door het anarchisme en communisme. Rotterdam was in de jaren zestig en zeventig het Maoïstische bolwerk van Nederland. Ook het spanningsveld tussen de Rotterdamse en Amsterdamse punkscene zal aanbod komen. In deze scriptie wordt dus het brede spectrum aan activiteiten van de Rondos onderzocht waarbij de politieke ideologie centraal staat.Show less
In deze scriptie wordt aan de hand van het levensverhaal van drie criminele Joodse broers uit Amsterdam uitgelegd hoe men aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw...Show moreIn deze scriptie wordt aan de hand van het levensverhaal van drie criminele Joodse broers uit Amsterdam uitgelegd hoe men aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw tegen criminaliteit aankeek. In de wetenschap was er een nieuwe discussie ontstaan over de aard van de criminelen. Lombroso concludeerde dat misdadigers slecht waren van nature en achtergebleven waren in de evolutie. Zij waren dan ook een afwijkende soort mensen. Hiertegen in opstand kwam de Franse school die vond dat men ook moest kijken naar de sociale omstandigheden. Toch kwamen zij uiteindelijk er toch ook op uit dat criminelen biologisch anders van aard waren dan 'normale mensen.' Hieruit concludeerde strafrechters zoals de Nederlander J.A. van Hamel dat wanneer men toch 'onverbeterlijk' was het ook geen zin had om hen langdurig op te sluiten. In Nederland had men namelijk net het cellulaire gevangenisstelsel ingevoerd. Dit hield in dat elke gevangene in een eigen cel werd opgesloten en daar soms jarenlang werd vastgehouden om zo tot 'bezinning' te komen. Uiteindelijk bleek deze praktijk te zorgen voor krankrzinnigheid en verbeterden de gevangenen juist niet. Maar het bouwen van cellulaire gevangenissen had veel geld gekocht en ondertussen was dit een heikel punt geworden in de politieke. Het duurde dan ook nog jaren voordat er eindelijk verandering in kwam en men niet meer eenzaam werd opgesloten. Terwijl men in de wetenschap en op politiek niveau druk bezig was met het beslissen over het lot van de gevangenen hadden in de praktijk politieagenten het meest te maken met criminelen. Ook de gebroeders Vet kwamen regelmatig in contact met agenten. Hoe agenten uit die tijd tegen criminelen aankijken blijkt niet zo veel te verschillen van hoe de wetenschappers erover denken. Ook de agenten lijken geen oog te hebben voor de omstandigheden die mensen tot hun criminele daden aanzet. Ook zij spreken zich over het algemeen minderwaardig uit over deze mensen. Uiteindelijk is er dan de pers, tegenwoordig gezien als de kritische noot in onze samenleving. Uit de artikelen waarin de gebroeders Vet voorkomen blijkt dat er van enige kritiek op de rechtsgang toen geen sprake was. Concluderend is er te zeggen dat de klassenverschillen toentertijd zo groot waren dat men geen enkel inlevingsvermogen had waardoor men ook niet kon begrijpen waarom mensen tot criminelen daden kwamen.Show less
In Communist Parties we see the use of playing the spy-card on opposition. It is an instrument that is already used by Lenin, and Stalin made a method of this accusation to deal with opposition and...Show moreIn Communist Parties we see the use of playing the spy-card on opposition. It is an instrument that is already used by Lenin, and Stalin made a method of this accusation to deal with opposition and critics. Trotsky became the enemy of the socialist society and he had send his agents into the Soviet Union so that they could destroy from inside. This was the justification for the Great Terror. In the Communist Party of the Netherlands, CPN, we see the same practice. Especially in the conflict of 1956-1958. This is a research to the exact accusations, rhetorically, and practice of what is called the 'agenten-theorie', focussed on the CPN and the conflict of 1956-1958.Show less