Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In dit eindwerkstuk kijk ik naar de verschillende wijze waarop het zogeheten ‘Warmerdamiaans’ tot uiting komt in de films en schilderijen van Alex van Warmerdam. De vanzelfsprekendheid waarmee Van...Show moreIn dit eindwerkstuk kijk ik naar de verschillende wijze waarop het zogeheten ‘Warmerdamiaans’ tot uiting komt in de films en schilderijen van Alex van Warmerdam. De vanzelfsprekendheid waarmee Van Warmerdam een eigen wereld neer zet in diverse media resulteerde in de onderzoeksvraag: hoe kan er naar Alex van Warmerdams films en schilderijen worden gekeken via de intertekstuele notie van auteurschap? Ik kijk naar wat het concept ‘auteur’ heeft betekend en tegenwoordig betekent in de filmwetenschap. Dit doe ik aan de hand van theorieën van Francois Truffaut, Peter Wollen en Jonathan Gray. Ik heb ook onderzocht hoe verschillende manieren van intertekstualiteit worden uitgelegd, aan de hand van Jonathan Gray’s en Maaike Meijers theorie. Om antwoord te geven op mijn onderzoeksvraag heb ik gebruik gemaakt van drie verschillende case-studies van Van Warmerdams hand: Schneider vs. Bax, Tronies en L’histoire kaputt. In de film Schneider vs. Bax ligt mijn focus op een schilderij die in de mise-en-scène te zien is en op welke wijze dit schilderij een nieuwe kijkhouding afdwingt. Vervolgens kijk ik naar de schilderijen in de solo-tentoonstelling Tronies en maak ik twee verschillende close-readings. Eén waarbij Schneider vs Bax als paratekst voor de tentoonstelling gebruikt wordt en één waarin ik kijk naar de intertekstuele verwijzingen die de schilderijen en de tentoonstellingstekst oproepen. In de laatste case-study onderzoek ik hoe Van Warmerdam als auteur invloed heeft op zijn schilderfilm L’histoire kaputt. Tot slot kan ik concluderen dat de verschillende ‘brillen’ die ik tijdens dit onderzoek heb opgezet, tot nieuwe inzichten hebben geleid. Zoals het inzicht dat het niet noodzakelijk is om Van Warmerdam zowel als schilder als filmmaker te bezien, maar dat het de kijker, mij in dit geval, fijngevoeliger maakt voor terugkerende elementen. Eén van deze elementen is de handeling van het schilderen, wat als startpunt voor een zou kunnen dienen voor een nieuw onderzoek naar Van Warmerdams films.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In begin van de jaren nul scherpte Allan Cameron de tendens aan waarin het ging om films die de gangbare chronologie nadrukkelijk oprekken. Hierin bespreekt hij de films 21 Grams en Irreversible,...Show moreIn begin van de jaren nul scherpte Allan Cameron de tendens aan waarin het ging om films die de gangbare chronologie nadrukkelijk oprekken. Hierin bespreekt hij de films 21 Grams en Irreversible, die beiden een achronologische vertelling hanteren. In deze zogeheten ‘modular narratives’ duidt Cameron op een beladen verhouding tussen toeval - ‘contingency’ - en orde. De atemporele vertelstructuur van de films zetten de gevallen van willekeur namelijk op de voorgrond, maar heeft ook een bijdrage in hoe de kijker de film als samenhangend geheel ervaart. Hierdoor ontstaat er dus een evenwicht tussen contingency en orde. In mijn eindwerkstuk richt ik mij op films die zich vlak voor deze tendens afspeelden: Trois Couleurs: Rouge (Krzyzstof Kieślowski, 1994) en Short Cuts (Robert Altman, 1993). Beide films zijn onderworpen aan willekeur. Echter, het verschil met Camerons casussen, wil ik betogen, is dat de films een extremere uitwerking van contingency zijn. Aan de hand van uitvoerige analyses leg ik deze aard van de films uit. Voor Rouge zal ik de onduidelijke manifestatie van een achtergrondpersonage naar voren dragen als een ongemarkeerde flashback. De atemporaliteit is dus ingebed en impliciet. Hierdoor dringt het idee van toeval zich op. In Short Cuts kruisen acht verhaallijnen elkaar voortdurend, maar dienen die ontmoetingen niet tot een functie. De ‘climax’ van de film is een onjuiste oorzaak- gevolgrelatie, waardoor causaliteit wordt ondermijnd. Hierdoor dient de willekeurigheid niet tot een resolutie. In Camerons films hebben de gevallen van willekeur nog een functie voor de manier waarop het verhaal als geheel ervaren wordt. In mijn casussen is dat niet op dezelfde wijze op te merken. Beide films zijn op daarom gevallen van een narratief waar willekeur wezenlijker is dan causaliteit.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Deze scriptie past Svetlana Boyms off-modern (The Future of Nostalgia, 2001) toe om in intertekstualiteit een verdiepende, nostalgische laag te duiden. Intertekstualiteit wordt ook als affectief...Show moreDeze scriptie past Svetlana Boyms off-modern (The Future of Nostalgia, 2001) toe om in intertekstualiteit een verdiepende, nostalgische laag te duiden. Intertekstualiteit wordt ook als affectief gezien in Richard Dyers definitie van pastiche (Pastiche, 2007), die in deze scriptie gebruikt wordt om het argument te verstevigen. Hierbij wordt het sci-fi subgenre van retrofuturisme in deze scriptie voor het eerst als off-modern geanalyseerd, doordat het nostalgisch als pastiche naar voorlopers verwijst om nieuwe verhaalwerelden te creëren. Mijn lezing van retrofuturisme als off-modern verklaart waarom het genre zo veel aantrekkingskracht heeft, het gaat creatief om met het verleden door met het verleden mee naar de toekomst te kijken. Het genre bevraagt hier de ‘zijpaden’ van het verloop van de geschiedenis mee. Deze nostalgische en affectieve laag gaat tegen Frederic Jameson’s lezing van intertekstualiteit als platgeslagen betekenis in (Postmodernism, 1991). Intertekstuele verwijzingen zijn off-modern door ze als ruïnes en als souvenirs te lezen, voorbeelden die Boym gebruikt. Ze zijn ruïnes doordat het overblijfselen zijn van eerdere teksten waarop nieuwe teksten gebouwd worden. Ze laten sporen achter in nieuwe teksten die ons bewust maken van hun geschiedenis en vallen daarom onder reflectieve nostalgie. Verwijzingen zijn souvenirs doordat het fragmenten zijn die de verbinding tussen het verleden en het heden expliciet maken. Ze wekken een verlangen op naar de oudere teksten. Ik leg deze metaforen uit aan de hand van de retrofuturistische videogame Fallout: New Vegas, die veel intertekstuele verwijzingen bevat. Daarnaast lees ik op het verhaalniveau het spel als interactief off-modern. Dat intertekstuele verwijzingen off-modern affect hebben is nog niet eerder uiteengezet. Deze nieuwe lezing van intertekstualiteit als off-modern maakt het mogelijk om verwijzingen op affectieve, geëngageerde wijze te analyseren.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Ecofeminisme is een relatief jonge en toch controversiële stroming. In simpele termen gaat het over de relatie tussen vrouw en natuur, maar hoe die relatie eruitziet, verschilt van ecofeminist tot...Show moreEcofeminisme is een relatief jonge en toch controversiële stroming. In simpele termen gaat het over de relatie tussen vrouw en natuur, maar hoe die relatie eruitziet, verschilt van ecofeminist tot ecofeminist. Voor de grondlegger van de stroming, Françoise d’Eaubonne, was het een manier om vrouwen op een voetstuk te plaatsen, en daarmee mannen tot een tweederangspositie in de samenleving te degraderen. Cultureel ecofeminisme, een zijtak van ecofeminisme, doet hetzelfde, alleen hecht het specifiek belang aan ‘natuurlijke’ eigenschappen die vrouwen in zich hebben. Deze manier van denken kan volgens ecofeministen als Val Plumwood en Greta Gaard echter nooit de bevrijding van vrouwen en natuur teweegbrengen. Vrouwen en natuur blijven hier tegenover mannen en beschaving staan, in plaats van ernaast. Er is een ecofeminisme nodig dat deze binaire opposities onderuit haalt en ze niet slechts omdraait. Volgens Neelam Jabeen kan postkoloniaal ecofeminisme de oplossing bieden. Deze zijtak heeft oog voor meerdere vormen van onderdrukking en is daardoor beter in staat zich te verzetten tegen binaire opposities. Een functionele manier om de boodschap van postkoloniaal ecofeminisme tot mensen te laten doordringen, is via film en literatuur. Deze kunstvormen zijn vanwege hun toegankelijkheid en potentieel om afwijkende ideeën mee uit te werken zeer geschikt om mensen kritisch te laten nadenken. Door de verwachtingen van kijkers of lezers te ondermijnen, kunnen film en literatuur postkoloniaal ecofeminisme introduceren als alternatief voor cultureel ecofeminisme. Deze scriptie werkt de bovenstaande ideeën uit door middel van twee films en twee literaire werken. De films zijn Picnic at Hanging Rock (Peter Weir, 1975) en Daughters of the Dust (Julie Dash, 1991), de boeken zijn Jane Eyre (1847) van Charlotte Brontë en Wide Sargasso Sea (1966) van Jean Rhys. Deze werken problematiseren op een of andere manier de traditionele, essentalistische relatie tussen vrouw en natuur. Zo draaien ze genderrollen om, vervagen ze de grens tussen interieur en exterieur en laten ze ongehoorde stemmen horen. Vergelijkingen tussen de werken zullen daarnaast duidelijk maken dat de onderdrukking van vrouwen en natuur onlosmakelijk verbonden is met racisme en kolonisatie. Het tegengaan van één zal niet slagen zonder het tegengaan van allemaal.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
De uiterst populaire traditie van de Masala-film beleeft al decennia een dominantie in de cultuur rond Bollywood, zowel op het gebied van culturele impact als winst op de box-office. In het...Show moreDe uiterst populaire traditie van de Masala-film beleeft al decennia een dominantie in de cultuur rond Bollywood, zowel op het gebied van culturele impact als winst op de box-office. In het afgelopen decennium lijkt het publiek van Bollywood een nieuwe smaak te krijgen, met populaire films die sterk van de Masala-film afwijken. Een voorbeeld van dit nieuwe paradigma is het grote succes van Dangal. Deze film heeft weinig stilistische overeenkomsten met de films die voorheen succesvol zijn geweest in de Bollywoodcanon. Deze scriptie onderzoekt op welke manieren Dangal afwijkt van de voorgaande succesvolle Masala-films en kijkt of deze film nog gerekend kan worden tot deze traditie. Ter bewerkstelliging van het beantwoorden van deze vraag wordt er op structuralistische wijze onderzocht welke ontwikkelingen de Masala-film door de jaren heen heeft gemaakt. Eerst wordt onderzocht welke stijlelementen de Masala-film mee heeft genomen uit theatertradities van vóór de cinema, met een grote nadruk op de rasa-esthetiek. Vervolgens worden verscheidene invloedrijke films uit de Bollywood canon geanalyseerd. Speciale aandacht wordt besteed aan Sholay en Kal Ho Naa Ho, met een laatste analyse van Dangal die bekijkt hoe de opgemerkte ontwikkelingen zich uitmonden in deze film. Een centrale observatie betreft de geleidelijke aftakeling van de rasa-esthetiek en een toename van meer Westerse stijlpatronen zoals de Hero’s Journey van Joseph Campbell. Een aspect van de Masala-film dat zichtbaar blijft in Dangal is het nationalistische narratief dat eerst werd opgemerkt door Anustup Basu in eerdere Bollywoodfilms. Deze scriptie concludeert dat Dangal veel thematische lijnen deelt met voorgaande Masala-films, voornamelijk op nationalistisch niveau. Dangal wijkt echter dusdanig af van de centrale aspecten van de Masala-film dat deze film lastig is te plaatsen in deze categorie, vooral belangrijk is de bijna volledige teloorgang van rasa.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Deze scriptie richt zich op het maatschappijkritische potentieel van de fantastische genres, fantasy en sciencefiction. De discours omtrent deze genres gaat geregeld niet veel verder dan de...Show moreDeze scriptie richt zich op het maatschappijkritische potentieel van de fantastische genres, fantasy en sciencefiction. De discours omtrent deze genres gaat geregeld niet veel verder dan de overtuiging dat deze genres, door hun conventies, lage cultuur zijn, slechts goed voor vermaak en entertainment. Hun afstand tot de werkelijke wereld zou ze daarvoor beletten. Ik veronderstel dat de fantastische genres wel degelijk diepgang hebben. De vorm waarin de genrefictie is gestoken en hun afstand tot de werkelijkheid zijn juist wat het in staat stelt maatschappijkritisch te zijn. Door deze afstand kunnen fantasy en sciencefiction gebruik maken van Bertolt Brechts ‘Vervreemdingseffect’. Deze vervreemdende afstand zorgt ervoor dat de lezer en/of kijker een kritische houding aanneemt tegenover hetgeen dat aan hen gepresenteerd wordt. De fantastische genres maken op basis van deze vervreemding vervolgens maatschappijkritiek leveren. Aan de hand van twee casestudies, het fantasyboek The City We Became van N.K. Jemisin en de sciencefictionfilm Arrival (2016), geregisseerd door Denis Villeneuve, worden twee vormen geïllustreerd waarin deze maatschappijkritiek geleverd kan worden. Zo gebruikt de ruimtelijke vervreemding in The City We Became Edmund Burkes concept van het sublieme om maatschappijkritiek te leveren en utiliseert de temporele vervreemding in Arrival het humanistische gedachtegoed. Aan de hand van deze casestudies en een focus op de vorm waarin de fantastische genres maatschappijkritiek kunnen leveren, heb ik een handvat geboden die aantoont dat fantasy en sciencefiction meer te bieden hebben dan vermaak. Ze kunnen een kijker en/of lezer ook aanzetten tot reflectie op grotere sociaal-maatschappelijke thema’s.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Over het koloniale verleden met voormalig Nederlands-Indië zijn een tiental Nederlandse speelfilms gemaakt. Deze historische films dragen niet alleen wat uit over het verleden dat ze portretteren,...Show moreOver het koloniale verleden met voormalig Nederlands-Indië zijn een tiental Nederlandse speelfilms gemaakt. Deze historische films dragen niet alleen wat uit over het verleden dat ze portretteren, maar dragen ook ideeën uit over hoe er naar de geschiedenis gekeken zou moeten worden. De films die spreken over voormalig Nederlands-Indië gaan niet alleen over het verleden, ze portretteren evenzeer het gedachtegoed van het meer recente verleden en het heden. Na zowel een (beknopte) bespreking van het koloniale verleden van het huidige Indonesië en een situering van de belangrijkste herinneringsmechanismen in zowel Nederlandse media als in specifiek Nederlandse speelfilms die spelen rondom Nederlands Indië worden de films Oeroeg (Hans Hylkema, 1993) en My Blue Heaven (Ronald Beer, 1990) besproken om te onderzoeken welk beeld deze films uitdragen over het koloniale verleden, hedendaags Nederland en welke perspectieven daarin wel en niet gehoord worden.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Deze scriptie biedt een ecokritische, literatuurwetenschappelijke lezing van de oergeschiedenis in de Hebreeuwse Bijbel en het Oude Testament, zoals beschreven in Genesis, en onderzoekt de...Show moreDeze scriptie biedt een ecokritische, literatuurwetenschappelijke lezing van de oergeschiedenis in de Hebreeuwse Bijbel en het Oude Testament, zoals beschreven in Genesis, en onderzoekt de relevantie daarvan voor hedendaagse discussies over klimaatverandering. Daarbij maak ik gebruik van een theoretische lens om drie belangrijke verhalen uit het Bijbelboek te analyseren: de scheppingsdaad, de paradijsvertelling en het verhaal over Noach en de zondvloed. Deze lens stel ik samen aan de hand van begrippen uit de theorieën van milieufilosofen Arne Næss en Bruno Latour en gaat uit van een specifiek begrip van ‘Schepping.’ Deze notie van ‘Schepping’ benadert de wereld in Genesis met behulp van een driehoeksverhouding tussen God, de Aarde en de Mens om zo de verbanden en de onderlinge afhankelijkheid van deze figuren uit te lichten. Zo komt naar voren hoe de tekst patronen van interconnectiviteit vertoont, en een beeld bevat van de wereld als cyclisch proces waarin alle elementen van belang zijn. Dit beeld nuanceert en compliceert het antropocentrische dualisme tussen mens en natuur dat de Bijbel volgens historicus Lynn White vertoont, en dat volgens hem een oorzaak is voor de ecologische crisis van nu. Door tegelijkertijd theologische lezingen van de tekst te bespreken en in de interpretatie van God in de Genesiswereld genoeg ruimte te houden voor een religieus begrip van God, blijft deze ecokritische lezing in het midden tussen religie en wetenschap. Dit zijn twee domeinen die op veel manieren tegenover elkaar lijken te staan in een debat dat door Bruno Latour wordt aangehaald, en dat ook in deze analyse centraal zal staan. Door de dialoog tussen deze twee domeinen in stand te houden, poogt deze lezing aan te tonen waarom religieuze wereldbeelden zoals dat in Genesis relevant kunnen zijn in wetenschappelijke discussies over klimaatkwesties.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In mijn bachelorscriptie heb ik onderzoek gedaan naar de relatie tussen de wetenschappelijke velden van de literatuurwetenschap en de musicologie. Deze twee disciplines liggen dichterbij elkaar dan...Show moreIn mijn bachelorscriptie heb ik onderzoek gedaan naar de relatie tussen de wetenschappelijke velden van de literatuurwetenschap en de musicologie. Deze twee disciplines liggen dichterbij elkaar dan op het eerste gezicht misschien lijkt: zo worden termen als ‘metrum’ en ‘ritme’ in analyses van zowel literaire als muzikale werken gebruikt. Bovendien dienen literaire werken dikwijls als inspiratie voor muziek (en vice versa). Vaak worden gedichten door componisten gebruikt als tekst voor een lied, waarin de muziek een bijdrage levert aan de betekenis van de tekst en muzikale elementen uit de tekst (zoals klank en metrum) worden benadrukt. Ook de traditie van het symfonisch gedicht, een orkestrale adaptatie van een gedicht, is interessant om deze intermediale relaties te bestuderen. Ik heb ervoor gekozen twee adaptaties van het gedicht Liberté, Égalité van de hand van Herni Cazalis te analyseren. Beide adaptaties zijn van de hand van componist Camille Saint-Saëns, maar elk heeft een eigen vorm. In de eerste adaptatie, waarin de tekst van het gedicht versterkt wordt door de toevoeging van Saint-Saëns’ muziek, maakt de literaire tekst nog deel uit van het muziekstuk. De tweede adaptatie, waarin de tekst volledig vervangen wordt door elementen uit de orkestratie, toont aan op welke manier orkestmuziek kan instaan voor de tekst en toch het verhaal uit het gedicht over weet te brengen.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
De hoofdvraag: ‘hoe kan film helpen met het verbeelden en tevens verwerken van trauma?’, wordt beantwoord aan de hand van literatuuronderzoek en een analyse van twee voorbeelden uit hedendaagse...Show moreDe hoofdvraag: ‘hoe kan film helpen met het verbeelden en tevens verwerken van trauma?’, wordt beantwoord aan de hand van literatuuronderzoek en een analyse van twee voorbeelden uit hedendaagse Iraanse cinema. Persepolis (Marjane Satrapi, 2007) is een autobiografische animatiefilm over Satrapi (Marji) die opgroeit in Teheran tijdens de Iraanse Revolutie. De film uit kritiek op het Islamitisch regime, maar is ook een tekening van trauma. Satrapi schetst haar eigen ervaringen waarmee ze volledige controle heeft over hoe ze zichzelf en haar herinneringen afbeeldt. Dit is een vorm van reenactment waarbij controle over een traumatische gebeurtenis het slachtoffer helpt het trauma te verwerken. De simpele stijl verwijst naar het kinderlijke perspectief en verhult het geweld en de vergeten details waar trauma mee gepaard gaat. Het gebrek aan kleur wijst op het gebrek aan vrijheid, de zwart-witte blik van het Westen, of de universaliteit van de ervaring. Animatie is net als herinneringen en ervaringen subjectief en is een goed medium om ze vast te leggen. Identificatie met Marji leidt de kijker door het proces van identiteitsvorming en verandert de eendimensionale blik van het Westen op Iran. My Stolen Revolution (Nahid Persson, 2013) is een documentaire waarin Persson haar mede-activisten van vroeger interviewt over hun tijd in gevangenschap. Persson heeft als exilic filmmaker een liminale identiteit tussen twee culturen. Haar voice-over is in het Zweeds maar de film gaat over Iran. Door bezig te blijven met Iran, behoudt ze haar Iraanse identiteit. Deze is echter gekoppeld aan het trauma van de dood van haar broer en haar schuldgevoel. Haar verlies van subjectiviteit en identiteit wegens haar onvermogen zijn dood te stoppen, maakt dat Persson moeilijk over het incident kan spreken. Door de vrouwen erover te vertellen, geeft ze woorden aan het onrepresenteerbare trauma. Ze krijgt haar subjectiviteit terug en kan zo haar trauma verwerken. Film is voor Persson een kunstvorm. De vrouwen maken andere kunst over hun ervaringen. In gevangenschap behielden ze daarmee hun subjectiviteit en achteraf bleven ze hun trauma’s afbeelden zodat het geen trauma’s maar herinneringen zijn.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In mijn scriptie heb ik geprobeerd mijn onderzoeksvraag “hoe gebruiken auteurs African Wax om hun verhaal te vertellen?" te beantwoorden. Hiervoor heb ik in mijn eerste hoofdstuk gekeken naar de...Show moreIn mijn scriptie heb ik geprobeerd mijn onderzoeksvraag “hoe gebruiken auteurs African Wax om hun verhaal te vertellen?" te beantwoorden. Hiervoor heb ik in mijn eerste hoofdstuk gekeken naar de geschiedenis van de stoffen van Vlisco. Deze stoffen zijn gebaseerd op de traditionele Indonesische Batik. De stoffen worden geproduceerd in Nederland, maar krijgen in Afrika betekenis door marktvrouwen. Ik heb gekeken welke termen passen bij de stof die het bedrijf maakt en tevens kritisch gereflecteerd op deze geschiedenis. Zo zijn er mensen kritisch op de termen die Vlisco gebruikt op hun website, waaronder ‘rijke geschiedenis’ en ‘interconnectedness’. Vervolgens heb ik in het tweede hoofdstuk onderzocht of de stof te lezen is als een narratieve tekst en / of een cultuurtekst. Ik heb hiervoor de theorie van Bal en Meijer gebruikt en toegepast op een was-print van Vlisco genaamd Don’t get married empty-handed. In mijn derde hoofdstuk heb ik de films ( en in het bijzonder het gebruik van was-prints) Xala van Abderrahmane Sissako en Bamako van Ousmane Sembène geanalyseerd. Uit mijn analyse kwam naar voren dat er overeenkomsten, maar ook verschillen zijn in de manier waarop de auteurs de was-prints gebruiken. Als laatste heb ik in mijn vierde hoofdstuk het gebruik van African Wax en prints in twee werken van de kunstenaar Yinka Shonibare bestudeerd: Space Walk en Leisure lady (with pugs). Voor Space Walk maakte Shonibare een eigen was-print, waar hij in Leisure lady juist een imitatie maakte van een Vlisco stof. Ik heb het betekenis effect? van beide prints in beide werken onderzocht. Ook heb ik de werken gebruikt om te reflecteren op uitspraken gedaan door van het hoofd van de ontwerpafdeling van Vlisco. In mijn conclusie zal blijken dat auteurs African Wax in hun films verwerken, vaak om een bestaande boodschap te versterken, maar soms ook om extra betekenis toe te voegen.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Perceptief activisme laat zien welke rol de perceptie van de dode en verloren natuur speelt in Joy Williams’ roman Harrow (2021). De roman beschrijft hoe een klimaatcatastrofe heeft geleid tot...Show morePerceptief activisme laat zien welke rol de perceptie van de dode en verloren natuur speelt in Joy Williams’ roman Harrow (2021). De roman beschrijft hoe een klimaatcatastrofe heeft geleid tot pessimisme en leegte in de mentale belevingswereld van de personages. Een bespreking van Felix Guattari’s The Three Ecologies (1989) laat zien hoe de nauwe banden tussen de ecologische omgeving, het individu en de maatschappij ook leidt tot het verval van deze laatste twee. Tegelijkertijd wekt de interpretatie en beleving van levende elementen in de natuur ook hoop op, en biedt het de ruimte voor een nieuwe manier van leven in de post-natuur. Dit wordt uitgewerkt aan de hand van Isabelle Stengers concept ‘the art of paying attention’ uit haar werk In Catastrophic Times: Resisting the Coming Barbarism (2015). De thesis onderzoekt hoe de tekstualiteit van het landschap hierin een belangrijke rol speelt. Vooral het hoofdpersonage en haar vermogen om deze ecologische leegte als betekenisvol en levendig te zien maakt duidelijk hoe perceptie een activistisch potentieel krijgt. Ondanks het onvermogen om maatschappelijke verandering teweeg te brengen, blijft dit perceptief activisme toch krachtig, juist doordat het binnen een precaire situatie de omgeving als waardevol blijft zien. Dit wordt beargumenteerd via een bespreking van Terry Eagletons Hope Without Optimism (2015) en een analyse van schaaleffecten binnen de roman. Via close-readings van Harrow richt deze thesis zich voornamelijk op het narratologisch concept focalisatie, de manier waarop literaire beschrijvingen gevormd worden binnen de visie van een personage. Hierdoor leidt de perceptie van het hoofdpersonage tot een herwaardering van de natuur, en vecht zo de ideologische krachten van Harrows kapitalistische maatschappij aan. Door zich open te stellen voor de indrukken van haar leefomgeving, vormt ze een nieuw wereldbeeld dat zich bewuster is van de invloed van de ecologische omgeving op het individu en de maatschappij. Dit vormt de basis voor een nieuw mens-zijn voorbij het destructieve maatschappelijk klimaat in Harrow.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Ondanks de geschiedenis die strip en animatie delen, veranderd de relatie tussen deze media met de komst van 3D-computeranimatie rond de eeuwwisseling. Hedendaagse CG, computer graphics, ofwel...Show moreOndanks de geschiedenis die strip en animatie delen, veranderd de relatie tussen deze media met de komst van 3D-computeranimatie rond de eeuwwisseling. Hedendaagse CG, computer graphics, ofwel beeld gemaakt door computers, zijn ontwikkeld om fotorealistisch beeld te creëren, wat ten koste gaat van de meestal non-realistische artistieke en stilistische esthetiek van strip en traditionele animatie. Moderne 3D-animatie gaat zich hierdoor meer bezighouden met een realisme-effect creëren dan strip en traditionele animatie voorheen deden. Echter, de computer geanimeerde 3D-film Spider-Man: Across the Spider-Verse uit 2023 breekt met deze drang naar fotorealistisch beeld door formeel en inhoudelijk te verwijzen naar strip- en animatieconventies van vroeger. Deze film brengt bijvoorbeeld de lijn terug, ondanks dat deze was verdwenen met de komst van driedimensionaal bewegend beeld, waardoor het tekenproces van de kunstenaar zichtbaar wordt gemaakt. Ook manieren waarop lichamen in beweging werden gebracht in statische of schokkerige 2D-media komen voor in Across the Spider- Verse, maar worden hier gecombineerd met computeranimatie en krijgen zo nieuwe effecten. Ook de manier waarop strips in kleuren werden geprint komen voor in deze film, waarbij bijvoorbeeld bepaalde fouten en medium specifieke elementen van dit printproces bewust worden toegevoegd om 3D- specifieke elementen na te bootsen. Als laatste wordt er ook gespeeld met de manier waarop strips worden gelezen, aangezien dit fundamenteel verschild van de manier waarop animatie wordt bekeken, waarbij Across the Spider-Verse technieken gebruikt die de kijker doet denken aan de temporaliteit en ruimtelijkheid van het lezen van stripboeken. Hoe deze stijlmiddelen precies worden verwerkt in de film geeft antwoord op de vraag waarom dit gebeurt. Spider-Man: Across the Spider-Verse geeft namelijk bepaalde stijlen en conventies uit media van het verleden opnieuw vorm, omdat deze film wil breken met de hedendaagse drang naar fotorealisme en hierdoor nostalgisch gaat kijken naar de vormgeving en gemaaktheid van oude media.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
De politieke ontologie van het individu als netwerk laat zien hoe een rouwproces komt te fungeren als een vorm van verzet in de korte film _when_scrolling_becomes_scrying (Janilda Bartolomeu, 2023)...Show moreDe politieke ontologie van het individu als netwerk laat zien hoe een rouwproces komt te fungeren als een vorm van verzet in de korte film _when_scrolling_becomes_scrying (Janilda Bartolomeu, 2023). Aangezet door de rouw om de plotselinge dood van haar vader, dwaalt Janilda door online datasporen en, al dan niet bewust op zoek, treft ze een digitaal nalatenschap van fragmenten van vroegere aanwezigheid aan. Hoe gaan we in de hedendaagse genetwerkte wereld om met (on)sterfelijkheid online? De scriptie brengt verschillende aspecten van _when_scrolling_becomes_scrying in verband met verschillende academische concepten. Enkele van de theoretici die voornamelijk aangehaald zullen worden zijn Lev Manovich (databasevorm) in hoofdstuk 1, Gilbert Simondon (metastabiele individuatie) in hoofdstuk 2, en Gilles Deleuze (virtualiteit) in hoofdstuk 3. Alle aspecten zullen samen komen in een conclusie over de plek van rouw in de genetwerkte wereld en de weerstand die het daarin kan bieden.Show less