Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In begin van de jaren nul scherpte Allan Cameron de tendens aan waarin het ging om films die de gangbare chronologie nadrukkelijk oprekken. Hierin bespreekt hij de films 21 Grams en Irreversible,...Show moreIn begin van de jaren nul scherpte Allan Cameron de tendens aan waarin het ging om films die de gangbare chronologie nadrukkelijk oprekken. Hierin bespreekt hij de films 21 Grams en Irreversible, die beiden een achronologische vertelling hanteren. In deze zogeheten ‘modular narratives’ duidt Cameron op een beladen verhouding tussen toeval - ‘contingency’ - en orde. De atemporele vertelstructuur van de films zetten de gevallen van willekeur namelijk op de voorgrond, maar heeft ook een bijdrage in hoe de kijker de film als samenhangend geheel ervaart. Hierdoor ontstaat er dus een evenwicht tussen contingency en orde. In mijn eindwerkstuk richt ik mij op films die zich vlak voor deze tendens afspeelden: Trois Couleurs: Rouge (Krzyzstof Kieślowski, 1994) en Short Cuts (Robert Altman, 1993). Beide films zijn onderworpen aan willekeur. Echter, het verschil met Camerons casussen, wil ik betogen, is dat de films een extremere uitwerking van contingency zijn. Aan de hand van uitvoerige analyses leg ik deze aard van de films uit. Voor Rouge zal ik de onduidelijke manifestatie van een achtergrondpersonage naar voren dragen als een ongemarkeerde flashback. De atemporaliteit is dus ingebed en impliciet. Hierdoor dringt het idee van toeval zich op. In Short Cuts kruisen acht verhaallijnen elkaar voortdurend, maar dienen die ontmoetingen niet tot een functie. De ‘climax’ van de film is een onjuiste oorzaak- gevolgrelatie, waardoor causaliteit wordt ondermijnd. Hierdoor dient de willekeurigheid niet tot een resolutie. In Camerons films hebben de gevallen van willekeur nog een functie voor de manier waarop het verhaal als geheel ervaren wordt. In mijn casussen is dat niet op dezelfde wijze op te merken. Beide films zijn op daarom gevallen van een narratief waar willekeur wezenlijker is dan causaliteit.Show less
In deze scriptie staan de turncrisispersconferenties van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie centraal. De bestuurders van de KNGU poogden in deze persconferenties om de imagoschade van de...Show moreIn deze scriptie staan de turncrisispersconferenties van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie centraal. De bestuurders van de KNGU poogden in deze persconferenties om de imagoschade van de turnbond naar aanleiding van de turncrisis uit 2020 te herstellen. Deze persconferenties, gegeven tussen juli 2020 en oktober 2021, zijn geanalyseerd, waarbij gekeken werd naar de manieren waarop de KNGU-bestuurders gebruikmaakten van opzettelijke metaforen in responsstrategieën uit de Situational Crisis Communication Theory (SCCT) van Coombs (2007). De identificatie en analyse van de opzettelijke metaforen werd gedaan aan de hand van een zelf opgesteld stappenplan dat deels gebaseerd is op de MIPVU-methode van Steen et al. (2010) en deels op de indicatorenlijst van Krennmayr (2011). Zowel de basisbetekenis als de contextuele betekenis van de metaforen stonden centraal in het determineren of er sprake was van een opzettelijke metafoor. De responsstrategieën uit de SCCT van Coombs (2007) zijn geanalyseerd op basis van de functies die deze strategieën vervullen en de context waarin Coombs adviseert om deze strategieën te gebruiken. De SCCT bestaat uit drie categorieën: denial (ontkennen van de crisis), rebuild (imagoschade herstellen) en diminish (minimaliseren van verantwoordelijkheid in de crisissituatie). Uit de analyse van het corpus bleek dat de KNGU-bestuurders gebruikmaakten van twee categorieën responsstrategieën, namelijk de rebuild-strategie (specifiek de subcategorieën corrective action en full apology) en de diminish-strategie (de subcategorie ingratiation, publiek prijzen). De gevonden opzettelijke metaforen droegen op de volgende manieren bij aan de responsstrategieën: door woordspelingen, door oproepen van herkenbare beelden en door het oproepen van krachtige en emotionele beelden.Show less
Deze scriptie gaat over het huwelijk en zijn invloeden op het leven van vrouwen in De Droom van de Rode Kamer. Het kijkt naar vier specifieke personages in de roman en vergelijkt dit met de...Show moreDeze scriptie gaat over het huwelijk en zijn invloeden op het leven van vrouwen in De Droom van de Rode Kamer. Het kijkt naar vier specifieke personages in de roman en vergelijkt dit met de werkelijkheid van vrouwen die in die tijd leefden.Show less
Dit eindwerkstuk bespreekt de digitaal gemanipuleerde foto Chicago Board of Trade III van Andreas Gursky uit 2009 in het licht van het filosofische concept becoming dat door Gilles Deleuze en Félix...Show moreDit eindwerkstuk bespreekt de digitaal gemanipuleerde foto Chicago Board of Trade III van Andreas Gursky uit 2009 in het licht van het filosofische concept becoming dat door Gilles Deleuze en Félix Guattari is geïntroduceerd in 1980. Aan de hand van hedendaagse beschrijvingen en interpretaties van dit concept door onder anderen Gerald Bruns en Leonard Lawlor, wordt onderzocht op welke manier de mensenmassa op de foto traditionele visies op het menszijn overstijgt, en in het proces van becoming gedeconstrueerd en gedeïndividualiseerd wordt. De digitale manipulatie van de foto speelt hierbij een belangrijke rol. De mens verliest hierdoor zijn identiteit en betekenis als individu en vormt samen met zijn soortgenoten een groep die verder gaat dan het overstijgen van het menszijn, namelijk richting het dierlijk worden van de mens: een proces van becoming-animal is in gang gezet. Aan de hand van deze theorie, wordt de groep op de foto geïnterpreteerd als roedel of zwerm die samen een collectief vormt dat op de effectenbeurs de globalisatie in gang houdt. In de door Gursky gecreëerde constructie leven deze becomings-animal een nomadisch bestaan en ondergaan zij een constant, eindeloos proces van ontwikkeling en deterritorialisatie dat Chicago Board of Trade III visualiseert.Show less
In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor verschillende vormen van diversiteit binnen de jeugdliteratuur, zoals gender, seksuele, etnische en culturele diversiteit. In dat rijtje...Show moreIn de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor verschillende vormen van diversiteit binnen de jeugdliteratuur, zoals gender, seksuele, etnische en culturele diversiteit. In dat rijtje ontbreekt neurodivergentie; aandacht voor groepen van wie het brein anders werkt. Hoewel daarbij meestal wordt gedacht aan ASS of ADHD, valt ook hoogbegaafdheid onder deze noemer. Daarom staat in deze scriptie de representatie van hoogbegaafdheid in recente jeugdliteratuur centraal. Aan de hand van een brede definitie van hoogbegaafdheid, waarin intellectuele en creatief-productieve vaardigheden gecombineerd worden met ondersteuning uit de sociale omgeving, analyseer ik zes jeugdboeken. Daarbij heb ik oog voor de werking tussen gender en intelligentie. Uit mijn onderzoek is gebleken dat deze zes boeken een beeld van een succesvolle hoogbegaafde neerzetten. De protagonisten zijn bijna zonder uitzondering sterk intrinsiek gemotiveerd en hebben weinig last van perfectionisme of faalangst. Daarnaast komt de combinatie van uitzonderlijk talent op het gebied van muziek, wiskunde en taal meermaals voor. Dit roept het beeld op dat hoogbegaafden op alle terreinen uitblinken. De onderzochte boeken schenken minder aandacht aan creatief-productieve capaciteiten. De hoogbegaafde protagonisten passen op sociaal gebied in twee narratieven. Het eerste narratief veronderstelt de protagonist als een autonome Einzelgänger, die weinig vriendschappen heeft en daar ook niet actief naar op zoek is. In het tweede narratief heeft de protagonist meer vrienden, maar wordt tegelijkertijd ook gepest. De vrouwelijke protagonisten passen niet binnen de perceptie van vrouwelijke hoogbegaafdheid die Reis (2005) presenteert, waarbij vrouwelijke hoogbegaafden meer twijfelen aan hun toekomst en minder succes behalen. Het (accuraat) weergeven van neurodivergentie in jeugdliteratuur draagt bij aan zelfherkenning voor hoogbegaafde kinderen en erkenning door hun sociale omgeving. Met deze masterscriptie hoop ik de urgentie van de representatie van neurodivergentie in jeugdliteratuur te benadrukken.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Er zijn eindeloos veel films waarin gedronken wordt. Dat kan een ‘gezellige dronk’ zijn in een sociale setting, maar het nuttigen van alcohol kan ook overgaan in agressieve dronkenschap. In dit...Show moreEr zijn eindeloos veel films waarin gedronken wordt. Dat kan een ‘gezellige dronk’ zijn in een sociale setting, maar het nuttigen van alcohol kan ook overgaan in agressieve dronkenschap. In dit onderzoek maak ik een selectie van enkele films rondom het thema alcoholisme. De vraag daarbij is: wordt alcoholgebruik in de gekozen films geromantiseerd dan wel geproblematiseerd? Of is het misschien soms een combinatie van beide? Het onderzoek richt zich dus op de representatie van alcohol in films. De combinatie van deze twee onderwerpen is in de filmwetenschap nauwelijks behandeld. De belangrijkste studie is die van de socioloog Norman Denzin, en zijn werk zal ik dan ook bespreken. Het eerste hoofdstuk gaat in op de geschiedenis van alcoholisme in film en vanaf het tweede hoofdstuk volgen de filmanalyses. Bij Days of Wine and Roses (Blake Edwards, 1962), gemaakt ten tijde van klassiek Hollywood, slaat de komische toon om in een tragische toon. Door toedoen van Joe begint Kirstie te drinken en raakt verslaafd waardoor hun huwelijk stuk gaat. Maar de ‘zachte’ dissolves geven aan dat Joe haar wel blijft liefhebben. The Lost Weekend (Billy Wilder, 1945), ook klassiek Hollywood, biedt een voortdurende mengeling van komedie en tragedie. Er zijn grappige waanbeelden, bijvoorbeeld als hij bij een opera alleen maar drankflessen ‘ziet’, via superimposition. Maar een scène met dramatische waanbeelden, zoals bij een delirium tremens, wordt getoond via harde cuts. Don wordt uiteindelijk gered door zijn vriendin die hem liever dronken dan dood ziet. De meer onafhankelijk geproduceerde Leaving Las Vegas (Mike Figgis, 1995) keert dit om. Ben is vastbesloten om zich dood te drinken en hij duldt het gezelschap van Sera alleen maar als zij hem dat toestaat. Zodra zij wil ingrijpen, laat hij haar achter, en een mentaal shot is een teken dat zij Bens alcoholisme accepteert. Op die manier kan hij ‘gelukkig’ doodgaan. De Deense film Druk / Another Round (Thomas Vinterberg, 2020) voert de romantisering het verste door. Deze film onderzoekt of je beter functioneert als je een beetje alcohol drinkt. Het handheld camerawerk wekt daarbij de indruk dat de cameraman zelf ook meedoet aan het alcoholexperiment van de docenten. Dat een van hen overlijdt, is niet per se het gevolg van alcoholgebruik. De film suggereert dat hij mentale problemen heeft en dat is de oorzaak van zijn dood. Alcoholgebruik is op zich niet verkeerd, zolang het je lukt om met mate te drinken.Show less
Met behulp van een literatuuronderzoek wordt gepleit voor een multimediale uitbreiding van de Nederlandse literaire canon. Dit pleidooi wordt gesterkt met een casusbehandeling over 'De Jeugd van...Show moreMet behulp van een literatuuronderzoek wordt gepleit voor een multimediale uitbreiding van de Nederlandse literaire canon. Dit pleidooi wordt gesterkt met een casusbehandeling over 'De Jeugd van Tegenwoordig'.Show less
Dit eindwerkstuk is een kritische analyse van koloniale fotografie binnen de context van de tentoonstelling Onze Koloniale Erfenis (2002) in het Wereldmuseum Amsterdam. Het onderzoek benadrukt de...Show moreDit eindwerkstuk is een kritische analyse van koloniale fotografie binnen de context van de tentoonstelling Onze Koloniale Erfenis (2002) in het Wereldmuseum Amsterdam. Het onderzoek benadrukt de tekortkomingen in het volledig aanpakken en rechtzetten van de kolonialiteit die aanwezig is in de tentoongestelde foto's. Specifiek richt de analyse zich op een foto van fotograaf en topograaf Jean Demmeni (1866-1939) als casestudy. De foto wordt tentoongesteld in een vitrine naast een arbeidershoed, zonder de machtsdynamieken binnen de fotografie te bevragen of het koloniale geweld dat erin aanwezig is uit te dagen. Deze analyse onderstreept de gemiste kans van deze tentoonstelling om een genuanceerd perspectief te bieden op de koloniale geschiedenis van Nederland door middel van fotografie en om de stemmen van Indonesiërs naar voren te brengen. Uiteindelijk pleit dit onderzoek voor een meer omvattende aanpak van dekoloniale curatoriële praktijken in het tentoonstellen van koloniale fotografie.Show less
Het Maredolce-La Favaracomplex op Sicilië bestond uit een kasteel, een aangelegd meer, een tuin en een park voor de jacht. Het is deels gebouwd en aangelegd door de Normandische koning Rogier II ...Show moreHet Maredolce-La Favaracomplex op Sicilië bestond uit een kasteel, een aangelegd meer, een tuin en een park voor de jacht. Het is deels gebouwd en aangelegd door de Normandische koning Rogier II (1095-1156). Dit artikel onderzoekt in hoeverre er in dit complex sprake was van invloeden van de ‘moslimcultuur’. Hiervoor is het complex beschreven en het begrip ‘moslimcultuur’ onderzocht. Dit is gedaan aan de hand van vergelijkingen met andere kastelen en paleizen, aan de hand van de meest recente archeologische vindingen en door literatuuronderzoek. Vervolgens is er gekeken welke van de concepten opportunisme, syncretisme en ‘bewust gecreëerde nieuwe beeldtaal’ van toepassing is op het complex. Uit het onderzoek is gebleken dat het complex sterk onder invloed heeft gestaan van de ‘moslimcultuur’ en dat er eerder sprake is van architectonisch syncretisme voortgebracht door opportunisme, zowel van de moslims als van de Noormannen dan van een ‘bewust gecreëerde nieuwe beeldtaal’.Show less
Helen Chadwicks performance In the Kitchen uit 1977 verwijst naar het stereotype van de ideale huisvrouw. Dit doet zij aan de hand van de representatie van de vrouw in combinatie met de machine en...Show moreHelen Chadwicks performance In the Kitchen uit 1977 verwijst naar het stereotype van de ideale huisvrouw. Dit doet zij aan de hand van de representatie van de vrouw in combinatie met de machine en de stalen constructies die zij gebruikt voor de kostuums die gedragen worden in de performance. De versmelting van de vrouw met machine reproduceert bestaande genderstereotypes, door haar in verband te trekken met functie van de keuken als werkplek voor de huisvrouw. Het gebruik van kostuums door Chadwick toont overeenkomsten met korsetten en lijkt te reflecteren op de positie van de vrouw als gevangen in haar maatschappelijk verwachte rol en schoonheidsidealen.Show less