Een uitgebreide historische analyse van het 'momentum' rond DS'70. DS'70 behaalde kortstondig succes in de Nederlandse politiek met acht zetels bij de landelijke verkiezingen van 1971. Deze thesis...Show moreEen uitgebreide historische analyse van het 'momentum' rond DS'70. DS'70 behaalde kortstondig succes in de Nederlandse politiek met acht zetels bij de landelijke verkiezingen van 1971. Deze thesis behandelt de oorzaken en voorwaarden voor dit resultaat en richt zich met name op de belangrijke positie van DS'70 lijsttrekker Willem Drees jr., wiens 'geproduceerde' charisma met behulp van de media in de verkiezingscampagne erg goed uit de verf kwam.Show less
Een term zou uitgroeien tot symbool van de ambitie van de VVD: de volkspartij. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie droeg de term in haar naam. Veel VVD’ers waren zich er echter van bewust...Show moreEen term zou uitgroeien tot symbool van de ambitie van de VVD: de volkspartij. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie droeg de term in haar naam. Veel VVD’ers waren zich er echter van bewust dat zij in de electorale zin van het woord nog lang geen volkspartij waren. Hierdoor zou de term tot vehikel worden voor de discussie over de strategie van de partij: wat kenmerkt een volkspartij en voldoet de VVD daaraan? Deze discussie, rondom het streven volkspartij te zijn en de strategie om het te worden, staat centraal in dit onderzoek.Show less
In this thesis, the gap between a steady and overwhelming majority of the British public in favour of legalisation of PAS and a political unwillingness to change the legal status quo is explored....Show moreIn this thesis, the gap between a steady and overwhelming majority of the British public in favour of legalisation of PAS and a political unwillingness to change the legal status quo is explored. The question that stands central in this historically uncharted topic is how this majority of public opinion was perceived and used in the parliamentary debates on PAS in both the HOL and HOC and how it has influenced these debates over time (1993-2015). From the first two chapters it becomes clear that mounting public pressure via media, lobby groups and court rulings resulted in multiple efforts through PMB’s to legalise PAS. In that sense, public pressure was already an influential factor in bringing about political debate and attention to the subject. It is further argued that from 2003 onwards the question of which role public opinion on PAS should play in the decision making provided for an authoritarian/liberal line of conflict. Lords and MP’s increasingly considered the argument that a majority of the public was in favour of PAS as one of the most important or in some cases even as a foundational justification to legitimise their claim for legalisation of PAS. These representatives were supporters of the concepts of liberty and autonomy of the individual to determine one’s own destiny. However, representatives opposing PAS in both Houses on the other hand showed a total distrust of the public opinion. They denied any involvement of public opinion on the decision making process and even found it potentially dangerous for policy making. They showed an authoritarian and superior attitude towards the ability of the public in making an informed decision on PAS. The increase in MP’s and Lords voting against PAS in the researched period shows that despite this intensive and growing debate on public opinion in parliament, public pressure has not been able to bend voting in favour of a majority.Show less
Herman Schaepman (1844-1903)was een belangrijke katholieke priester en politicus die in de verzuilde, katholieke historiografie een plaats als wegbereider en emancipator van zijn geloofsgenoten...Show moreHerman Schaepman (1844-1903)was een belangrijke katholieke priester en politicus die in de verzuilde, katholieke historiografie een plaats als wegbereider en emancipator van zijn geloofsgenoten kreeg toebedeeld. Tegelijk stelden al kort na zijn overlijden de eerste (katholieke) auteurs vast dat hij een bron was 'van tegenspraak' binnen eigen kring. Maar hoe hij nu tegelijkertijd doorgaan als controversieel politicus en leider en (zelfs) stichter van een 'katholieke partij'. Die paradox is onderzocht door zijn handelingen in de Tweede Kamer vanaf zijn intrede (1880) tot aan het tot stand komen van het kabinet Mackay te onderzoeken (1888). Dat door Jan Romein zelfs 'Schaepmans ministerie' werd genoemd. Alhoewel Schaepman voor zijn intrede in de politiek naam maakte in katholieke kring als onderwijzer aan het Groot-seminarie te Rijsenburg, dichter en journalist en goede relaties onderhield met vooraanstaande katholieke notabelen, vaarde hij in de Kamer al snel zijn eigen koers. Alhoewel partijdiscipline en afstemming intertijd - zelfs bij de ARP-fractie - zeer gebrekkig bleek, bleek Schaepman ook een warm pleitbezorger van kiesrechtuitbreiding en herziening van de grondwet. Toch raakte hij niet volledig geisoleerd. Hij bouwde een belangrijke samenwerking op met de antirevolutionairen en dan met name met Johnkheer A.F. de Savornin Lohman (1837-1924), die een jaar eerder dan Schaepman toetrad tot de Tweede Kamer en binnen zijn partij snel een leidende rol wist op te eisen. Er ontstond een 'as' tussen beiden, wat ook blijkt uit de correspentie tussen beiden. Beiden konden door die samenwerking zetels winnen in gemengde districten en parlementaire overwinningen behalen ten opzichte van de liberale meerderheid. In 1885 lukte het om de katholieken en antirevolutionairen in de Kamer een gesloten front te laten vormen rondom het onderwijs. Beiden zouden een door de liberalen gewenste grondwetsherziening niet toestaan tenzij ook op het punt van het onderwijs de grondwet gewijzigd zou worden. Dat versterkte de positie van Lohman en Schaepman, deed het geloof in onderlinge samenwerking bij hun achterban en maakte na de gronwetswijzigingen (en nieuwe verkiezingen) de weg vrij voor het eerste coalitiekabinet van het land tussen antirevolutionairen en katholieken. Hoewel het kabinet binnen twee jaar in moeilijkheden kwam en uiteindelijk viel, was het hen wel gelukt om een redelijk geleidelijke kiesrechtuitbreiding tot stand te brengen, een kabinet mogelijk te maken en door hen gewenste stappen te zetten op het terrein van het lager onderwijs. De Schaepman-paradox blijkt een echte: de tegenstelling tussen controverse en het scheppen van draagvlak is in dit geval grotendeels schijnbaar gebleken.Show less
Erik Jurgens kwam op in de roerige tijden van eind jaren '60, droeg direct bij aan discussie over partijhervorming en staatsrechtelijke vernieuwingen, en was Kamerlid in de progressieve jaren '70...Show moreErik Jurgens kwam op in de roerige tijden van eind jaren '60, droeg direct bij aan discussie over partijhervorming en staatsrechtelijke vernieuwingen, en was Kamerlid in de progressieve jaren '70 en de neoliberale jaren '90, voor verschillende partijen. Hij verliet de Katholieke Volkspartij (KVP) om de Partij Politiek Radikalen (PPR) op te richten, om deze vervolgens weer te verlaten voor de Partij van de Arbeid (PvdA). In totaal was hij ruim twintig jaar parlementariër in zowel de Eerste als de Tweede Kamer. Wat bewoog hem om zo vaak van partij te wisselen? Was het de 'upheaval' van de late jaren '60 waardoor hij een progressieve draai maakte? Of was er geen 'draai' en werden zijn partijkeuzen door iets anders ingegeven? Waren het de partijen die veranderden? En wat was hiervan de invloed op zijn kwaliteit als volksvertegenwoordiger, een ambt dat hij zeer hoog achtte en lange tijd vervulde.Show less
Het Dagblad van Zuidholland en 's-Gravenhage verzette zich tegen het liberale parlementarisme door zich af te zetten tegen de liberale elite en een beroep op de kiezers te doen. Daarbij werden...Show moreHet Dagblad van Zuidholland en 's-Gravenhage verzette zich tegen het liberale parlementarisme door zich af te zetten tegen de liberale elite en een beroep op de kiezers te doen. Daarbij werden verschillende populistische argumenten gebruikt, zoals de vermeende stroperigheid van het wetgevingsproces, het gebrek aan inzicht bij Kamerleden van wat onder de mensen leefde en hun te grote onafhankelijkheid van de kiezers waardoor ze de wil van het volk niet uitvoerden.Show less
De combinatie van een klassieke casus - de schoolstrijd in de Kamer in de jaren 1880 en dan met name de stellingname van De Savornin Lohman - met de theorie van deliberative democracy, in het...Show moreDe combinatie van een klassieke casus - de schoolstrijd in de Kamer in de jaren 1880 en dan met name de stellingname van De Savornin Lohman - met de theorie van deliberative democracy, in het bijzonder over religieuze deep controversies.Show less
Deze scriptie verdedigt de stelling verdedigt dat – naast de invoering van het homohuwelijk - de rol van Pim Fortuyn cruciaal is geweest voor de verandering waardoor volledige acceptatie...Show moreDeze scriptie verdedigt de stelling verdedigt dat – naast de invoering van het homohuwelijk - de rol van Pim Fortuyn cruciaal is geweest voor de verandering waardoor volledige acceptatie homoseksualiteit niet meer als bedreiging van de nationale identiteit wordt gezien maar integendeel juist als een kenmerk ervan. De scriptie toont zowel inzicht in de discussie over nationale identiteit als in die over de geschiedenis van de homoseksualiteit.Show less
Boris van der Ham was tien jaar lang lid van de Tweede Kamer. Op zijn eigen manier speelde hij in op de veranderingen van de representatieve democratie in het Nederland van de vroege...Show moreBoris van der Ham was tien jaar lang lid van de Tweede Kamer. Op zijn eigen manier speelde hij in op de veranderingen van de representatieve democratie in het Nederland van de vroege eenentwintigste eeuw. Zijn vrijzinnige gedachtegoed speelt hier in mee, net als zijn identiteit als jong, blank Kamerlid, acteur en homoseksueel bovendien. De rol van referenda, waarvoor hij pleitte, is eveneens belangrijk. Hoe zocht hij contact met de steeds meer zwevende kiezer?Show less
Biografie over burger G.A. de Lange (1773-1840). Hij schreef een autobiografie en brieven aan Willem I. Deze tonen een kleurrijke oproerkraaier/klokkenluider. In 1813 rekruteerde hij een volksleger...Show moreBiografie over burger G.A. de Lange (1773-1840). Hij schreef een autobiografie en brieven aan Willem I. Deze tonen een kleurrijke oproerkraaier/klokkenluider. In 1813 rekruteerde hij een volksleger tegen achterblijvende napoleontische militairen. Vervolgens nam hij tot zijn dood de pen op tegen de onder Oranje doorregerende Alkmaarse elite.Show less
Deze thesis gaat over de politieke carrière van Abraham Kuyper en richt zich op de inhoud, structuur en toepassing van zijn zelf ontwikkelde zedelijke politiek voor de oprichting van de ARP in 1879.
In deze scriptie is de redactie van het wetenschappelijk tijdschrift van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) onderzocht. Deze scriptie gaat over ideeën en sociale verhoudingen en over...Show moreIn deze scriptie is de redactie van het wetenschappelijk tijdschrift van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) onderzocht. Deze scriptie gaat over ideeën en sociale verhoudingen en over de wisselwerking daartussen. De redactie van De Socialistische Gids is bestudeerd aan de hand van het zelfbedachte concept intellectuele performance met als doel om in kaart te brengen wat wetenschap voor verschillende leden van de sociaaldemocratische partij betekende. Eind december 1915 werd De Socialistische Gids als ‘nieuwjaarsgeschenk’ verwelkomd in de partij. Het was een ‘teeken, dat de energie bij ons niet is gedood; dat wij nog vertrouwen in de toekomst hebben; dat wij rustig voortwerken aan onze ontwikkeling’, schreef de partijkrant Het Volk. Kennelijk waren de verwachtingen van de wetenschap hooggespannen. In deze scriptie zijn deze verwachtingen in kaart gebracht. Daarbij was de vraag leidend wat intellectuelen en wetenschappers verwachtten van wetenschap en het wetenschappelijk tijdschrift voor zichzelf en voor de SDAP en wat de partijtop verwachtte van de wetenschapsbeoefening in de partij. Voor de redactie-secretaris en criminoloog Willem Bonger (1876-1940) gold de praktische wetenschap als de motor van de sociale vooruitgang. Hij wilde wetenschappen zoals natuurkunde, wiskunde, biologie en psychologie beoefenen in de SDAP met als doel om de socialistische maatschappij te maken. Zowel zijn politieke als academische werk getuigt van een sterk geloof in de maakbaarheid van de maatschappij. Deze maakbaarheidsgedachte zou een generatie jongere partij-intellectuelen beïnvloeden en na de Tweede Wereldoorlog doorwerken in de Partij van de Arbeid (PvdA). Binnen de redactie riep Bongers ambitie om de socialistische maatschappij letterlijk te maken met behulp van wetenschap echter de nodige weerstand op. Redactielid en partijleider Pieter Jelles Troelstra (1860-1930) vond wetenschapsbeoefening in de partij om heel andere redenen belangrijk. Hij gebruikte wetenschap als troef die op politiek opportune momenten gespeeld kon worden ten bate van zijn machtspositie. Socioloog Rudolf Kuyper (1874-1934) zag wetenschapsbeoefening als manier om een verstarring van het geestesleven van de partij te voorkomen. Hij zag De Socialistische Gids als ideologisch vernieuwingsinstrument. Deze verschillende opvattingen van wat wetenschap betekende voor de SDAP vormden het praktische redactiewerk. Uit deze scriptie blijkt dat politieke intellectuelen en wetenschappers meer waren dan opperpriesters van Marx. Zij vormden de voorhoede van het socialisme en droegen op fundamentele wijze bij aan de ontwikkeling van het socialisme. Als belangrijkste conclusie van deze scriptie is vastgesteld dat de betekenis van wetenschap veranderde in de SDAP in de eerste helft van de twintigste eeuw. Wetenschap werd beoefend met het doel om in de maatschappij in te grijpen. Wetenschap werd praktischer en pragmatischer ingezet dan voorheen. De Socialistische Gids laat de geboorte van het maakbaarheidsdenken en de technocratie zien. Het maakbaarheidsdenken van Bonger vormt een brug tussen het vroege marxisme van de SDAP en de naoorlogse sociaaldemocratische politiek.Show less
Geert Lourens van der Zwaag (1858-1923) was een Friese socialist, en van 1897 tot 1909 lid van de Tweede Kamer. Hij had in zijn leven een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt van varkensslager tot...Show moreGeert Lourens van der Zwaag (1858-1923) was een Friese socialist, en van 1897 tot 1909 lid van de Tweede Kamer. Hij had in zijn leven een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt van varkensslager tot een van de eerste socialisten in de Kamer. In dit onderzoek wordt nagegaan wat zijn socialisme inhield en hoe hij deze combineerde met de parlementaire cultuur van zijn tijd. Wij zullen Van der Zwaag leren kennen als een man van de praktijk, die de maatschappij van onderop probeerde te verbeteren. Echter, in de Kamer bleek hij hiertoe veel minder in staat te zijn dan in Friesland, waar hij voorheen actief was. Dit had voornamelijk te maken met zijn positie in de Kamer als een Vrije Socialist zonder partij, en de implicaties ervan in een partijendemocratie.Show less
Een onderzoek waarbij via de Handelingen van de Tweede Kamer en vijf landelijke kranten wordt gekeken naar de ontvangst van vier nieuwkomers (PSP, D'66, PPR en DS'70) in de periode 1959-1971,...Show moreEen onderzoek waarbij via de Handelingen van de Tweede Kamer en vijf landelijke kranten wordt gekeken naar de ontvangst van vier nieuwkomers (PSP, D'66, PPR en DS'70) in de periode 1959-1971, waarbij de interactie tussen de nieuwkomers en de gevestigde partijen centraal staat.Show less
In hoeverre is de berichtgeving over Prinsjesdag veranderd en welke ontwikkelingen/verbanden zijn er te signaleren in de berichtgeving vanaf 1945 tot 2000?
Een onderzoek naar de viering van vijftig jaar Koninkrijk in 1863. Meer dan 77 Nederlandse plaatsen zijn geanalyseerd op het bestaan van een geografische en organisatorische 'eenheid' tijdens de...Show moreEen onderzoek naar de viering van vijftig jaar Koninkrijk in 1863. Meer dan 77 Nederlandse plaatsen zijn geanalyseerd op het bestaan van een geografische en organisatorische 'eenheid' tijdens de herdenking. Wat betreft de datum van het feest vormde Nederland geen geheel; 48 van de 77 plaatsen herdachten het begin van de onafhankelijkheid op 17 november. Wat betreft de organisatie vormde de herdenking meer een eenheid. Afgezien van plaatselijke variaties is er een patroon te ontdekken in de verschillende feestprogramma's. Onder andere optochten, een landelijke inzamelingsactie, een 'algemeene illuminatie' en volksvermakelijkheden waren in veel plaatsen een opvallend onderdeel van de viering.Show less