This thesis researches the way in which the pharmaceutical industry protects its interests in animal testing at the European Commission and looks especially at the influence of the public opinion.
In 1963 vierde Nederland het 150 jarig jubileum van het koninkrijk. Op 30 november 1813 landde prins Willen Frederik op het strand van Scheveningen. Iedere 50 jaar wordt deze gebeurtenis herdacht....Show moreIn 1963 vierde Nederland het 150 jarig jubileum van het koninkrijk. Op 30 november 1813 landde prins Willen Frederik op het strand van Scheveningen. Iedere 50 jaar wordt deze gebeurtenis herdacht. In 1963 was deze herdenking niet meer vanzelfsprekend. Het herdenkingsbegrip lag door de Tweede Wereldoorlog onder druk. Er werd desalniettemin gepoogd een 'zinvolle' herdenking te organiseren waarin niet alleen het verleden, maar ook de toekomst centraal moest staan. Het Nationaal Comité Herdenking, onder voorzitterschap van prinses Beatrix, moest de herdenking coördineren. Het was de bedoeling dat overal in het land op lokaal niveau burgerinitiatieven zouden plaatsvinden in het kader van de herrijzenis van de Nederlandse Staat. Op nationaal niveau organiseerde het Comité een vijftal activiteiten. Echter bleek dat de beoogde zinvolle herdenking op nationaal niveau niet aansloeg. Het herdenkingsjaar ging gepaard met dusdanig veel kritiek dat het de geschiedenis inging als een 'mislukte herdenking.' Deze scriptie onderzoekt de vraag hoe de nationale herdenking zich verhield tot de lokale herdenkingen. Hoe werden deze ontvangen? Hierbij dienen Groningen, Utrecht en Nijmegen als casestudy.Show less
This thesis argues about the impact of premigratory factors, as those were shaped in post civil war Greece, to the migration and integration experience of Greek 'guest' workers'to the Netherlands,...Show moreThis thesis argues about the impact of premigratory factors, as those were shaped in post civil war Greece, to the migration and integration experience of Greek 'guest' workers'to the Netherlands, in the period 1955 to 1981.Moreover, it follows the migrants' organizational trajectories making comparisons between Rotterdam and Utrecht.Show less
In the early 1740's the plantation colonies Essequebo and Demerary, owned by the Dutch West-India Company were opened up for foreign settlement. Mainly British planters took advantage of the...Show moreIn the early 1740's the plantation colonies Essequebo and Demerary, owned by the Dutch West-India Company were opened up for foreign settlement. Mainly British planters took advantage of the situation, and in the following 40 years they formed a significant presence in the colonies. During the Fourth Anglo-Dutch War the British temporarily took possession of the colonies, and the colonies would become permanently British in 1814. The thesis investigates the British-Dutch relations in Essequebo and Demerary, between 1740 and 1781. Why did British visitors come to the colonies, what was the status of British planters, did the British comply with Dutch regulations? How did the Dutch feel about the British? British traders frequently visited the colonies to buy rum and molasses, British privateers hunted for visiting American ships. The status of British planters did not differ significantly from the status of Dutch planters, although they were banned from some administrative positions. The British generally abided by Dutch laws, except the prohibition of buying slaves from none-Dutch slavers. Large amounts of slaves were bought from British slavers, severely annoying the WIC directors, who were otherwise pleased with the British planters because they helped the colonies grow.Show less
In deze scriptie wordt de geschiedenis van Madurodam onderzocht. Bij de oprichting van Madurodam waren verschillende personen betrokken, die elk een eigen doelstelling voor ogen hadden. Madurodam...Show moreIn deze scriptie wordt de geschiedenis van Madurodam onderzocht. Bij de oprichting van Madurodam waren verschillende personen betrokken, die elk een eigen doelstelling voor ogen hadden. Madurodam werd als charitatief project opgezet door Bep Boon- van der Starp. Zij wilde het Studenten Sanatorium te Laren voorzien van inkomsten. Het startkapitaal werd ter beschikking gesteld door de familie Maduro. Zij wilden een oorlogsmonument bouwen voor hun in Dachau overleden zoon George. De gemeente Den Haag zag met de bouw een kans om meer toeristen naar de stad te trekken. Siebe Jan Bouma, de bouwmeester van Madurodam, wilde vooral een educatief en stedenbouwkundig verantwoord park bouwen, met veel oog voor de esthetiek.Verschillende Nederlandse bedrijven steunden het park, zodat ze onderdeel vormden van het beeld van Nederland, zoals dat in Madurodam werd getoond. In 1952 werd Madurodam voor het publiek geopend. Welke elementen zijn leidend geweest voor de inrichting van het park? Hield de politiek zich afzijdig of wilde men Madurodam gebruiken als politiek instrument. In hoeverre speelde het culturele element een belangrijke rol bij de inrichting van het park? Deze vragen worden in de scriptie behandeld op basis van brieven, notulen, brochures, lezingen en bouwplannen van de verschillende betrokkenen. De advertenties en de brochures brengt de positionering van park in de beginjaren in beeld. In hoeverre speelde de status van oorlogsmonument daarbij nog een rol? Een krantenonderzoek laat ten slotte zien hoe het publiek Madurodam zag in de beginjaren. Herkende het Nederlandse publiek de miniatuurstad als typisch Nederlandse stad? Is Madurodam voor de buitenlandse toerist de typisch Nederlandse stad waar men naar op zoek is?Show less
De Tweede Wereldoorlog is niet weg te denken uit ons taalgebruik. Een belangrijk onderdeel van dat taalgebruik is de Hitlervergelijking. Al sinds 1933 werden personen met Hitler vergeleken. In dit...Show moreDe Tweede Wereldoorlog is niet weg te denken uit ons taalgebruik. Een belangrijk onderdeel van dat taalgebruik is de Hitlervergelijking. Al sinds 1933 werden personen met Hitler vergeleken. In dit onderzoek is vanaf de periode van Hitlers aantreden als Rijkskanselier tot aan het huidige debat gekeken naar debatten waarin aan Hitler werd refereerd.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
Eind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan...Show moreEind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan als haar eigen partijprogramma en spiegelde zich bewust aan de succesvolle Duitse partijorganisatie. In de jaren die volgden werden zowel de ideologische basis als het repertoire van de SDV en de SDB (1881) uitgebreid onder invloed van het uit Duitsland afkomstige sociaaldemocratische drukwerk, de door de SAPD-Rijksdagfractie ondernomen propagandatochten en de persoonlijke contacten tussen Duitsers en Nederlanders. Daarbij wonnen de Duitse ideologie en praktijk aan autoriteit door de grote praktische successen die de SAPD behaalde bij de verkiezingen en door de manier waarop zij zich in haar activiteiten wist te onttrekken aan de controle van de reactionaire Bismarckstaat. In 1883 was het Nederlandse socialisme voldoende ontwikkeld om een rol van betekenis te spelen in de Nederlandse context. De in het buitenland verworven theoretische en praktische kennis werd binnen de Nederlandse politieke cultuur toe- en aangepast. Het groeiende zelfbewustzijn van de SDB-leden en de noodzaak de buitenlandse voorbeelden aan de eigen politieke cultuur aan te passen, maakten tegelijkertijd dat de SDB een kritischer houding aannam tegenover zijn zusterorganisaties in het buitenland. De Nederlandse socialistenleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis ontwikkelde zich daarbij tot de grootste criticus van de parlementaire tactiek van de Duitse sociaaldemocraten. Hij ging de SDB voor op weg naar het anarchisme. Voor de partijleden die het parlementarisme en het verkiezingswapen niet geheel wensten op te geven, was er geen plaats meer binnen de partij. Hen restte geen andere mogelijkheid dan zich van de SDB af te keren en een eigen sociaaldemocratische partij op te richten: de SDAP. De SDAP vertoonde zowel in haar structuur als in haar ideologische beginselen grote gelijkenis met de SPD. Deze overeenkomsten waren een gevolg van de zwakke positie die de nieuwe partij innam in het ‘vijandige’ Nederlands-socialistische klimaat: de SDAP had een sterke bondgenoot nodig die haar ideologisch en financieel kon steunen. De Nederlandse sociaal-democraten onderschreven weliswaar het Erfurter Programm, maar in de praktijk bood de Nederlandse versie van dit programma de jonge partij vooral een rechtvaardiging naar de buitenwereld. Door de financiële steun van Bahlmann en de SPD kon deze rechtvaardiging bovendien via de sociaaldemocratische pers worden uitgedragen. Uit deze ontwikkeling van het Nederlandse socialisme blijkt dat de Duitse sociaaldemocratie via zowel positieve als negatieve transferprocessen heeft bijgedragen aan de oprichting van de SDAP en dat zij de Nederlandse partij door de eerste moeilijke periode heen heeft geholpen. De Duitse sociaaldemocratie heeft de oprichting van de SDAP echter niet veroorzaakt. De Nederlandse ontwikkelingen werden begin jaren 1890 te sterk gestuurd door de nationale omstandigheden en door de sterke karaktereigenschappen van in Nederland opererende persoonlijkheden als Domela. De oprichting van de SDAP op 26 augustus 1894 was evenzeer het gevolg van een keuze tegen Domela, als van een keuze voor het parlementarisme.Show less