Welke relaties bestaan er tussen de Romein en de hond, welke inzichten in de Romeinse samenleving verschaffen deze relaties en hoe verhouden die zich met hoe men tegenwoordig in Nederland met...Show moreWelke relaties bestaan er tussen de Romein en de hond, welke inzichten in de Romeinse samenleving verschaffen deze relaties en hoe verhouden die zich met hoe men tegenwoordig in Nederland met honden omgaat? Deze hoofdvraag onderzoek ik in drie categoriën. De eerste gaat over de daadwerkelijke omgang met honden, de tweede over verhalen over de (gedeeltelijke) transformatie van mens in hond en de laatste categorie gaat over de rol van honden in de bovennatuur. De daadwerkelijke omgang gaat over de relatie tussen hond en baas, of het nu om waakhonden of schoothonden gaat, de puppytijd of juist het overlijden van het dier. Het transformatiegedeelte zal gaan over alles wat tussen het menselijke en het dierlijke in zit, met name weerwolven en cynocefalen. Deze categorie is zeer interessant voor de perceptie van de Romein van de hond, omdat er hier sprake is van mythes over hybridewezens die mens noch dier zijn, maar iets ertussenin. Deze verhalen geven extra inzicht in wat nu eigenlijk mens-zijn definieert. De goddelijke categorie zal gaan over goden die met honden worden geassocieerd, honden als attribuut hebben en de rol die honden spelen in verband met de bovennatuur. Deze drie thema’s samen geven ons een inkijkje in de antieke samenleveing. Ze geven inzicht in hoe men tegenover dieren, goden en zichzelf staat. In combinatie met elkaar werpen de thema’s licht op hoe men denkt over de verschillen tussen mens en dier, hoe menselijke eigenschappen worden geprojecteerd op dieren en of de godenwereld door de alledaagse realiteit wordt vormgegeven. Of anders gezegd, het geeft ons iets meer inzicht in het antieke menselijke gedrag en ook het denken, door zowel verhalen en ideeën als de werkelijkheid te bekijken.Show less
This thesis looks at the possibility to use commercial off-the-shelf video games as an educational tool. By looking at educational video games, commercially made video games and different genres,...Show moreThis thesis looks at the possibility to use commercial off-the-shelf video games as an educational tool. By looking at educational video games, commercially made video games and different genres, this thesis hopes to provide some insight in what type of video game can be used as an educational tool.Show less
In a globalizing world, where experiencing new cultures is on a lot of bucket lists, the study of cultural interaction has become very popular. In our modern day and age, we like to project this...Show moreIn a globalizing world, where experiencing new cultures is on a lot of bucket lists, the study of cultural interaction has become very popular. In our modern day and age, we like to project this etic phenomenon of our modern day globalization onto the ancient world. And not without avail, research has found that cultural interaction did indeed take place in the ancient world, although we need to keep in mind that the emic perspective might have been a bit different from our own. A lot of intercultural interaction took place in the Eastern Mediterranean during the Bronze Age. During this period ships filled with luxurious gifts and exotic merchandise were plying the seas. However, this transfer of material culture did not only occur through trade or gift exchange, but also through warfare and travelling craftsmen. The transfer of non-material culture also took place, for example through the transfer of techniques and ideas. This could also take the form of motif transference. This thesis examines the phenomenon of motif transference between the Aegean, the Near East and Egypt during the Bronze Age. Besides the acculturation between two cultures, it is also possible for cultural interaction to take place between three or more cultures. This is reflected in the art of the Bronze Age, in which some motifs were shared by the artistic traditions of the Aegean, the Near East and Egypt. The transfer in style as well as technology and iconography created a new level of hybridity that lasted until the end of the Late Bronze Age and which is often called the international style. But the objects which are considered to belong to the international style, were not the only ones displaying a common style. Throughout the Eastern Mediterranean frescoes were found with motifs from the Aegean artistic tradition, which were produced during the Middle and Late Bronze Age. They are found in geographically important cities, which were located along important trade routes. These paintings were found at Alalakh, Miletus and Hattusa in Turkey, Qatna in Syria, Tel Kabri in Israel, Tell el-Dab’a, Malkata and Amarna in Egypt and display hybrid influences in iconography as well as technology. The goal of this thesis is to determine if the much-debated international style at present has a too narrow definition, which might need to be expanded to include these frescoes. This study tries to determine whether or not the palatial art found in the Eastern Mediterranean can be seen as a part of the international style.Show less
De scriptie beslaat een onderzoek naar de beeldvorming rond de vroeg-christelijke vrouw in christelijke en pagane teksten uit de eerste drie eeuwen na Christus. Een selectie van christelijke en...Show moreDe scriptie beslaat een onderzoek naar de beeldvorming rond de vroeg-christelijke vrouw in christelijke en pagane teksten uit de eerste drie eeuwen na Christus. Een selectie van christelijke en pagane literatuur wordt onderzocht op beschrijvingen van de vroeg-christelijke vrouw. Daaruit blijkt in eerste instantie dat er geen eenduidig beeld naar voren komt, maar dat er sprake is van verschillende beelden en een bepaalde mate van communicatie en wisselwerking tussen de onderzochte teksten. De belangrijkste overeenkomsten, verschillen en verandering in de beeldvorming worden op een rij gezet. De belangrijkste overeenkomst tussen de geschetse beelden ligt in een aantal gemeenschappelijke thema’s, die uit de beschrijvingen en de context daarvan naar voren komt: de vrouw als goedgelovige hysterica met een hang naar onconventionele religieuze activiteiten, de dichotomie tussen de vrouwelijke privésfeer en de mannelijke publieke sfeer, het huwelijk en celibaat en de patriarchale structuur van het Grieks-Romeinse huishouden en tot slot het thema rond het martelaarschap. Deze vier thema’s worden als uitgangspunt genomen bij een analyse van het overzicht van beschrijvingen om tot mogelijke verklaringen van de beeldvorming te komen. Retorische strategie en het gebruik van in de oudheid bekende stereotiepe beschrijvingen van de vrouw, de bredere sociale en culturele context van in de Grieks-Romeinse samenleving bestaande conventionele opinie en traditionele waarden rond de vrouw en haar religieuze activiteiten, historische gebeurtenissen rond rechtzaken, vervolgingen en andere botsingen tussen de christelijke en pagane gemeenschap en tot slot de meer persoonlijke achtergronden, interesses en motivaties van de besproken auteurs worden onderzocht en vormen mogelijke verklaringen voor de vorm en inhoud van de onderzochte beeldvorming.Show less
There is extensive discussion amongst scholars as to the origin and flourishing of the phenomenon of the living deified ruler. The so-called ruler cult quickly gains popularity in the Hellenistic...Show moreThere is extensive discussion amongst scholars as to the origin and flourishing of the phenomenon of the living deified ruler. The so-called ruler cult quickly gains popularity in the Hellenistic era and continues long into the Roman period. Although scholars have long been trying to find an explanation for this in the source material, none have succeeded in finding one which satisfies all. It is possible that the Cognitive Science of Religion (CSR) could provide us with a new framework in which to place the already exciting evidence. Cognitive science is the interdisciplinary and scientific investigation of the mind and intelligence. Its advantages are that it focusses on general ‘laws’ of thinking that follow out of the structure of our brains. It follows then, that these are theories that should be applicable across cultures and, since the structure of our brains has not evolved since the beginning of history (ca. 3000 B.C.), they are also applicable through time. Cognitive science could therefore help in providing a framework in which the current theories on the ruler cult can function, by indicating what is even humanly possible to think based on the structure of the brain. It could perhaps, even suggest the most likely theories that can be discovered given certain tendencies the human mind has. This research examines the possibility of applying the Cognitive Science of Religion in the origin and flourishing of the Hellenistic and Roman ruler cults, as well as the study of Ancient History in general. It does this by examining the viability of the so-called Standard Model (a seven-point construct that outlines the major areas of consensus in CSR) in the primary material of the Hellenistic and Roman periods.Show less
An inquiry into the Roman perspectives, attitudes and opinions on the religions of ancient Egypt and ancient Gaul in the period between the first century BCE and the second century CE. The thesis...Show moreAn inquiry into the Roman perspectives, attitudes and opinions on the religions of ancient Egypt and ancient Gaul in the period between the first century BCE and the second century CE. The thesis is based primarily on the opinions of Roman authors and previous studies.Show less
In one way or another, the civilizations who ruled over Egypt in antiquity could all boast a close connection to the concepts of 'law' and 'justice'. Balance, justice, and order - all personified...Show moreIn one way or another, the civilizations who ruled over Egypt in antiquity could all boast a close connection to the concepts of 'law' and 'justice'. Balance, justice, and order - all personified by the goddess Ma'at - were the cornerstones of Ancient Egyptian religion and society. The Greek Ptolemies, who ruled over Egypt between 323 and 30 BC, would become famous for their advanced and intricate bureacracy, which also featured a highly effective law enforcement system. The Romans, more than any, prided themselves on their laws, which remain influential in modern societies to this day. This thesis sets out to discover the manner in which criminal justice in Egypt developed from the times of the New Kingdom, through the Ptolemaic era, and under Roman rule. Not only for the abovementioned anecdotal reasons, but also because the capability to deal with crime and to maintain order can serve as an indicator for a successful administration in general. Because criminal law forms an integral part of a legal system as a whole, which, in turn, is inseparable from the general administrative system of a country, all of these will be taken into account. The following questions will be answered in this thesis: how were the various legal and administrative systems organized?; which actions were considered to be crimes by the Egyptians, Greeks, and Romans?; who possessed the legal authority to deal with these matters?; and in what manner were criminal transgressions dealt with in practice? In the end, the aim is to not only find out how criminal justice developed in the course of nearly two millennia, but also to offer an explanation as to why these developments took their specific course.Show less
This thesis undertakes a comparative analysis of the Roman Empire during the third-century 'crisis' (AD 249-284) on the one hand and the tetrarchic era (AD 284-324) on the other hand. As an...Show moreThis thesis undertakes a comparative analysis of the Roman Empire during the third-century 'crisis' (AD 249-284) on the one hand and the tetrarchic era (AD 284-324) on the other hand. As an analysis of the Roman Empire in all its aspects is obviously not feasible, the thesis limits itself to the three most important ones: first, Rome's wars against its external enemies; second, the internal instability that plagued the empire throughout this period; third, the empire's economic difficulties. After a short narrative chapter which serves to give a general chronological outline and introduce the key players, each of the three aspects is thouroughly discussed in its own thematic chapter. An important theme of the thesis is comparative historiography, which shows how there remains general agreement among historians that the tetrarchic era represents a significant improvement in the fortunes of the empire compared to the 'crisis' that preceded it. The thesis argues that, contrary to the general consensus, the tetrarchy only improved on the 'crisis' in some regards, while it did no better, and arguably even worse, on other points.Show less
Does the way in which the state of Israel used its ancient history correspond with archaeological finds? Or were Masada and Bethar used for hero-making...
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
2012-08-31T00:00:00Z
This thesis explores two theoretical approaches of the dynamic interaction between religion and politics. In a case study, examining the sanctuary of Hera Akraia near the modern village of...Show moreThis thesis explores two theoretical approaches of the dynamic interaction between religion and politics. In a case study, examining the sanctuary of Hera Akraia near the modern village of Perachora, these theories are put to the test.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
In de eerste eeuwen na Christus was het Romeinse Rijk een multicultureel, meertalig rijk dat vele verschillende gebieden en volkeren omvatte. Latijn, als taal van veroveraars en als taal van de...Show moreIn de eerste eeuwen na Christus was het Romeinse Rijk een multicultureel, meertalig rijk dat vele verschillende gebieden en volkeren omvatte. Latijn, als taal van veroveraars en als taal van de keizerlijke administratie, had een unieke positie in het rijk. Deze positie als belangrijkste taal van het rijk deelde Latijn slechts in sommige delen van het rijk met het Grieks. De Romeinen veroverden niet alleen verschillende koninkrijken en volkeren maar ook verschillende taalgebieden en vele provinciale talen bleven in gebruik in de eerste eeuwen na Christus binnen de grenzen van het Romeinse Rijk. In mijn thesis beantwoord ik de vraag hoe deze provinciale talen in gebruik bleven naast het Latijn en Grieks en welke interactie er plaatsvond tussen deze talen in de eerste drie eeuwen na Christus en hoe dit ons beeld van het de acculturatie in het Romeinse Rijk beïnvloedt. Om deze vraag te beantwoorden, heb ik een inventarisatie gemaakt van de inscripties van de verschillende provinciale talen die werden geschreven in de eerste drie eeuwen na Christus. De acht talen die zijn geattesteerd in de eerste drie eeuwen na Christus zijn: Neo-Phrygisch en Pisidisch in Klein-Azië, Aramees en Hebreeuws in de oostelijke provincies, Libisch en Neo-Punisch in Noord-Afrika, Lusitanisch in het Iberisch schiereiland en Gallisch in Frankrijk. Deze inventarisatie geeft een overzicht in de hoeveelheid inscripties geschreven in een provinciale taal en de domeinen waarin deze inscripties werden gebruikt. Mijn onderzoek omvat het hele Romeinse Rijk, van de Britse eilanden tot Syrië en van Noord-Afrika tot Klein-Azië en creëert zo de mogelijkheid om verschillende gebieden met elkaar te vergelijken. Aan de ene kant maak ik zeer intensief gebruik van epigrafisch materiaal omdat ik inscripties in vele verschillende talen en uit verschillende gebieden behandel, maar aan de andere kant is mijn gebruik van de inscripties gelimiteerd omdat ik de inscripties niet in detail lees of behandel. Epigrafisch materiaal levert een vruchtbare benadering voor de studie van sociale verandering en acculturatie. Taal is een belangrijk deel van de identiteit van personen en volkeren. Omdat taal een essentieel deel uitmaakt van cultuur, is het een belangrijk aspect binnen acculturatiestudies. Taalgebruik, zowel publiek en privé, kan een uiting zijn van culturele identiteit, maar het is een ook middel tot intercultureel contact of integratie en stijgen op de sociale ladder. Dit onderzoek plaatst taalgebruik stevig binnen het overkoepelende acculturatiedebat over het Romeinse rijk.Show less
In this thesis I compare nine sources from Jewish and Greek backgrounds between 200 B.C. and 200 A.D. The overarching subject is eschatology, divided into chapters about afterlife, judgement and...Show moreIn this thesis I compare nine sources from Jewish and Greek backgrounds between 200 B.C. and 200 A.D. The overarching subject is eschatology, divided into chapters about afterlife, judgement and revelations.Show less
In this thesis I have examined if and how indigenous religion in north-western Europe (specifically Roman Britain and northern Gaul) changed after the Roman colonization. The basis of my research...Show moreIn this thesis I have examined if and how indigenous religion in north-western Europe (specifically Roman Britain and northern Gaul) changed after the Roman colonization. The basis of my research is the idea that agriculture is a very important factor in shaping culture and religion. Ton Derks (1998) has stated that in northern Gaul, the southern territories were much more accepting of Roman religious customs because the agricultural basis of their society, namely arable farming, was the same as that of the Romans. In the north, were stockbreeding was much more important, people were much less accepting of Roman culture and as a consequence religious habits did not change much after the Roman conquest. In other words, the core of people's beliefs remained the same. I have applied this theory to Roman Britain, as the differences between the highland and lowland zones present us with a very similar agricultural division. This research has shown that, while indigenous religion and world views did become more Roman (especially in the areas were arable farming was more important than stockbreeding), native populations also attempted to preserve, or create new local traditions to retain their own identity. Such changes were not always directly related to local forms of agriculture, but areas were arable farming was dominant were far more susceptible to them than the more conservative pastoral zones.Show less
