This paper critically examines some of the assumptions underlying the non-identity problem. In particular the Time-Dependency claim and Person-Affecting Principle are at stake. I argue that the...Show moreThis paper critically examines some of the assumptions underlying the non-identity problem. In particular the Time-Dependency claim and Person-Affecting Principle are at stake. I argue that the Time-dependency claim can not be taken as a fact. Furthermore I argue that the Person-Affecting Principle concerning moral judgments can be retained. This would be possible by morally evaluating the predictable result of actions without regard of the identities of the persons affected.Show less
Austin verschilt in die zin van de filosofische traditie, dat hij de taal niet primair opvat als een beschrijving van de werkelijkheid, of beeld van een stand van zaken. Daarmee is een puur...Show moreAustin verschilt in die zin van de filosofische traditie, dat hij de taal niet primair opvat als een beschrijving van de werkelijkheid, of beeld van een stand van zaken. Daarmee is een puur descriptieve of beschouwelijke rol voor de wetenschappen (en alle theorievorming) principieel onmogelijk geworden. Het stellen hoe het is, zelfs als (of, paradoxaal genoeg, juist als) dit zo neutraal mogelijk gebeurt, wordt uiteindelijk beoordeeld op de praktijk. Theorie kan dus, als we de gevolgen van Austin’s analyse streng doortrekken, alleen bestaan als subcategorie van de handelingsmogelijkheden van taal. Toch is het de stelling van deze scriptie dat Austin’s visie op taal te ‘klassiek’ theoretisch blijft en daarom gevoelig is voor de kritiek van Derrida.Show less
Deze Bachelorscriptie legt uit waarom de µ-recursieve functies zijn gekozen om de algoritmisch berekenbare functies te karakteriseren. De bewering, dat de µ-recursieve functies extensioneel...Show moreDeze Bachelorscriptie legt uit waarom de µ-recursieve functies zijn gekozen om de algoritmisch berekenbare functies te karakteriseren. De bewering, dat de µ-recursieve functies extensioneel identiek zijn aan alle intuïtief beschouwde effectief berekenbare functies, is bekend komen te staan als Church' These. Deze these wordt in deze scriptie geëxpliceerd en geëxpliqueerd, door te verklaren waarom er voor deze specifieke formele klasse van µ-recursieve functies is gekozen als identificatie van de algoritmisch berekenbare functies en door te verklaren waarom deze identificatie van een intuïtief begrip (effectieve berekenbaarheid) met een wiskundig begrip (µ-recursieve functies) aannemelijk is. Dit zal bewerkstelligd worden door allereerst uitgebreid in te gaan op recursieve functies en algoritmische procedures, ten tweede door de aard van de these zelf te onderzoeken, en ten derde door de belangrijkste argumenten tegen Church' These te bekritiseren.Show less
In dit paper onderzoek ik de state of nature bij Hobbes en hoe we daar met hedendaagse informatie tegenaan moeten kijken. In het eerste deel onderzoek ik Hobbes en concludeer ik dat de...Show moreIn dit paper onderzoek ik de state of nature bij Hobbes en hoe we daar met hedendaagse informatie tegenaan moeten kijken. In het eerste deel onderzoek ik Hobbes en concludeer ik dat de belangrijkste oorzaak van de state of nature wantrouwen jegens elkaar is. Hierna laat ik aan de hand van experimenteel onderzoek en hersenonderzoek zien dat mensen zich vaak coöperatief opstellen. Ik laat zien dat we 'hardwired' zijn om reputaties van elkaar te vormen en onthouden; zodoende loont een coöperatieve houding en daardoor is de state of nature die Hobbes beschrijft niet zo 'solitary, poor, nasty, brutish and short' als hij omschrijft.Show less
Deleuze en Guattari hebben de ontwikkeling van de samenleving onderzocht met het oog op de verschillende rollen van fluxen en verlangenproductie. Op basis van hun onderzoek verdelen zij...Show moreDeleuze en Guattari hebben de ontwikkeling van de samenleving onderzocht met het oog op de verschillende rollen van fluxen en verlangenproductie. Op basis van hun onderzoek verdelen zij samenlevingsvormen onder in een primitieve, despotische en kapitalistische samenleving. In de despotische samenleving zijn de verlangenproducties van de mensen door de Despoot in slavernij gedwongen. De Despoot onderwerpt de verlangenproductie door het te coderen en het in banen te leiden. Hoewel slavernij tegenwoordig formeel is afgeschaft, concluderen Deleuze en Guattari dat de huidige kapitalistische samenleving toch een bepaalde vorm van slavernij behelst. Nog steeds wordt de verlangenproductie van de moderne samenleving beheerst, zij het door de kenmerkende axiomatiek van het kapitalisme. De vrijheid van verlangen is in het geding. Voor de bevrijding uit deze slavernij stellen Deleuze en Guattari een bepaald soort anarchie voor. Deze anarchie houdt een ‘absolutie deterritorialisatie’ in. Dat wil zeggen: de verlangenproductie en fluxen moet hun volkomen vrije beloop krijgen. Hoe deze samenlevingsvorm concreet gestalte krijgt, beschrijven zij aan de hand van de ‘oorlogsmachine’ en de ‘nomadensamenleving’. De nomaden zetten zich af tegen het Kapitalisme/de Staat, die als overkoepelende macht verlangenproductie aan zich onderwerpt. De nomaden en de Staat zijn continu met elkaar in oorlog en zij verbinden zich zo met de oorlogsmachine. Maar als een nomade van buitenaf tegen de Staat vecht, werkt de nomade de Staat in de hand. De Staat ontleent zijn bestaansgrond aan de oorlog die tegen hem gevoerd wordt. Men moet daarom van binnenuit de Staat de macht van de Staat weerstreven. Hoe? Door binnen de Staat een nomadische levenswijze, een ‘nomadisch burgerschap’ uit te oefenen. Door zich van binnenuit te onttrekken aan de Staatsmacht, breekt de mens de ketenen die het opgelegd heeft gekregen. Een continue onttrekking aan de Staatsmacht levert een bepaald soort anarchie op. Meerdere concepten en ideeën van Deleuze en Guattari zijn waarschijnlijk geïnspireerd geweest door het (politiek) antropologische onderzoek van Pierre Clastres naar bepaalde indianenstammen. Meerdere indianenstammen kenmerkte Clastres als ‘samenlevingen tegen de Staat’ (Societies against the State). Voor een helderder en concreter begrip van wat Deleuze en Guattari bedoelen met hun idee van een anarchistische samenleving, onderzoek ik in hoeverre de anarchistische samenleving samenhangt met de indiaanse samenlevingsvormen die Clastres onderzocht heeft.Show less
In deze scriptie wordt Derrida's opvatting over taal en betekenis nader bekeken. Hierbij wordt vooral gepoogd duidelijk te krijgen wat taal betekenis geeft. Derrida's eigen opvatting wordt...Show moreIn deze scriptie wordt Derrida's opvatting over taal en betekenis nader bekeken. Hierbij wordt vooral gepoogd duidelijk te krijgen wat taal betekenis geeft. Derrida's eigen opvatting wordt duidelijk door zijn kritiek op de traditionele opvattingen over taal en betekenis die veelal een eenduidige betekenis vooronderstellen. Derrida rekent af met deze vooronderstelling en stelt daarvoor de différance in de plaats, die de grondslag vormt voor taal en betekenis.Show less
Het thema van dit paper is het spelbegrip zoals dat in het eerste deel van Hans-Georg Gadamer's Wahrheit und Methode wordt ontwikkeld. Het paper begint met een analyse van de esthetische ervaring...Show moreHet thema van dit paper is het spelbegrip zoals dat in het eerste deel van Hans-Georg Gadamer's Wahrheit und Methode wordt ontwikkeld. Het paper begint met een analyse van de esthetische ervaring zoals Gadamer die ontwikkelt in relatie tot Kant's opvatting daarvan, aan de hand van een analyse van het spelbegrip. Daarna volgt een analyse van Gadamer's hermeneutische ervaring in het licht van het spelbegrip. Afsluitend is er een korte bespreking van de ervaring van taal in termen van het spel. De conclusie is dat het spelbegrip zoals Gadamer het ontwikkelt in Wahrheit und Methode niet alleen de blauwdruk vormt voor de esthetische ervaring, maar voor alle ervaring in het algemeen (waaronder de hermeneutische ervaring en de ervaring van taal).Show less
Nietzsche's social theory, even to this day, maintains a problematical relation with the National Socialistic ideology. One of the philosophers who evaluated this link is Albert Camus. He...Show moreNietzsche's social theory, even to this day, maintains a problematical relation with the National Socialistic ideology. One of the philosophers who evaluated this link is Albert Camus. He criticizes Nietzsche for giving a methodological ground for National Socialistic thought. In this essay I will defend Nietzsche's social theory against this critique.Show less
In this thesis I claim that libertarianism is a view that should once again be considered as a plausible possibility within the free will debate. Earlier versions of libertarianism needed...Show moreIn this thesis I claim that libertarianism is a view that should once again be considered as a plausible possibility within the free will debate. Earlier versions of libertarianism needed unscientific notions such as noumenal selves or non-occurrent causes and were therefore discarded due to our current knowledge of science. However, philosopher Robert Kane has developed an account of libertarianism that appears to make a libertarian notion of free will compatible with science. My first objective is to clarify this account of libertarianism. Many objections have been raised against Kane, but only a few philosophers have tried to constructively reject his account of libertarianism. In this thesis I explain two strong objections that have been raised against libertarianism by famous philosopher and compatibilist Daniel Dennett. However, I claim that these objections are not sufficient to reject libertarianism as a whole and I conclude that therefore more work has to be done to abandon libertarianism altogether.Show less
In daily life, we speak of ‘waiting for inspiration’, for instance when starting with a new work of art. However, it is not clear what this means. Is it possible to lie on a couch and literally...Show moreIn daily life, we speak of ‘waiting for inspiration’, for instance when starting with a new work of art. However, it is not clear what this means. Is it possible to lie on a couch and literally wait for inspiration to come? And if inspiration is indeed such a passive process, what does this tell us about our own responsibility? This thesis therefore focuses on inspiration and its relation to control and (moral) responsibility. Firstly, I will discuss the phenomenon ‘inspiration’ by means of the multi-disciplinary literature search that I conducted. Secondly, I will place the subject of inspiration in the debate on control and (moral) responsibility. I will conclude that popular notions (such as ‘alternative possibilities’ or ‘reason-responsiveness’) are difficult to apply to inspiration. Inspiration seems to be a ‘curious case’; the relation to control and responsibility is not easily defined.Show less