Deze scriptie laat zien welke factoren de uitvoering van migratiebeleid beïnvloeden en hoe de medewerkers van de IND de uitvoering van migratiebeleid ervaren en beleven.
In 1998, the Linkage Act came into effect in the Netherlands, linking the right to social benefits to a residence permit. Migrants who were unable to claim a residence permit, were to be deported....Show moreIn 1998, the Linkage Act came into effect in the Netherlands, linking the right to social benefits to a residence permit. Migrants who were unable to claim a residence permit, were to be deported. Fifteen Turkish women resisted the Linkage Act, and went on a hunger strike for 39 days. Women, who were also mothers, going on a hunger strike was a new phenomenon in the Netherlands. This thesis analyses the following research question: 'How and why did the fifteen Turkish women decided to go on a hunger strike and use it as a method of protest?' This thesis aimed to answer this question by using interviews with the hunger strikers together with an analysis on gender, motherhood, support, and avoiding a precedent.Show less
Toen begin jaren negentig de aantallen asielzoekers die naar Nederland kwamen toenamen werd de asielketen geïntroduceerd. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang...Show moreToen begin jaren negentig de aantallen asielzoekers die naar Nederland kwamen toenamen werd de asielketen geïntroduceerd. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) werden in 1994 opgericht in het kader van een bredere trend die zich voordeed binnen de Nederlandse overheid: het ‘afstoten’ van taken van ministeries naar verzelfstandigden uitvoeringsorganisaties. Het denken in termen van ketens en ketensamenwerking is vanaf de jaren negentig populair binnen de overheid en de oprichting van de asielketen werden door bewindspersonen als dé oplossing aangedragen voor het asielvraagstuk. De nieuwe ‘bedrijfsmatige’ uitvoeringsorganisaties zouden gezamenlijk beter kunnen omgaan met de substantiële verschillen in aankomst aantallen van asielzoekers. Deze scriptie onderzoekt de asielketen in de periode 1994-1995 en verklaard waarom de keten als bestuurskundig concept in de praktijk niet functioneerde.Show less
Between 1945 and 1952, Dutch non-governmental organisations (NGOs) closely cooperated with intergovernmental organisations (IGOs) to administer aid to refugees. Making use of a case study approach,...Show moreBetween 1945 and 1952, Dutch non-governmental organisations (NGOs) closely cooperated with intergovernmental organisations (IGOs) to administer aid to refugees. Making use of a case study approach, this thesis scrutinises the cooperation between four NGOs and the Intergovernmental Committee on Refugees (IGCR) and the International Refugee Organisation (IRO). How and why did NGOs and IGOs join forces to effectuate refugee relief? It turned out that interdependence played an important role: NGOs were reliant on the financial support from IGOs, whilst IGOs needed the ‘grassroot’ expert knowledge of NGOs. NGOs also distributed IGO support to the refugees and mediated on behalf of the refugees. In return, IGOs provided NGOs with legal assistance and advice. Moral arguments and preventive considerations (keeping the refugees on the right path and the fear for unwished precedents) played a lesser role in fuelling NGO-IGO cooperation. All in all, this thesis provides a first insight in the unstudied activity of Dutch relief NGOs directly after the war. The case studies are conducted against the backdrop of an extensive and inconclusive debate on NGOs and their role in the establishment of the modern humanitarian refugee regime.Show less
This thesis analyses the public and political narrative regarding Ghanaians in the Netherlands between 1990 and 2000. It analyses how and why this narrative changed throughout the 1990s.
This thesis analyses the understanding of sex trafficking in the League of Nations as well as the ways in which the changing international environment influenced the image of sex trafficking in the...Show moreThis thesis analyses the understanding of sex trafficking in the League of Nations as well as the ways in which the changing international environment influenced the image of sex trafficking in the interwar years, with a focus on how the League collected data, how it interpreted data, but also how it misrepresented sex trafficking. I argue that a shift in the debates within the Advisory Committee on Traffic of Women and Children can be discerned. This committee started off with a focus on mobility, which shifted to abolition and regulation, and finally to prevention and punishment. These shifts were influenced by the immediate post-war environment, the increased role of the state and the economic crisis in 1929. The committee was faced with different challenges and tensions that shaped the knowledge that was produced about sex trafficking. The image of sex trafficking they created is still topical today. Rather than repeating this image, I will critically engage with it and point out how sex trafficking came to embody a variety of issues that were prevalent at that time, such as miscegenation, emancipation and nationalism. By treating this committee as an example of international cooperation, of data collection during the interwar years and of experts gaining a better understanding of a ‘global’ issue, I will add to lively historiographical debates about transnational history, the importance of the League of Nations and the historical study of gender.Show less
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de verandering in het leven van voormalige Turkse gastarbeiders in Nederland tussen 1987 en 1991 met behulp van Turkse krantenartikelen uit Tercüman en...Show moreIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de verandering in het leven van voormalige Turkse gastarbeiders in Nederland tussen 1987 en 1991 met behulp van Turkse krantenartikelen uit Tercüman en Hürriyet.Show less
Onderzoek naar de samenwerking tussen de Nederlandse overheid en de Nederlandse Federatie voor Vluchtelingenhulp binnen het Difficult Cases project eind jaren 1950.
The end of World War Two saw the influx of millions of German-speakers from Central and Eastern Europe into a physically and economically devastated Germany that had lost a quarter of its pre-1938...Show moreThe end of World War Two saw the influx of millions of German-speakers from Central and Eastern Europe into a physically and economically devastated Germany that had lost a quarter of its pre-1938 territory. Yet one region in Germany remained largely closed to the refugees and expellees: the French zone of military occupation. In 1945, the French occupying authorities refused entry to the refugees, and though they eventually took in some over the course of their occupation, it was an order of magnitude lower than those absorbed into the American, British and Soviet zones. This thesis investigates the reasons behind this initial French position of refusal and its evolution from the immediate end of hostilities in 1945 to the creation of the West German state in 1949. In doing so, it places the question of the refugees in the broader context of France’s overall war aims and its policy towards post-war Germany and Europe. The same security, economic and demographic concerns that drove France’s Germany policy also shaped its response to the refugee crisis; the issue of the refugees and expellees usefully illustrates the trajectory French policy took over the occupation period.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog....Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog. Deze vraag wordt gesteld in het kader van de "gap hypothesis", een hypothese die stelt dat er een groeiende kloof bestaat tussen de doelen en resultaten van nationaal migratiebeleid in hedendaagse liberale staten. Om meer te zeggen over deze kloof is in dit onderzoek gebruik gemaakt van vreemdelingendossiers van de Vreemdelingendienst met betrekking tot vreemdelingen in Nederland die een gevaar vormden voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en gezondheid. Uit de analyse van deze dossiers blijkt dat momenten van crisis, zoals de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog, een impuls gaven aan de uitvoering van het migratiebeleid en een grote mate van consensus creëerden onder de actoren die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van het beleid, waardoor de kloof tussen migratiebeleid en praktijk tijdelijk kromp. De kloof tussen het migratiebeleid en de praktijk hiervan is dan ook een dynamischer fenomeen dan de gap hypothesis suggereert. Crisismomenten zijn "windows of opportunity" waarbinnen ideeën die door een gebrek aan consensus vastzaten, alsnog gerealiseerd kunnen worden.Show less
