In 2008 werd de Chinese provincie Sichuan getroffen door een hevige aardbeving die een kracht van 8.0 op de schaal van Richter had en grote schade aanrichtte in verschillende gebieden. Naar...Show moreIn 2008 werd de Chinese provincie Sichuan getroffen door een hevige aardbeving die een kracht van 8.0 op de schaal van Richter had en grote schade aanrichtte in verschillende gebieden. Naar aanleiding van deze aardbeving zijn verscheidene documentaires gemaakt waarvan sommige algemene informatie geven en andere bepaalde kwesties aan het daglicht stellen. De informatieve en vooral propagandistische documentaires zijn afkomstig van de nationale staatstelevisiemaatschappij CCTV (China Central Television), terwijl in onafhankelijke documentaires vaak een specifieke boodschap centraal staat. Deze onafhankelijke filmmakers belichten enkele kwesties die na de aardbeving zijn ontstaan en voor flinke oproer hebben gezorgd onder de Chinese burgers. In deze scriptie worden drie documentaires geanalyseerd die verschillen en overeenkomsten in de voorstelling van elke filmmaker aantonen.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Een vergelijking tussen de rijmversie van de Roman van Limborch uit de veertiende eeuw en de prozaversie van de Roman van Limborch uit de zestiende eeuw. De vergelijking richt zich vooral op de rol...Show moreEen vergelijking tussen de rijmversie van de Roman van Limborch uit de veertiende eeuw en de prozaversie van de Roman van Limborch uit de zestiende eeuw. De vergelijking richt zich vooral op de rol van het personage Margriete in beide versies.Show less
Economisch hoogleraren zijn voor journalisten met name vanwege de onafhankelijke duiding een belangrijke bron van expertise. In berichtgeving rondom de financieel-economische crisis (2008-2013) in...Show moreEconomisch hoogleraren zijn voor journalisten met name vanwege de onafhankelijke duiding een belangrijke bron van expertise. In berichtgeving rondom de financieel-economische crisis (2008-2013) in elf landelijke dagbladen worden 250 onderzochte hoogleraren bijna 13.000 keer bij naam genoemd. De journalistieke bronkeuze resulteert in een dominante elite van media-economen. Het zeer selecte gezelschap van vijf economen zorgt voor een kwart van de naamsvermeldingen, slechts twaalf personen voor de helft. De discrepantie tussen expertise zoals gepresenteerd in de media en het academische veld is groots. Geen van de economen in de academische top mag zich onder de veelgevraagde media-economen scharen. In het licht van het onafhankelijke karakter is het opvallend dat negen van de tien meestgevraagde economen een of meerdere relaties heeft met commerciële instellingen. Diversiteit in bronkeuze is onder de dagbladen van redelijk gelijke aard. De Volkskrant slaagt hierin het beste, Metro, De Telegraaf en Sp!ts vertonen grotere afwijkingen. Ten tijde van de economische crisis is sprake geweest van een groot, zichzelf versterkend, matteüseffect. Een elite van deelnemers aan het publieke debat is dusdanig zichtbaar dat zij almaar meer aandacht en macht krijgen toebedeeld. Ook inhoudelijk blijken zij eensgezind: 80 procent van de oordelen over het kabinetsbeleid zijn negatief van aard. De duidingsfunctie is verre van strikt evaluatief: niet de kritiek op een beleidsmaatregel staat centraal, maar de normatieve beoordeling van de uitkomst. De vervaging van de grens tussen de economische en politieke visie vraagt om een andere journalistiek. Een waarin veel kritischer wordt gekeken naar bronkeuze en de kleuring van het economisch publieke debat.Show less
Research master thesis | Classics and Ancient Civilizations (research) (MA)
closed access
A comprehensive and concise poetics of biblical Hebrew poetry—its poiesis or active making, the aesthetics of its genesis, the principles of its composition—is the goal of the present work. A...Show moreA comprehensive and concise poetics of biblical Hebrew poetry—its poiesis or active making, the aesthetics of its genesis, the principles of its composition—is the goal of the present work. A survey of the scholarship, past and present, is undertaken, before a cognitive approach is applied to the problem of biblical Hebrew 'metrics'.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In the thesis it is argued that the tableaux vivants had a great impact on the additional meaning a play could have. By interpreting Rodenburgh's "Vrou Iacoba" it becomes clear that meaning...Show moreIn the thesis it is argued that the tableaux vivants had a great impact on the additional meaning a play could have. By interpreting Rodenburgh's "Vrou Iacoba" it becomes clear that meaning originates both in text and the tableau vivant.Show less
Een studie naar de wijze waarop de Japanse animator Miyazaki Hayao in zijn tekenfilms werelden weet te realiseren die zowel fanatasievol als realistisch zijn te noemen.
This thesis tries to combine characteristics of identity building in a community with the existence of gotōchi hīrō ご当地ヒーロー (local heroes) in Japan. Throughout Japan, almost every prefecture and/or...Show moreThis thesis tries to combine characteristics of identity building in a community with the existence of gotōchi hīrō ご当地ヒーロー (local heroes) in Japan. Throughout Japan, almost every prefecture and/or city has its own hero that represents the specific traits of the region it belongs to. The heroes speak in dialect, visit famous locations and constantly use and refer to local products. One of the primary reasons for creating these heroes is to strengthen the regions community identity. Television plays an important role in the distribution of imagery surrounding the local heroes. Because of cultural proximity, local television programmes are often very popular and consequently, so are the local heroes. To exemplify this connection between identity construction and local heroes, this thesis analyses Ryūjin Mabuyā 琉神マブヤー, a local hero from Okinawa prefecture. By looking at the locations, language, cultural references used and the intentions of the creators of the programme, it becomes clear that Ryūjin Mabuyā was created to introduce and emphasize Okinawan community identity.Show less
Research master thesis | Asian Studies (research) (MA)
closed access
This thesis has focused on the transition of the 798 Dashanzi factory from 'artist village' to 'art zone' to show the positive and negative effects of the implementation of creative industries in...Show moreThis thesis has focused on the transition of the 798 Dashanzi factory from 'artist village' to 'art zone' to show the positive and negative effects of the implementation of creative industries in the Chinese urban context. I traced its evolution from its origins as an electronics factory, to an appropriation of urban land by artists and workers of the creative field, to an institutionally-accepted and promoted centre for 'creativity' and innovation. This evolution is deeply intertwined with socio-economic factors which the Chinese government supported as vehicles of (urban) development since Deng's 1978 'Open-door Policy': the dismantling of the danwei (work unit) structure; urbanization; the emergence of a real-estate market, and the rise of an urban upper-middle class. In addition, since the mid-2000s and following the explosion of Chinese contemporary art in the global art market, the government has supported the implementation of Culture Creative Industries as a strategy to build Chinese soft-power and capitalizing on intellectual property. If, on the one hand, these policies had indirect positive effects, such as the preservation of former industrial structures and the incrementation of the local economy, on the other hand they had dramatic consequences on the social environments which were subjected to them. In particular, in the case of 798, the artist community that gave rise to the artist village has been dismembered in favour of commercialization and gentrification of the area. Contemporarily to 798, the Caochangdi artist village sprang up as an urban village on the fringes of Beijing and has constituted itself as an independent reality, taking advantage of the semi-regimented rural status and falling into the cracks of Beijing's residential administration system. Thanks to its semi-illegal configuration, it has managed both to take advantage of the new creative policies implementing local economy, and to maintain the local community somewhat untouched by top-down urban rehabilitation. By adopting a perspective from the theories of place-making and place-branding, the comparison among the two artist villages and the analysis of their transformations helped me to stress the importance of the role of communities in the management of these areas.Show less
