Het wereldwijd toenemend aantal mensen met obesitas wordt steeds vaker als zorgwekkend gekarakteriseerd en als serieus probleem beschouwd. Samenlevingen noemen obesitas tegenwoordig in een adem met...Show moreHet wereldwijd toenemend aantal mensen met obesitas wordt steeds vaker als zorgwekkend gekarakteriseerd en als serieus probleem beschouwd. Samenlevingen noemen obesitas tegenwoordig in een adem met sociale problemen als armoede en verslaving. Daar waar de obesitas-aantallen stijgen, groeit ook de mate van media-aandacht voor de kwestie. Media schilderen het obesitasprobleem op diverse manieren af, door het op een bepaalde manier te framen. Framing heeft bewezen effecten op culturele attitudes: zo zorgt de framing van obesitas in Amerikaanse reality-tv als een moreel en dus individueel probleem, voor een toenemende negatieve houding jegens dikke mensen. Met die reden is het relevant inzicht te verkrijgen in de framing van obesitas in ook de Nederlandse media, waar tot op heden nog geen onderzoek naar is verricht. Onderhavig onderzoek richt zich hierop, focust op het genre van reality-tv en geeft antwoord op de volgende vraag: hoe wordt obesitas geframed in realityprogramma ‘Obese’? Een speciale interesse is er voor de vraag wie het populaire transformatieve lifestyleprogramma als verantwoordelijke voor - zowel de oorzaak als de oplossing van – het obesitasprobleem presenteert. In totaal zijn drie van de zes afleveringen uit het tweede seizoen uit 2013 geselecteerd, getranscribeerd en geanalyseerd middels een kwalitatief-interpreterende inhoudsanalyse. Bevindingen uit eerder onderzoek tonen aan dat het een specifieke eigenschap van reality-tv is om zich tot een individualistisch frame te beperken. De resultaten van de analyse bevestigen inderdaad de verwachting van onderhavig onderzoek dat dit in ‘Obese’ niet anders is en laten zien waar het dit onderzoek vooral om te doen is: hoe dit frame in een andere nationale context dan tot dusver onderzocht, wordt ingevuld. ‘Obese’ spreekt met een alarmerende toon over obesitas. Het realityprogramma gaat in op de gevolgen die het excessieve overgewicht voor de deel-nemers ervan heeft en definieert obesitas als een risico voor de gezondheid, een praktisch en ook een psychosociaal probleem. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt volgens het programma bij het individu: ‘Obese’ presenteert de oorzaak als een kwestie van eet- en beweeggewoonten (levensstijl) die samenhangen met denk- en gedragspatronen (mentaliteit) en negeert sociale, politieke en economische factoren. ‘Obese’ heeft een duidelijke boodschap: dik zijn is een keuze. In de manier waarop het de deelnemers behandelt en in beeld brengt zitten aspecten van straf en vernedering, wat bij de kijker gevoelens van walging en afschuw opwekt. Om het probleem op te lossen moeten de deelnemers de strijd aangaan. Tegen het overgewicht, maar volgens de realityshow vooral tegen zichzelf. De oplossing is volgens ‘Obese’ simpel; zolang de eigenaar daartoe bereid is, kan het lichaam bestuurd worden als een machine. Wanneer de deelnemers hierin slagen, is ook ruimte voor beloning en bewondering. De Nederlandse programmamakers kleuren het individualistische frame subtieler in dan hun Amerikaanse en Engelse collega’s: terwijl de laatste zich niet inhouden voeren de makers van ‘Obese’ met grote zorg een balanceeract op waarbij ze continu het evenwicht bewaren tussen veroordeling van en sympathie voor het individu. Maar hoewel verzachtende omstandigheden het scherpe randje eraf halen, blijft het idee dat het probleem de eigen schuld van de deelnemers is bestaan. Individuele verantwoordelijkheid wat betreft obesitas is sterk verankerd in onze maatschappij en discriminatie van dikke mensen is erg makkelijk. ‘Obese’ versterkt het idee dat het individu voor het obesitasprobleem verantwoordelijk is en maakt het mogelijk nog makkelijker mensen met obesitas af te keuren. Vervolgonderzoek, waarbij meer programma’s, andere genres en ook andere bronnen worden betrokken, is nodig om het beeld completer te maken en uitspraken te kunnen doen over ‘de framing van obesitas in de Nederlandse media’ in het algemeen.Show less
Analysis of the Bolivian film Yvy Maraey and the representation of the contemporary mestizo in Bolivia and Latin America. Approaching to the guarani culture and its historical struggle within the...Show moreAnalysis of the Bolivian film Yvy Maraey and the representation of the contemporary mestizo in Bolivia and Latin America. Approaching to the guarani culture and its historical struggle within the modern state, and the resulting mestizo ch'ixi, as a theoretical response to the Bolivian reality today.Show less
Solid waste management is one of the main problems worldwide. Especially in developing countries, different factors such as rapid population growth, migration to urban areas, and lack of financial...Show moreSolid waste management is one of the main problems worldwide. Especially in developing countries, different factors such as rapid population growth, migration to urban areas, and lack of financial resources make difficult to implement an efficient system of collection. Waste–pickers have an important role in the solid waste management but they normally work under hazardous and precarious conditions. In Brazil, in particular, although most of scavengers work informally, there are also many formal cooperatives of waste pickers that collaborate each other and contribute significantly to clean the cities and reduce the volume of solid waste destined to the dumps. Nevertheless, solid waste management is still a complex issue in the country and there is still a lot do in order to integrate waste–pickers within the society and in the waste management system. This study analyzes the social impact of waste–pickers’ cooperatives in the cities of Rio de Janeiro and Duque de Caxias, using data collected in five cooperatives during five weeks fieldwork research.Show less
Dit werkstuk bevat een onderzoek naar de lengte van de Chinese zin in vergelijking met de lengte van de Nederlandse zin. Dit naar aanleiding van het idee dat Chinese zinnen veel langer zijn dan...Show moreDit werkstuk bevat een onderzoek naar de lengte van de Chinese zin in vergelijking met de lengte van de Nederlandse zin. Dit naar aanleiding van het idee dat Chinese zinnen veel langer zijn dan Nederlandse zinnen. Bij twee spreektalige geluidsfragmenten, één in het Chinees en één in het Nederlands, wordt door een aantal moedertaalsprekers bepaald wat de zinnen precies zijn. De definities van zin die deze informanten aanhouden worden vervolgens vergeleken met wat volgens literatuur een zin in. Tenslotte wordt een meting van de gemiddelde zinslengtes gedaan van de zinnen die moedertaalsprekers bepaald hebben, en deze worden met elkaar vergeleken om te zien of Chinese zinnen daadwerkelijk langer zijn dan Nederlandse zinnen.Show less
According to the 2000 Census, only 8.41 percent of the population of the People's Republic of China belonged to one of the 55 recognized ethnic minorities. Despite this relatively small percentage,...Show moreAccording to the 2000 Census, only 8.41 percent of the population of the People's Republic of China belonged to one of the 55 recognized ethnic minorities. Despite this relatively small percentage, western media regularly report about ethnic violence in the PRC. This thesis examines preferential policies, a solution of the PRC government to stabilize ethnic tensions within its territories. After providing a brief understanding of living conditions for ethnic minorities in China, the thesis outlines challenges for both the ethnic minorities and the PRC government and continues by a detailed explanation of the Law on Regional Ethnic Autonomy and the preferential policy on minority education enrollment, followed by an analysis of the actual results of the policies. The thesis concludes by stating that the preferential policies both work and do not work. There is an increase in the literacy rate of minorities that can be contributed to the policies. At the same time, however, the preferential policies seem to be both a result and a source of Han-centered discrimination of ethnic minorities.Show less
According to Miestamo (2005:18), a lot of cross-linguistic research has been undertaken on what is called standard negation (Dahl 1979; Payne 1985; Forest 1993; Honda 1996). However, in these works...Show moreAccording to Miestamo (2005:18), a lot of cross-linguistic research has been undertaken on what is called standard negation (Dahl 1979; Payne 1985; Forest 1993; Honda 1996). However, in these works, little attention is paid to the negation of existential clauses. Recently, a typological study of negative existential clauses was carried out by Vesselinova (2013), who focuses on how this special type of negation relates to standard negation. Since affirmative existential clauses are often related to possessive and locative clauses (Lyons 1967; Clark 1978; Payne 1997), this thesis examines negative existential clauses according to their relation with negative possessive and locative clauses in a geographically and genetically balanced sample of 12 languages. This relation is compared to the way their affirmative counterparts relate to each other. The data used in this study comes from descriptive grammars, linguistic articles on the languages, and personal communication with speakers. It appears that in the majority (66,67%) of the sample languages negative existential, possessive and locative clauses are related to each other in the same configuration as their affirmative counterparts, while a minority of the sample languages is asymmetric in this respect. The pattern that is found in most of the sample languages is that in which all three clause types are related to each other. None of the sample languages follows a pattern in which negative existential clauses are not related to either negative possessive or negative locative clauses.Show less
Upon becoming prime-minister of Malaysia in 1981,Mahathir initiated the “Look East” policy. This policy looked at Korea and Japan and sought to use these countries as examples. The policy was not...Show moreUpon becoming prime-minister of Malaysia in 1981,Mahathir initiated the “Look East” policy. This policy looked at Korea and Japan and sought to use these countries as examples. The policy was not only meant as an economic measure, but also as a cultural policy to aid the poor Malays. This thesis tries to answer the question to what extent the policy was aimed for the latter and how this was to be implemented. Firstly, it will look at Malaysia's cultural background and Mahathir's view on the matter before becoming prime-minister. It focuses on his book, the Malay Dilemma, where he stressed the need for Malays to change their values. Secondly it will look into the initiation of the “Look East” policy and what it aimed to do. Thirdly, it will go into Japan's image and how Mahathir sought to transfer values from Japan to Malaysia. Then, it will look at the implementation of the policy and how it was executed. Lastly, the conclusion talks about the cultural influence of the “Look East” policy. Saying that the policy was not effective in changing the values of the Malays, but did bring out a change in direction from looking to the West towards looking to the East.Show less
Prosody and structure are important cues for infants when they are learning a language. In this thesis, I investigated which of these two cues infants of seven months old find more salient. A Head...Show moreProsody and structure are important cues for infants when they are learning a language. In this thesis, I investigated which of these two cues infants of seven months old find more salient. A Head-Turn Preference procedure was used in both Experiment 1a and Experiment 1b to see whether infants found an inconsistent prosody pattern or inconsistent structure pattern compared to a familiarized pattern more interesting. Results revealed that infants had a longer looking time for the inconsistent prosody pattern than for the inconsistent structure, which indicates a stronger interest for the inconsistent prosody. If infants have a novelty preference, which is commonly assumed, this would mean that infants rely more on prosodic cues than structural cues. Whether or not this is the case will be examined further in Experiment 2. Also the points of improvement for Experiment 1 and the design of how Experiment 2 is conducted are discussed.Show less
An analysis as to how people in Medieval looked at music and musicians in their society. Done by historical accounts and by looking at famous literary work from the period involving music and/or...Show moreAn analysis as to how people in Medieval looked at music and musicians in their society. Done by historical accounts and by looking at famous literary work from the period involving music and/or musicians; such as Beowulf, Sir Orfeo and the Canterbury Tales.Show less
This study focuses on the variation in pronunciation of 18 Dutch loanwords. These loanwords know variation in a vowel or consonant, or in their stress pattern. With the help of a questionnaire and...Show moreThis study focuses on the variation in pronunciation of 18 Dutch loanwords. These loanwords know variation in a vowel or consonant, or in their stress pattern. With the help of a questionnaire and wordlist, the varying pronunciation forms of these Dutch loanwords were analysed. By studying the origin of these loanwords, it became evident whether the donor language influenced the pronunciation. It became clear that French is the most influential donor language with regards to the pronunciation. Correlations with sex, age, region, educational level, and dialect proficiency were also studied to find any patterns. The social variables sex and educational level influenced the choices speakers made for a certain pronunciation form the most.Show less
Research master thesis | Linguistics (research) (MA)
open access
This thesis aims to adduce new arguments to the discussion concerning the Italo-Celtic hypothesis from the nominal derivational morphology of the relevant languages. This is achieved by...Show moreThis thesis aims to adduce new arguments to the discussion concerning the Italo-Celtic hypothesis from the nominal derivational morphology of the relevant languages. This is achieved by systematically comparing the derivational morphology of the Italic and Celtic languages (predominantly Latin and Old Irish) with the aim of identifying morphological innovations that are possibly exclusive to Italic and Celtic. These shared innovations could then serve as arguments supporting the idea of an Italo-Celtic linguistic unity.Show less
De paper geeft een overzicht van het fenomeen shanzhai en intellectueel eigendomsrecht in China. Daarnaast gaat de paper in op intellectueel eigendomsrecht omtrent medicijnen. Ook wordt de...Show moreDe paper geeft een overzicht van het fenomeen shanzhai en intellectueel eigendomsrecht in China. Daarnaast gaat de paper in op intellectueel eigendomsrecht omtrent medicijnen. Ook wordt de geschiedenis van het zorgstelsel in China belicht. Dit alles geeft een beeld van de manier waarop shanzhai is ontstaan en dat het vooral in de geneesmiddelenindustrie belangrijk is het onderscheid te maken tussen 'shanzhai' en 'namaak'.Show less
I explain in my thesis that there is a reason to suggest that besides marriage and singles, also childless couples are affecting Japan's fertility negatively. In regard to these childless couples,...Show moreI explain in my thesis that there is a reason to suggest that besides marriage and singles, also childless couples are affecting Japan's fertility negatively. In regard to these childless couples, I try to answer the following question in my thesis: what factors influence Japanese childless married couples in their decision to remain childless, despite their wish to have children? Through making use of available statistics and insights of researchers like Higuchi, I conclude that from an economic/attitudinal perspective, it can be stated that the factors that influence Japanese childless married couples in their decision to remain childless, despite their wish to have children are varied. However, the vast majority of the respondents to surveys conducted by the IPSS, expressed that they are either too old, not healthy enough or physically restricted and therefore unable to have children. A smaller percentage of the respondents also expressed that it costs too much to raise and educate children. Based on these results I state that economists and politicians should improve fertility among childless couples by focusing on creating policies that financially support them during the early years of their employment. This will generate a satisfying environment for childless couples to have children while they are young. This way Japan’s fertility is likely to rise again.Show less
Research master thesis | Linguistics (research) (MA)
open access
The main objective of this thesis is to tackle the key questions that arise when one becomes aware of the omnipresence and seemingly unrestricted polysemy of the Czech reflexive marker se/si. Do...Show moreThe main objective of this thesis is to tackle the key questions that arise when one becomes aware of the omnipresence and seemingly unrestricted polysemy of the Czech reflexive marker se/si. Do all its different functions have something in common? And why are its equivalents in languages like English and Dutch exploited to a much lesser degree? Building on insights and solutions offered both by Czech structural grammarians and scholars working within different functionally oriented frameworks of present-day linguistics such as linguistic typology and Construction Grammar, the thesis attempts to draw a coherent picture of the semantic network underlying the different functions of the marker and to set this picture in a historical and crosslinguistic context.Show less
Shale gas offers both big opportunities and big risks. This has resulted in a fierce debate in the EU over the past years which placed research in a central role. This thesis investigates whether...Show moreShale gas offers both big opportunities and big risks. This has resulted in a fierce debate in the EU over the past years which placed research in a central role. This thesis investigates whether oil and gas producers (OGPs) use research to manipulate the debate. Between June 2013 to March 2014 all public available research has been collected in a database for the use of this thesis. The reports are ranked in tiers, distinguishing between primary, secondary, quantitative and qualitative research. Consequently the current level of knowledge on shale gas is assessed and linked to the research coverage of the different topics. This analysis shows the nascent state of research and the general lack of consensus on virtually all issues. Furthermore, it is establishes that economic research offers the biggest potential for manipulation. This economic research will be analyzed based on the organizational features and the content of three primary reports in order to establish whether OGPs manipulated the outcome of the research. Using the theory of Value Sensitive Design it will be established how this manipulation could influence the decision making process on shale gas.Show less
