Gedurende de negentiende eeuw zou de positie van rietsuikerproducenten in Nederlands-Indië ingrijpend veranderen. Verschillende invloeden zoals de suikercrisis, suikercongressen en de Nederlandse...Show moreGedurende de negentiende eeuw zou de positie van rietsuikerproducenten in Nederlands-Indië ingrijpend veranderen. Verschillende invloeden zoals de suikercrisis, suikercongressen en de Nederlandse politiek zouden ervoor zorgen dat de afzetmarkt voor rietsuiker uit Nederlands-Indië zich zou gaan verschuiven van Europa richting Azië. Door de groei van de beetsuikerproductie in Europa werden er nieuwe wetten aangenomen betreffende de accijns op suiker, deze wetten hadden daardoor ook direct invloed op de mogelijkheden van Indische producenten om hun rietsuiker af te zetten in Europa. In de tweede helft van de negentiende eeuw zouden deze nieuwe wetten ervoor zorgen dat bietsuiker bepaalde voordelen begon te genieten waardoor het nagenoeg onmogelijk werd voor de Indische rietsuiker op te concurreren op de Nederlandse, laat staan Europese markt. Aan het einde van de negentiende eeuw zag men dan ook een verschuiving ontstaan binnen de afzet van de Indische rietsuiker. Met name in de jaren negentig groeiden de relaties met Amerikaanse en Aziatische partners. Deze handelsrelaties zouden dusdanig sterk worden waardoor de Nederlandse overheid in 1902 haar verlies van de Indische rietsuiker moest erkennen. De Nederlandse staat begon met het subsidiëren van een scheepsvaartlijn richting Japan en China en daarmee was het ontstaan van de Java-China-Japan lijn een feit. De afzetmarkt van rietsuikerproducenten in Nederlands-Indië was gedurende de negentiende eeuw definitief verschoven van het Europese continent richting Azië.Show less
Stereotypes that existed years before, were used in campaigns and extended its premises. This paper investigates its consequences for policymaking, as the measures aiming to curb fraud were harming...Show moreStereotypes that existed years before, were used in campaigns and extended its premises. This paper investigates its consequences for policymaking, as the measures aiming to curb fraud were harming the poor.Show less
Dit onderzoek tracht vast te stellen hoe het giftenbeleid van de Verenigde Oost-Indische Compagnie aan het shogunhof van Japan kan worden verklaard aan de hand van antropologische bevindingen in de...Show moreDit onderzoek tracht vast te stellen hoe het giftenbeleid van de Verenigde Oost-Indische Compagnie aan het shogunhof van Japan kan worden verklaard aan de hand van antropologische bevindingen in de periode 1648-1748. Hierbij staat de theorie van Marcel Mauss over de invloed van giften op relaties tussen gemeenschappen centraal.Show less
Between 1933 and 1945, the New Deal period of the United States brought with it an extensive overhaul of the body politic. Federal powers were strengthened, governmental agencies expanded across...Show moreBetween 1933 and 1945, the New Deal period of the United States brought with it an extensive overhaul of the body politic. Federal powers were strengthened, governmental agencies expanded across rural and urban country, and most importantly, it invigorated the hearts and minds of its citizens with a certain need to care for the environment. Environmental politics became a staple of the government, with agencies such as the Civilian Conservation Corps, the Tennessee Valley Authority, and the Farm Security Administration. Large-scale environmental workers projects were meant to bolster the nation’s economy during the Great Depression while conserving natural resources and providing sustainable environments. However, the benefits of the environmental and social programs of the New Deal were not enjoyed by all. African Americans received the short end of the stick, and were generally excluded from or discriminated within relief programs. The Conservation Corps segregated its worker camps and subjected many Black workers to menial tasks. The Tennessee Valley Authority often times provided no work to its employed Black workers. Farm relief did not apply to the majority of Black farmers, since they virtually owned no land following Emancipation. Within the nation’s capital, several prominent Black federal policy advisors, known as the “Black Cabinet,” attempted to incorporate Black Americans into New Deal relief. Amidst a political landscape indifferent to their plights, they enjoyed several victories, especially concerning ecological problems. The purpose of this thesis is to investigate whether the Black Cabinet were concerned with contemporary notions such as ‘environmental democracy’ and ‘environmental justice.’ Ultimately, this thesis is to find out whether the actions of the Cabinet hindered or favored processes of an environmental democracy.Show less
Een scriptieonderzoek naar de innovatie en adaptatie van de ML-KNIL op het gebied van ISR, luchttransport en luchtsteun in de Indonesische dekolonisatieoorlog.