Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Wanneer een thema belangrijk wordt in de maatschappij of de media moeten alle politieke partijen daar een standpunt over vormen. Vaak is er één partij die door de stemmers als autoriteit op dit...Show moreWanneer een thema belangrijk wordt in de maatschappij of de media moeten alle politieke partijen daar een standpunt over vormen. Vaak is er één partij die door de stemmers als autoriteit op dit gebied wordt gezien; deze partij heeft dit issue geclaimd. Als andere partijen stemmen willen winnen, moeten ze ownership krijgen over dit issue. Een van dit soort issues is het klimaat. GroenLinks heeft voor dit issue de confirmation bias van de kiezers. De VVD heeft geen issue ownership en moet zijn eigen spin geven aan het issue om zich dit onderwerp te kunnen toe-eigenen. Een manier om een eigen draai te geven aan een onderwerp is om framing te gebruiken. Frames geven een context aan een onderwerp en zorgen ervoor dat een abstract onderwerp concreet wordt. Op deze manier kunnen frames het denkkader van de lezer of hoorder van een boodschap beïnvloeden. Framing is dus uitermate geschikt om te gebruiken in persuasieve teksten. Een voorbeeld van een persuasieve tekst is een verkiezingsprogramma. Politieke partijen brengen voor een verkiezingsperiode hun standpunten naar buiten via de verkiezingsprogramma’s. In deze documenten staan alle standpunten over de verschillende issues uitgewerkt. Deze teksten zijn informatief, maar ook persuasief, omdat ze de lezer willen overtuigen om te gaan stemmen op de betreffende partij. In deze verkiezingsprogramma’s kunnen partijen dus een poging wagen om zich een issue toe te eigenen wanneer ze deze nog niet bezitten en als het in hun voordeel lijkt om het wel te bezitten. Aangezien de VVD een standpunt moet hebben over het issue ‘klimaat’ en hier nog geen ownership over heeft, is de kans groot dat er in het verkiezingsprogramma een poging gedaan wordt tot het toe-eigenen van dit issue. Deze scriptie geeft antwoord op de onderzoeksvraag: Met behulp van welke frames probeert een rechtse partij, zoals de VVD, zich het issue ‘klimaat’ toe te eigenen en af te pakken van een conventioneel groene partij, zoals GroenLinks? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet eerst een deelvraag beantwoord worden: Met behulp van welke frames heeft GroenLinks het issue ‘klimaat’ geclaimd? Met behulp van de inductieve analyse van Van Gorp (2007, 2010) zijn er voor elke partij drie dominante frames uit de klimaatpassages van de twee verkiezingsprogramma’s gehaald. GroenLinks benut het bewegingsframe, het verantwoordelijkheidsframe en het (drugs)verslavingsframe. De VVD geeft een eigen draai aan het issue ‘klimaat’ door gebruik te maken van het economische-kansenframe, het eenvoudsframe en het strijdframe. Door deze traditioneel rechtse en liberale thema’s waar de VVD bekend om staat, te gebruiken voor een nieuw issue, geeft de VVD een nieuw perspectief op het issue ‘klimaat’. Ook de VVD benut het bewegingsframe dat dominant is in het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Dit wordt gedaan omdat zowel GroenLinks als de VVD allebei verandering in het huidige beleid willen. Door middel van het bewegingsframe uiten ze dit in hun verkiezingsprogramma’s.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Abstract Greenpeace probeert met zijn campagnes problemen aan te kaarten bij het grote publiek en te stimuleren tot duurzame oplossingen. Greenpeace doet dit door gebruik te maken van overtuigende...Show moreAbstract Greenpeace probeert met zijn campagnes problemen aan te kaarten bij het grote publiek en te stimuleren tot duurzame oplossingen. Greenpeace doet dit door gebruik te maken van overtuigende teksten zoals wervingsteksten en teksten van meer informatieve aard waarbij er gefocust wordt op het geven van achtergrondinformatie. In beide typen teksten wordt er gebruik gemaakt van het middel framing. Dit houdt in dat bepaalde aspecten sterker worden belicht dan andere aspecten en dat heeft invloed op de interpretatie van de tekst (Gagestein, 2015: 53). Greenpeace schrijft zowel wervende teksten als informatieve teksten over dezelfde onderwerpen. Het doel van deze twee types teksten is anders. Wervende teksten richten zich bovenal op het overtuigen van de lezer terwijl bij informatieve teksten het gaat om informeren. Op basis van de verschillende tekstdoelen zou je je kunnen afvragen of dit van invloed is op de manier waarop er gebruik wordt gemaakt van frames. In dit onderzoek is onderzocht of er een verschil is in het gebruik van frames tussen wervingsteksten en informatieve teksten. Dit wordt onderzocht door in kaart te brengen welke frames er in beide teksttypes aanwezig zijn en door de resultaten met elkaar te vergelijken. Het corpus is geanalyseerd met behulp van onderzoeken van Van Gorp (2006 & 2007) en Joris e.a. (2015). Het corpus bestaat uit tien teksten, waarvan vijf wervende teksten en vijf informatieve teksten. Steeds twee teksten horen bij één onderwerp (één wervende tekst en één informatieve tekst). De behandelde onderwerpen in dit onderzoek zijn: plastic, vlees, olie, klimaatakkoord en de zuidpool. De eerste verwachting is dat het type frames dat voorkomt in wervingsteksten krachtiger is dan het type frames dat voorkomt in informatieve teksten. De tweede verwachting is dat een deel van de gevonden frames in zowel de wervingstekst als de informatieve tekst voorkomt, omdat ze zijn terug te brengen op de visie van Greenpeace. Uit het onderzoek is gebleken dat er aanwijzingen zijn dat er krachtigere frames worden ingezet bij wervingsteksten dan bij meer informatieve teksten, maar ook dat er aanwijzingen zijn dat er even krachtige frames worden ingezet in wervingsteksten als in meer informatieve teksten. Ook is gebleken dat alle onderzochte onderwerpen als overeenkomst hadden dat een deel van de gevonden frames in beide teksttypes werd teruggevonden. De uitkomsten van de verwachtingen kunnen alleen nog niet generaliseerd worden, omdat dit onderzoek indicatief van aard is.Show less
Het kan van adverteerders redelijkerwijs worden gezegd dat zij strategisch manoeuvreren. Enerzijds proberen zij een doelgroep zo effectief te overtuigen van hun boodschap, anderzijds hebben zij...Show moreHet kan van adverteerders redelijkerwijs worden gezegd dat zij strategisch manoeuvreren. Enerzijds proberen zij een doelgroep zo effectief te overtuigen van hun boodschap, anderzijds hebben zij veel verschillende grenzen om zich aan te houden: zowel de discussieregels als grenzen van het actietype. Deze grenzen zijn vastgelegd in de Nederlandse Reclame Code (NRC), die in stand wordt gehouden door de Reclame Code Commissie (RCC) en het College van Beroep (CvB) van de Stichting Reclame Code (SRC). Ook de adviezen van de Stichting zijn gebonden aan een kader. Het doel van dit onderzoek is analyseren in hoeverre de gronden waarop de RCC en het CvB hun beslissingen baseren, verfijnd kunnen worden aan de hand van de inzichten uit de pragmatiek. In de pragmatiek is al veel geschreven over misleiding, maar er is nog geen systematische manier om uitingen te analyseren. Daarom is – na het behandelen van de literatuur over coöperatie, liegen, manipulatie en bedrog vanuit een Griceaans perspectief – een eerste poging gedaan om een operationele definitie op te stellen. Deze is vervolgens gebruikt om drie dossiers van de SRC te (her)analyseren. In deze zaken hebben zowel de RCC als het CvB uitspraken gedaan, die niet altijd overeenkwamen, wat erop duidt dat er niet zonder meer overeenstemming is als het gaat om uitspraken over misleiding. Dit biedt ook de mogelijkheid tot verfijning van de gronden. Uit de analyse bleek dat er zeker manieren zijn waarop de inzichten uit de pragmatiek de gronden van de uitspraken kunnen verfijnen. Allereerst door de operationele definitie van misleiding mee te nemen, waarbij verschillende elementen geëxpliciteerd worden, die nu slechts gevoelsmatig behandeld lijken te worden. Daarnaast door niet alleen op de letterlijke tekst te focussen, ontstaat er een mogelijkheid ook het effect van implicaties en implicaturen te zien, die worden opgeroepen maar niet letterlijk aanwezig zijn. Als laatste is er nog een praktisch punt, dat in de behandeling van de RCC al verder wordt doorgezocht naar statistische onderbouwing van argumenten van de twee partijen. Hoewel er nog een aantal kanttekeningen en verbeterpunten te noemen zijn bij de analyse en resultaten/conclusies, laat dit onderzoek wel een mogelijkheid zien. De uitspraken over misleiding van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kunnen consistenter worden onderbouwd, door inzichten uit de pragmatiek te gebruiken. Vervolgonderzoek zou deze inspanning op grotere schaal kunnen uitvoeren, om te kijken of de conclusies ook kwantificeerbaar zijn.Show less
Taal beïnvloedt de manier waarop wij naar de werkelijkheid kijken en roept oordelen en associaties op. Om deze reden is taal een belangrijk middel voor politici: zij kunnen taal inzetten voor hun...Show moreTaal beïnvloedt de manier waarop wij naar de werkelijkheid kijken en roept oordelen en associaties op. Om deze reden is taal een belangrijk middel voor politici: zij kunnen taal inzetten voor hun eigen succes. Zeer succesvolle politici van de laatste jaren zijn die met een populistische inslag. In dit onderzoek komen taal en populisme samen, in de vorm van een analyse van de grammaticale kenmerken van speeches van Baudet, een nieuwe politicus in de Tweede Kamer en tevens een zogenaamde populist. Ter introductie van het begrip populisme wordt allereerst getracht dit zeer brede begrip iets meer vorm te geven, waaruit zal blijken dat er twee duidelijke kernwaarden zijn: de populist zegt voor het volk te spreken en stelt dat volk centraal, en de populist presenteert zich als anti-elitair. Een derde kenmerk dat belangrijk is, zeker ook in het geval van Baudet, is dat de populist een specifieke groep van de samenleving probeert uit te sluiten. Na afbakening van dit begrip wordt overgestapt naar de taal van de populist, want bestaat er eigenlijk wel zoiets als populistisch taalgebruik? Uit de onderzoeken die besproken worden zal blijken dat er inderdaad sprake is van terugkerende, talige elementen, maar dat deze wel voornamelijk gebaseerd zijn op de taal van Wilders, en deels de taal van Trump, zeker wanneer het grammatica betreft, want hierover is nog niet veel geschreven. Dit is een nadeel van dit onderzoek, maar maakt dit onderzoek tegelijkertijd des te interessanter, want de resultaten laten zien dat een onderzoek naar grammaticale elementen zeker vruchtbaar kan zijn. De speeches van Baudet werden geanalyseerd op basis van een zelf samengestelde, grammaticale checklist, waarin voornamelijk grammaticale elementen voorkwamen die interessant waren gebleken voor Wilders. Uit de resultaten blijkt dat Baudet graag spreekt in vrij korte zinnen, die vaak een retorische vraag vormen, weinig bijzinnen bevatten, juist veel (lange) parallellismen laten zien en weinig complementatie. Deze grammaticale kenmerken werden ook voor Wilders gevonden in eerdere onderzoeken, en houden verband met verschillende eigenschappen van taal, zoals de begrijpelijkheid ervan, overtuigingskracht en feitelijkheid. Deze eigenschappen van taal laten zien dat Baudet, ondanks zijn elitaire uitstraling, de taal van het volk spreekt, zoals goed past binnen het straatje van de populist: wanneer je inhoudelijk stelt voor het volk te spreken, moet de bijbehorende taal begrijpelijk en helder zijn voor dat volk, en dus niet elitair. Bij eventueel vervolgonderzoek zou gekeken kunnen worden naar de grammatica van andere politici, zowel populistisch als niet populistisch, en zou er een groter corpus voor Baudet bij de studie betrokken kunnen worden.Show less