This thesis uncovered the reasons behind Koryoin’s common experience of South Korean society seeing them as not “Korean enough.” After the dissolution of the Soviet Union and the growing need of...Show moreThis thesis uncovered the reasons behind Koryoin’s common experience of South Korean society seeing them as not “Korean enough.” After the dissolution of the Soviet Union and the growing need of foreign labor by the South Korean economy, co-ethnics were the most favored by South Korea, explaining the growing (re)settlement of the Koryoin in South Korea. Although being ethnic Korean, they’re commonly treated as foreigners and the Koryoin feel alienated, making it an anomaly if South Korea brands itself as the homeland of all Koreans. Through a descriptive literature review followed by the usage of academic articles, news articles, and documentaries, the problem can be pointed towards South Korea’s exclusive monoethnic nationalism whereby full Korean blood is the main tenant sustaining this ideology. Yet, factors like language, customs and habits, and looks seem to be of such an importance that the nonfulfillment of these ‘requirements’ results in the othering the Koryoin experience, regardless of having Korean ancestry. South Korea’s paradoxical monoethnic nationalism, termed tanilminjok-ism in this thesis, was created for social cohesion yet the academic discussion criticizes if that is still the case. The Koryoin voice out their hardships of being marginalized and wish to be included in South Korea’s growing multicultural society, warranting a bigger push for inclusivity.Show less
Based on previous research on the queer community and queer activism in South Korea, specifically that on visibility, and an analysis on three Korean online fora (DCInside, Instiz, and GayKorea),...Show moreBased on previous research on the queer community and queer activism in South Korea, specifically that on visibility, and an analysis on three Korean online fora (DCInside, Instiz, and GayKorea), this research searches for the role that online discourse on has within the grand scheme of queer activism. By using a mixed methods approach including discourse analysis, the perspective and dialogue on the queer community on these platforms will be brought forward. From this discourse a general perception is gauged and important key points are extracted. Based on these perceptions and opinions a conclusion is reached, that when it comes to online discourse, the queer controlled narratives and the space it provides for education on the queer community, is something that’s one of a kind in this day and age in South Korea.Show less
In contemporary urban environments, the dominance of automobiles has not only influenced physical infrastructure but also societal perceptions and media narratives regarding road usage and safety....Show moreIn contemporary urban environments, the dominance of automobiles has not only influenced physical infrastructure but also societal perceptions and media narratives regarding road usage and safety. This thesis investigates pedestrian victim-blaming in British and Russian media, examining its implications for urban safety and the concept of the right to the city. It aims to uncover systemic biases that favor drivers and marginalize pedestrians by analyzing media narratives and their impact on public perception and policy. The 20th century witnessed a significant rise in car ownership, altering city designs to prioritize vehicles over pedestrian spaces. This shift fostered attitudes equating car ownership with personal freedom, leading to urban environments that often neglect pedestrian safety and accessibility. Pedestrian victim-blaming is the tendency to hold pedestrians at fault for traffic accidents, absolving drivers and overlooking systemic urban planning issues. This phenomenon is pervasive in media reporting, public discourse, and legal frameworks, with narratives often attributing accidents to pedestrian behaviors like jaywalking or distraction. Such blame-shifting not only affects public perception but also influences policy decisions, hindering efforts to enhance pedestrian safety. Media coverage plays a crucial role in shaping public perceptions of traffic incidents, with studies indicating that the framing of accidents can significantly influence perceived blame. Headlines and articles frequently emphasize pedestrian behavior while downplaying driver actions and systemic issues like poor road design. A key concept related to pedestrian victim-blaming is "windshield bias," where media and society predominantly view traffic incidents from the driver's perspective. This bias is reflected in language that sympathizes with drivers and obscures their responsibility. Additionally, the right to the city, which advocates for equitable urban access for all inhabitants, is compromised when policies prioritize vehicular traffic over pedestrian needs. This thesis contributes to the discourse on urban safety and equity by addressing the systemic biases favoring drivers and marginalizing pedestrians. It advocates for a more inclusive approach to urban planning and policy, aiming to foster safer, more equitable urban environments.Show less
Dit artikel onderzoekt hoe Jan Steen (1626-1679), door het gebruik van bepaalde huiselijke materiële objecten, een huiselijke sfeer oproept en ondermijnt in zijn weergave van Nederlandse...Show moreDit artikel onderzoekt hoe Jan Steen (1626-1679), door het gebruik van bepaalde huiselijke materiële objecten, een huiselijke sfeer oproept en ondermijnt in zijn weergave van Nederlandse zeventiende-eeuwse interieurs. Aan de hand van een selectie van drie niet-Bijbelse schilderijen in een interieur, met duidelijke kenmerken van een privésituatie uit het oeuvre van Steen die wanordelijke huishoudens bevatten, wordt aangetoond dat Steen ingenieus gebruikmaakt van authentieke objecten om een vertrouwde, huiselijke sfeer op te roepen. Steen ondermijnt echter de zeventiende-eeuwse huiselijkheid binnen zijn wanordelijke huishoudens door humor en ironie te gebruiken, waarmee hij chaos en moreel verval in de huiselijke context laat zien. Steen’s schilderijen zijn hierdoor niet alleen een herkenbare weergave van het zeventiende-eeuwse dagelijks leven, maar dienen ook voor het uitdragen van moraliserende boodschappen. De toeschouwer wordt op deze manier aangemoedigd tot zelfreflectie, terwijl hij tegelijkertijd wordt vermaakt.Show less
Amid recent developments, the legacy of Cuban American artist Ana Mendieta lives on within museum walls and in the public consciousness, continually reopening the wound left by her tragic death...Show moreAmid recent developments, the legacy of Cuban American artist Ana Mendieta lives on within museum walls and in the public consciousness, continually reopening the wound left by her tragic death before she could bring her impressive oeuvre to fruition. Grounded in the human sensibility integral to her practice, this paper offers a poetic reading of a selection of Mendieta’s earth/body works, focusing on the central theme of the wound. It aims to reveal how the artist expresses, copes with, and transcends her traumatic memories of political exile and racial discrimination. At the crux of this inquiry, Mendieta’s practice is explored through the transformative dimension of the wound, inspired by the writings of contemporary philosopher Giorgio Agamben and the imagery of Christ’s Passion. Through this lens, her earth/body works emerge as powerful relics that authenticate and narrate her personal mythology of hurt and healing, offering solace and salvation to their beholders.Show less
In dit eindwerkstuk wordt onderzoek gedaan naar de verhouding tussen de fotoserie The Ward van Gideon Mendel en de menselijke ervaring met ziekte, liefde en verlies in de context van de aidscrisis....Show moreIn dit eindwerkstuk wordt onderzoek gedaan naar de verhouding tussen de fotoserie The Ward van Gideon Mendel en de menselijke ervaring met ziekte, liefde en verlies in de context van de aidscrisis. Door middel van theorieën van Stuart Hall, fotografietheorieën van onder andere Roland Barthes en Susan Sontag en secundaire literatuur wordt enerzijds liefde, en anderzijds ziekte en verlies onderzocht. Het wordt duidelijk dat Mendel de emoties aangaande ziekte, liefde en verlies verwerkt in zijn fotoserie. Bij André with his partner, waar dit eindwerkstuk zich specifiek op focust, gebeurt dat door de foto als counter-narrative te gebruiken tegen de overheersend negatieve media over aids. Bovendien wordt de toeschouwer geconfronteerd met ziekte en verlies door de bewustwording van het zal-dood-gaan van André en het feit dat de foto de geportretteerden laat bevriezen in tijd. Op die manier draagt Mendel bij aan de ervaringen met ziekte, liefde en verlies.Show less
Het Wereldmuseum Leiden stelt een Mixteekse schedel tentoon, waarvan de authenticiteit onduidelijk is. Eerder is vooral onderzoek gedaan naar de objectauthenticiteit. In dit eindwerkstuk, een...Show moreHet Wereldmuseum Leiden stelt een Mixteekse schedel tentoon, waarvan de authenticiteit onduidelijk is. Eerder is vooral onderzoek gedaan naar de objectauthenticiteit. In dit eindwerkstuk, een literatuuronderzoek, wordt de authenticiteit verder onderzocht met behulp van een uitgebreid begrippenkader uit verschillende academische disciplines. Het belangrijkste begrip dat wordt gebruikt is ervaringsgerichte authenticiteit, waarbij in dit eindwerkstuk de nadruk wordt gelegd op de historische context en de potentieel door de bezoeker te ervaren authenticiteit. Deze wordt, voor de museumbezoeker die alle informatie tot zich neemt, als laag ingeschat waardoor de bezoeker een vertekend beeld van de Mixteekse schedel en cultuur kan krijgen. Ook geeft dit eindwerkstuk suggesties voor toekomstig onderzoek en aanpassingen voor de manier waarop de Mixteekse schedel wordt tentoongesteld.Show less
Japan, despite being a developed economy, is well known for its persistent gender inequality in the workplace. Many women quit their jobs when they get married or become mothers, and they can...Show moreJapan, despite being a developed economy, is well known for its persistent gender inequality in the workplace. Many women quit their jobs when they get married or become mothers, and they can usually not return to their previous job, so upon their return to the labor market, that is if they return, they tend to end up being placed in lower positions or doing low-paid part time work. Japanese policymakers over the last decades have recognized women’s bad position on the labor market as a problem, and have made multiple policies in an attempt to better women’s position. In this thesis I evaluate one of these policies, the Eruboshi certification, through the observation of Chiba Bank ltd. as a case study.Show less
