Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In mijn scriptie "Tempus fugiet, Het synthetisch en perifrastisch futurum in het Latijn en Vroeg-Romaans" geef ik een overzicht van de huidige stand van zaken wat betreft de ontwikkeling van het...Show moreIn mijn scriptie "Tempus fugiet, Het synthetisch en perifrastisch futurum in het Latijn en Vroeg-Romaans" geef ik een overzicht van de huidige stand van zaken wat betreft de ontwikkeling van het tempus futurum in het Latijn en zijn overlevering tot de Romaanse talen. Ik beschrijf het ontstaan van de werkwoordstijd in het Latijn vanuit vormen van het PIE en geef voorts een overzicht van de ontwikkelingen die ertoe geleid hebben dat in de Romaanse talen een geheel ander futurum ontstaan is, waarbij ik tevens interne en externe factoren die dit proces in gang gezet of versterkt hebben, bespreek.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In het vierde boek van de Romeinse elegieën dichter Propertius wordt in het eerste gedicht een nieuwe onderwerp aangekondigd, aitiologie over Rome. In hetzelfde gedicht wordt Propertius hierop...Show moreIn het vierde boek van de Romeinse elegieën dichter Propertius wordt in het eerste gedicht een nieuwe onderwerp aangekondigd, aitiologie over Rome. In hetzelfde gedicht wordt Propertius hierop aangesproken en hem verteld dat hij beter bij liefdeselegie kan blijven. Dit werpt vragen op over Propertius' literaire identiteit. In de eerste drie boeken is Propertius duidelijk een poeta-amator. In drie gedichten (4.5, 4.7 en 4.8) onthult Propertius nieuwe informatie waardoor de lezer door refiguratie tot een nieuwe interpretatie van het hele werk van Propertius komt en daarmee tot een nieuwe identiteit van Propertius: hij heeft zich in de eerste drie boeken voorgedaan als een poeta-amator, maar is nooit een echte poeta-amator geweest.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie behandel ik de manier waarop Propertius en Ovidius de wetten van Augustus omtrent het huwelijk naar voren doen komen in hun gedichten. Propertius en Ovidius zijn de enige twee...Show moreIn deze scriptie behandel ik de manier waarop Propertius en Ovidius de wetten van Augustus omtrent het huwelijk naar voren doen komen in hun gedichten. Propertius en Ovidius zijn de enige twee dichters die na de invoering van de huwelijkswetgeving nog elegieën hebben geschreven. Voor beide dichters heeft de wetgeving gevolgen voor het creëren van hun poëzie.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In 46 v.Chr. publiceerde Cicero zijn 'Cato', een laudatio op Cato Uticensis. Het feit dat Cicero zo’n onverdeeld positief werk over Cato geschreven heeft lijkt moeilijk te rijmen met de afwisselend...Show moreIn 46 v.Chr. publiceerde Cicero zijn 'Cato', een laudatio op Cato Uticensis. Het feit dat Cicero zo’n onverdeeld positief werk over Cato geschreven heeft lijkt moeilijk te rijmen met de afwisselend kritische en bewonderende beschrijvingen van Cato in zijn brieven. In mijn scriptie onderzoek ik dan ook waar Cicero’s kritiek en zijn bewondering op zijn gebaseerd en probeer ik op basis daarvan te verklaren waarom hij, ondanks zijn kritiek, een laudatio op Cato heeft geschreven. In zijn brieven toont Cicero vooral bewondering voor de eigenschappen van Cato die hij noodzakelijk achtte voor een goede staatsman en republikein. Dit waren deugden waarover Cicero zelf in mindere mate beschikte dan Cato. Tegelijkertijd bekritiseert hij Cato om diens rigide toepassing van stoïsche principes in de politiek en zijn gebrek aan politiek inzicht. Omdat het Cato daarmee ontbrak aan eigenschappen die Cicero juist weer wel bezat, zou de ideale republikein een “Cato” met een beetje “Cicero” zijn. Ik betoog dan ook dat Cicero’s 'Cato' enerzijds kan worden beschouwd als een voorschrift voor hoe je een goede republikein à la Cato kunt zijn en anderzijds een performatief geschrift is waarmee Cicero, bewust of onbewust, laat zien in hoeverre Cato moet worden nagevolgd.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie onderzoek ik de persuasieve elementen in De Expugnatione Terrae Sanctae per Saladinum Libellus. Dit historiografische werk van een anonieme auteur uit de twaalfde eeuw over een...Show moreIn deze scriptie onderzoek ik de persuasieve elementen in De Expugnatione Terrae Sanctae per Saladinum Libellus. Dit historiografische werk van een anonieme auteur uit de twaalfde eeuw over een belangrijke episode in de kruistochten, is vaak als exegetisch werk afgedaan en verder slechts als bronmateriaal gebruikt. Ik toon aan dat veel van deze ‘exegetische’ elementen juist een persuasieve rol vertegenwoordigen. De verteller schept met herkenbare middelen urgentie om zijn publiek een dreiging te laten voelen, gebruikt klassieke strategieën om medelijden te wekken en hij kiest met karakterschetsen van historische personages duidelijk partij. De nadruk leg ik hierbij op de rol van de Bijbel, die de auteur juist inzet ten behoeve van zijn kruistochtretoriek. Op deze manier toon ik aan dat de Libellus veel beter in de traditie van middeleeuwse historiografie past dan tot nu toe gedacht en dat deze tekst een grote rijkdom aan persuasieve dimensies en intertekstualiteit bevat.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
De openingsbrief van Petrarca's Rerum Familiarium Libri biedt verschillende inzichten in de bedoelingen van de auteur met zijn werk. In dit onderzoek wordt nader ingegaan op de positie die Petrarca...Show moreDe openingsbrief van Petrarca's Rerum Familiarium Libri biedt verschillende inzichten in de bedoelingen van de auteur met zijn werk. In dit onderzoek wordt nader ingegaan op de positie die Petrarca in de openingsbrief stelt in te nemen ten opzichte van de middeleeuwse ars dictaminis en de rol die autobiografie speelt in de opzet van de briefverzameling als geheel. Hierbij wordt uitgegaan van een literaire benadering van de briefcollectie. Voor het autobiografische aspect wordt met name gebruik gemaakt van het werk van Antognini (2008), Carrai (2002) en Enenkel (2002, 2008).Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
Deze scriptie zoekt een antwoord op de vragen 'Hoe gebruikt Propertius mythologische exempla in zijn elegieën?' en 'Waarom gebruikt hij deze mythologische exempla in zijn elegieën?' Om tot een...Show moreDeze scriptie zoekt een antwoord op de vragen 'Hoe gebruikt Propertius mythologische exempla in zijn elegieën?' en 'Waarom gebruikt hij deze mythologische exempla in zijn elegieën?' Om tot een antwoord op deze vragen te komen zijn de gedichten 1.1 en 1.3 geanalyseerd met betrekking tot de mythologische exempla die hierin voorkomen en met betrekking tot hun relatie met de rest van het gedicht. Focus wordt bij deze analyses gelegd op de karakters en de karakterconstellatie van de (mythologische ) hoofdpersonen. Ook de kenmerken van de tijd waarin deze elegieën zijn geschreven wordt in de analyse meegenomen. In de analyse wordt duidelijk dat de mythologische exempla vooral een rol spelen bij definiering van de karakters van de hoofdpersonen in de elegieën , Cynthia en de amator-poeta. In gedicht 1.1 is het ondersteunen van het doel van het gedicht de reden voor het gebruik van de mythologische exempla. In gedicht 1.3 lijkt de definiering van de karakters het doel van de mythologische exempla.Show less