In deze scriptie is onderzocht of er een positief effect is van de aanwezigheid van cijfers op het oordeel van betrouwbaarheid. Roeh en Feldman (1984) beschrijven als een van de eersten een verband...Show moreIn deze scriptie is onderzocht of er een positief effect is van de aanwezigheid van cijfers op het oordeel van betrouwbaarheid. Roeh en Feldman (1984) beschrijven als een van de eersten een verband tussen cijfers en betrouwbaarheid, en verklaren dit door de nothingbutthefacts uitstraling van cijfers. Ook Koetsenruijter (2011) stelt dat wanneer cijfers worden gebruikt in een nieuwsbericht, mensen die vaak als meer betrouwbaar ervaren (pp. 74). Deze kracht van cijfers is van retorische aard en wordt verbonden aan het begrip ethos. Dit begrip komt voort uit de klassieke retorica, en betekent dat een spreker zijn publiek overtuigt door zijn reputatie (Tal & Wansink, 2016, pp. 118). Dit effect wordt ook verwacht bij het gebruik cijfers in nieuwsberichten. Om dit effect te onderzoeken zijn twee onderzoeksmethoden gecombineerd. Ten eerste is een experiment ontwikkeld waarin respondenten werd gevraagd om op basis van betrouwbaarheid een selectie te maken uit een aantal gepresenteerde krantenkoppen. Sommige van deze krantenkoppen bevatten cijfers, anderen niet. Deze data is aangevuld met interviews. Uit de analyse van de interviewdata bleek dat er veel verschillende redenen waren voor respondenten om bepaalde krantenkoppen te selecteren, waarvan eigen kennis de belangrijkste was. Uit de analyse van de data van het experiment is geen significant verschil gebleken tussen hoe vaak krantenkoppen met cijfers werden geselecteerd, ten opzichte van krantenkoppen zonder cijfers. Uiteindelijk is geconcludeerd dat het onderzoeksontwerp te veel ruimte gaf voor het meespelen van eigen kennis, om een duidelijk effect van cijfers te kunnen onderzoeken. Voor deze conclusie zijn de kennistheorie van Kahneman (2011) en het onderzoek van Miller (2003) van belang. Miller (2003) stelt dat wanneer mensen over inhoudelijke kennis beschikken, zij zich minder snel zullen laten leiden door retorische middelen, zoals het gebruik van cijfers. “Logos verdrijft ethos,” stelt hij (pp. 201). Kahneman (2011) geeft met zijn kennistheorie twee mogelijkheden voor de verwerking van nieuwe informatie: door Systeem 1 en door Systeem 2. Bij Systeem 1 wordt nieuwe informatie verwerkt op een intuïtieve manier, terwijl beoordeling van informatie door Systeem 2 op rationele manier gebeurt. Het is aannemelijk dat een retorisch effect met name optreedt bij beoordeling van informatie door Systeem 1. Bij het experiment en de interviews is mogelijk te veel ruimte en tijd gegeven aan de respondenten, waardoor de meting een effect van Systeem 2 laat zien. Dit heeft er vermoedelijk toe geleid dat er geen effect is gevonden van de aanwezigheid van cijfers op betrouwbaarheid.Show less