Er is al veel onderzoek gedaan naar de overtuigingstechniek framing. Met framing kunnen lezers beïnvloed worden, omdat met framing een bepaalde kijk op een onderwerp wordt geactiveerd. Er zijn...Show moreEr is al veel onderzoek gedaan naar de overtuigingstechniek framing. Met framing kunnen lezers beïnvloed worden, omdat met framing een bepaalde kijk op een onderwerp wordt geactiveerd. Er zijn verschillende theorieën die voorspellingen doen over de effectiviteit van overtuigings-middelen. In deze scriptie is nagegaan of resultaten over framing die volgden uit wetenschap-pelijk onderzoek, als kennis worden toegepast in het bedrijfsleven. O’Keefe en Jensen (2007) concludeerden uit hun meta-analyse dat bij teksten over mondhygiëne het preventieve positieve frame het meeste effect heeft op gedragsverandering. Bij een preventief positief frame wordt gedrag aanbevolen dat voorkomt dat negatieve effecten optreden (‘Als je met deze tandpasta poetst, voorkom je gaatjes’). Als een negatief effect wordt voorkomen, is dat positief. Behalve preventieve positieve frames, zijn er ook preventieve negatieve frames (‘Als je niet met deze tandpasta poetst, krijg je gaatjes’), maar ook detectieve positieve frames (‘Als je met deze tand-pasta poetst, wordt tandplak verwijderd’) en detectieve negatieve frames(‘Als je met deze tand-pasta poetst, blijft tandplak zitten’). Bij een detectief frame is er al sprake van een bepaalde situatie, die opgelost kan worden of die behouden kan worden. De laatste drie types van framing zouden minder effectief zijn. Frames die refereren aan de negatieve gevolgen van het gedrag, zogenaamde fear appeals, zouden zelfs averechts kunnen werken (Jansen et al. 2008). Tand-pastamerken zouden deze informatie goed kunnen gebruiken, om de verkoop van hun tandpasta te vergroten. Middels een corpusonderzoek is nagegaan of het type framing dat volgens het onderzoek van O’Keefe en Jensen (2007) het meest effectief is, namelijk preventieve positieve framing, ook het meest wordt gebruikt in teksten die de tandpasta’s van de acht grootste tand-pastamerken moeten promoten. Ook is geanalyseerd hoeveel procent van de teksten in beslag genomen werden door de verschillende types framing. Gebleken is dat in bijna alle teksten gebruik werd gemaakt van een positief frame. Het frame dat door O’Keefe en Jensen (2007) als meest effectief was bestempeld, preventief positief, werd echter niet significant vaker gebruikt dan het detectieve positieve frame. Het lijkt er dus op dat de schrijvers van tandpastateksten niet het advies hebben opgevolgd dat volgens de wetenschap het meest effectief was. Wanneer er een negatief frame werd ingezet, stond daar in alle gevallen minstens één positief frame tegenover. De schrijvers hebben dus waarschijnlijk wel rekening gehouden met angst voor tandartsen, en dat het niet effectief zal zijn om alleen nega-tieve situaties voor te spiegelen wanneer mensen al bang zijn. De tekstlengtes bleken nogal te verschillen, zowel tussen de merken als binnen de mer-ken, waardoor het om goed te kunnen vergelijken nodig was om niet alleen het aantal woorden per type framing te tellen, maar ook het totale aantal woorden per tandpastatekst. Door de tellingen in percentages te weergeven, kon beter vergeleken worden welk type framing het grootste deel van de teksten in beslag nam. Uit deze analyse bleek dat het preventieve positieve frame niet significant het grootste percentage van de teksten in beslag nam. Het percentage tekst waarin preventief positief geframed werd, verschilde niet van het percentage tekst waarin detectief positief geframed werd. Ondanks dat volgens O’Keefe en Jensen (2007:633) preven-tieve positieve framing het meest effectief is in teksten over mondhygiëne, is dat type framing niet het meest gebruikte type framing is in teksten over tandpasta’s gebleken.Show less
Aanleiding voor dit onderzoek zijn uiteenlopende claims afkomstig uit de neurowetenschappen en (neuro)marketingpraktijk waaruit blijkt dat consumenten ‘onbewust’ of ‘breingericht’ beïnvloed kunnen...Show moreAanleiding voor dit onderzoek zijn uiteenlopende claims afkomstig uit de neurowetenschappen en (neuro)marketingpraktijk waaruit blijkt dat consumenten ‘onbewust’ of ‘breingericht’ beïnvloed kunnen worden in hun (koop)gedrag. Verwacht werd dat de manieren om consumenten ‘onbewust’ of ‘breingericht’ te beïnvloeden verschillen van de manieren die Hoeken in het boek Overtuigende Teksten noemt om consumenten te beïnvloeden in hun gedrag. Uiteindelijk bleek dat inzichten uit adviesboeken over ‘onbewust’ of ‘breingericht’ beïnvloeden relatief weinig waarde hebben voor het bevorderen van de effectiviteit van teksten waarin producten of diensten gepromoot worden. Uitzondering hierop zijn beïnvloedingstactieken die samenhangen met ‘prijsperceptie’, ‘schaarste’ en ‘prijspijn’. Het lijkt mij van belang om een ‘passend’ theoretisch kader te ontwikkelen voor het ontwerpen en beoordelen van reclameteksten. Ik raad aan om daarbij, in tegenstelling tot de geraadpleegde (advies)literatuur, een context-georiënteerd marketingperspectief in te nemen waarin de behoefte van de consument centraal staat. Zo’n kader zou een waardevolle aanvulling op het boek Overtuigende Teksten zijn. Show less
In dit onderzoek wordt de beleefdheidstheorie (Brown & Levinson 1987) gekoppeld aan ontwijkings- en verkleiningstechnieken ten behoeve van verantwoordelijkheid (Kampf 2009) door analyses van de...Show moreIn dit onderzoek wordt de beleefdheidstheorie (Brown & Levinson 1987) gekoppeld aan ontwijkings- en verkleiningstechnieken ten behoeve van verantwoordelijkheid (Kampf 2009) door analyses van de taalhandeling ‘excuses’. In dit onderzoek worden twee zaken onderzocht. Allereerst wordt in de analyse nagegaan of er door sprekers die in het openbaar spreken op een of andere manier gebruik wordt gemaakt van beleefdheidsstrategieën of ontwijkingstechnieken. Daarnaast wordt aan de hand van dit onderzoek getracht te bepalen wat de invloed van beide technieken is op de beleefdheid van een openbaar excuus. De woorden uit drie excuustoespraken van politici, drie excuustoespraken van dienstverleners en drie excuustoespraken van sporters zijn gelabeld op plaatsen waar deze woorden een beleefdheidsstrategie of ontwijkingstechniek bevatten. Het gaat om toespraken van premier Rutte, minister Timmermans, staatssecretaris Teeven, ING directeur Jan Hommen, NS directrice Ingrid Thijssen met ProRail directeur Paul Dirix, BlackBerry directeur Stephen Bates, profvoetballer Erik Pieters, schaatser Sjinkie Knegt en profvoetballer Luis Suaréz. De toespraken bevatten allen een excuus, er moet sprake zijn van een excuus en moeten daarnaast zijn vastgelegd op video; om ook omgevingsfactoren te kunnen beoordelen. Tevens was voor de keuze van de toespraak van belang dat de excuustoespraak een korte toespraak bevat en niet louter het zeggen van het woord ‘sorry’ of ‘excuses’. Op basis van de vier manieren voor verantwoordelijkheidsontwijking van Kampf (2009) en de vier basis componenten voor een excuus (Deutschmann 2003) is een analysemodel ontwikkeld om ontwijkings- en verkleiningsmanoeuvres te detecteren en te labelen. Het analysemodel bevat vier strategieën waarbinnen technieken en wijzen zijn geformuleerd om verantwoordelijkheid te ontwijken of verkleinen: (1) de formulering van de remedie, (2) de belediging (het delict) en verantwoordelijkheid, (3) de beledigde en verantwoordelijkheid en (4) de belediger en verantwoordelijkheid. Met behulp van dat analysemodel en de ruim veertig beleefdheidsstrategieën van Brown & Levinson (1987) zijn de negen excuustoespraken geanalyseerd. Uit die analyse is gebleken dat alle negen sprekers gebruik maken van ontwijkingstechnieken waarmee zij verantwoordelijkheid proberen te ontwijken. Van de vier strategieën blijkt strategie twee de meest gebruikte ontwijkingsstrategie. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat met het gebruik van ontwijkingen van het delict op een (in verhouding) onopvallende manier gemanoeuvreerd worden met de verantwoordelijkheid.Show less
Een hypothetische conditionele vraag is een vraag waarin een hypothetische werkelijkheid wordt geschetst. Aan de hand hiervan moet een geïnterviewde een uitspraak doen over zijn/haar gedrag of...Show moreEen hypothetische conditionele vraag is een vraag waarin een hypothetische werkelijkheid wordt geschetst. Aan de hand hiervan moet een geïnterviewde een uitspraak doen over zijn/haar gedrag of gedachten wanneer deze situatie werkelijkheid zou zijn. In deze studie wordt dit type vraag geplaatst binnen bestaande theorieën over interviewstijlen en conditionele constructies. Vervolgens worden de verschillende vormen door middel van een corpusanalyse geanalyseerd en wordt een continuüm gemaakt waarin de vormen die in gesproken interviews voorkomen, zijn gerangschikt op mogelijke effectiviteit. De hypothetische conditionele vraag kan worden gezien als een conditionele taalhandeling waarbij welwillendheid van de geïnterviewde nodig is om deze te beantwoorden. De hypothese is dat hoe dichter de geschetste hypothetische situatie bij de werkelijke wereld ligt, hoe effectiever de vraag. Daarnaast is de hypothese dat een hoge mate van syntactische integratie zorgt voor een effectievere vraag. In de praktijk lijkt ontkenning van een hypothetische vraag sporadisch voor te komen en met name bij vragen die als mogelijk minder effectief zijn geclassificeerd.Show less
Door middel van een collostructionele analyse probeer ik te achterhalen welke semantische verschillen er zijn tussen de Nederlandse toekomstconstructies gaan + infinitief en zullen + infinitief.
Door handel, oorlogen en bedevaarten nemen de interculturele contacten toe in de late middeleeuwen, maar in de medioneerlandistiek blijft het onderzoek naar de westerse beeldvorming van...Show moreDoor handel, oorlogen en bedevaarten nemen de interculturele contacten toe in de late middeleeuwen, maar in de medioneerlandistiek blijft het onderzoek naar de westerse beeldvorming van vertegenwoordigers van andere culturen onderbelicht. Een interessante vertegenwoordiger van een andere cultuur is Saladin. Deze historische tegenstander van de twaalfde-eeuwse kruisvaarders speelt de hoofdrol in verschillende Middelnederlandse teksten. Saladin krijgt in deze teksten tegenstrijdige eigenschappen: hij is een heidense vijand, maar ook een edelmoedige held. In dit onderzoek ga ik dieper in op de representaties van Saladin in de verschillende afschriften van Van den coninc Saladijn ende van Hughen van Tabaryen.Show less
In mijn masterscriptie analyseer ik het werk van een auteur van Turkse komaf in Nederland en in Duitsland. Hierbij gaat mijn focus vooral uit naar het thema van de (nationale) identiteit. De...Show moreIn mijn masterscriptie analyseer ik het werk van een auteur van Turkse komaf in Nederland en in Duitsland. Hierbij gaat mijn focus vooral uit naar het thema van de (nationale) identiteit. De voornaamste vragen die ik in dit onderzoek wil beantwoorden, zijn: hoe wordt de zoektocht naar een nieuwe (nationale) identiteit in de romans De importbruid en ArabQueen oder Der Geschmack der Freiheit gerepresenteerd? Wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen? En hoe moet men de Turkse (nationale) identiteit volgens deze romans eigenlijk interpreteren? Mijn bevindingen zal ik in het theoretische kader van de postkoloniale theorie plaatsen die ik in het begin van deze scriptie zal bespreken. Tegelijkertijd wil ik echter ook aandacht besteden aan de kenmerken van postkoloniale literatuur in het algemeen, de romans van deze migrantenauteurs en de geschiedenis van Turkse migranten in Nederland en Duitsland. De opbouw van mijn masterscriptie ziet er daarom als volgt uit: ik begin met een theoretisch overzicht van de migrantenliteratuur. Hierbij ga ik in op de problematiek van de termen, het ontstaan en de kenmerken van het genre. Verder schets ik de situatie van de Turkse arbeidsmigratie naar Nederland en Duitsland in de 20e eeuw. Vervolgens analyseer ik Hülya Cigdems debuutroman De importbruid. Wat de schrijfster betreft, focus ik me op haar biografie. Met betrekking tot het verhaal zal ik me bezighouden met de titelverklaring, de inhoud, de vorm/opbouw, de thema’s, de motieven, de stijl en de receptie/waardering. Ik sluit af met een conclusie. Aansluitend hieraan zal ik op dezelfde manier ArabQueen oder Der Geschmack der Freiheit, het werk van Güner Yasemin Balci, analyseren en tevens met een conclusie eindigen. Vervolgens zal ik een eindconclusie geven waarin ik nog eens in ga op de zoektocht naar een nieuwe (nationale) identiteit in beide romans en waarin ik de overeenkomsten en verschillen wat de verhalen betreft duidelijk tegenover elkaar zal stellen. Bovendien zal ik de vraag beantwoorden hoe men de Turkse (nationale) identiteit volgens deze werken eigenlijk moet interpreteren.Show less
Deze studie laat zien hoe de laatmiddeleeuwse moraliteit Elckerlyc gedurende de twintigste eeuw door Nederlandse beroepstonelisten steeds weer is ingezet voor het verkondigen van nieuwe...Show moreDeze studie laat zien hoe de laatmiddeleeuwse moraliteit Elckerlyc gedurende de twintigste eeuw door Nederlandse beroepstonelisten steeds weer is ingezet voor het verkondigen van nieuwe theateridealen.Show less
In de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou...Show moreIn de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou deze toespraak hoop en troost kunnen bieden gedurende de nog altijd voortdurende kredietcrisis? Tacitus (vertaling 2003, 95) stelde al dat mensen tijdens turbulente tijden als een crisis, meer behoefte hebben aan ‘grote’ en ‘troostrijke’ woorden. Wanneer men hier ontvankelijk voor is, is het aannemelijk dat men ook vatbaarder is voor eventuele retorische of manipulatieve uitwerkingen van dergelijke ‘troostrijke’ woorden. Middels het gebruik van frames en metaforen kunnen mensen (veelal onbewust) in een bepaalde denkrichting worden gestuurd. In deze scriptie is onderzocht welke frames en metaforen er zijn gebruikt in de troonredes met betrekking tot de crisis: ‘Welke crisisframes en crisismetaforen worden er in de troonredes gebruikt ten tijde van de crisisperioden uit de 20ste en 21ste eeuw, welke functies vervullen zij, en zijn er per periode typerende crisisframes en crisismetaforen aan te wijzen?’ Hierbij is uitgegaan van een kwalitatieve analyse, die gebaseerd is op talige elementen. Zowel de aanwezigheid en de spreiding van de crisisframes (en ondersteunende metaforen bij deze frames) bínnen een crisistijd, als de dominante crisisframes door de verschillende crisistijden heen, zijn in kaart gebracht. Zoals was te verwachten door het officiële, onafhankelijke en ingetogen karakter van het genre van de troonrede, komen er geen tot weinig opvallende en niet-conventionele frames en metaforen voor. De subtielere varianten die zijn aangetroffen in het geanalyseerde metaforische taalgebruik, zijn veelal gebaseerd op algemene concepten. In totaal konden er vijf crisisframes (met bijbehorende ondersteunende metaforen) worden onderscheiden: de crisis als bedreiging (voornamelijk ondersteund door de pressiemetafoor), de crisis als beproeving (de krachtmetafoor), de crisis als exogeen effect (de natuurrampmetafoor), de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen (de krachtmetafoor en de ziektemetafoor) en de crisis als illustratie van positieve aspecten (de bouwmetafoor). Bij een vergelijking van de aangetroffen crisisframes door de crisistijden heen, valt het op dat het bedreigingsframe in vroegere crisistijden (zoals De Grote Depressie en de Tweede oliecrisis) overheerst. Later lijkt dit frame echter steeds meer plaats te maken voor het beproevingsframe en het frame van de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen. Waar de focus eerst lijkt te liggen op de ontreddering en het (naderend) gevaar, gaat het later steeds meer om het ombuigen van de nare crisisomstandigheden naar herstel.Show less