In deze studie staat de relatie centraal tussen kwaliteit van kinderopvang en welbevinden. Hierbij is kwaliteit gemeten met globale kwaliteit en sensitiviteit van de pedagogisch medewerker. In deze...Show moreIn deze studie staat de relatie centraal tussen kwaliteit van kinderopvang en welbevinden. Hierbij is kwaliteit gemeten met globale kwaliteit en sensitiviteit van de pedagogisch medewerker. In deze studie is geen significant verband gevonden tussen kwaliteit en welbevinden. Daarnaast is gevonden dat temperament niet fungeert als medierende variabele tussen kwaliteit en welbevinden. Tevens is gevonden dat het geslacht van kinderen de relatie tussen kwaliteit van opvang en welbevinden niet beinvloedt.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht of de kwaliteit van de thuisomgeving en de kwaliteit op het kinderdagverblijf onafhankelijke voorspellers zijn voor de ontwikkeling van externaliserend...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht of de kwaliteit van de thuisomgeving en de kwaliteit op het kinderdagverblijf onafhankelijke voorspellers zijn voor de ontwikkeling van externaliserend probleemgedrag van kinderen. Ook worden de omgevingen gezamenlijk onderzocht. Verwacht wordt dat kinderen met een lage globale kwaliteit in de thuisomgeving én een lage globale kwaliteit op het kinderdagverblijf (dubbel risico) meer externaliserend probleemgedrag laten zien dan kinderen die in één van de omgevingen een hoge globale kwaliteit hebben (compensatie) en kinderen die in beide omgevingen een hoge globale kwaliteit hebben (dubbel protectie). Kinderen met een leeftijd tussen de 15 en 47 maanden (M= 33.75, SD= 8.38; Jongens: N= 26, Meisjes: N= 17) werden geïncludeerd. Geen van de variabelen in de thuisomgeving blijkt gerelateerd te zijn aan externaliserend probleemgedrag. Op het kinderdagverblijf is alleen globale kwaliteit gerelateerd aan minder externaliserend probleemgedrag bij kinderen. Deze associatie wordt alleen gevonden bij meisjes. De kwaliteit van de thuisomgeving en de kwaliteit van het kinderdagverblijf zijn geen onafhankelijke voorspellers voor externaliserend probleemgedrag. Factoren in de thuisomgeving en het kinderdagverblijf zijn ook gezamenlijk niet geassocieerd met externaliserend probleemgedrag. Er is wel een trend te zien in de verwachte richting bij de steekproef als een geheel en voor meisjes apart. Onderzoek bij een grotere steekproef zal moeten laten zien in hoeverre deze resultaten stand houden.Show less