In dit scriptie-onderzoek wordt kwantitatief onderzoek gedaan naar of kiezers die een gebrek aan regionale vertegenwoordiging voelen in de nationale politiek in Nederland daardoor eerder op nieuwe...Show moreIn dit scriptie-onderzoek wordt kwantitatief onderzoek gedaan naar of kiezers die een gebrek aan regionale vertegenwoordiging voelen in de nationale politiek in Nederland daardoor eerder op nieuwe partijen zullen stemmen. De uitkomst in dit scriptie-onderzoek is dat met de verzamelde data (Nationaal Kiezersonderzoek van 2017 en 2021) geen conclusies hierover kunnen worden getrokken, maar de verwachting blijft staan dat het een eventueel invloed kan hebben op het ander.Show less
Introductie: Mensen met kanker kunnen gedurende hun ziekbed in een stadium komen waarin ze niet meer te behandelen zijn. Door de zorgverlener wordt aan de patiënt en zijn of haar naasten...Show moreIntroductie: Mensen met kanker kunnen gedurende hun ziekbed in een stadium komen waarin ze niet meer te behandelen zijn. Door de zorgverlener wordt aan de patiënt en zijn of haar naasten informatiegegeven over de prognose van de patiënt. Tot op heden is er weinig onderzoek gedaan naar de manier waarop naasten informatie willen ontvangen over de prognose van de patiënt. Het doel van het onderzoek is om te kijken of de leeftijd van de naasten een invloed heeft op de hoeveelheid informatie die wenselijk is. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat jongere patiënten meer informatie willen over de prognose dan oudere patiënten. De verwachting is dat jongere naasten meer informatie willen ontvangen over de prognose dan oudere naasten. Methode: Respondenten werden benaderd via sociale media en patiënt organisaties. Met behulp van vragenlijsten werden naasten van patiënten met een ongeneeslijke vorm van kanker onderzocht. De statistische analyse werd uitgevoerd met behulp van SPSS. Resultaten: éénenveertig respondenten werden geïncludeerd in het onderzoek. Uit het onderzoek bleek dat er geen significant verschil zat tussen de twee leeftijdsgroepen en de hoeveelheid informatie over de prognose die wenselijk was. Conclusie: meer onderzoek naar de naasten over de hoeveelheid informatie over de prognose die wenselijk is bij ongeneeslijk zieken patiënten kan een meer personaliseerde aanpak geven, ten gunste van de naasten.Show less
Genderneutraal opvoeden komt steeds meer voor in onze maatschappij. In dit onderzoek is bekeken wat er in de literatuur bekend is over genderneutraal opvoeden. Daarnaast is onderzocht wat de visie...Show moreGenderneutraal opvoeden komt steeds meer voor in onze maatschappij. In dit onderzoek is bekeken wat er in de literatuur bekend is over genderneutraal opvoeden. Daarnaast is onderzocht wat de visie van de pedagogisch medewerkers van kinderopvangorganisatie Kibeo over genderneutraal opvoeden is. Uit het literatuuronderzoek bleek dat de kinderopvang invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen. De eerste levensjaren van een kind vormen een belangrijke basis voor de ontwikkeling, zo ook voor de ontwikkeling van genderidentiteit. Het is gebleken dat pedagogisch medewerkers van invloed zijn op de (gender)ontwikkeling van een kind. Het zou dus mogelijk kunnen zijn dat de invloed van de kinderopvang eveneens van invloed is op de ontwikkeling van genderidentiteit. Naast dit literatuuronderzoek is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Dit is gedaan door interviews uit te voeren naar de visie van pedagogisch medewerkers. Deze respondenten hebben zich aangemeld via een oproep die is gedaan door een beleidsmedewerker van Kibeo namens de onderzoekers. De respondenten waren vrouwelijke pedagogisch medewerkers die op de groepen werkten met kinderen van nul tot vier jaar oud. Er zijn tien semigestructureerde diepte-interviews afgenomen, die gehouden zijn aan de hand van een vooraf geschreven topic guide. Dit werd gebruikt als rode draad in de interviews, maar hier werd van afgeweken als het interview daarom vroeg. Na het transcriberen van de interviews zijn deze in het computerprogramma Atlas.ti gecodeerd. De belangrijkste codes die aan tekstfragmenten zijn gekoppeld, zijn codes voor de visies van de pedagogisch medewerkers, de gender contrastereotyperende opmerkingen die werden gedaan en de sturing van de respondenten. Na het coderen zijn de interviews aan de hand van deze codes geanalyseerd. Uit de analyse bleek dat het grootste deel van de pedagogisch medewerkers een positieve houding heeft ten opzichte van genderneutraal opvoeden. Door het merendeel van de medewerkers werd het geaccepteerd als er door kinderen met elk soort speelgoed gespeeld werd, ongeacht hun gender. Een belangrijke overeenkomst hierin was de autonomie van het kind. Er waren ook twee negatieve meningen ten opzichte van genderneutraal opvoeden, waarin werd aangegeven dat er een grens zat aan genderneutraal opvoeden en waarin werd afgevraagd of het wel mogelijk zou zijn. Ook door deze medewerkers werd echter het spelen met verschillende soorten speelgoed ongeacht gender geaccepteerd. Naast tekstfragmenten over de visie van de pedagogisch medewerkers over genderneutraal opvoeden zijn er tekstfragmenten bekeken over de sturing van de pedagogisch medewerkers en de omgang met de ouders van de kinderen. Hieruit is gebleken dat de meeste respondenten kinderen aansporen om met allerlei soorten speelgoed te spelen en dat dit vaak in het belang is van de ontwikkeling van de kinderen. Zo laten de respondenten zien dat ze inderdaad voor het belang en de autonomie van het kind kiezen. Aan de omgang met de ouders kan worden gezien dat een deel van de pedagogisch medewerkers de wensen van de ouders voorop stelt en een deel de autonomie van het kind. Door dit onderzoek is er een begin van een algemene visie van de pedagogisch medewerkers van Kibeo in kaart gebracht, maar dit is nog niet bruikbaar voor een beleid voor genderneutraal opvoeden binnen de kinderopvangorganisatie Kibeo. Het advies is om voor dit eventuele beleid in gesprek te gaan met de pedagogisch medewerkers en om nog meer onderzoek te doen naar genderneutraal opvoeden.Show less
Electorale personalisering, een onderwerp waar in de literatuur veel discussies om te doen zijn. Zo bestaat er ook een discussie omtrent de effecten voor vrouwelijke versus mannelijke politici....Show moreElectorale personalisering, een onderwerp waar in de literatuur veel discussies om te doen zijn. Zo bestaat er ook een discussie omtrent de effecten voor vrouwelijke versus mannelijke politici. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan. De vraag is of vrouwen dezelfde voordelen uit personalisering halen, als mannen. Deze studie onderzocht het effect van gepersonaliseerde tweets op voorkeursstemmen bij de Tweede Kamer verkiezingen van 2021. En keek hierbij naar de verschillende effecten voor mannen en vrouwen. Hieruit bleek voor mannen een positief effect van personalisering op de hoeveelheid voorkeursstemmen die zij kregen. Daarentegen werd voor vrouwen een negatief effect gevonden. Er dient nog verder onderzoek gedaan te worden naar deze verschillende effecten. Op basis van deze studie kan gezegd worden dat personalisering bijdraagt aan de ongelijke man-vrouw verdeling binnen de Nederlandse volksvertegenwoordiging.Show less
Het coronavirus heeft invloed gehad op het dagelijks leven van vrijwel heel Nederland. De maatregelen omtrent de lockdowns hebben geleid tot veel veranderingen in het dagelijks leven van jongeren....Show moreHet coronavirus heeft invloed gehad op het dagelijks leven van vrijwel heel Nederland. De maatregelen omtrent de lockdowns hebben geleid tot veel veranderingen in het dagelijks leven van jongeren. Naast negatieve ervaringen, bestaan ook positieve ervaringen onder jongeren over deze lockdowns. Tijdens overleg met de Gemeente Leiden en het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Leiden, ontstond de vraag: “Welke positieve ervaringen hadden Leidse leerlingen van het voortgezet onderwijs tijdens de lockdowns naar aanleiding van de Corona-pandemie? Hoe zijn deze ervaringen bruikbaar in het aanbod en de aanpak van basisinstellingen als het CJG en het onderwijs?”. Gekozen werd voor de uitvoering van een exploratieve, kwalitatieve onderzoeksvorm; een semi- gestructureerd interview. Naar aanleiding van literatuuronderzoek werden de onderwerpen thuisonderwijs, gezinsklimaat, sociaal-emotionele relaties en persoonlijke ontwikkeling geselecteerd. Na goedkeuring van het onderzoeksvoorstel begon de wervingsprocedure en aansluitend de dataverzameling. Zeven vrouwelijke respondenten werden geïnterviewd over hun positieve ervaringen omtrent de geselecteerde onderwerpen. Ook was ruimte voor eventuele andere positieve ervaringen. Uit de data-analyse bleken verschillende positieve ervaringen onder de jongeren. Omtrent het thuisonderwijs, werden de toename van vrije tijd en zelfstandigheid en de mogelijkheid tot online les bij bijvoorbeeld ziekte als positief ervaren. Omtrent het gezinsklimaat werd als positief ervaren dat de respondenten het fijn vonden meer contact met hun ouders en de rest van het gezin te hebben. Wanneer werd gekeken naar sociaal-emotionele relaties, werd de toename in contact met familie en vrienden als positief ervaren. Ook ervaarden respondenten dat mensen elkaar meer steunden en leerden waarderen als positief. Omtrent persoonlijke reflectie werd gezien dat de respondenten meer rust ervaarden en dat zij kleine dingen leerden waarderen. Tot slot werd als positief ervaren dat de respondenten meer tijd hadden voor hobby’s en het veranderen van hun kamer en dat zij minder geld uitgaven. Ook werden tijdens de interviews negatieve ervaringen gedeeld, waarin vooral werd benoemd dat de lockdowns te lang duurden en dat aspecten van het ´normale´ leven werden gemist. Geconcludeerd werd dat de respondenten, ondanks hun voorkeur voor fysiek onderwijs, graag de mogelijkheid tot thuisonderwijs wilden behouden. Omtrent het gezinsklimaat werd geconcludeerd dat jongeren meer contact met hun ouders en gezin waarderen. Eén vorm van meer tijdsbesteding met het gezin, was dat de jongeren meer samen met hun gezin aten, wat werd benoemd als een verandering die zij graag mee wilden nemen naar de toekomst. Verder resulteerde de lockdowns, omtrent de sociaal-emotionele relaties van de respondenten, in hechtere banden met vrienden en familie. Ook ontdekten de jongeren, door meer moeite te moeten doen om contact met vrienden en familie te behouden, aan wie zij echt wat hadden. Omtrent de persoonlijke reflectie werd geconcludeerd dat het thuisonderwijs en het wegvallen van verplichtingen zorgt voor meer rust bij jongeren. Verder lieten de uitkomsten zien dat grote veranderingen waarbij veel dingen in het dagelijks leven niet meer mogelijk zijn, zorgen voor meer waardering voor de kleine dingen bij de jongeren. Tot slot kon uit de overige ervaringen worden geconcludeerd dat een toename in vrije tijd ervoor kan zorgen dat jongeren zelfstandig hun tijd besteden aan bijvoorbeeld hobby's, wat kan worden gekoppeld aan de behoefte om autonoom te zijn. Eén van de zwakke punten van het onderzoek is de kleine en niet diverse steekproef, die een mogelijk vertekend beeld geeft in de uitkomsten. Verder zijn jongeren van het speciaal onderwijs niet in het onderwijs niet in het onderzoek betrokken, ondanks dat zij volgens eerder onderzoek juist baat lijken te hebben bij een aantal veranderingen naar aanleiding van de lockdowns. Tot slot is in de huidige onderzoeksuitkomsten geen onderscheid gemaakt tussen de eerste en tweede lockdowns, terwijl het verschil tussen deze twee wel naar voren kwam in de interviews. Hierdoor kunnen de uitkomsten mogelijk ook vertekend zijn. In vervolgonderzoek kan mogelijk wel onderscheid worden gemaakt tussen de lockdowns. Tot slot zijn drie adviezen geformuleerd en zijn suggesties gedaan voor vervolgonderzoek. Het eerste advies is gericht op Blended Learning. Zo wordt naar aanleiding van de positieve ervaringen van de respondenten geadviseerd een combinatie van fysiek en online onderwijs aan te bieden om aan de verschillende behoeften van de leerlingen te kunnen voldoen. Ten tweede werd geadviseerd om flexibelere lestijden in te zetten in het onderwijs. Op deze manier hebben de leerlingen meer vrije tijd die zij zelf in kunnen delen, wat aansluit op de positieve ervaringen van de jongeren om deze mogelijkheid te hebben. In het derde advies werd, naar aanleiding van onderzoeken naar Frequency of Family Dinners, een campagne geadviseerd die gezinnen stimuleert meer samen te eten. Dit sluit aan op de wens om het vaker samen eten met het gezin mee te nemen naar de toekomst. Tot slot werd voor vervolgonderzoek geadviseerd een grotere en meer diverse steekproef te betrekken om meer informatie te kunnen verzamelen. Verder werden een aantal suggesties gedaan voor onderwerpen die mogelijk verder kunnen worden onderzocht in vervolgonderzoek. Zo kan binnen het onderwerp thuisonderwijs meer onderzoek worden gedaan naar individuele behoeftes van leerlingen en het vergroten van hun autonomie en actieve leerstijl. Verder werd de suggestie gedaan een steekproef te onderzoeken waarin jongeren met dyslexie, ADHD of hoogbegaafdheid worden onderzocht. Tot slot kan, wanneer wordt gekeken naar de persoonlijke reflectie, meer onderzoek worden gedaan naar hoe het wegvallen van verantwoordelijkheden kan zorgen voor meer rust bij jongeren.Show less