In this thesis a research is described about the relationship between characteristics of teachers (experience in front of the class) and students in fourth and fifth grade (gender and reading...Show moreIn this thesis a research is described about the relationship between characteristics of teachers (experience in front of the class) and students in fourth and fifth grade (gender and reading ability) and (the knowledge of) the reading preferences of these students, through the analysis of questionnaires. These teachers (n = 11, M age = 47.60, SD = 11.04), and students (M age = 10.47, SD = 2.84), have been recruited through elementary schools, by students of Leiden University. There was no significant difference in reading preferences between boys (n = 49) and girls (n = 49) and between students with a good (n = 46), average (n = 61) or poor reading ability (n = 8). Teachers knew equally much about children with a good as well as average reading ability (29-30% explained variance). Twenty-five percent of the reading preferences of boys were in correspondence with teachers’ predictions. With the girls there was 24% of their reading preferences in correspondence with the knowledge of the teachers. Whether more experience was an influence to the knowledge of the reading preferences with teachers did not show in this study. The results of the analyses show that the teachers have insufficient correspondence with the reading preferences of the students. Spending more time on reading education and the associated activities such as doing book reports and making children read more frequently in class, could enhance the knowledge. Future studies can focus on enhancing the size of the sample, modifying the questionnaires and adding research questions and variables to add to the recent study.Show less
In dit onderzoek is de relatie tussen letterperceptie en letterkennis onderzocht, omdat dit twee belangrijke vaardigheden zijn bij het lezen. Letterperceptie is de waarneming en de onderscheiding...Show moreIn dit onderzoek is de relatie tussen letterperceptie en letterkennis onderzocht, omdat dit twee belangrijke vaardigheden zijn bij het lezen. Letterperceptie is de waarneming en de onderscheiding van letters. Letterkennis is het herkennen van bepaalde kenmerken van een letter, waardoor de letter geïdentificeerd kan worden. De hoofdvraag is: Is er een relatie tussen het fixeren op de key van een letter en de hoeveelheid letterkennis? De key is het deel van een letter waarop gemiddeld het meest op gefixeerd wordt in korte tijd. Er is correlationeel onderzoek gedaan bij drie- en vierjarige kinderen (verdeeld in de groepen: ‘Geen letterkennis’, ‘Beginnende letterkennis’ en ‘Enige letterkennis’) en volwassenen (Volledige letterkennis). Met een eyetracker is de letterperceptie van de letters R, M, S, Z, P, en K gemeten. Er is gevonden dat volwassenen met volledige letterkennis, meer fixeren op de key van een letter dan kinderen met minder letterkennis. Dit is echter niet bij de letters R en S gevonden. Tevens zijn alleen verschillen tussen kinderen en volwassenen gevonden, maar niet tussen de drie groepen van Letterkennis bij kinderen. Er zal verder onderzocht moeten worden welke letters van het alfabet in verband staan met letterkennis en waarom er een verschil is tussen de lettersShow less
Het doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in hoe kinderen van drie tot vijf jaar letters waarnemen en of dit verband houdt met de mate van letterkennis en de mate van (ontluikend) schrijven. In...Show moreHet doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in hoe kinderen van drie tot vijf jaar letters waarnemen en of dit verband houdt met de mate van letterkennis en de mate van (ontluikend) schrijven. In totaal deden er 233 kinderen mee met een gemiddelde leeftijd van 50 maanden. Om de letterperceptie te meten is er gebruik gemaakt van een Eye tracker. Daarnaast is er een letterkennis taak, een woorden schrijven test en een visuele integratie test afgenomen. Uit de resultaten is gebleken dat wanneer kinderen meer letterkennis hadden, zij een kortere fixatieduur lieten zien op belangrijke kenmerken van letters dan wanneer kinderen minder letterkennis hadden. Er bleek geen verschil te zijn tussen fixatieduur op de naamletter ten opzichte van de overige geteste letters en de mate van letterkennis. Verder bleek de visuele integratie een voorspeller te zijn voor de mate van (ontluikend schrijven). Het blijkt dat hoe effectiever de visuele perceptie is bij kinderen, hoe beter zij dus visuele prikkels kunnen koppelen aan informatie en uiteindelijk deze informatie gebruiken bij uitvoeren van bepaalde taken. Met dit onderzoek is een bijdrage geleverd aan theorieën over hoe kinderen van drie tot vijf jaar geletterd worden.Show less
Het spelen van een genummerd lineair bordspel kan een gunstig effect hebben op de rekenvaardigheden cijferidentificatie en mentale getallenlijn van kinderen met een lage sociaaleconomische status ...Show moreHet spelen van een genummerd lineair bordspel kan een gunstig effect hebben op de rekenvaardigheden cijferidentificatie en mentale getallenlijn van kinderen met een lage sociaaleconomische status (SES). De relatie tussen rekenvaardigheid en taalvaardigheid is al veelvuldig aangetoond, maar onduidelijk is wat de precieze rol van taalvaardigheid is in het effect van een lineaire bordspelinterventie op de rekenvaardigheden. Het effect van het lineaire bordspel op de rekenvaardigheden is bepaald in een onderzoek onder 95 Nederlandse kinderen uit groep 2 met een lage SES. In een voormeting zijn de taalvaardigheid en de rekenvaardigheden cijferidentificatie en mentale getallenlijn getest. Daarna is vier keer een lineair bordspel in een klein groepje kinderen gespeeld. Als afsluiting zijn in een nameting nogmaals de rekenvaardigheden getest. Uit herhaalde metingen-variantieanalyses blijkt dat de participanten door de rekeninterventie geen significant hogere score behaalden voor cijferidentificatie op de nameting ten opzichte van de voormeting (p = .13, 1 – β = .32). De participanten behaalden ook geen significant betere verschilscore, ofwel het verschil tussen het ingevulde getal en originele getal, op de nameting van de mentale getallenlijn als gevolg van het spelen van het lineaire bordspel. Dit geldt zowel voor de mentale getallenlijn tot en met 10 (p = .43, 1 – β = .12) als de getallenlijn tot en met 100 (p = .26, 1 – β = .20). Daarnaast blijkt uit enkelvoudige regressie analyses, dat de taalvaardigheid de cijferidentificatie (p = .17, 1 – β = .27) en de verschilscores van de mentale getallenlijn tot en met 10 (p = .13, 1 – β = .33) en 100 (p = .15, 1 – β = .30) niet voorspelt. De interventie lijkt geen effect op de rekenvaardigheden te hebben en de mate van taalvaardigheid is niet van invloed op deze rekenvaardigheden.Show less
Kinderen komen al op jonge leeftijd in aanraking met de geletterde cultuur. Om meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van geletterdheid wordt in huidige studie onderzocht of kleuters naar...Show moreKinderen komen al op jonge leeftijd in aanraking met de geletterde cultuur. Om meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van geletterdheid wordt in huidige studie onderzocht of kleuters naar specifieke punten, ofwel ‘key features’, kijken om een letter te herkennen. Volwassenen maken gebruik van ‘key features’ voor het herkennen van letters, maar het is nog onduidelijk wanneer dit zich ontwikkelt. Bij een groep van 60 kleuters met een gemiddelde leeftijd van 60 maanden (SD = 6.66) wordt gekeken of zij naar ‘key feature’ gebieden van een letter kijken. Tevens worden verschillende aspecten van geletterdheid gemeten van deze kleuters, namelijk foneem sensitiviteit, receptieve letterkennis en geletterdheid van de thuisomgeving. De belangrijkste bevindingen zijn: (1) Gemiddeld fixeerden experts niet meer of minder dan kleuters op de ‘key features’ van alle zes letters. (2) Bij een deel van de letters fixeerden kleuters uit een meer geletterde thuisomgeving gemiddeld meer op ‘key features’ dan kleuters uit een minder geletterde thuisomgeving. Bij de andere letters werd geen effect gevonden voor geletterdheid van de thuisomgeving. (3) Voor de letter ‘R’ bleek dat kleuters gemiddeld meer fixeerden op ‘key features’ dan experts. En kleuters uit een minder geletterde thuisomgeving fixeerden gemiddeld meer op de ‘key features’ van letter ‘R’ dan kleuters uit een meer geletterde thuisomgeving. (4) Receptieve letterkennis bleek een significante voorspeller van de mate van fixaties op ‘key features’ door kleuters.Show less
Kinderen die moeite hebben met lezen en het begrijpen van teksten hebben later een grote kans om problemen te ervaren in het dagelijkse leven en op de arbeidsmarkt. Het is dus van belang dat deze...Show moreKinderen die moeite hebben met lezen en het begrijpen van teksten hebben later een grote kans om problemen te ervaren in het dagelijkse leven en op de arbeidsmarkt. Het is dus van belang dat deze kinderen effectieve leesmaterialen krijgen aangeboden om aan de achterstand te werken. De huidige leesmethodieken nemen vaak nog veel tijd in beslag van de leerkracht of remedial teacher, wanneer kinderen extra leeshulp nodig hebben. Deze studie richt zich op het effect van digitale boekjes met tutor op vloeiend lezen en verhaalbegrip bij kinderen met een leesachterstand. De steekproef betrof in het totaal 24 kinderen, met een leesachterstand van 5 maanden, uit groep 3 van verschillende basisscholen uit Zuid-Holland. De studie heeft een gerandomiseerd experimenteel design (randomized control trial) met een voor- en nameting. De kinderen zijn verdeeld over drie condities (zelf lezen zonder tutor, meelezen met onzichtbare tutor, meelezen met zichtbare tutor). De conclusies uit dit onderzoek zijn dat oefenen met lezen en de hoeveelheid gelezen tekst zorgen voor verbetering van de leesvaardigheid (vloeiend lezen en verhaalbegrip) en dat digitale boekjes met tutor die het verhaal voorleest, zorgen voor een significante verbetering van losse woordjes lezen.Show less
Deze studie heeft als doel het mechanisme van letterperceptie bij kleuters in kaart te brengen. Het geeft antwoord op de vraag in hoeverre letterperceptie bij kleuters gerelateerd is aan de...Show moreDeze studie heeft als doel het mechanisme van letterperceptie bij kleuters in kaart te brengen. Het geeft antwoord op de vraag in hoeverre letterperceptie bij kleuters gerelateerd is aan de factoren (ontluikend) schrijven en letterkennis. In de studie namen 60 kleuters deel (M = 60.00, SD = 6.66), waarvan 26 meisjes, die geworven werden via verschillende basisscholen uit de Randstad (Nederland). Met de eye-tracker Tobii T120 werden oogbewegingen op letters in kaart gebracht. Er werden drie taakjes afgenomen waarbij de letterperceptie, de letterkennis en het schrijfniveau werden gemeten. Met T-toetsen, een Oneway-ANOVA en een multipele regressieanalyse werden vier hypotheses getoetst. Uit de studie is geconcludeerd dat het schrijfniveau van kinderen niet samenhangt met letterperceptie, maar dat er wel een verband is tussen letterkennis en letterperceptie. Schrijfniveau en letterkennis als voorspellers waren niet significant gerelateerd aan letterperceptie. Deze resultaten geven inzicht in de werking van letterperceptie bij kleuters. Voor een completer beeld van dit mechanisme letterperceptie zou in vervolgonderzoek studie moeten worden gedaan bij oudere kinderen.Show less