De voorkeur voor een bepaalde slaapwaak tijd en het doen van een activiteit op een bepaald tijdstip wordt het ‘chronotype’ genoemd. In dit onderzoek is gekeken of kinderen van het ochtend- en...Show moreDe voorkeur voor een bepaalde slaapwaak tijd en het doen van een activiteit op een bepaald tijdstip wordt het ‘chronotype’ genoemd. In dit onderzoek is gekeken of kinderen van het ochtend- en avondchronotype in hun cognitieve prestaties van elkaar verschillen bij afname van neurocognitieve tests in de vroege ochtend (8.30 uur). De ouders van basisschoolkinderen vulden een vragenlijst over het chronotype van hun kind in. Op basis van het chronotype werden 114 kinderen in de leeftijd van zeven tot en met twaalf jaar geselecteerd voor neurocognitieve testing op psychometrische snelheid, gerichte aandacht en werkgeheugen, volgehouden aandacht en visuospatiële patroonherkenning met taken van de Amsterdamse Neuropsychologische Taken (ANT). Deze taken werden op dinsdag, donderdag en vrijdag om 8.30 uur ’s morgens afgenomen. De resultaten wezen uit dat er een minimaal verschil op het testonderdeel visuospatiële informatieverwerking van de ANT bestaat tussen het ochtend- en avondchronotype bij deze kinderen. Daarbij presteerde ochtendchronotypen slechter dan de avondchronotypen in het verwerken van moeilijke informatie op basis van de reactietijd in de vroege ochtend. De conclusie is dat ochtend- en avondchronotypen in de leeftijdscategorie van zeven tot en met twaalf jaar op visuospatiële informatieverwerking in de vroege ochtend van elkaar verschillen.Show less
Steeds meer kinderen worden op steeds jongere leeftijd naar het kinderdagverblijf gebracht om hier een groot deel van hun tijd door te brengen. Een kinderdagverblijf kan stressvol zijn voor jonge...Show moreSteeds meer kinderen worden op steeds jongere leeftijd naar het kinderdagverblijf gebracht om hier een groot deel van hun tijd door te brengen. Een kinderdagverblijf kan stressvol zijn voor jonge kinderen doordat zij terecht komen in een andere omgeving zonder de vertrouwde ouders, met meerdere kinderen en steeds wisselende leidsters. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat vertrouwde (moeder)geuren een geruststellende werking kunnen hebben bij kinderen in stressvolle situaties. De huidige studie onderzocht dan ook bij 22 moeder-baby paren of de geur van de eigen moeder een sterker positief effect heeft op het huil- en slaapgedrag bij baby’s in de kinderopvang, in vergelijking met de geur van een andere moeder en een neutrale geur. Twee modererende factoren werden meegenomen; de soort voeding (borst- of flesvoeding) en het geslacht van de baby’s. Onderzoeken in het verleden hebben uitgewezen dat kinderen die borstvoeding kregen de geur van hun moeder beter zouden kunnen herkennen. Verwacht werd dan ook dat deze kinderen beter zouden slapen en minder zouden huilen. In dit onderzoek was er geen sprake van een modererend effect van voeding. In tegenstelling tot de verwachtingen was er in het huidige onderzoek ook geen sprake van een modererend effect van geslacht op het huil- en slaapgedrag. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek worden gedaan om huidige resultaten te verdiepen.Show less