In dit onderzoek wordt aan de hand van het politiek-filosofische werk van Hannah Arendt inzicht geboden in de ecologische crisis van de moderne westerse consumptiemaatschappij en gezocht naar een...Show moreIn dit onderzoek wordt aan de hand van het politiek-filosofische werk van Hannah Arendt inzicht geboden in de ecologische crisis van de moderne westerse consumptiemaatschappij en gezocht naar een werkbare richting naar meer duurzame politieke oplossingen.Show less
Flipping the Classroom is een onderwijsconcept waarbij de docent de klassikale instructie voorafgaand aan de les in een digitale leeromgeving plaatst. Door deze ‘flip’ vindt de instructie niet meer...Show moreFlipping the Classroom is een onderwijsconcept waarbij de docent de klassikale instructie voorafgaand aan de les in een digitale leeromgeving plaatst. Door deze ‘flip’ vindt de instructie niet meer plaats in de groepsruimte maar in de individuele leerruimte (Bergmann & Sams, 2012; De Verdieping, Kennisnet, 2013). Dit geeft de docent de mogelijkheid om de vrijgekomen lestijd te faciliteren met meer diverse en hogere cognitieve leeractiviteiten. Voor dit onderzoek hebben 80 docenten (51 man, 29 vrouw) een online vragenlijst anoniem ingevuld. Van deze onderzoeksgroep is 91% werkzaam in het voortgezet onderwijs, passen 29 docenten Flipping the Classroom wel toe en 50 docenten het niet toe. De docenten zijn vergeleken op hun didactisch handelen, professionalisering en taaktevredenheid. De resultaten tonen aan dat er tussen de docenten geen verschil is in het denkvaardigheidsniveau van de aangeboden leeractiviteiten of in de taaktevredenheid. Er is wel een verschil vastgesteld tussen docenten die wel en niet Flipping the Classroom toepassen in de deelname aan professionele leeractiviteiten. Docenten die wel Flipping the Classroom toepassen lezen meer vakliteratuur, nemen vaker deel aan trainingen en experimenteren en reflecteren vaker op de lespraktijk. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit onderscheid in professionalisering plaatsvindt nadat Flipping the Classroom is toegepast of dat juist de verhoogde deelname aan professionele leeractiviteiten aanleiding is om met Flipping the Classroom te gaan beginnen.Show less
Doel Angststoornissen zijn een veelvoorkomend fenomeen. Zo heeft 19.6% van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven te maken gehad met een angststoornis. Angst is van invloed op het dagelijks...Show moreDoel Angststoornissen zijn een veelvoorkomend fenomeen. Zo heeft 19.6% van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven te maken gehad met een angststoornis. Angst is van invloed op het dagelijks functioneren, zo ook op dat van ouders. Ouderlijke angst blijkt invloed te hebben op het opvoedingsgedrag. Opvoedingstijl is van invloed op de ontwikkeling van het kind. Dit onderzoek heeft de relatie tussen ouderlijke angst en internaliserende problematiek bij het kind en sociale ontwikkeling bij het kind onderzocht. Bovendien is onderzocht of geslacht en modererend effect heeft op de relatie tussen ouderlijke angst en internaliserende problemen, respectievelijk sociale ontwikkeling. Methode De steekproef bestond uit 265 ouders met een kind van drie jaar (126 jongens, 138 meisjes). Ouders hebben vragenlijsten ingevuld, namelijk de Zelf Beoordelings Vragenlijst, de Social Responsiveness Scale en de Strenghts and Difficulties Questionnaire. Resultaten Correlatieanalyses lieten zien dat naarmate de angst bij de ouder toenam, het kind significant meer internaliserende problematiek en meer beperkingen in sociale ontwikkeling had. Echter, deze correlaties waren wel matig. De ANCOVA toonde net als de correlatieanalyses een hoofd-effect voor ouderlijke angst en sociale ontwikkeling en voor ouderlijke angst en internaliserende problematiek bij het kind. Bovendien is een interactie-effect gevonden voor ouderlijke angst en geslacht op de sociale ontwikkeling van het kind. Voor jongens bleek er een sterkere correlatie te zijn tussen ouderlijke angst en sociale ontwikkeling dan voor meisjes. Dit interactie-effect werd niet gevonden voor ouderlijke angst en geslacht op internaliserende problematiek. Conclusie en Discussie Al op driejarige leeftijd blijkt er een positieve relatie te zijn tussen ouderlijke angst enerzijds en sociale ontwikkeling en internaliserende problematiek bij het kind anderzijds. Het is van belang dat ouderlijke angst de ontwikkeling van het kind niet verder beinvloed in de ontwikkeling. Eventueel kan een interventie worden opgestart waarbij ouders leren om te gaan met hun angsten.Show less
Bachelor thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (BSc)
open access
Palestina is het gebied waar de Europese Unie het meest in investeert wat betreft buitenlandhulp. De EU is vastbesloten om bij te dragen aan een oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict...Show morePalestina is het gebied waar de Europese Unie het meest in investeert wat betreft buitenlandhulp. De EU is vastbesloten om bij te dragen aan een oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict door middel van statebuilding in Palestina. In dit onderzoek verken ik in hoeverre de EU-statebuildingmissies nu bijdragen aan een voor Palestijnen legitieme oplossing van het conflict.Show less
Bachelor thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (BSc)
open access
In 2006-2007 deden zich verscheidene debatten voor over interculturele reality-programma’s, zoals het Vlaamse Toast Kannibaal en de Nederlandse afgeleide daarvan, Groeten uit de Rimboe. Dikwijls...Show moreIn 2006-2007 deden zich verscheidene debatten voor over interculturele reality-programma’s, zoals het Vlaamse Toast Kannibaal en de Nederlandse afgeleide daarvan, Groeten uit de Rimboe. Dikwijls werden deze programma’s gerelateerd aan de antropologische discipline, waarmee de distantiërende houding en kritiek van antropologen ten opzichte van deze programma’s werd genegeerd. Antropologen zouden evenzeer veel liever zien dat etnografische werken het publiek bereiken. In relatie tot deze discussies, vormt dit onderzoek een genre-specifieke vergelijking van (interculturele)reality-tv en etnografische film- en onderzoek, toegespitst op een casestudy van de Ovahimba. Hierbij worden de bevindingen van het onderzoek van Kraak (2010), die onderzoek deed naar de representatie van de Ovahimba in Groeten uit de Rimboe en Groeten Terug, tegenover het onderzoeksproject ‘The Ovahimba Years’ geplaatst (een langdurig, multimediaal en etnografisch onderzoek naar de Ovahimba van Rina Sherman).Show less
Master thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (MSc)
open access
The Veerhuis is a hospice that has been founded on humanistic principles. Whereas many hospices have a religious base, the foundation of a hospice on humanistic principles is a fairly unique...Show moreThe Veerhuis is a hospice that has been founded on humanistic principles. Whereas many hospices have a religious base, the foundation of a hospice on humanistic principles is a fairly unique phenomenon. The intended purpose of the humanistic base is to make everyone, both residents and volunteers, feel welcome in this hospice. However, the term humanism implies, from a philosophical point of view, a critical stance towards religious beliefs. Since Hospice Veerhuis does not make any value judgements regarding religion, it can be concluded that humanism merely serves as a method to create a neutral environment in which everyone can feel comfortable according to their own moral principles. The result is a highly diverse team of volunteers. The data demonstrate that the team of volunteers is made up of people with different motivations to become a hospice volunteer, varying ideas on death and dying, and religious and spiritual beliefs. Four volunteers serve as archetypes to demonstrate the high degree of diversity that exists within this hospice.Show less
Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen avondlijkheid en gedragsproblemen bij kinderen. Hierbij is nader onderzoek verricht in de samenhang van deze...Show moreHet doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen avondlijkheid en gedragsproblemen bij kinderen. Hierbij is nader onderzoek verricht in de samenhang van deze relatie met betrekking tot puberteit, temperament en slaapduur. De volgende vraag stond centraal in dit onderzoek: “Is er een relatie tussen avondlijkheid en internaliserende en externaliserende gedragsproblemen bij kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 11 jaar?” Aan dit onderzoek hebben in totaal 97 kinderen deelgenomen. Hiervan zijn 44 jongens en 53 meisjes in de leeftijd van 9 tot 12 jaar (M = 10.51, SD = .79). Met behulp van de Children’s Chronotype Questionnaire (CCTQ) is het chronotype van de participanten gemeten. De Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) is gebruikt om de internaliserende en externaliserende gedragsproblemen te bepalen. De puberale status van de kinderen is gemeten met de Puberty Development Scale (PDS) en het temperament met de Early Adolescent Temperament Questionnaire-Revised (EATQ-R). Een logboek ingevuld door ouders gedurende zeven achtereenvolgende dagen, is gebruikt om de slaapduur van de kinderen bij te houden. In het onderzoek is geen relatie gevonden tussen avondlijkheid en gedragsproblemen. Ook met betrekking tot de factoren puberteit en temperament is er geen samenhang gevonden. Tussen avondlijkheid en slaapduur is wel een relatie gevonden. Het betreft een negatieve relatie, wat inhoudt dat naarmate de kinderen hoger scoren op avondlijkheid zij een kortere slaapduur hebben. Er is verder onderzoek nodig om de relatie tussen chronotype en gedragsproblemen in kaart te brengen.Show less
The main goal of this thesis is is to look for an answer to the question ”what motivates citizens to engage in politics using Facebook”. The thesis will discuss which benefits citizens are getting...Show moreThe main goal of this thesis is is to look for an answer to the question ”what motivates citizens to engage in politics using Facebook”. The thesis will discuss which benefits citizens are getting when they opt to political participation over social network sites, specifically Facebook. In order to answer this question so a survey was conducted, which examined the relationship between political participation on Facebook and three topics factors. The first was resources for political participation that citizens use or need to sacrifice if they want to engage with politics. The second was the sense of internal and external political efficacy, with which citizen estimate their ability to understand and discuss politics, along with the openesss of the political system for new idea. The third and last one was, self presentation of political impressions, how individuals presesnt their political identity to their peers. The survey found that Facebook does not overwhelmingly reduce costs of participation, and that citizens who engage in politics on Facebook would not necessarily assume that their activities would bring change in policy. However, citizens who do carry on political participation on Facebook may expect a high sense of internal political efficacy and would use Facebook not so much for changing government policy, but as a mobilizing tool, and as a stage for one’s display of an idealized political impression.Show less
Maternal smoking during pregnancy is a risk factor for the infant. This study examined the relation between smoking during pregnancy and infant temperament and cognition. Participants were 52...Show moreMaternal smoking during pregnancy is a risk factor for the infant. This study examined the relation between smoking during pregnancy and infant temperament and cognition. Participants were 52 mothers (mean age 22.00 years; SD = 2.52) and their infants (mean age = 5.96 months; SD = .44). Of 52 mothers, 15 mothers had never smoked, 19 mothers had smoked before pregnancy and 18 mothers had smoked during pregnancy. Smoking behavior and infant temperament was reported by mother using the Becoming a Mother-questionnaire and the Infant Behavior Questionnaire-Revised (IBQ-R; short version). The Bayley Scales of Infant Development (BSID-II-NL) were used to assess cognition. Prenatal smoking was related to maternal education, income and marital status. Women with lower education level and lower income and unmarried women were more likely to smoke during pregnancy. Significant differences in temperament were found between infants of mothers who had smoked before pregnancy and infants of mothers who had smoked during pregnancy. Prenatally exposed infants had less attention to and/or interaction with a single object for extended periods of time and had less reduction of fussing, crying, or distress when soothing techniques were used by the caregiver. For cognition, no differences between the three groups were found. A dose-response relationship was observed for temperament. An increase in prenatal smoking was associated with more negative affect and more fussing or crying periods, suggesting that prenatally exposed infants are at higher risk of developing a difficult temperament.Show less
De Aarde heeft slechts een beperkt draagvlak en kan daarom maar een beperkte bevolkingsomvang aan. Het is echter onduidelijk hoeveel mensen er uiteindelijk op Aarde kunnen wonen, dit hangt af van...Show moreDe Aarde heeft slechts een beperkt draagvlak en kan daarom maar een beperkte bevolkingsomvang aan. Het is echter onduidelijk hoeveel mensen er uiteindelijk op Aarde kunnen wonen, dit hangt af van de gemiddelde levensstandaard per persoon.Show less
Personalisering van de media wordt vaak verklaard door de opkomst van de televisie. In een recent onderzoek van Reinemann en Wilke (2007) wordt aangetoond dat in 2002 en 2005 in Duitsland er een...Show morePersonalisering van de media wordt vaak verklaard door de opkomst van de televisie. In een recent onderzoek van Reinemann en Wilke (2007) wordt aangetoond dat in 2002 en 2005 in Duitsland er een sterke toename is van persoonsgerichte verslaglegging in de kranten. Deze toename verklaren zij voor een groot deel door een sterke piek na de kanseliersdebatten. Hier lijkt de televisie directe invloed te hebben op personalisering in de kranten. Deze scriptie toont aan dat dit effect in Nederland niet wordt gevonden in de periode 1971-2012. Hiervoor is een inhoudsanalyse van De Telegraaf gedaan vlak voor en vlak na een televisiedebat. Afgezien van het ontbreken van een korte-termijn effect in de periodes rond de debatten, lijkt er evenmin sprake te zijn van personalisering op lange termijn in de periode 1971-2012. Dit wijkt af van bevindingen uit eerder onderzoek, en maakt duidelijk dat de operationalisering van het concept personalisering bepalend kan zijn voor het wel of niet vinden van een tendens. Wel is er een duidelijke toename van het aantal afbeeldingen van politici te vinden, hetgeen in overeenstemming is met de personaliseringsthese.Show less
In deze Bachelorscriptie is een uiteenzetting gegeven van de ethiek van de islam bezien vanuit de visie op de relatie tussen mens en natuur. Aan de hand van die uiteenzetting is de volgende vraag...Show moreIn deze Bachelorscriptie is een uiteenzetting gegeven van de ethiek van de islam bezien vanuit de visie op de relatie tussen mens en natuur. Aan de hand van die uiteenzetting is de volgende vraag beantwoord: In hoeverre is het mogelijk om te komen tot een islamitisiche ecologische ethiek?Show less
Master thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (MSc)
open access
This Thesis analyses the making of an exhibition in the Volkenkunde Museum with regards to the visitors of the museum. This Thesis gives the answer to the following research question: How does the...Show moreThis Thesis analyses the making of an exhibition in the Volkenkunde Museum with regards to the visitors of the museum. This Thesis gives the answer to the following research question: How does the Volkenkunde Museum in Leiden attract visitors during the making of an exhibition?Show less
Dit onderzoek vormt een deviant case study naar het norm life-cycle van Finnemore en Sikkink. Volgens dit model zou een norm die zich in de derde en laatste fase van het model bevindt, voornamelijk...Show moreDit onderzoek vormt een deviant case study naar het norm life-cycle van Finnemore en Sikkink. Volgens dit model zou een norm die zich in de derde en laatste fase van het model bevindt, voornamelijk een ‘gewoonte’ zijn geworden voor internationale actoren. Dit is echter niet (geheel) gebeurd bij de anti-slavernijnorm. In Mauritanië is de anti-slavernijnorm geen gewoonte, maar is er een bepaalde mate van staatsinvloed in het behoud van de slavernijpraktijk. In dit onderzoek zal de Mauritaanse casus onderzocht worden. Er zal stil worden gestaan bij de Mauritaanse normen en sociale structuur, evenals de rol van de (inter)nationale actoren in het uitblijven van veranderingen in de slavernijpraktijken in Mauritanië. Uiteindelijk zal een voorstel tot aanpassing van het norm life-cycle model worden gedaan.Show less
Advanced master thesis | Political Science (Advanced Master)
closed access
When people look back at the 21st century they will undoubtedly characterize China’s rise as one of the major events. As the country ascends to a great power status, its regional and international...Show moreWhen people look back at the 21st century they will undoubtedly characterize China’s rise as one of the major events. As the country ascends to a great power status, its regional and international counterparts observe how Beijing will project its power. The East Asian neighboring states have been tenser because of their ongoing maritime territorial disputes with China. Multiple diplomatic episodes from the mid-2000s until today in the East and South China Seas and demonstrations of Chinese assertiveness in pursuing its national claims have been at the heart of regional tension and instability. In this context, the present thesis poses the following research question: Which factors explain China’s assertive behavior in the East and South China Seas? My main argument is that China’s assertiveness is due primarily to three factors, which are: Beijing’s reactions to other states’ actions, Chinese popular nationalism demand for a stronger external presence and its growing necessity to acquire natural resources and safeguard national transportation corridors. In order to examine the effects of these three factors I have undertaken two case studies, namely the case of Japan and the East China Sea contention and the case of the Philippines and the South China Sea contention.Show less