Eerder onderzoek laat zien dat slaapduur bij adolescenten negatief samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. In huidig onderzoek wordt bekeken of Body Mass Index (BMI) een...Show moreEerder onderzoek laat zien dat slaapduur bij adolescenten negatief samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. In huidig onderzoek wordt bekeken of Body Mass Index (BMI) een mediërende rol speelt in de relatie tussen slaapduur en probleemgedrag, waarbij wordt verwacht dat slaapduur negatief samenhangt met BMI en dat BMI positief samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Huidig onderzoek vindt plaats in Pune in India, omdat in niet-westerse landen mogelijk een andere relatie wordt gevonden. Huidig onderzoek is gedaan bij 121 jongens en 65 meisjes met een hoog sociaaleconomische in de leeftijd van 10 tot 14 jaar (M = 12.27, SD = 1.10). Resultaten van huidig onderzoek geven aan dat slaapduur niet direct samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Verder is er een significant negatieve relatie gevonden tussen slaapduur en BMI en een significant positieve relatie gevonden tussen BMI en internaliserend probleemgedrag. Dit geeft aan dat slaapduur indirect samenhangt met internaliserend probleemgedrag.Show less
In dit onderzoek wordt gekeken naar het verschil in probleemgedrag tussen kinderen uit een hoog en laag SES in India. Daarnaast wordt onderzocht of kinderarbeid een mediërende factor is tussen SES...Show moreIn dit onderzoek wordt gekeken naar het verschil in probleemgedrag tussen kinderen uit een hoog en laag SES in India. Daarnaast wordt onderzocht of kinderarbeid een mediërende factor is tussen SES en probleemgedrag. Ten eerste wordt verwacht dat kinderen uit een laag SES meer internaliserende en externaliserende problemen hebben dan kinderen uit een hoog SES. Ten tweede wordt verwacht dat kinderen uit een laag SES meer werken en ten derde wordt verwacht dat kinderen die werken meer probleemgedrag zullen rapporteren vergeleken met kinderen die niet werken. Ten slotte wordt verwacht dat arbeid een mediator is tussen SES en probleemgedrag. In totaal waren er 293 participanten tussen de 10 en 15 jaar oud (M = 12.37 jaar; SD = 1.17), waarvan 137 jongens en 101 meisjes. Van 55 participanten is het geslacht niet bekend. Alle deelnemers zijn scholieren uit de stad Pune in India. Bij hen is de sociaal economische status (SES) bepaald door de school waar ze op zitten. De participanten hebben daarnaast allemaal een zelfbeoordelingslijst van de SDQ ingevuld en ook zijn ze minstens twee keer geïnterviewd om te meten hoeveel minuten ze per dag werken. Uit de resultaten is gebleken dat hoe hoger het SES van de kinderen, hoe minder internaliserende en externaliserende problemen zij hebben. Daarnaast is gebleken dat kinderen uit een laag SES meer moeten werken dan kinderen uit een hoog SES. Er is geen verband gevonden tussen arbeid een internaliserend probleemgedrag. Tussen arbeid en externaliserend probleemgedrag is een negatief verband gevonden. Arbeid blijkt geen mediator te zijn tussen SES en probleemgedrag.Show less
In dit onderzoek is een verklaring gezocht voor de positieve relatie tussen de sociaal economische status (SES) en schoolbetrokkenheid bij kinderen in India. De variabelen slaap en arbeid zijn als...Show moreIn dit onderzoek is een verklaring gezocht voor de positieve relatie tussen de sociaal economische status (SES) en schoolbetrokkenheid bij kinderen in India. De variabelen slaap en arbeid zijn als mogelijk mediërende factoren onderzocht. Aan dit onderzoek hebben 293 participanten van 10 tot en met 14 jaar deelgenomen. Hiervan was 46.8% mannelijk en 34.5% vrouwelijk. De participanten zijn geworven van acht verschillende scholen in Pune, India. Het onderscheid tussen een hoge of lage SES is gemaakt door het soort school waar de kinderen stonden ingeschreven. De schoolbetrokkenheid is gemeten met de School Engagement Scale en het aantal uren slaap en arbeid is gemeten met een semigestructureerd interview. Uit de resultaten bleek in overeenkomst met ander onderzoek een positieve relatie tussen SES en schoolbetrokkenheid. Ondanks een samenhang tussen SES en arbeid, en tussen SES en slaap, bleken arbeid en slaap uit dit onderzoek geen mediërende factoren in de positieve relatie tussen SES en schoolbetrokkenheid. Een opmerkelijk resultaat was dat kinderen met een hoge SES minder sliepen dan kinderen met een lage SES. Dit kan mogelijk worden verklaard door een hogere schooldruk bij kinderen in India met een hoge SES.Show less
Deze studie heeft onderzocht of mediagebruik samenhangt met internaliserende en externaliserende gedragsproblemen en wat de rol van ouders in het mediagebruik is bij kinderen in India. Verwacht...Show moreDeze studie heeft onderzocht of mediagebruik samenhangt met internaliserende en externaliserende gedragsproblemen en wat de rol van ouders in het mediagebruik is bij kinderen in India. Verwacht werd dat mediagebruik samenhangt met meer internaliserende en externaliserende gedragsproblemen en ook werd verwacht dat mediagebruik met toezicht minder sterk samenhangt met internaliserende en externaliserende gedragsproblemen dan mediagebruik zonder toezicht. De participanten van dit onderzoek waren 293 kinderen uit India tussen de 10 en 14 jaar oud, waarvan 161 jongens en 123 meisjes. Van de overige negen participanten is het geslacht onbekend. De gegevens met betrekking tot het mediagebruik (aantal uur televisie, tablets en computer/videospellen) zijn verzameld middels een dagboek die is ingevuld tijdens een interview met de kinderen. De internaliserende en externaliserende gedragsproblemen zijn geanalyseerd door middel van de Strenghts and Difficulties Questionnaire (SDQ). De resultaten van het onderzoek laten zien dat mediagebruik over het algemeen samenhangt met meer internaliserende en externaliserende gedragsproblemen en dat enkel ouderlijk toezicht niet voldoende is om de negatieve effecten van mediagebruik te modereren. Dit impliceert dat het belangrijk is dat ouders strategieën toepassen zoals bijvoorbeeld regels opstellen of samen evalueren met hun kinderen over het mediagebruik.Show less
Dit onderzoek heeft de mate van schoolbetrokkenheid bestudeerd onder leerlingen die zijn gewisseld van school of zijn blijven zitten. Daarnaast is onderzocht in hoeverre slachtofferschap van...Show moreDit onderzoek heeft de mate van schoolbetrokkenheid bestudeerd onder leerlingen die zijn gewisseld van school of zijn blijven zitten. Daarnaast is onderzocht in hoeverre slachtofferschap van pestgedrag hierin een mediërende rol speelt. De onderzoekspopulatie bestond uit 364 participanten, waarvan 56% meisjes en 44 % jongens, uit de tweede en derde klas van het Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO). De leeftijd varieerde van 13 tot 17 jaar (M=14.7; SD= .85). Schoolbetrokkenheid is gemeten met de School Engagement Scale (SES). Het slachtofferschap van pestgedrag is onderzocht met behulp van Personal Experiences Checklist (PECK). De leerlingen zijn middels twee items binnen de vragenlijst bevraagd of ze eerder zijn gewisseld van school of zijn blijven zitten. Uit de regressieanalyses bleek er geen relatie te bestaan tussen het wisselen van school, slachtofferschap van pestgedrag en schoolbetrokkenheid. Wel is er een negatieve relatie gevonden tussen het blijven zitten en schoolbetrokkenheid. Echter, ook binnen deze relatie vervult slachtofferschap van pestgedrag geen mediërende rol. Aangezien leerlingen die zijn blijven zitten een lagere schoolbetrokkenheid ontwikkelen, is het van belang dat leraren gedegen kennis ontwikkelen over de lange termijn gevolgen van blijven zitten en doubleren niet als een gemakkelijke vorm van interventie beschouwen.Show less
Uit de literatuur blijkt dat er een relatie is tussen sociaaleconomische status en tevredenheid met het leven. In het huidige onderzoek wordt gekeken of de positieve samenhang tussen...Show moreUit de literatuur blijkt dat er een relatie is tussen sociaaleconomische status en tevredenheid met het leven. In het huidige onderzoek wordt gekeken of de positieve samenhang tussen sociaaleconomische status en tevredenheid met het leven ook geldt voor jongeren uit India en of gestructureerde en ongestructureerde fysieke activiteit mediërende factoren zijn in deze relatie. In het onderzoek werd gebruik gemaakt van de gegevens van 293 participanten tussen de 10 en 14 jaar (M = 12.38; SD = 1.17), afkomstig uit Pune in India. Er waren 161 jongens en 123 meisjes. Van negen jongeren was het geslacht onbekend. Bij deze 293 jongeren zijn interviews afgenomen om onder andere sociaaleconomische status, tijdsbesteding en tevredenheid met het leven te onderzoeken. De resultaten suggereren dat er een positieve relatie is tussen sociaaleconomische status en tevredenheid met het leven bij jongeren uit India, maar deze relatie wordt niet gemedieerd door gestructureerde of ongestructureerde fysieke activiteit. Jongeren met een lagere sociaaleconomische status namen meer deel aan ongestructureerde fysieke activiteit, wat een risico kan zijn voor antisociaal gedrag.Show less
Kinderen met een laag SES hebben meer risico op internaliserende en externaliserende problemen. In India werken kinderen met een laag SES vaker en langer dan kinderen met een hoog SES. Wanneer...Show moreKinderen met een laag SES hebben meer risico op internaliserende en externaliserende problemen. In India werken kinderen met een laag SES vaker en langer dan kinderen met een hoog SES. Wanneer kinderen in India werken, lopen zij meer risico op internaliserende en externaliserende problemen. Door middel van de zelfrapportage versie van de SDQ, de scholen van de kinderen en interviews is onderzoek gedaan naar werk als mediator tussen SES en internaliserende en externaliserende problemen. Aan dit onderzoek deden 293 kinderen tussen de tien en de veertien jaar (M = 12.27, SD = 1.10) mee. Van deze kinderen waren er 102 (40 jongens, 58 meisjes en vier onbekend geslacht) met een laag SES en 191 (121 jongens, 64 meisjes en vijf onbekend geslacht) met een hoog SES. Uit het onderzoek bleek dat kinderen met een laag SES meer werkten en meer problemen hadden. Meer werk had een negatieve samenhang met internaliserende en externaliserende problemen. Werk is geen mediator voor de relatie tussen SES en internaliserende en externaliserende problemen. Een mogelijke verklaring voor het feit dat werk geen mediator is, is de besteding van geld. De kinderen met een hoog SES mogen het geld waarschijnlijk zelf houden en de kinderen met een laag SES kunnen met het geld wat ze verdienen hun familie onderhouden.Show less