Spatiële nieuwigheid kan woordgeheugen verbeteren. Het is nog onbekend of dit deels komt doordat nieuwigheid onverwacht is. Daarom wordt in deze studie ook gekeken naar het effect van...Show moreSpatiële nieuwigheid kan woordgeheugen verbeteren. Het is nog onbekend of dit deels komt doordat nieuwigheid onverwacht is. Daarom wordt in deze studie ook gekeken naar het effect van onverwachtheid op woordgeheugen. Ook is voorheen in nieuwigheidsonderzoek vooral gekeken naar jongvolwassenen terwijl het effect van nieuwigheid op woordgeheugen voor kinderen en ouderen zwakker is. Daarom wordt in deze studie gekeken naar oudere volwassenen. In de huidige studie hebben oudere volwassenen (n = 14) op drie achtereenvolgende dagen een virtuele omgeving (VO) verkend met ofwel veel onverwachtheid door toevoeging van mist ofwel weinig onverwachtheid door toevoeging van een minimap en verder zicht. De eerste dag was bedoeld voor familiarisatie van de VO. Op dag 2 en 3 was de omgeving voor elke participant wisselend nieuw- of bekend ten opzichte van de eerste dag. Na het verkennen van de VO werd er een ongerelateerde woordleertaak afgenomen. Resultaten lieten zien dat veel onverwachtheid het woordgeheugen verbeterde ten opzichte van weinig onverwachtheid. Verder vergrootte een bekende omgeving de afgelegde afstand vergeleken met een nieuwe omgeving. Ook was er een negatieve correlatie tussen afgelegde afstand en woordgeheugen. Tot slot was er een trainingseffect van de testdag op de afgelegde afstand. Deze resultaten suggereren dat onverwachtheid in een VO invloed heeft op het woordgeheugen. De voorheen aangetoonde effecten van nieuwigheid op het woordgeheugen zijn wellicht dus deels te verklaren door de invloed van onverwachtheid. Dit impliceert dat interventies tegen geheugenverslechtering naast het nieuwigheidseffect dus ook gebruik kunnen maken van een verrassingseffect.Show less
Uit eerder onderzoek is gebleken dat nieuwigheid gunstige effecten heeft op geheugenprestaties bij jongeren. Deze effecten van nieuwigheid op geheugen zijn echter nog niet eerder onderzocht bij...Show moreUit eerder onderzoek is gebleken dat nieuwigheid gunstige effecten heeft op geheugenprestaties bij jongeren. Deze effecten van nieuwigheid op geheugen zijn echter nog niet eerder onderzocht bij oudere volwassenen, waarbij individuele verschillen als motivatie (gemeten door Intrinsic Motivation Inventory) en spontaneous blinkrate (SBR) zijn meegenomen. In ons onderzoek verkenden participanten (n=14) een nieuwe of bekende virtuele omgeving, gevolgd door een onmiddellijke of vertraagde woordherinneringstaak of woordherkenningstaak. Uit de resultaten bleek dat het effect van nieuwigheid geen invloed had op de relatie tussen de geheugentaken, motivatie en SBR, en dat leeftijd mogelijk geen voorspellende factor was in deze relatie. Wanneer gecorrigeerd werd voor de variatie in dagen tussen de vertraagde geheugentaken per participant, vertoonde nieuwigheid wel een effect op verbeterde geheugenprestaties. In de analyses zonder leeftijd bleek dat het effect van geheugentaak en het effect van tijd van elkaar verschilden, wat zou kunnen suggereren dat de prestaties op de geheugentaken afnemen naarmate de tijd verstrijkt. Een belangrijke limitatie in het onderzoek was het beperkte aantal participanten en het minimale leeftijdsverschil. Hierdoor omvatte de variabele leeftijd mogelijk niet voldoende kracht om een werkelijk effect te detecteren over de variabelen geheugen en nieuwigheid tussen jongere en oudere volwassenen. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op het meten van motivatie en het manipuleren van nieuwigheid na verloop van tijd. Daarnaast zou het interessant zijn om de relatie tussen dopaminefuncties en nieuwigheid nader in kaart te brengen, om de ontwikkeling van interventies en behandelingen op het gebied van motivatie en mentale gezondheid te bevorderen.Show less