Het bezitten van een hoge mate van zelfcontrole hangt samen met positieve uitkomsten zoals betere studieresultaten en minder alcoholmisbruik, blijkt uit meerdere, niet experimentele, studies....Show moreHet bezitten van een hoge mate van zelfcontrole hangt samen met positieve uitkomsten zoals betere studieresultaten en minder alcoholmisbruik, blijkt uit meerdere, niet experimentele, studies. Zelfcontrole wordt hier gedefinieerd aan de hand van impulsinhibitie. Hierbij hangt een hoge mate van impulsiviteit en een lage mate van zelfcontrole samen met een lagere mate van Delay of Gratification (DoG). DoG wordt hier gemeten door middel van het Delay Discounting paradigm (DD). Het DD paradigm onderzoekt in hoeverre iemand bereid is om te wachten op een (hypothetische) geldsom als, door het wachten, deze beloning groter wordt. Uit eerder onderzoek onder jong-adolescenten blijkt een samenhang tussen zelfcontrole en chaos. Dit onderzoek kijkt of een dergelijke samenhang ook bestaat bij laatadolescenten. De verwachting is dat studentes met een meer chaotische thuisomgeving een mindere mate van zelfcontrole hebben. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van drie instrumenten verzameld tijdens de studie Moeders van Morgen, een onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Leiden. Er is gebruik gemaakt van de DoG computertaak, de DoG naturalistische vraag en de CHAOS-vragenlijst. Participanten die een antwoord gaven bij de DoG naturalistische vraag die geassocieerd wordt met meer zelfcontrole, kozen significant vaker voor antwoorden in de DoG computertaak die geassocieerd worden met meer zelfcontrole. Het verwachte verband tussen zelfcontrole en chaos is niet gevonden. Vervolgonderzoek, waarbij meer participanten, andere meetinstrumenten om zelfcontrole te meten en meerdere observaties van chaos aanbevolen zijn, is noodzakelijk.Show less
In deze scriptie is het effect van de VIPP-FI op responsiviteit van verzadigingssignalen en sensitiviteit onderzocht en er is tevens gekeken naar de samenhang van sensitiviteit tijdens het...Show moreIn deze scriptie is het effect van de VIPP-FI op responsiviteit van verzadigingssignalen en sensitiviteit onderzocht en er is tevens gekeken naar de samenhang van sensitiviteit tijdens het eetmoment en spelmoment. Overgewicht en obesitas zijn een groot probleem in Nederland en wereldwijd. Responsief en sensitief gedrag van ouders betrekking tot verzadigingssignalen tijdens de maaltijd zou mogelijk kunnen bijdragen aan het verminderen van overgewicht en obesitas. De VIPP-FI is ontwikkeld om ouders deze voedingsstijl aan te leren. Deze scriptie onderzoekt aan de hand van een gerandomiseerd onderzoek met controlegroep de effectiviteit van deze interventie. Het onderzoek bestaat uit 124 moederkind paren, waarvan 61 in de VIPP-groep en 64 in de controlegroep. Er wordt gebruik gemaakt van de pretest (T0) en posttest (T18) observatiedata. De responsiviteit voor verzadigingssignalen werd gescoord op een schaal speciaal ontwikkeld voor dit onderzoek en sensitiviteit aan de hand van de Ainsworth sensitiviteitsschaal. Uit de analyses die zijn gedaan is gebleken dat er geen effect is van de VIPP-FI op responsiviteit voor verzadigingssignalen of sensitiviteit tijdens het eetmoment. Voor sensitiviteit geldt er echter wel dat er een trend is gevonden die wijst op wat er vanuit de literatuur wordt verwacht. Er is een samenhang gevonden tussen sensitiviteit tijdens het eetmoment en spelmoment, dit is echter maar een klein tot gemiddeld positief verband. Verder heeft de VIPP-FI ook geen effect gehad op de sensitiviteit tijdens het spelmoment. Een mogelijke verklaren voor het feit dat er geen effect van de VIPP-FI is gevonden, is dat alle moeders in zowel de VIPP-groep als de controlegroep het al redelijk goed doen op responsiviteit verzadiging en sensitiviteit. Het is aan te bevelen meer onderzoek te doen naar de effectiviteit van de VIPP-FI, waarbij wordt gecontroleerd op achtergrond variabelen die mogelijk een invloed hebben. Tevens valt aan te bevelen om onderzoek te doen naar de factoren die de variantie in verklaren van het verschil in sensitiviteitsscores op eetmoment en spelmoment.Show less