Deelnemers (N = 85) maakten de empathie vragenlijsten Questionnaire of Cognitive and Affective Empathy (QCAE) en de Interpersonal Reactivity Index (IRI). Daarnaast speelden zij een probabilistische...Show moreDeelnemers (N = 85) maakten de empathie vragenlijsten Questionnaire of Cognitive and Affective Empathy (QCAE) en de Interpersonal Reactivity Index (IRI). Daarnaast speelden zij een probabilistische leertaak waarin zij voor zichzelf, een vriend en een onbekende deelnemers leerden en een prijs konden winnen. Verwacht werd dat deelnemers over het algemeen beter zouden presteren voor zichzelf. De participanten die hoog scoorden op empathie zouden relatief beter presteerden voor een vriend en een onbekende ander dan de participanten die laag scoorden. Daarnaast werd verondersteld dat de eerder gevonden positieve correlatie tussen empathie en de cognitieve empathie subschaal van de QCAE: Online Simulation, gerepliceerd zou worden en dat dat affectieve empathie positief zou correleren met anoniem prosociaal gedrag. Uit de resultaten blijkt dat de deelnemers inderdaad beter presteren voor zichzelf dan een vriend of een onbekende ander. Er is geen significante correlatie gevonden met de Online Simulation subschaal en de leerprestaties voor een vriend en onbekende ander. Echter, er is een positieve correlatie gevonden tussen de cognitieve empathie subschaal van IRI: Perspective Taking, en de leerprestatie voor een onbekende ander. Tevens is een eenzijdig significante positieve correlatie gevonden tussen de totaalscore op de QCAE en de leerprestatie voor een onbekende ander. Hier wordt voorzichtig mee omgegaan. De resultaten van de huidige studie bevestigen dat men beter leert voor zichzelf en suggereren dat cognitieve empathie een rol speelt in anoniem prosociaal gedrag.Show less