Angstproblemen bij kinderen is een wereldwijd veelvoorkomend probleem met grote gevolgen op de korte en de lange termijn. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat de prevalentie van...Show moreAngstproblemen bij kinderen is een wereldwijd veelvoorkomend probleem met grote gevolgen op de korte en de lange termijn. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat de prevalentie van angststoornissen hoger is voor meisjes dan voor jongens. In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre er significante verschillen bestaan tussen jongens en meisjes in de mate van angst voorafgaand en na afloop van de Cool Little Kids (CLK) interventie. Op basis van wetenschappelijke literatuur zijn een drietal hypotheses opgesteld. De eerste hypothese luidt dat de angstrapportages van ouders van meisjes hoger zijn dan angstrapportages van ouders van jongens vóór de CLK-interventie. De tweede hypothese stelt dat de angstrapportages van ouders van meisjes lager zijn dan angstrapportages van de ouders van jongens na de CLK-interventie. Beide hypotheses zijn op basis van twee independent samples t-toetsen niet significant bevonden. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek wordt daarom geconcludeerd dat er geen significant verschillen zijn gevonden tussen jongens en meisjes in de mate van angst vóór en na de CLK-interventie. De derde hypothese stelt dat de angstrapportages van de ouders van kinderen lager zijn na de CLK-interventie dan vóór de CLK-interventie. Deze hypothese, getoetst met een paired samples t-toets, is eveneens niet significant bevonden. De resultaten uit dit onderzoek zijn niet in verwachting met de wetenschappelijke literatuur. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn onder andere het gebruik van andere leeftijdscategorieën en te vroege evaluaties van het CLK-project. Suggesties voor vervolgonderzoek zijn onder andere het uitvoeren van exploratief onderzoek en het onderzoeken van de langetermijneffecten.Show less
Doel: In de prevalentie van angststoornissen bij jonge kinderen is een sterke toename zichtbaar. Gezien deze toename is het nuttig om vroegtijdige risicofactoren te achterhalen, zodat interventies...Show moreDoel: In de prevalentie van angststoornissen bij jonge kinderen is een sterke toename zichtbaar. Gezien deze toename is het nuttig om vroegtijdige risicofactoren te achterhalen, zodat interventies vroeg in de kindertijd kunnen worden ingezet. De directe omgeving, waaronder de ouders, is van invloed op de angstontwikkeling van het kind. In deze studie wordt de relatie onderzocht tussen de angst van ouders en de angst van het kind, met daarbij een overbeschermende opvoedstijl als mediërende factor. Methode: De participanten zijn 114 ouders van 3 tot 6-jarige kinderen. Eén inclusiecriteria was dat de kinderen hoog scoorden op gedragsinhibitie, gemeten met de BIQ-SF vragenlijst. De data is verzameld middels drie verschillende vragenlijsten: PAS-R, POM en STAI. Die respectievelijk de angst van het kind, overbescherming en de angst van ouders maten. Resultaten: De mediatieanalyse toonde aan dat er een significante positieve relatie was tussen de angst van ouders en de angst van het kind en angst van ouders en overbescherming. De relatie tussen de angst van het kind en overbescherming was niet significant. Tot slot is er geen mediatie effect van overbescherming gevonden tussen de angst van ouders en de angst van het kind. Conclusie: Deze studie levert geen bewijs dat een overbeschermende opvoedstijl de relatie medieert tussen de angst van ouders en de angst van het kind. Dit onderzoek toont wel aan dat de angst van het kind voor een deel verklaard wordt door de angst van ouders, tevens wordt een overbeschermende opvoedstijl in geringe mate bepaald door de angst van ouders.Show less