Dit onderzoek bestudeert hoe een atypische doelgroep voor een non profit organisatie kan worden aangetrokken om donateur te worden waarbij er wordt gekeken naar de communicatie van de sociale...Show moreDit onderzoek bestudeert hoe een atypische doelgroep voor een non profit organisatie kan worden aangetrokken om donateur te worden waarbij er wordt gekeken naar de communicatie van de sociale identiteitswaarde door een organisatie, competentie van een organisatie, sympathie en altruïsme. Het onderzoek is experimenteel van aard en had een tussenproefpersonen design met drie cellen: communicatie van de sociale identiteitswaarde door de organisatie, competentie van de organisatie en een controlegroep. De deelnemers waren mannen tussen de 18 en 25 jaar oud die atypisch waren voor de non profit organisatie in het onderzoek (N = 68). Een multipele regressieanalyse liet zien dat sympathie en de aantrekkelijkheid van de organisatie significant positief zijn gerelateerd aan donatiebereidheid. Een andere multipele regressieanalyse heeft aangetoond dat competentie van de organisatie significant positief gerelateerd is aan de aantrekkelijkheid van de organisatie en dat altruïsme niet significant is gerelateerd aan de aantrekkelijkheid van de organisatie. Mediatie regressieanalyses hebben een significant indirect effect gevonden voor competentie van de organisatie via aantrekkelijkheid van de organisatie op donatiebereidheid. Er is geen significant indirect effect gevonden van de communicatie van de sociale identiteitswaarde via aantrekkelijkheid van de organisatie op donatiebereidheid. Moderatie regressieanalyses toonden aan dat altruïsme het verband significant versterkte voor de relatie tussen communicatie van de sociale identiteitswaarde en aantrekkelijkheid van de organisatie en dat sympathie het verband significant versterkte voor de relatie tussen aantrekkelijkheid van de organisatie en donatiebereidheid. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties voor verder onderzoek worden besproken.Show less
Deze bachelor thesis richt zich op de motivatie van mensen, die atypisch zijn voor een non-profit organisatie, om vrijwilligerswerk te gaan doen bij deze organisatie. Het onderzoek had een...Show moreDeze bachelor thesis richt zich op de motivatie van mensen, die atypisch zijn voor een non-profit organisatie, om vrijwilligerswerk te gaan doen bij deze organisatie. Het onderzoek had een tussenproefpersonen experimenteel design met drie cellen (controle conditie vs. communicatie sociale identiteitswaarde conditie en controle conditie vs. warmte van de organisatie conditie). De deelnemers waren jonge mannen tussen de 18 en 25 jaar, die atypisch waren voor de non-profit organisatie van het onderzoek (N = 71). Er zijn ANOVA’s gedaan waaruit bleek dat de communicatie sociale identiteitswaarde manipulatie geslaagd was, terwijl de manipulatie van de warmte van de organisatie niet succesvol was. Daarnaast toonde een multipele regressieanalyse dat de communicatie van de sociale identiteitswaarde geen directe, positieve significante relatie heeft met de ervaren aantrekkelijkheid van de organisatie, maar de warmte van de organisatie wel. Bovendien liet een tweede multipele regressieanalyse zien dat altruïsme en de ervaren aantrekkelijkheid van de organisatie een directe, positieve significante relatie hebben met de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen voor de non-profit organisatie. Echter liet een mediatie regressieanalyse zien dat de communicatie van de sociale identiteitswaarde geen indirecte relatie heeft met de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen via de aantrekkelijkheid van de organisatie als mediator. Ook toonde een moderatie regressieanalyse aan dat de interactie van de warmte van de organisatie in combinatie met vertrouwen in de organisatie niet significant was, voor wat betreft het voorspellen van de ervaren aantrekkelijkheid van de organisatie. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties van het onderzoek worden op het laatst besproken.Show less
This research addresses employee friendliness (EF) of organizations. It is examined with an online cross-sectional survey study whether among employees (n = 160) indicators of the domains of...Show moreThis research addresses employee friendliness (EF) of organizations. It is examined with an online cross-sectional survey study whether among employees (n = 160) indicators of the domains of organizational employee friendliness (i.e., EF-jobs, EF-leadership, EF-policies, EF-work climate) relate to respect and occupational self-efficacy as determinants of work well-being and work performance. A first hierarchical regression analysis showed that a safe and healthy work climate, as an indicator of EF-work climate, related directly and positively to occupational self-efficacy. Furthermore, it was found with bootstrap mediation regression analysis that a safe and healthy work climate (EF-work climate) relates indirectly and positively to work well-being and work performance via occupational self-efficacy as a mediator. A second hierarchical regression analysis showed that a moral, safe, and healthy climate (EF-work climate), work-family support (EF-work policies), and transformational and authentic leadership behaviors (EF-supervision), related directly and positively to respect. Hereafter, bootstrap mediation regression analysis showed that these indicators of domains of organizational employee friendliness related indirectly and positively to work well-being and work performance via respect as a mediator. Theoretical and practical implications, strengths and limitations, and suggestions for further research, are discussed.Show less
Dit onderzoek richtte zich op de bereidheid van mensen die atypisch zijn voor een non-profit organisatie om vrijwilligerswerk te doen. Het onderzoek had een tussen-proefpersonen factorieel ontwerp ...Show moreDit onderzoek richtte zich op de bereidheid van mensen die atypisch zijn voor een non-profit organisatie om vrijwilligerswerk te doen. Het onderzoek had een tussen-proefpersonen factorieel ontwerp (condities: 'warmte van de organisatie', 'communicatie van de sociale identiteitswaarde' tegenover een controlegroep). De deelnemers aan het onderzoek waren jonge mannen (N= 66); deze groep was atypisch voor de onderzochte non-profit organisatie. Uit manipulatiechecks met ANOVA's bleek dat de manipulatie van de communicatie van de waarde van de sociale identiteit succesvol was, maar dat de manipulatie van de ervaren warmte van de organisatie niet succesvol was. Uit een hiërarchische regressieanalyse volgde dat zowel de ervaren aantrekkelijkheid van de non-profit organisatie als altruïsme en identificatie met de hele mensheid direct bijdroegen aan de bereidheid om vrijwilliger te worden. Een multipele regressieanalyse liet zien dat de ervaren warmte van de organisatie een positieve bijdrage leverde aan de aantrekkelijkheid van een non-profit organisatie, terwijl de ervaren communicatie van sociale identiteitswaarde geen bijdrage leverde. Mediatieregressieanalyse liet, zowel vanuit de ervaren warmte van de organisatie als vanuit de ervaren communicatie van de sociale identiteitswaarde, geen indirect effect zien via de aantrekkelijkheid van de non-profitorganisatie op de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen. Uit een moderatieregressieanalyse volgde tenslotte dat het effect van de ervaren communicatie van de sociale identiteitswaarde op de ervaren aantrekkelijkheid van een non-profitorganisatie versterkt wordt door het persoonlijkheidskenmerk 'identificatie met de hele mensheid'. Daarentegen werd het effect van de ervaren warmte op de ervaren aantrekkelijkheid van een non-profitorganisatie niet gemodereerd door het persoonlijkheidskenmerk altruïsme. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties voor verder onderzoek worden besproken.Show less
This study concerns willingness to volunteer for non-profit organisations (NPOs), and assesses aspects suspected to account for why people decide to volunteer for a charity. Our study was a cross...Show moreThis study concerns willingness to volunteer for non-profit organisations (NPOs), and assesses aspects suspected to account for why people decide to volunteer for a charity. Our study was a cross-sectional survey study among members of the American public (N = 143) and tested whether affinity with an NPO as well as openness to diversity affect willingness to volunteer for an NPO of which one is not a member (an outgroup NPO). We detected, based on a multiple regression analysis, that affinity with an outgroup NPO directly and positively predicts likeability of the NPO while openness to diversity is controlled for. Subsequently, a mediation regression analysis displayed that affinity with an outgroup NPO affects willingness to volunteer indirectly via likeability of the NPO. Moreover, a separate multiple regression analysis showed openness to diversity to directly and positively relate to perspective-taking if controlling for affinity. Yet, as also displayed by a mediation regression analysis, openness to diversity does not indirectly relate to willingness to volunteer through perspective-taking. Thus, as a last multiple regression analysis yielded, likeability of an outgroup NPO, but not perspective-taking, directly and positively predicts willingness to volunteer for the NPO. Additionally, a moderation regression analysis indicated that affinity with an outgroup NPO and openness to diversity do not interact to influence likability of the NPO. Theoretical and practical implications, limitations as well as suggestions for future research are discussed.Show less