Voor optimale leersituaties moet het onderwijs aansluiten op de onderwijsbehoeften en hiervoor is differentiatie essentieel. Dit onderzoek is gericht op de huidige kennis van leerkrachten over...Show moreVoor optimale leersituaties moet het onderwijs aansluiten op de onderwijsbehoeften en hiervoor is differentiatie essentieel. Dit onderzoek is gericht op de huidige kennis van leerkrachten over differentiatie, de houding hier tegenover en de toepassing hiervan. De kennis, houding en toepassing van differentiatie werden onderzocht door middel van een vragenlijst, die gebaseerd is op effectieve vormen van differentiatie. Dit werd ingeschat door leerkrachten aan de hand van een 5-punts Likertschaal. De vragenlijst werd volledig ingevuld door achttien Nederlandse leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 op drie basisscholen. Uit de resultaten is gebleken dat er op houding hoger gescoord is dan op kennis en toepassing van differentiatie. Kennis en houding zijn positief verbonden met de toepassing van differentiatie, maar alleen kennis kan voorspellen in hoeverre differentiatie wordt toegepast. Verder hebben leerkrachten meer kennis omtrent convergent differentiëren dan divergent differentiëren. Preteaching wordt het minst toegepast, terwijl de kennis en houding omtrent preteaching significant hoger zijn. Ten slotte is gebleken dat meer rekenkennis verbonden is met meer kennis van differentiatie. Concluderend kan gesteld worden dat leerkrachten differentiatie belangrijk vinden, maar het in de praktijk minder toepassen en over minder specifieke kennis beschikken. De implicaties zijn gericht op het belang van het stimuleren van de specifieke kennis, de kennis over divergente differentiatie en het inzetten van preteaching. De beperkingen zijn onder andere de kleine steekproef en het gebruik van zelfrapportages. De suggesties voor vervolgonderzoek zijn het verder onderzoeken van de kennis, houding en toepassing van differentiatie in de praktijk en de rekenkennisShow less
De Nederlandse leesresultaten op de PISA (Programme for International Student Assessment) dalen. Met de recentste resultaten is Nederland onder het Europees gemiddelde gezakt (Gubbels et al., 2019)...Show moreDe Nederlandse leesresultaten op de PISA (Programme for International Student Assessment) dalen. Met de recentste resultaten is Nederland onder het Europees gemiddelde gezakt (Gubbels et al., 2019). Hiernaast blijkt ook de leesmotivatie gedaald (DUO Onderwijsonderzoek, 2017). Mogelijk beïnvloeden deze tendensen elkaar, omdat leesmotivatie invloed heeft op leesresultaten (Schiefele et al., 2012). In deze studie is onderzocht in hoeverre de houding en het gedrag van leerkrachten bij het stimuleren van leesmotivatie in overeenstemming is met de literatuur over leesmotivatie. Met 4 focusgroepen (21 participanten) kan geconcludeerd worden dat de houding en het gedrag van leerkrachten slechts deels in overeenstemming is met de literatuur. Bij (lees)motivatie wordt onderscheid gemaakt tussen intrinsieke en extrinsieke leesmotivatie (Schiefele et al., 2012). Leerkrachten zijn op de hoogte van het belang van leesmotivatie, maar bezitten weinig kennis van de theoretische achtergrond. Door leerlingen te laten voldoen aan een gevoel van competentie, verbondenheid en autonomie (de drie basisbehoeften voor intrinsieke motivatie (Ryan & Deci, 2000)) kan leesmotivatie gestimuleerd worden. Ondanks het gebrek aan theoretische kennis blijken leerkrachten activiteiten aanbieden die gelinkt kunnen worden aan de basisbehoeften, hoewel dit dus mogelijk op toevalligheid berust. Hiernaast zijn er ook aspecten in de houding en georganiseerde activiteiten van leerkrachten zonder weerslag in de literatuur. De houding en het gedrag van leerkrachten is dus niet volledig in overeenstemming met de literatuur, zo valt er voor leerkrachten per basisbehoefte winst te behalen in het stimuleren van leesmotivatie in leeslessen en daarbuiten. Concrete en generaliseerbare aanbevelingen voor de gehele onderwijspraktijk vragen om vervolgonderzoek.Show less
Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de kennis, de houding en het gedrag van leerkrachten ten opzichte van rekendifferentiatie en de mate van toepassing van differentiatie....Show moreHet doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de kennis, de houding en het gedrag van leerkrachten ten opzichte van rekendifferentiatie en de mate van toepassing van differentiatie. Hiervoor hebben leerkrachten van groep 3 tot en met 8 van drie verschillende basisscholen een vragenlijst ingevuld (N=18). De vragenlijst bestond uit drie schalen, kennis, houding en gedrag, met 14-16 vragen per schaal. Uit de resultaten blijkt dat de houding van leerkrachten tegenover rekendifferentiatie het meest positief was. Ook is gevonden dat kennis een significante, positieve voorspeller voor gedrag is. Verder verschillen kennis, houding en gedrag binnen een differentiatiemethode. Opvallend is dat coöperatieve werkvormen, preteaching en het geven van mogelijkheden tot keuzes het minst hoog scoren op de schalen houding en gedrag. Ook is de correlatie tussen het aantal jaar dat een leerkracht voor de klas staat en hun gedrag tegenover rekendifferentiatie onderzocht. Daaruit kwam naar voren dat dit niet significant is. Verder kwam uit dit onderzoek dat er geen significante correlatie bestaat tussen de leeftijd van leerkrachten en hun houding. Vanwege een kleine steekproef kunnen er minder significante resultaten zijn gevonden dan er daadwerkelijk zijn en kunnen de conclusies niet direct vertaald worden naar de populatie leerkrachten in Nederland. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om te kijken naar de implementatie van de resultaten van deze studie.Show less
In de huidige studie werd onderzocht in welke mate Nederlandse basisschoolleerkrachten effectieve leesbevorderaars zijn op het vlak van hun eigen kennis, gedrag en houding. Om deze vraag te...Show moreIn de huidige studie werd onderzocht in welke mate Nederlandse basisschoolleerkrachten effectieve leesbevorderaars zijn op het vlak van hun eigen kennis, gedrag en houding. Om deze vraag te beantwoorden werden er 4 focusgroepen gehouden op een Nederlandse basisschool, waaraan 21 leerkrachten deelnamen. Hieruit blijkt dat leerkrachten, bewust of onbewust, veel goede keuzes maken op het vlak van gedrag en houding. De resultaten over de kennis van de leerkrachten lijken eerder te wijzen op onbewuste keuzes, aangezien leerkrachten weinig termen uit de literatuur over (lees)motivatie gebruikten. Toch slaagden leerkrachten er wel in om (on)gemotiveerde lezers te herkennen, effectieve werkvormen in te zetten en het belang van hun eigen leeshouding in te zien. De beperkingen en resultaten van de huidige studie roepen op tot vervolgonderzoek naar de kennis van Nederlandse basisschoolleerkrachten over het stimuleren van leesmotivatie.Show less
Leerkrachten uit groep 3 tot en met 8 op de basisschool krijgen te maken met veel verschillende niveaus, hier zal dus goed gedifferentieerd moeten worden (Bardy et al., 2021). Het doel van dit...Show moreLeerkrachten uit groep 3 tot en met 8 op de basisschool krijgen te maken met veel verschillende niveaus, hier zal dus goed gedifferentieerd moeten worden (Bardy et al., 2021). Het doel van dit onderzoek is de huidige situatie van rekendifferentiatie in kaart brengen op de domeinen kennis, houding en gedrag. Er is een vragenlijst gemaakt waarbij de kennis, houding en het gedrag van leerkrachten bij differentiëren wordt uitgevraagd. Uit de resultaten bleek dat de houding van leerkrachten significant positiever is dan de factoren kennis en gedrag. Verder bleken kennis en houding beiden significant te correleren met gedrag. Een hoge score op kennis en houding zal zich waarschijnlijk uiten in een hoge score op gedrag. Bij de vraag naar differentiatiemogelijkheden is gebleken dat leerkrachten al veel verschillende dingen inzetten. Dit onderzoek is uitgevoerd met een relatief kleine steekproef (N = 18), dit kan invloed hebben op de uitkomsten. Een aantal toetsen bleek niet significant te zijn, waardoor de conclusies niet met zekerheid gesteld kunnen worden. Ook vraagt de vragenlijst om zelfinschatting van de leerkrachten, de scores zijn niet objectief. Een vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op rekenonderwijs bij de kleuters of kan dieper ingaan op één van de drie domeinen. Ondanks dat leerkrachten momenteel al veel dingen doen op het gebied van differentiatie, zou hier meer uitgehaald kunnen worden. Meer effectieve differentiatie zou bereikt kunnen worden door het behouden van de positieve houding, het vergroten van de kennis van leerkrachten en het aansporen van daadwerkelijk differentiëren in de les.Show less
Er is in Nederland een achteruitgang te zien in de leesvaardigheid en leesmotivatie van kinderen (Gubbels et al., 2019). Een goede leesvaardigheid is van belang om succesvol te kunnen deelnemen aan...Show moreEr is in Nederland een achteruitgang te zien in de leesvaardigheid en leesmotivatie van kinderen (Gubbels et al., 2019). Een goede leesvaardigheid is van belang om succesvol te kunnen deelnemen aan de maatschappij (Gubbels et al., 2019). Leesmotivatie is van invloed op de leesvaardigheid van kinderen (Brandt et al., 2021). Een belangrijke factor die van invloed is op het stimuleren van de leesmotivatie van kinderen is de leerkracht (Fletcher et al., 2012). In dit onderzoek is er gekeken naar de houding en het gedrag van leerkrachten op de basisschool wat betreft het stimuleren van leesmotivatie. Er is onderzoek gedaan met behulp van 4 focusgroepen met in totaal 21 basisschoolleerkrachten. Uit de resultaten is gebleken dat leerkrachten over het algemeen goed rekening houden met hun houding en gedrag wat betreft het stimuleren van leesmotivatie. Veel leerkrachten zetten meer in op intrinsieke motivatie dan op extrinsieke motivatie. Om in te spelen op de intrinsieke motivatie moet er door leerkrachten rekening gehouden worden met de drie basisbehoeften autonomie, competentie en verbondenheid (Ryan & Deci, 2000a). Uit dit onderzoek blijkt dat er door leerkrachten minder op verbondenheid wordt ingezet dan op autonomie en competentie. Daarnaast vinden veel leerkrachten leesmotivatie belangrijk en zijn veel leerkrachten zich bewust van hun houding en invloed daarvan op de klas. Voor leerkrachten die minder lezen en leesmotivatie minder belangrijk vinden is het van belang dat zij extra rekening houden met instructiestrategieën en leesbevorderingsactiviteiten. Verder vinden een aantal leerkrachten dat zij bepaalde kennis missen om leesmotivatie goed te kunnen stimuleren. Het is belangrijk dat met vervolgonderzoek duidelijk wordt welke kennis er ontbreekt.Show less
In recent years, the number of learning applications has greatly increased, and they have become available for a wide range of subjects and ages, including many applications to support reading....Show moreIn recent years, the number of learning applications has greatly increased, and they have become available for a wide range of subjects and ages, including many applications to support reading. Sometimes studies show that an application claims to influence reading behavior, but in practice, this effect is not achieved. This also applies to the subject of this study, namely the application Beeline Reader. The current study investigates to what extent the application Beeline Reader makes reading a digital text easier and faster for students, as they claim on their website. Students read eight texts, including four in black font color and four in Beeline font colors. Students (N=19) were randomly assigned to one of four different layouts, each with a combination of single or enlarged line spacing with short or long lines. Data were collected with eye-tracking and reading comprehension questions and analyzed with a Repeated Measures ANOVA. Results showed that the use of Beeline font colors had no effect on reading speed (duration first-pass reading, duration second-pass reading and duration return-sweep) or text comprehension. In contrast, the layout with single line spacing and long lines was found to cause a lower reading speed (first-pass reading and second-pass reading) as well as the layout with enlarged line spacing and long lines (first-pass reading). In conclusion, the use of Beeline font colors has no positive effect on students' reading speed and text comprehension, but no negative effect either. For follow-up research, it might be useful to test the effect of Beeline font colors on different target groups.Show less