Veel jonge kinderen laten een vorm van agressie zien. Vaak vinden ouders dit onacceptabel en proberen de agressie te stoppen door de kinderen te disciplineren. In deze studie is er gekeken naar de...Show moreVeel jonge kinderen laten een vorm van agressie zien. Vaak vinden ouders dit onacceptabel en proberen de agressie te stoppen door de kinderen te disciplineren. In deze studie is er gekeken naar de relatie tussen de mate van agressie van het kind en de mate van fysiek disciplineren van de ouders, waarbij apart werd gekeken voor vaders en moeders, en jongens en meisjes. Hierbij is er gebruik gemaakt van een longitudinaal design met twee meetmomenten (T1 en T2). De steekproef bestond uit 100 jongens en meisjes (gemiddeld drie jaar op T1 en vier jaar op T2) en hun vader en moeder. Fysieke discipline van ouder werd op T1 geobserveerd tijdens een afblijftaak. De mate van agressie van het kind werd gemeten op T1 en T2 aan de hand van de Child Behavior Checklist (Achenbach & Rescorla, 2000) die zowel vader als moeder invulden. Uit de resultaten is gebleken dat jongens en meisjes evenveel agressie laten zien. Daarnaast is er gebleken dat gender van het kind alleen samenhangt met de fysieke discipline van moeder, waarbij zij jongens vaker fysiek disciplineren dan meisjes. Ten slotte is er gevonden dat enkel de fysieke discipline van vader op T1 een significante voorspeller is voor agressie bij jongens op T2. Jongens lijken gevoeliger voor de fysieke disciplinering van vaders dan meisjes. Daarnaast lijken moeders een meer genderspecifieke opvoeding te laten zien dan vaders.Show less
Introductie: Het verband tussen de emotionele beschikbaarheid in een ouder-kinddyade en een diversiteit aan kinduitkomsten onderstreept het belang van het verder onderzoeken van dit construct. In...Show moreIntroductie: Het verband tussen de emotionele beschikbaarheid in een ouder-kinddyade en een diversiteit aan kinduitkomsten onderstreept het belang van het verder onderzoeken van dit construct. In deze studie is onderzoek gedaan naar de invloed van het geslacht van zowel ouders als kinderen op de emotionele beschikbaarheid van ouder en kind. Daarnaast zijn de onderlinge relaties tussen vijf subdimensies van de vierde editie van de Emotional Availability Scales (EAS; Biringen, 2008) onderzocht en is geanalyseerd of het temperament van het kind van invloed is op de relatie tussen de ouder- en kinddimensies. Methode: De emotionele beschikbaarheid van 54 driejarige kinderen (26 jongens) en hun beide biologische ouders is gedurende een vrijspelsituatie bepaald. In dit onderzoek staan van de EAS drie ouderdimensies centraal, namelijk sensitiviteit, structurering en non-intrusiviteit, en twee kinddimensies, namelijk responsiviteit en het betrekken van de ouder door het kind. Het temperament van het kind is bepaald aan de hand van de subschalen activiteitenniveau, inhibitiecontrole, angst en troostbaarheid van de ‘Child Behavior Questionnaire’ (Rothbart, Ahadi, Hershey & Fisher, 2001) die beide ouders hebben ingevuld. Resultaten: De onderzoeksresultaten laten zien dat de emotionele beschikbaarheid niet verschilt tussen vaders en moeders en richting zonen en dochters. Binnen de ouder- en kinddimensies bestaan hoge correlaties, maar tussen de ouder- en kinddimensies zijn weinig significante correlaties aanwezig. Temperament, en met name activiteitenniveau, heeft voornamelijk in moeder-kinddyades een effect op de relatie tussen de drie ouderdimensies en doorgaans het betrekken van de ouder door het kind. Conclusie: Bij eventuele interventies om de emotionele beschikbaarheid in ouder-kinddyades te vergroten, dient volgens deze onderzoeksbevindingen niet alleen rekening gehouden te worden met de interactie tussen het temperament van het kind en eventuele gedragsveranderingen bij ouders op de emotionele beschikbaarheid van het kind, maar ook met het geslacht van het kind.Show less