Villa’s waren een opvallend onderdeel van het landschap van Italië [jdens en rondom de Romeinse periode. Door te kijken naar de opkomst van villa’s in een gebied wat bekend staat als ruraal en...Show moreVilla’s waren een opvallend onderdeel van het landschap van Italië [jdens en rondom de Romeinse periode. Door te kijken naar de opkomst van villa’s in een gebied wat bekend staat als ruraal en niet-Romeins is het mogelijk om meer inzicht te krijgen in de vorming landschap na Romeinse overheersing. De Italiaanse provincie Molise was onderdeel van Samnium in de tweede helg van het eerste millennium v.Chr. Samnieten staan voornamelijk bekend om hun lange verzet tegen de Romeinen. Vanwege dit verzet hielden zij zich over het algemeen ook ver van de Romeinse invloeden. In deze studie wordt gekeken naar de ontwikkeling van rurale structuren in het landschap van Molise met een nadruk op villa’s. Kunnen de rurale structuren in Molise bijdragen aan de vraag of villa’s een Romeinse invloed zijn of deel zijn van algemene ontwikkelingen? Is er sprake van een villalandschap of zijn er in het landschap voornamelijk boerderijen? Verschilt het landschap in Molise met een villalandschap zoals in Tyrrheens Midden-Italië? Om deze vragen te beantwoorden is het eerst nodig om een duidelijk beeld te krijgen van een villa. De verschillende aspecten van villa onderzoek worden besproken door te kijken naar de villa in Klassieke teksten, archeologie en topografie. Door te kijken naar de verschillende villa’s die gevonden zijn in de Molise wordt er een beeld verkregen van het landschap en in een analyse van de villa’s wordt er gekeken hoe deze villa’s passen binnen het algemene beeld van villa’s en welke bijzonderheden er zijn op te merken met betrekking tot villastructuren in Samnium.Show less
This thesis presents a spatial analysis of insula V ii in Roman Ostia, the principal harbour city of Imperial Rome. The Severan and final phase of occupation of the insula are compared with each...Show moreThis thesis presents a spatial analysis of insula V ii in Roman Ostia, the principal harbour city of Imperial Rome. The Severan and final phase of occupation of the insula are compared with each other to gain a better understanding of the architectural and spatial changes that took place between the Severan phase, and the final occupation of the insula. This thesis seeks to answer the following question: How did the spatial organisation of insula V ii change between the Severan phase and the final phase? In order to answer this question, space syntax methods are used. By comparing the integration (real relative asymmetry) and control values of the units in the buildings between the two phases, an estimate can be given of the amount of privacy and the importance of the rooms. This thesis argues that, between the Severan and the final phase, a shift towards more privacy in the city block occured.Show less
In het Rijksmuseum van oudheden in Leiden (RmO) staat een loden sarcofaag tentoongesteld. Deze sarcofaag is gevonden in Libanon bij de plaats Byout el-Saied, in de buurt van de stad Tyrus, en wordt...Show moreIn het Rijksmuseum van oudheden in Leiden (RmO) staat een loden sarcofaag tentoongesteld. Deze sarcofaag is gevonden in Libanon bij de plaats Byout el-Saied, in de buurt van de stad Tyrus, en wordt gedateerd in ca. de 2e tot 3e eeuw na Chr.. Deze bijzondere loden sarcofaag getuigt van de regionale veranderingen in grafgebruiken, die in de Noordelijke Levant over een langere periode hebben plaatsgevonden onder invloed van verschillende culturen. In deze scriptie is, aan de hand van de loden sarcofaag van het RmO en een literatuuronderzoek, onderzocht wat de loden sarcofaag ons kan leren over de processen van continuiteit en verandering in de grafgebruiken van de Noordelijke Levant in de Romeinse periode. De grafgebruiken die zich rond de loden sarcofaag laten reconstrueren zijn het resultaat van een ontwikkeling over een langere periode, vanaf de ijzertijd (ca. 1200 voor Chr.) tot in de Romeinse periode. Deze grafgebruiken zijn onder invloed van verschillende culturen verandert, doordat nieuwe elementen toegevoegd werden en andere uit het beeld verdwenen. Tegelijkertijd zijn er ook grafgebruiken aantoonbaar die vanaf vroege periodes tot in de Romeinse tijd nog zijn blijven bestaan. De loden sarcofaag past goed binnen de uiteindelijk ontstane grafcultuur. Ook de iconografie op de loden sarcofaag toont elementen uit verschillende culturen die de regionale grafgebruiken in de Noordelijke Levant hebben beïnvloed, waaronder de lokale Syrische cultuur, de Egyptische cultuur en de Hellenistische cultuur. Het christendom heeft mogelijk ook invloed uitgeoefend, maar dit is bij de loden sarcofaag van het RmO moeilijk aan te tonen. Wat de loden sarcofaag ons leert over Romanisering, dat traditioneel gezien werd beschouwd als het brengen van cultuur en beschaving door Romeinen in nieuw geannexeerde gebieden, is dat het eerder een proces is van acculturatie die zich niet beperkt tot de Romeinse periode en het Romeinse Rijk.Show less
Een van de klassen aardewerk die veelvuldig bij archeologisch onderzoek in het Middellandse Zeegied wordt aangetroffen is African Red Slip Ware (ARSW). Dit wijdsverspreide Tunesische tafelwaar kan...Show moreEen van de klassen aardewerk die veelvuldig bij archeologisch onderzoek in het Middellandse Zeegied wordt aangetroffen is African Red Slip Ware (ARSW). Dit wijdsverspreide Tunesische tafelwaar kan belangrijke inzichten verschaffen in de lokale(Laat-)Romeinse economie, terwijl juist deze laatste fase van distributie vrijwel niet wordt onderzocht. Deze studie naar de distributie van ARSW in Boeotië laat het potentieel zien van onderzoek naar de verspreiding van dit aardewerk op een lokale en regionale schaal. Naast een indicatie voor status en economische activiteit blijkt het aardewerk ook te kunnen worden gebruikt om het karakter van verschillende sites aan te duiden. De relatief strikte dateringen van verschillende vormen uit Hayes zijn typo-chronologie maken het mogelijk om naast de ruimtelijke distributie ook de chronologische ontwikkeling van de distributie van het aardewerk in verschillende regio's te onderzoeken. Dit resulteert in een aantal parallelle (chronologische/ruimtelijke) ontwikkeling, maar vooral in regionale verschillen die kenmerkend zijn voor de Laat-Romeinse periode in Griekenland.Show less