With the war in Ukraine, the role of NATO in Europe and its enlargement towards the east is relevant more than ever. This study looked at the enlargement of NATO since the end of the Cold War. The...Show moreWith the war in Ukraine, the role of NATO in Europe and its enlargement towards the east is relevant more than ever. This study looked at the enlargement of NATO since the end of the Cold War. The main reason for NATO’s existence, to deter Soviet aggression, no longer exist. So why did NATO continue to exist in the 21st century and why did it expand to the east? The purpose of this study is to look at a specific part of this enlargement, the bureaucracy of the alliance. The following research question has been used: To what extent did the bureaucracy of NATO influence the organisation’s Eastern enlargement since the collapse of the Soviet Union? To answer this question, research has been done on the different enlargement steps since the fall of the Berlin Wall up to the present. The role of the bureaucracy, including the secretary general of NATO, in relation to the member states was examined step by step. The analysis shows that the bureaucracy of NATO itself had almost no say in its enlargement. The fall of the Berlin wall symbolizes the beginning of the change NATO had undergone. However, it was the United States that played the most influential role on the alliance’s enlargement towards east with initiating NATO’s most important documents for allowing new member states.Show less
De laatste jaren duikt het werken in teams steeds vaker op in de publieke sector (Hoogendoorn, 2017). Deze teams worden vaak aangestuurd door leiders, die een bepaalde leiderschapsstijl hanteren....Show moreDe laatste jaren duikt het werken in teams steeds vaker op in de publieke sector (Hoogendoorn, 2017). Deze teams worden vaak aangestuurd door leiders, die een bepaalde leiderschapsstijl hanteren. De twee meest voorkomende leiderschapsstijlen zijn transactioneel en transformationeel leiderschap (Northouse, 2012). Transactionele leiders zijn zakelijker opgesteld en transformationele leiders hanteren een meer persoonlijke aanpak. Een probleem in de publieke sector waar deze leiders mee te maken hebben is de context waar de teams zich in bevinden. Teams in de publieke sector hebben namelijk te maken met een hoge mate aan bureaucratie, waardoor de teams onderhevig zijn aan een grote mate van red tape (Van der Voet, 2016). Het is niet duidelijk wat het effect is van leiderschap op de samenwerking en of de aanwezigheid van red tape hier van invloed op is. Het doel van dit onderzoek is om te kijken wat het effect is van leiderschap op de samenwerking binnen teams en of dit beïnvloed wordt door de aanwezigheid van red tape. De onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat is: Wat is het effect van leiderschap op samenwerking in teams in publieke organisaties en wordt deze relatie gemodereerd door red tape? Om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag, is een kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Er is gebruik gemaakt van enquêtedata van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die is ingevuld door medewerkers en leiders uit verschillende sectoren van de overheid. Twee concepten, leiderschap en red tape, zijn meetbaar gemaakt door het maken van schaalconstructen. Voor het concept samenwerking is gekozen om een dummy variabele aan te maken. De logistische regressieanalyse toont aan dat leiderschap een positief significant effect heeft op de samenwerking in teams in publieke organisaties. Tevens is naar voren gekomen dat red tape dit positieve effect van transformationeel leiderschap op samenwerking verzwakt. De mate van invloed van transformationeel leiderschap is daarmee afhankelijk van de aanwezigheid van red tape. Het antwoord op het tweede deel van de onderzoeksvraag is daarmee dat de relatie van leiderschap op samenwerking inderdaad wordt gemodereerd door red tape. Transformationeel leiderschap kan dus een positief effect hebben op de samenwerking, echter kan de perceptie van red tape dit effect verminderen. De modererende rol van red tape vormt hiermee dus een belemmering voor het uitoefenen van transformationeel leiderschap.Show less
This thesis examines the causes of the current differences in water safety policy between japan and the Netherlands. Due to the increasing effects of climate change, countries along the coast may...Show moreThis thesis examines the causes of the current differences in water safety policy between japan and the Netherlands. Due to the increasing effects of climate change, countries along the coast may experience flooding problems sooner. A comparison of the causes of the differences could add value to the current knowledge regarding the future threat of flooding. The causes of these differences in approach are examined from the theory of policy learningShow less
Samenvatting Deze scriptie kijkt naar een discrepantie in de onderzoeken van Korsten en De Goede (2007) en de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit (2021). Korsten en De Goede geven als...Show moreSamenvatting Deze scriptie kijkt naar een discrepantie in de onderzoeken van Korsten en De Goede (2007) en de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit (2021). Korsten en De Goede geven als een van de redenen voor het afnemende vertrouwen van de burgers in de overheid dat er ontevredenheid over het overheidsbeleid heerst. Het onderzoek van de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit ontdekte dat ondanks een gelijke mate van tevredenheid in beleid, het vertrouwen in de overheid toch afnam. Verder geven Korsten en De Goede aan dat de ontevredenheid over het beleid voornamelijk uit de linkse hoek komt. Om deze discrepantie te onderzoeken en de uitspraak van Korsten en De Goede over mensen met linkse denkbeelden is volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Wat heeft de mate van de tevredenheid van de burger over het gevoerde beleid voor effect op zijn mate van vertrouwen in de overheid en in hoeverre wordt dat effect beïnvloed door de politieke ideologie van de burger in kwestie?” Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden is gebruik gemaakt van het LISS Data panel. Deze data bestaan uit verschillende waves en ondervraagt Nederlandse mensen naar hun mening over bepaalde onderwerpen. Vanuit deze data zijn er bepaalde variabelen gekozen, om deze vervolgens middels een regressieanalyse en een interactie-effect te onderzoeken. Vanuit de data is gekomen, dat de relatie tussen de variabelen “tevredenheid over beleid” en “mate van vertrouwen in de overheid” significant is, waarmee met 95% zekerheid te zeggen valt dat er een positieve relatie is tussen deze variabelen: een hogere mate van tevredenheid over het beleid leidt tot een hogere mate van vertrouwen in de overheid. Vanuit het interactie-effect is naar voren gekomen dat de politieke ideologie van invloed is op de relatie tussen overheidsbeleid en mate van vertrouwen in de overheid. Deze variabele toonde zichzelf namelijk ook significant, waarmee met 95% zekerheid te zeggen valt dat politieke ideologie interacteert met de relatie tussen tevredenheid en vertrouwen. De interactie kenmerkt zich door het feit dat een rechtser persoon tevredenheid zwaarder mee laat wegen op de relatie tussen tevredenheid over het beleid en vertrouwen in de overheid. Vanuit deze resultaten is het antwoord op de hoofdvraag dat de mate van tevredenheid over het overheidsbeleid van invloed is op de mate van vertrouwen in de overheid, waarbij meer ontevredenheid leidt tot minder vertrouwen. Daarnaast zorgt de politieke ideologie ervoor dat deze relatie wordt beïnvloed, waarbij een persoon met een meer rechtse ideologie meer de tevredenheid over het beleid laat meewegen in de mate van vertrouwen in de overheid. Verder is de mate van tevredenheid over het overheidsbeleid niet de enige variabele van invloed op de mate van vertrouwen. Ondanks de toevoeging van controle variabelen blijven de bevindingen rondom de relatie tussen tevredenheid en vertrouwen toch significant.Show less
Waar het aantal werknemers in Nederland met burn-outklachten in 2015 nog 13% besloeg, was dat in 2017 16%. Deze toename van de incidentie van burn-out is zorgwekkend wegens de grote impact van burn...Show moreWaar het aantal werknemers in Nederland met burn-outklachten in 2015 nog 13% besloeg, was dat in 2017 16%. Deze toename van de incidentie van burn-out is zorgwekkend wegens de grote impact van burn-out op zowel het persoonlijke leven van de werknemer als de impact op de organisatie en de maatschappij. Om de incidentie van burn-out te verlagen, dient begonnen te worden bij het in kaart brengen van mogelijke oorzaken, waarvan een potentiele oorzaak het gebrek aan transformationeel leiderschap is. Om deze reden luidt de onderzoeksvraag als volgt: ‘Wat is de invloed van transformationeel leiderschap op de incidentie van burn-out onder werknemers in de publieke sector?’. De incidentie van burn-out wordt in dit onderzoek afgespiegeld door de constructen werktevredenheid en werkdruk. Met data verkregen uit de office of Personnel Management Federal Employee Viewpoint Survey, zijn constructgemiddeldes gevormd. Waarna met behulp van de Spearman rho en lineaire regressie analyses zijn uitgevoerd. Een verhoging van transformationeel leiderschap leidde tot een verlaging van werkdruk en een verhoging van werktevredenheid. Naarmate een hogere incidentie van burn-out samenhangt met een hogere werkdruk en lagere werktevredenheid, kan geconcludeerd worden dat een verhoging van transformationeel leiderschap zorgt voor een verlaging van de incidentie van burn-out.Show less
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de omvang van het draaideurfenomeen in de Nederlandse landelijke politiek. Hierbij wordt gekeken naar personeelsverloop, mobiliteit en state-business...Show moreIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de omvang van het draaideurfenomeen in de Nederlandse landelijke politiek. Hierbij wordt gekeken naar personeelsverloop, mobiliteit en state-business netwerken van ministers, staatssecretarissen, Eerste en Tweede Kamerleden en bestuurders van de 20 belangenorganisaties met de meeste toegang tot de Nederlandse politieke besluitvorming.Show less