Dit onderzoek legt zich toe op het analyseren en verklaren van de invloed van maatschappelijke organisaties in de discussie omtrent de toelating van repatrianten en spijtoptanten uit Indonesië in...Show moreDit onderzoek legt zich toe op het analyseren en verklaren van de invloed van maatschappelijke organisaties in de discussie omtrent de toelating van repatrianten en spijtoptanten uit Indonesië in Nederland. Door te kijken naar een grote hoeveelheid archiefmateriaal (vergadernotulen, briefpost, nota's, moties, periodieke uitgaves) van een viertal zeer diverse organisaties kan bepaald worden welke tactieken een significante rol speelden in het uitoefenen van invloed op de Nederlandse overheid. Deze scriptie bouwt daarmee voort op Vosters' onderzoek naar de invloed van NGO's. Dit onderzoek toont aan dat in eerste instantie organisaties met een directe lijn tot de overheid meer invloed konden uitoefenen dan organisaties die een outsider status hadden en zich in een formeel isolement bevonden. Deze insider organisaties beriepen zich hierbij vaak op hun expertise over het onderwerp en hun logistieke autoriteit, waardoor de overheid taken naar hen overhevelde en er een wederzijdse afhankelijke relatie ontstond. Outsider organisaties konden echter extremere eisen stellen, waarbij ze ook meer gegenderde emotionele en morele claims maakten. Hoewel de overheid hier niet responsief voor was, namen de insider organisaties deze eisen en tactieken over tijd over, waardoor outsider organisaties indirect toch nog hun invloed deden gelden. Dit problematiseert de strikte scheidslijn tussen insider en outsider en laat zien dat organisaties met extremere eisen zonder formele toegang tot de overheid toch zeer invloedrijk kunnen zijn.Show less
In dit onderzoek is de vraag gesteld: Hoe is in de jaren zestig en zeventig het verpleegsterstekort opgelost en waarom hebben bepaalde oplossingen meer prioriteit gekregen boven andere? In dit...Show moreIn dit onderzoek is de vraag gesteld: Hoe is in de jaren zestig en zeventig het verpleegsterstekort opgelost en waarom hebben bepaalde oplossingen meer prioriteit gekregen boven andere? In dit onderzoek zijn verschillende instroom-vergrotende en uitstroom-verminderende maatregelen onderzocht en zijn de kortetermijn- en langetermijnmaatregelen geanalyseerd. De focus hierbij ligt vooral op maatregelen vanuit zorginstellingen en overheidsinstanties, waaronder het ministerie van Volksgezondheid.Show less
Aan de hand van de stad Leiden als casus probeert deze thesis te beantwoorden of de reglementering van prostitutie, 1853-1904, de mobiliteit van de prostituees beïnvloed heeft. Door middel van het...Show moreAan de hand van de stad Leiden als casus probeert deze thesis te beantwoorden of de reglementering van prostitutie, 1853-1904, de mobiliteit van de prostituees beïnvloed heeft. Door middel van het bestuderen van primair bronmateriaal uit het Leids Stadsarchief is vast te stellen dat de reglementering van geringe invloed was en dat de mobiliteit van vrouwen toenam gedurende de periode.Show less
Deze scriptie analyseert partijprogramma's voor de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 2002. Doormiddel van een frameanalyse wordt er gekeken naar hoe gastarbeiders werden besproken en welke...Show moreDeze scriptie analyseert partijprogramma's voor de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 2002. Doormiddel van een frameanalyse wordt er gekeken naar hoe gastarbeiders werden besproken en welke aspecten van hun identiteit werd uitgelicht om hun relatie tot de Nederlandse samenleving te bepalen. Door de lange onderzoeksperiode wordt duidelijk dat hier significante veranderingen optraden.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht waarom Nederlandse kinderen na de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werden uitgezonden en buitenlandse kinderen gelijktijdig in Nederland werden...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht waarom Nederlandse kinderen na de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werden uitgezonden en buitenlandse kinderen gelijktijdig in Nederland werden ondergebracht. In deze scriptie worden motieven voor de organisatie in kaart gebracht, wordt de uitzending vergeleken met andere kinderuitzendingen en wordt vanuit een governance perspectief bekeken welke actoren betrokken waren bij de vorming en uitvoering van beleid en wat hun invloed was op keuzes voor opvang, transport, verlengd verblijf, terugkeer, opvoeding en onderwijs op de plaats van opvang. Uit dit onderzoek blijkt dat het laten aansterken van de kinderen bij deze en andere kinderuitzendingen de aanleiding vormde voor de organisatie hiervan. Ook de mogelijkheid tot (her)opvoeden van de kinderen bleek een rol te spelen. Doordat veel organisaties betrokken waren bij de kinderuitzending ontstonden onderlinge concurrentie en tegengestelde belangen op nationaal en internationaal niveau.Show less
In dit onderzoek is de invloed van de Vereniging VluchtelingenWerk Nederland op de (rechts)positie van vluchtelingenvrouwen in de jaren tachtig onderzocht. Aan de hand van documentatie van de...Show moreIn dit onderzoek is de invloed van de Vereniging VluchtelingenWerk Nederland op de (rechts)positie van vluchtelingenvrouwen in de jaren tachtig onderzocht. Aan de hand van documentatie van de organisatie zelf, is het werk en succes van het bureau Vrouwenwerk nader geanalyseerd. Gebleken is dat het bestaan van het bureau op was te delen in drie fases: de pioniersfase, de differentiatiefase en de integratiefase. Werkzaamheden waren onder meer gericht op onderzoek, beleidsbeïnvloeding, organisatievorming en werkgelegenheid. Dit onderzoek heeft een specifieke en gedetailleerde weergave opgeleverd van hoe een belangenorganisatie voor vluchtelingen zich manoeuvreerde in het cross-culturele en interdisciplinaire werkveld. Bovendien laat dit onderzoek zien hoe het bureau Vrouwenwerk het vluchtelingenvrouwenvraagstuk mondiaal op de kaart zette in de jaren tachtig.Show less
In deze scriptie is onderzocht weke historische informatie als wetenswaardig wordt geacht door de samenstellers van handboeken geschiedenis voor vwo bovenbouw in Nederland. De inhoud van de...Show moreIn deze scriptie is onderzocht weke historische informatie als wetenswaardig wordt geacht door de samenstellers van handboeken geschiedenis voor vwo bovenbouw in Nederland. De inhoud van de handboeken wordt vergeleken met The Cambridge COmpanion to the Golden Age om de verschillen tussen de handboeken en academische literatuur bloot te leggen. Onder meer de presentatie van het slavernijverleden, het belang van de krijgsmacht en de omgang met mensen vanuit buiten de Republiek verschilt in de handboeken en de Companion.Show less
In deze masterscriptie is geprobeerd te verklaren waarom ruim tachtig Nederlandse Joden ervoor kozen om mee te vechten in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948. Daarnaast is er onderzocht of de...Show moreIn deze masterscriptie is geprobeerd te verklaren waarom ruim tachtig Nederlandse Joden ervoor kozen om mee te vechten in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948. Daarnaast is er onderzocht of de motieven van de Nederlandse Machal afwijken van de vrijwilligers waar eerder onderzoek op gebaseerd is. De volgende hoofdvraag staat daarom centraal in dit onderzoek: waarom gingen Nederlandse vrijwilligers vechten in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 en hoe wijken hun motieven af van de vrijwilligers afkomstig uit andere, met name geallieerde, landen? Door egodocumenten, overheidsverslagen en krantenartikelen te toetsen aan de secundaire literatuur en de typologie theorieën, wordt in deze masterscriptie inzichtelijk gemaakt wat de drijfveren van de Nederlandse Machal waren en hoe deze eventueel verschillen van de bestaande literatuur en theorieën.Show less
Eind negentiende en begin twintigste eeuw trokken miljoenen emigranten (met name afkomstig uit Oost-Europa) door Noordwest-Europa op weg naar Noord- en Zuid-Amerika. De doorreis van deze migranten...Show moreEind negentiende en begin twintigste eeuw trokken miljoenen emigranten (met name afkomstig uit Oost-Europa) door Noordwest-Europa op weg naar Noord- en Zuid-Amerika. De doorreis van deze migranten was voor Europese transitlanden, waaronder Nederland, niet zonder risico: De mogelijkheid bestond dat de migranten ziektes verspreidden, de publieke orde verstoorden of achterbleven en een last werden voor de samenleving. Deze scriptie onderzoekt hoe de controle op transmigranten in Nederland in het Interbellum er uitzag en waarom de controle er zo uitzag. Specifiek is er in dit onderzoek ingegaan op de reactie tegenover de mogelijke verspreiding van ziektes door transmigranten, de terugkerende migranten en de doorreis van Joodse vluchtelingen uit Nazi-Duitsland. Om de invulling van de migratiecontrole te kunnen verklaren is een governance-benadering toegepast: Naast het beleid van de centrale overheid is er gekeken naar de rol van lokale autoriteiten en de scheepvaartmaatschappijen in de controle op transmigranten. Deze scriptie laat bovenal zien dat het Nederlandse transmigratiebeleid in het Interbellum niet-lineair was: De controle werd verstevigd als gevolg van crisissen en werd verminderd als de spanning verdwenen was.Show less
Onderzoek naar de samenwerking tussen de Nederlandse overheid en de Nederlandse Federatie voor Vluchtelingenhulp binnen het Difficult Cases project eind jaren 1950.
In dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog....Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog. Deze vraag wordt gesteld in het kader van de "gap hypothesis", een hypothese die stelt dat er een groeiende kloof bestaat tussen de doelen en resultaten van nationaal migratiebeleid in hedendaagse liberale staten. Om meer te zeggen over deze kloof is in dit onderzoek gebruik gemaakt van vreemdelingendossiers van de Vreemdelingendienst met betrekking tot vreemdelingen in Nederland die een gevaar vormden voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en gezondheid. Uit de analyse van deze dossiers blijkt dat momenten van crisis, zoals de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog, een impuls gaven aan de uitvoering van het migratiebeleid en een grote mate van consensus creëerden onder de actoren die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van het beleid, waardoor de kloof tussen migratiebeleid en praktijk tijdelijk kromp. De kloof tussen het migratiebeleid en de praktijk hiervan is dan ook een dynamischer fenomeen dan de gap hypothesis suggereert. Crisismomenten zijn "windows of opportunity" waarbinnen ideeën die door een gebrek aan consensus vastzaten, alsnog gerealiseerd kunnen worden.Show less